Economische Vooruitzichten Mei 2017 Blikvangers • De groeicijfers voor de wereldeconomie in het eerste kwartaal van 2017 ontgoochelden enigszins, in het bijzonder tegen de achtergrond van de opverende sentimentsindicatoren. Lager dan verwachte groeicijfers in de VS en het VK waren de belangrijkste stoorzenders. Waarschijnlijk versnelt de groei er weer in het tweede kwartaal, want vooral tijdelijke factoren zorgden voor de vertraging, terwijl op het Europese vasteland het herstel verstevigde. We verwachten met andere woorden dat het wereldwijde conjunctuuroptimisme en het economische herstel zich in de nabije toekomst zullen voortzetten. • De verkiezing van de sterk pro-Europese Emmanuel Macron tot Franse president deed de politieke onzekerheid van de voorbije maanden grotendeels verdwijnen. De kapitaalvlucht naar kwaliteitsactiva keerde om en dat zorgde voor een sterke appreciatie van de euro tegenover de Amerikaanse dollar en een forse stijging van het rendement op Duits overheidspapier. Deze laatste droeg ook bij tot de vernauwing van de intra-EMU rendementsverschillen op overheidspapier. De financiële markten kunnen nu weer op de economische fundamenten in de eurozone focussen. • In april veerde de inflatie tijdelijk op, maar de onderliggende prijsdruk blijft erg matig in de eurozone. De kerninflatie blijft er laag omdat de looninflatie beperkt is en wereldwijde overcapaciteit de ingevoerde inflatie drukt. Dat is de belangrijkste reden waarom we vasthouden aan ons scenario voor het monetaire beleid van de ECB. We verwachten dat de ECB haar programma van kwantitatieve versoepeling (QE) zal beginnen afbouwen (tapering) vanaf begin 2018. De beleidsrente zal ze pas in 2019 optrekken, maar in de tweede jaarhelft van 2018 kan anticipatie hierop de lange rente al doen oplopen. Ook de intra-EMU renteverschillen zullen dan toenemen en beter de economische fundamenten weerspiegelen. • GEKADERD: De gevolgen van een afbouw van de balans van de Amerikaanse centrale bank. Internationale omgeving keerde om en dat zorgde voor een sterke appreciatie van de euro tegenover de Amerikaanse dollar en een forse stijging van het rendement op Duits overheidspapier. Deze laatste droeg Zachte en harde data tonen verschillend beeld ook bij tot de vernauwing van de intra-EMU rendementsverschillen op overheidspapier naarmate de risicoaversie wegebde. De financiële markten kunnen nu weer op de economische fun- Tegen de achtergrond van de opverende sentimentsindicatoren damenten in de eurozone focussen. ontgoochelden de groeicijfers voor de wereldeconomie in het eerste kwartaal van 2017. De lager dan verwachte groeicijfers in De activiteitsindicatoren wijzen op een positieve dynamiek. de VS en het VK waren de belangrijkste spelbrekers (figuur 1). Voorlopige ramingen van de reële bbp-groei in het eerste kwar- Tijdelijke factoren speelden een belangrijke rol. En hoewel de taal van 2017 (+0,5% op kwartaalbasis) bevestigen ons scena- sentimentindicatoren hun recente scherpe klim niet voortzet- rio van een herstel aan een stevig tempo. Hoewel er nog geen ten, handhaven ze zich op een hoog peil. Dat wijst erop dat de raming van de verschillende componenten is, wijzen partiële gunstige conjunctuurdynamiek overeind blijft. We verwachten indicatoren erop dat de particuliere consumptie opnieuw een bijgevolg dat de groei van de wereldeconomie in de komende belangrijke groeibijdrage heeft geleverd. De gunstige ontwik- kwartalen weer wat zal versnellen. In het bijzonder de groei keling duurde voort bij het begin van het tweede kwartaal. De van de eurozone blijft stevig. De opkomende economieën vin- economische stemmingsindicator van de Europese Commissie den steun in de algemene versteviging van de uitvoergroei. Uit bereikte zijn hoogste peil in 10 jaar en ook de samengestelde China komen evenwel enkele tekenen van