bodem ph indicator

advertisement
bodem ph indicator
Met deze test meet ik hoe zuur of ‘niet zuur’
(=basisch) de bodem is, uitgedrukt in een ph-getal.
Hoe zuurder de grond hoe lager het getal.
ph-waarde van water = 7 = neutraal
ph-waarde van citroen = 2 = zuur
ph-waarde van cola = 3 = zuur
1. Doe een beetje aarde in het grootste kommetje.
2. Druppel ongeveer 10 druppeltjes van de indicatorvloeistof uit het
flesje op die aarde.
3. Wacht ongeveer 20 seconden en laat dan de vloeistof in het andere
kommetje lopen.
4. Vergelijk de kleur van de vloeistof in de gleuf met de
kleurenschaal.
5. Lees de ph-waarde af.
6. Giet de vloeistof in het afvalpotje.
7. Maak het bordje schoon met water en de vod.
lichtmeter
= luxmeter
Met dit toestel meet ik de sterkte van het licht.
De sterkte wordt uitgedrukt in lux.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Haal toestel uit het zakje.
Kies de aangepaste schaal, draai aan de knop.
- bij donker weer = schaal 2000 (x 1)
- bij gewoon helder weer = schaal 20 000 (x 10)
- bij zeer zonnig weer = schaal 50 000 (x 100)
Richt het wit blad naar de zon, om zo de lichtstralen te weerkaatsen.
Je meet de lichtsterkte van de weerkaatste stralen.
Haal het dekseltje van de sensor en plaats de sensor op 30 cm afstand
van het blad.
Wacht enkele seconden en lees de waarde af, neem het gemiddelde.
Vermenigvuldig met de aangepaste schaal (x1, x10, x 100).
Dit is de lichtsterkte in lux.
Plaats het dekseltje terug op de sensor.
Stop het toestel terug in het zakje.
bodemvochtmeter
Met dit toestel meet ik hoe droog of nat
de bodem is.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Om te voorkomen dat de pin (= meetsonde) van de vochtmeter
krombuigt, neem de nagel en de hamer en maak een gaatje van
ongeveer 5 cm in de bodem.
Stop de pin van de vochtmeter in het gaatje, de pin moet de
bodem raken.
Wacht 1 minuut (tel tot 60).
Lees de waarde af die de meter aangeeft.
- dry = droog
- moist = vochtig
- wet = nat
Vermenigvuldig dit getal met 10. Dit is het vochtgehalte van
de bodem in %.
Maak de pin schoon met de vod.
thermometer lucht
Met dit toestel meet ik de temperatuur van de
lucht, uitgedrukt in graden Celsius.
1. Hou de thermometer enkele minuten op 1 meter van de grond.
2. Wacht ongeveer 1 minuut (tel tot 60).
3. Lees de waarde af in ° C.
thermometer bodem
Met dit toestel meet ik de temperatuur van de
bodem uitgedrukt in graden Celsius.
1.
2.
3.
4.
5.
Om te voorkomen dat de pin (= meetsonde) van de thermometer
krombuigt, neem de nagel en de hamer en maak een gaatje van
ongeveer 10 cm in de bodem.
Stop de pin van de thermometer in het gaatje, de pin moet de
bodem raken.
Wacht ongeveer 1 minuut (tel tot 60).
Lees de waarde af in °C.
Maak de pin schoon met de vod.
bodemhardheid meten
Met een valbuis, een valpen en een meter meet ik
de bodemhardheid
Doe deze opdracht 2 x: in het bos midden op een wandelpad en in het
bos naast het wandelpad.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Plaats de valbuis loodrecht op de grond.
Schuif de valpen bovenaan in de buis en hou de pen 5 cm vast
boven de buis.
Laat de valpen vallen in de buis.
Hef de buis op. De valpen heeft zich in de grond geboord.
Trek de valpen uit de bodem tussen duim en wijsvinger tegen de
grond, zonder jouw vingers te verplaatsen.
Meet de afstand tussen jouw vingers en de top van de valpen.
Vergelijk de metingen.
veldkijker
Met dit toestel kan je ver kijken.
Ook wel verrekijker genoemd, heeft 2 voorwerplenzen en 2 ooglenzen.
Doe de riem rond je nek en houd de veldkijker op je neus met beide
handen vast. De scherpstelknop is de grote knop in het midden, daar
mag je regelmatig aan draaien om het voorwerp waarnaar je kijkt
scherp te stellen.
Soms moet je naar links of soms moet je naar rechts draaien.
luchtvochtmeter
= hygrometer
Met dit toestel meet ik de vochtigheid van de
lucht, uitgedrukt in procent %.
1. Hou de luchtvochtmeter in de lucht vast aan het ringetje.
2. Wacht ongeveer 1 minuut (tel tot 60).
3. Lees de waarde af in procent %.
windkrachtmeter
= anemometer
Met dit toestel meet ik de kracht van de wind.
De kracht wordt uitgedrukt in km/h of Beaufort,
m/s of knots (knopen).
1.
2.
3.
4.
5.
Haal beschermknop van de windmeter.
Houd de windmeter boven het hoofd.
De lepelpotjes vangen de wind op
Lees de uitwijking van het wijzertje.
Kies de aangepaste schaal (km/h of Beaufort).
Plaats beschermknop terug op de meter.
thermometer water
Met een thermometer kan je de temperatuur van of
water meten, uitgedrukt in graden Celsius of
Fahrenheit.
Houd de waterthermometer aan het touw vast en laat hem enkele
minuten op het water drijven. Wacht enkele minuten.
Lees de temperatuur af die het toestel aanwijst.
secchischijf
Met deze schijf meet je de helderheid of de lichtgrens van
water in een sloot, gracht of andere waterpartij. De schijf
met wit en zwartgekleurde vakken hangt aan een touw
met om de 10 cm een knoopje. We doen de meting in 2
stappen:
1. Laat de schijf in water zakken tot de schijf net onzichtbaar wordt.
Doe het voorzichtig en tel ondertussen de knopen die onder water
verdwijnen. Vermenigvuldig het aantal knopen met 10. Haal de
schijf terug op.
2. Laat de schijf tot aan de bodem zakken en haal ze op tot wanneer
de schijf zichtbaar wordt. Stop. Trek nu het touw langzaam uit het
water en tel de knopen. Vermenigvuldig het aantal knopen met 10.
Bereken het gemiddelde van de 2 waarden.
Zo weet je de lichtgrens.
Download