verzwakking. Zowel index van het vertrouwen van aankoopdirecteuren (Composite de sentiments- als de activiteitsindicatoren suggereren dat de PMI index) verstevigde verder. De bedrijven rapporteren een economische groei er een beetje vertraagt. Van een harde lan- stevige vraag en een oplopende capaciteitsbezetting. In het bij- ding is er evenwel geen spoor te bekennen. Maar de recente zonder in de dienstensectoren geven ze te kennen meer mensen ontwikkeling vraagt wel om een nauwe opvolging. in dienst te willen nemen. De conjunctuurindicatoren schetsen met andere woorden een beeld van 'gesynchroniseerd optimis- In Europa treden economische fundamenten weer op de voorgrond me', dat nog een tijdje kan doorgaan. Daarom houden we vast aan onze groeiraming van 1,8% voor gans 2017, lichtjes boven de consensus. Voor hogere groeicijfers zouden de investeringen Het resultaat van de Franse presidentsverkiezingen blies een moeten aantrekken. Momenteel blijven zowel de private als de zucht van opluchting over de obligatie- en wisselmarkten. De publieke investeringen echter ondermaats, ondanks het stimu- overwinning van de sterk pro-Europese Emmanuel Macron lerende rentebeleid van de ECB en de verbeterende bedrijfsren- deed de politieke onzekerheid van de voorbije maanden gro- dabiliteit. Daarom stellen we voor 2018 nog een lichtjes lager tendeels verdwijnen. De kapitaalvlucht naar kwaliteitsactiva groeicijfer (1,6%) voorop. Structurele problemen blijven wegen op de economische activiteit in de eurozone, die overigens niet in alle eurolanden even Figuur 1 - Groeicijfers volgen stijging zachte data niet (reële bbp-groei in % kwartaal-op-kwartaal, PMI als kwartaalgemiddelde) 1,4 sterk is. Dit is de belangrijkste reden waarom de conjunctuurcy56 Reële bbp-groei eurozone Reële bbp-groei VS 1,2 55 Reële bbp-groei VK PMI wereldwijd (50= neutraal, rechter-as) 1 54 0,8 53 0,6 52 0,4 51 0,2 50 49 0 Q3 2014 Q1 2015 Q3 2015 Q1 2016 Q3 2016 Bron: KBC Economic Research based on Eurostat (2017), BEA (2017), Markit (2017) KBC Economische Vooruitzichten I Q1 2017 clus in de eurozone achterblijft op die in de VS. De outputkloof meet het verschil tussen de feitelijke groei en de zogenoemde potentiële groei, dat is het groeitempo dat een economie kan aanhouden zonder grote onevenwichtigheden te veroorzaken. Zolang de outputkloof negatief is, doet economische groei de inflatie niet oplopen. Het geheel van de eurozone sloot 2016 nog af met een negatieve outputkloof (IMF, 2017), terwijl die in de VS grotendeels gedicht is. Maar het aggregaat verbergt verschillen tussen de individuele eurolanden. Duitsland bijvoorbeeld heeft al verscheidene jaren een positieve outputkloof. In de Zuid-Europese landen (Griekenland, Spanje, Portugal en Italië) ligt het bbp daarentegen nog beduidend onder het potentiële niveau. Die landen hebben dus nog ruimte voor een inhaalspurt inzake groei. Maar de zwakke investeringsdynamiek I Mei 2017 I 2 weegt er niet alleen op de feitelijke economische groei, maar te schrijven. Die zorgden voor een ontgoochelende particuliere drukt ook de potentiële economische groei. consumptie, die slechts gedeeltelijk door hogere investeringen werd gecompenseerd (figuur 2). Ondanks het historisch hoge consumentenvertrouwen bleef de particuliere consumptie Uitdagingen voor de nieuwe Franse president grosso modo ter plaatse trappelen. De zwakte was grotendeel het gevolg van atypisch warm winterweer. Dat veroorzaakte in januari en februari een terugval in het verbruik van nutsvoor- De nieuwe Franse president, Emmanuel Macron, erft niet alleen zieningen, dat in maart evenwel herstelde. Toch valt niet te een politiek verdeelde natie maar ook grote economische uitda- ontkennen dat ook zonder de tijdelijke weerseffecten de con- gingen. Sinds begin 2014 lag de economische groei in Frankrijk sumptiegroei zwak was. De fundamenten ervoor blijven niette- voortdurend onder het gemiddelde van de eurozone. Hoewel min sterk. De Amerikaanse arbeidsmarkt blijft sterk presteren. er in de voorbije jaren al belangrijke economische hervormin- Sterke werkgelegenheidsgroei in combinatie met reële loonstij- gen werden doorgevoerd, blijven bijkomende hervormingen gingen zullen de particuliere consumptie in de komende perio- erg nodig. In de eerste plaats op de arbeidsmarkt. De struc- de ondersteunen. De recente stijging van de gezinsspaarquote turele werkloosheid blijft ontzettend hoog als gevolg van de suggereert bovendien dat er ruimte is voor inhaalbeweging van dualiteit op die markt. Er is een groot verschil tussen enerzijds de vraag. Los daarvan zorgen aloude statistische probleem met werknemers met hogere lonen en extreme jobzekerheid, en de seizoenszuivering van de cijfers al lang voor zwakke groei- anderzijds een grote groep met kortlopende, onbeschermde cijfers in het eerste kwartaal. Al deze factoren suggereren dat contracten. Ook een verbetering van de externe positie van de de groeidip in het eerste kwartaal van 2017 slechts tijdelijk zal Franse economie is nodig. De internationale concurrentiekracht zijn. Dat neemt echter niet weg dat het eerste kwartaal een wordt aangetast door regulering, zware fiscale lasten en stevi- 'verloren kwartaal' was, waardoor we onze groeiraming voor ge loongroei, gecombineerd met vertragende productiviteits- gans 2017 lichtjes neerwaarts hebben aangepast. groei. Op de koop toe baren de overheidsfinanciën zorgen. De schuldratio is gestegen van 58,6% in 2000 tot 96% in 2016 en de opwaartse trend is nog niet gebroken. Figuur 2 - Tijdelijke vertraging van de consumptiegroei zorgde voor Macron’s beleidsplannen pakken deze uitdagingen aan. Maar of hij de hervormingen effectief zal kunnen doorvoeren, hangt dip in Amerikaanse groei (reële bbp-groeibijdragen, in %, kwartaal op kwartaal geannualiseerd) af van de parlementaire steun. Allicht zal zijn partij, La Répu- 6 blique En Marche!, geen parlementaire meerderheid halen. 5 De partij is erg jong. De huidige politieke fragmentatie helpt 4 haar allicht aan een betekenisvolle vertegenwoordiging in het 3 parlement, maar niet aan een absolute meerderheid. Daarvoor 2 zal de steun van een andere partij of van 'rebellen' uit andere 1 partijen nodig zijn. Een minderheidsregering kan een uitweg 0 zijn, maar is niet aangewezen om de talrijke hervormingen door -1 te voeren. Al bij al denken we dat de overwinning van Macron de vooruitzichten voor de economische toekomst van Frankrijk verbeteren. Ze creëert ook nieuwe steun voor het Europese integratieproject, aangezien Macron een belangrijk pro-Europees Consumptie Investeringen Invoer Reële bbp-groei Overheid Uitvoer Voorraden -2 -3 -4 Q1 2013 Q1 2014 Q1 2015 Q1 2016 Q1 2017 blok zal vormen met de Duitse kanselier, die in september zal worden verkozen. Bron: KBC Economic Research based on BEA (2017) Dipje in de VS-groei allicht tijdelijk ECB: wait-and-see Volgens de eerste ramingen was de groei van de VS-economie in het eerste kwartaal van 2017 zwakker dan verwacht. De Zoals verwacht, bracht de laatste beleidsvergadering van de vertraging tot 0,2% (kwartaal-op-kwartaal), tegenover 0,5% in ECB weinig nieuws. Noch het beleid, noch de richtinggevende het vorige kwartaal, is evenwel vooral aan tijdelijke factoren toe commentaar daaromtrent (forward guidance) werden gewij- KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 3 zigd. Ook onze kijk op het ECB-beleid is niet veranderd. We ver- het risico van een snellere verhoging van de beleidsrente toe. wachten dus geen grote beleidswijziging in de nabije toekomst. We verwachten dat de ECB haar kwantitatieve versoepeling (QE) tot eind 2017 zal voortzetten tegen het huidige aankoopbedrag van 60 miljard euro per maand. Daarna kan de echte af- Quasi zeker dat Fed rente in juni verhoogt bouw (tapering) beginnen, die allicht midden 2018 zal worden afgerond. De depositorente zal pas verscheidene maanden later Net als de ECB, wijzigde ook de Amerikaanse centrale bank een eerste keer worden verhoogd. De ECB zal evenwel quasi (Fed) haar beleid niet. De taal van het persbericht signaleerde zeker haar forward guidance wijzigen in de komende maan- aan de financiële markten niettemin dat een renteverhoging den. In het bijzonder de verwijzing naar de mogelijkheid van in juni erg waarschijnlijk is. De leden van de Fed-beleidsverga- een verdere verlaging van de depositorente zal waarschijnlijk dering beschouwen de groeivertraging in het eerste kwartaal worden geschrapt. Momenteel heeft de beleidsraad zich geën- als een tijdelijk gegeven. Als de arbeidsmarkt en de economi- gageerd om het aankoopprogramma voort te zetten “aan het sche activiteit verder versterken staat de deur voor een rente- huidig tempo tot eind december 2017, of later, indien nodig, verhoging in juni wijd open. In de tweede jaarhelft van 2017 en alleszins tot wanneer ze een duurzame aanpassing van het verwachten we nog één bijkomende renteverhoging, gevolgd inflatiepad ziet, die consistent is met haar inflatiedoelstelling” door drie verdere verhogingen in 2018. Dat is een forsere stij- (ECB, 2017). Om scherpe marktreacties te voorkomen, moet de ging dan de financiële markten thans verwachten. Gelet op de ECB aankondigen wat ze van plan is na december 2017. Daar- sterkte van de VS-economie bestaat niettemin het risico dat de om kan ze al in juni haar communicatie wijzigen. Fed haar beleid forser zal verkrappen dan ze momenteel aangeeft. De inkrimping van haar balans is evenwel een alternatief De belangrijkste reden waarom we geen snellere verkrapping voor verhogingen van de beleidsrente. Hoewel de Fed hierover van het ECB-beleid verwachten is de vaststelling dat er in de nog geen officiële aankondigingen heeft gedaan, beginnen de eurozone geen opwaartse druk komt op de kerninflatie. Vol- financiële markten te anticiperen dat ze dat weldra zal doen. gens de eerste raming is de inflatie in april gestegen naar 1,9%. De Fed zal waarschijnlijk haar balans afbouwen door activa die Dat is perfect in lijn met de doelstelling op middelllange termijn op vervaldag komen niet meer te vernieuwen. Dat doet ze mo- van de ECB: minder dan 2%, maar dicht daartegen. Ook de menteel wel nog. Als de economische omstandigheden gunstig kerninflatie (de inflatie zonder energie-, voeding-, alcohol- en blijven, zou ze tegen het jaareinde met de inkrimping van haar tabaksprijzen) sprong op tot 1,2%. Dat is het hoogst peil sinds balans kunnen beginnen (zie Gekaderd op bladzijden 7 en 8). juni 2013. Het waren echter in hoofdzaak tijdelijke factoren, die de opstoot verklaren. De timing van Pasen drukte de inflatie in maart en zorgde voor een stijging in april. Met name de jaarstijging van vakantieprijzen en van prijzen van vliegtuigtickets steeg fors in april omdat Pasen in 2016 in maart viel en in 2017 Ondanks tegengestelde krachten is USD-appreciatie op korte termijn waarschijnlijk in april. De stijging van de diensteninflatie was de enige oorzaak van de hogere inflatie. We verwachten bijgevolg dat de De USD-EUR-wisselkoers wordt momenteel beïnvloed door te- inflatie in mei opnieuw wat zal dalen. Voor gans 2017 ramen gengestelde krachten. Enerzijds zetten verschillende factoren we de kerninflatie op slechts 1,1%, aangezien de loonstijgingen de USD onder opwaartse druk. De aanhoudend relatief sterke erg matig blijven, de ingevoerde inflatie beperkt is en ook de prestaties van de VS-economie in vergelijking met die van de inflatieverwachtingen laag blijven. In 2018 verwachten we een eurozone is er een van. Hoewel het uiteenlopende monetaire convergentie van de kerninflatie en de totale inflatie naar 1,4%. beleid van de Fed en de ECB al grotendeels door de markten Binnen deze voorspellingshorizon zal de ECB-doelstelling met is verdisconteerd, kan de markt verrast worden indien de Fed andere woorden niet worden gerealiseerd. Dat is volgens ons haar beleidsrente sneller dan de markt verwacht zou optrekken. een belangrijke reden waarom de ECB niet gehaast zal zijn om Dat zou de USD doen appreciëren. Daarbij komt dat de USD haar beleid te verkrappen. Het gunstige economische klimaat nog steeds als een veilige haven wordt gezien. Bij geopolitieke verandert daaraan niets, temeer daar het huidige herstel, trou- conflicten – zoals, bijvoorbeeld, de escalatie van het conflict wens net als de inflatie zelf, ten minste gedeeltelijk door de hui- met Noord-Korea – zou een vlucht naar kwaliteit de USD dus dige ECB-stimulus wordt veroorzaakt. Een beleidswijziging zou doen verstevigen. Anderzijds wegen een aantal factoren ook die steun wegnemen. Enkel als de ECB tot het besluit mocht negatief op de USD. Kortelings vond de EUR al steun in de ver- komen dat haar onconventioneel beleid inconsistent zou wor- steviging van de economie van de eurozone en het afnemen den met de huidige positieve economische dynamiek, neemt van de politieke risico’s. De voorkeur van de Amerikaanse rege- KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 4 ring voor protectionisme en het continue inflatienadeel van de geworden. Volgens de Europese Commissie ligt de natuurlij- VS zijn twee factoren die op de Amerikaanse uitvoer kunnen ke werkloosheidsgraad (de zogenoemde NAIRU) in België op wegen en bijgevolg op de vraag naar USD. Daarbij komt dat de 7,7%, of ruim boven de effectieve. Knelpuntvacatures zijn nu evenwichtswaarde van USD tegenover de EUR op 1,10 à 1,20 een permanent probleem voor een ruime set van beroepen. USD per EUR wordt geraamd. Hoewel nooit met zekerheid kan De Belgische vacaturegraad (d.i. het aantal openstaande vaca- worden voorspeld wanneer zo’n waarde op de markten bereikt tures tegenover de som van het aantal bezette en niet-bezette zal worden, geeft ze wel een indicatie over de richting waarin arbeidsplaatsen) is veruit de hoogste binnen de Europese Unie. de marktkoers op langere termijn moet evolueren. De jongste maanden nam de jaarstijging van het aantal nieuwe vacatures minder sterk toe. Ook dit kan deels de weerspiege- Al bij al schrijven we de recente appreciatie van de EUR toe ling zijn van het feit dat het voor bedrijven alsmaar moeilijker aan de wegebbende politieke risico’s. Bijgevolg treden de eco- wordt om de juiste mensen te vinden, met als gevolg dat zij nomische fundamenten weer op de voorgrond. Aangezien we niet-ingevulde vacatures beginnen te schrappen. verwachten dat de Fed haar beleidsrente sneller zal verhogen dan thans door de markten verwacht, gaan we uit van een ap- Gegeven het sterker dan verwachte eerste kwartaal hebben we preciatie van de USD tegen eind 2017. Tegen eind 2018 zou onze raming voor de reële bbp-groei in 2017 opgetrokken van anticipatie op een verkrapping van het ECB-beleid de EUR weer 1,3% tot 1,4%. De goede arbeidsmarktcondities, met zowel re- doen verstevigen. ele loongroei als sterke jobcreatie, en het aangehouden gunstig investeringsklimaat zullen ervoor zorgen dat de binnenlandse vraag de economische groei blijft ondersteunen. De Belgische Belgische economie uitvoergroei zal steun blijven ondervinden van de verbeterde concurrentiekracht, al komt die laatste wel onder druk (zie verder). Gegeven de eveneens dynamische invoergroei zal de groeibijdrage van netto-uitvoer evenwel beperkt zijn. Per saldo Beter dan verwachte groei verwachten wij dat de economische groei in België dit en volgend jaar beneden die in de eurozone zal blijven. Daar zijn ver- De Belgische economie heeft het jaar 2017 goed ingezet. De schillende redenen voor. Hoewel de intentie van het VK om de voorlopige raming voor de reële bbp-groei in het eerste kwar- Europese Unie te verlaten alsnog geen zichtbare gevolgen voor taal kwam uit op 0,5% (kwartaal-op-kwartaal). Dit cijfer is de Belgische uitvoer heeft gehad, verwachten we dat de Brexit een lichte versnelling tegenover de groei in het laatste kwar- de komende periode toch enige impact zal beginnen hebben. taal van 2016 (0,4%) en beter dan wij hadden verwacht. De Bovendien zal de aangehouden hogere inflatie dan in de euro- bbp-groei kwam bovendien opnieuw in lijn met de groei in de zone de verbeterde concurrentiekrachtpositie van de Belgische eurozone, die ook 0,5% bedroeg. De Belgische economische exporteurs allicht een stukje terug teniet doen. Wij verwach- activiteit haalde allicht voordeel uit de goede prestatie van de ten dat de Belgische inflatie in 2017 en 2018 zal uitkomen op Duitse economie, die eveneens een groeiversnelling kende van respectievelijk 2,2% en 1,6%, tegenover 1,6% en 1,4% in de 0,4% tot 0,6%. België deed beter dan Nederland en Frankrijk, eurozone. Ten slotte zal het budgettair beleid van de Belgische waar de groei wat verslapte in aanloop naar de verkiezingen overheid de komende jaren restrictief blijven. in beide landen. De sterker dan verwachte groei van de Belgische economie strookt wel niet met de verslechtering van de NBB-conjunctuurindicator in februari en maart. In april veerde Nog grote inspanning vereist de indicator evenwel terug op, met opnieuw een sterkere verbetering in Vlaanderen dan in Wallonië. Dat laatste bevestigt De federale regering diende eind april haar nieuwe Stabiliteit- dat Vlaanderen als meer open economie het meest profiteert sprogramma 2017-2020 in bij Europa. Het meest opvallende van de veerkrachtige groei in de eurozone. feit in het programma is dat de middellangetermijndoelstelling (Medium-Term Objective, MTO) inzake structureel begrotings- De werkgelegenheidsgroei was de voorbije jaren erg dynamisch evenwicht voor de totale overheid (nog maar eens) werd voor- en bijgevolg nam de Belgische werkloosheid substantieel af. De uitgeschoven naar 2019. Om de doelstelling te halen, is nog geharmoniseerde en seizoengezuiverde werkloosheidsgraad een substantiële budgettaire inspanning vereist. Doorgaans bedroeg in maart 6,9%. Dat is 1,2 procentpunt lager dan een hanteert men de verandering in het structureel primair saldo jaar eerder en 2 procentpunten onder de piek die in april 2015 (d.i. het overheidssaldo exclusief rentebetalingen, impact van werd bereikt. De Belgische arbeidsmarkt is intussen vrij krap de conjunctuur en eenmalige ingrepen) om het discretionaire KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 5 budgettair beleid van de overheid in te schatten. Volgens de Figuur 3 - Nog steeds aanzienlijke begrotingsinspanning nodig om cijfers in het nieuwe Stabiliteitsprogramma zou de cumulatieve middellangetermijndoelstelling te bereiken verbetering van dit structureel primair saldo in de jaren 2012- (structureel primair begrotingssaldo van de totale overheid in % van het potentiële bbp) 2017 2,0% van het bbp bedragen. In 2018-2019 is dan nog een verbetering van 0,6% van het bbp (bijna 3 miljard euro) nodig om de MTO te bereiken. De Europese Commissie is in 2,5 2,0 haar jongste lentevooruitzichten evenwel minder optimistisch. Zij schat het structureel primair overschot voor dit jaar immers 1,5 0,6 procentpunt van het bbp lager in dan de federale regering in haar Stabiliteitsprogramma. Indien haar cijfers correct blijken, Effectief saldo Volgens Europese Commissie Volgens federale regering Doelstelling Stabiliteitsprogramma 1,0 dan zou de nog te leveren budgettaire inspanning in 2018-2019 (in termen van verbetering van het structureel primair saldo) dus nog 1,2% (i.p.v. 0,6%) van het bbp bedragen. Dat is nauwelijks minder dan de door de Commissie geraamde inspanning die tot dusver in 2012-2017 werd gerealiseerd (namelijk 0,5 0,0 -0,5 1,4% i.p.v. 2,0% van het bbp). Bron: Europese Commissie, Lentevooruitzichten; Federale Regering België, Stabiliteitsprogramma 2017-2020 KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 6 GEKADERD: De gevolgen van een afbouw van de balans van de Amerikaanse centrale bank Na het uitbreken van de financiële crisis was de Amerikaan- gebruiken wanneer de Amerikaanse economie opnieuw in een se centrale bank de eerste om haar beleid niet alleen via een recessie zou belanden. Zelfs indien haar beleidsrente opnieuw forse verlaging van haar beleidsrente – de traditionele manier het peil bereikt dat de Fed momenteel als neutraal beschouwt van werken – te versoepelen, maar ook door massaal activa op (3%), is er immers een reëel risico dat die beleidsrente tijdens de te kopen op de financiële markten. Deze aankoop van activa volgende recessie weer snel tegen de nulgrens zal botsen. Te- dreef hun prijs omhoog en deed de rente dus dalen. Met dit gen die achtergrond is het ‘balansbeleid’ voor de centrale bank zogenoemde onconventionele beleid van kwantitatieve versoe- een bijkomend instrument van monetair beleid geworden in de peling bracht ze extra geld in omloop, dat ertoe bijdroeg dat economische New Normal-omgeving. wereldwijd de lange rente naar historische dieptepunten zakte, temeer daar het door de belangrijkste andere centrale banken Onderzoek door de Fed gaf aan dat een passieve afbouw van in de wereld werd gevolgd. Onder meer de ECB heeft trouwens haar balans (dus zonder actieve verkoop van activa) de balans nog altijd een aankoopprogramma lopen. kan doen krimpen met circa 600 miljard USD per jaar voor de komende paar jaar. Daarna zou het jaarlijks bedrag wat afne- De Amerikaanse centrale bank (Fed) beëindigde haar aankoop- men. De Fed-balans zou dan over een vijftal jaar een New Nor- programma van financiële activa in 2014. Ze bleef echter wel de mal-evenwicht bereiken met een grootte van circa 2000 miljard opbrengsten herinvesteren van activa die op vervaldag komen. USD. Als gevolg daarvan bleef de grootte van haar balans op circa 4500 miljard USD. Dat is fors hoger dan de balansgrootte van Er is een uitgebreid debat ontstaan over de optimale omvang 900 miljard USD in 2007. Het verslag van de beleidsvergadering van de Fed-balans. Waarschijnlijk zal die niet opnieuw krim- van maart gaf aan dat de Fed overweegt om haar herinveste- pen tot de omvang van voor de financiële crisis. De veranderde ringsbeleid in de loop van dit jaar te veranderen. Uit het verslag werking van de financiële markten sindsdien betekent immers bleek echter ook dat de Fed dit proces op een geleidelijke en dat een relatief grotere balansomvang de transmissie van het voorspelbare manier wil implementeren. Concreet betekent dit monetair beleid kan verbeteren en ook kan bijdragen tot de dat de afbouw van haar balans vooral zou gebeuren door het stabiliteit van het financiële systeem. Daar staat dan echter het stopzetten van het huidige herinvesteringsbeleid van aflopende argument tegenover dat daardoor de scheiding tussen het mo- activa en niet door de directe verkoop op de financiële markten netaire en het budgettaire beleid vervaagt. De Fed zou immers van activa die de Fed aanhoudt. voor een groot bedrag overheidsobligaties blijven aanhouden, en die met andere woorden financieren. Uit het verslag bleek duidelijk dat het vooral de bedoeling van de Fed was om de financiële markten voor te bereiden op de Indien het nieuwe evenwicht voor de Fed-balans inderdaad op beleidsverandering die er uiteindelijk zal aankomen. Het was een hoger peil ligt dan voor de financiële crisis, staat de Fed niet de bedoeling om aan te geven dat die verandering op zeer voor de opdracht om de financiële liquiditeiten te beheersen korte termijn waarschijnlijk is. Die aanpak moest vermijden dat die ze zelf heeft gecreëerd toen ze financiële activa op de markt de markten abrupt op dit nieuws zouden reageren. Dat zou een kocht. Indien die liquiditeiten vrij naar de reële economie zou- forse, marktverstorende rentestijging uitlokken. De Fed heeft den stromen, bijvoorbeeld via kredietverlening door de bank- dus geleerd uit haar ervaring van 2013, toen de onverwachte sector, kan er vroeg of laat een inflatieprobleem ontstaan. Dat aankondiging door toenmalig Fed-voorzitter Bernanke van een zou des te meer een risico zijn voor een economie die nu al mogelijk einde van het aankoopbeleid paniek op de financiële vrijwel haar volledige productiecapaciteit benut. De Fed moet markten veroorzaakte. De relatief rustige marktreactie op het bijgevolg ervoor zorgen dat niet teveel liquiditeiten in de reë- recente nieuws geeft dan ook aan dat de beleggers er blijkbaar le economie terecht komen. Om dat doel te bereiken heeft ze vertrouwen in hebben dat de afbouw van de Fed-balans op een twee beleidsinstrumenten gecreëerd. Ten eerste betaalt de Fed ordentelijke en relatief trage manier zal gebeuren. nu rente op financiële reserves die banken op hun rekening bij de Fed plaatsen. Banken hebben dus een prikkel om geld bij de Een van de belangrijkste motieven voor de Fed om haar balans Fed te ‘parkeren’, waardoor ze het bijvoorbeeld niet meer voor af te bouwen is het creëren van nieuwe beleidsruimte die ze kan kredietverlening gebruiken. Daarnaast creëerde de Fed een KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 7 mechanisme waarbij ze tijdelijk financiële activa aan de markt activa hebben de financiële markten vele precedenten. Dat is ter beschikking stelt in ruil voor liquiditeiten (de zogenaamde echter niet het geval wanneer het gaat om de afbouw van de reverse repos). Ook dat systeem draagt ertoe bij dat niet teveel Fed-balans. Met de precieze gevolgen daarvan en hun omvang financiële liquiditeiten in de reële economie terechtkomen. hebben de markten weinig of geen ervaring. Ze moeten bijgevolg kunnen rekenen op een transparante en voorzichtige Onzekerheid over de precieze mate van afbouw van de Fed-ba- aanpak door de Fed, maar ook op een voldoende toegenomen lans zou kunnen leiden tot een wat steilere rentecurve. De fi- veerkracht van de financiële sector om een monetaire verkrap- nanciële markten verwachten echter dat die afbouw per saldo pingscyclus aan te kunnen. matig zal zijn. Bovendien heeft de Fed duidelijk aangegeven dat ze geleidelijk en voorzichtig zal te werk gaan. Fed-gouver- In de huidige relatief rustige economische omgeving is het niet neurs suggereerden zelfs dat de start van haar balansafbouw verrassend dat ook de financiële markten relatief kalm blijven wel eens een tijdelijk pauze in de normalisatiecyclus van de be- bij het vooruitzicht op de start van een proces naar kleinere leidsrente zou kunnen betekenen. Al deze factoren hebben de balansen van centrale banken. Dat past ook in het plaatje van markten voorlopig gerustgesteld. Er is echter geen free lunch. de verwachting dat de economische en financiële omgeving Indien de Fed haar balans maar in beperkte mate afbouwt, zal van de Amerikaanse economie in de loop van dit jaar verder ze toch enige opwaartse rentedruk aan het korte einde van de verbetert. Dat veronderstelt echter in belangrijke mate dat de rentecurve moeten teweegbrengen om de overtollige liquiditei- centrale banken beleidsfouten kunnen en zullen vermijden. Het ten in omloop te neutraliseren. veronderstelt ook dat schadelijke effecten van de verkrapping van het Amerikaanse monetair beleid op de rest van de wereld- In principe zouden de financiële markten het begin van het pro- economie en de financiële markten kunnen worden vermeden. ces van een ‘passieve’ balansafbouw vrij probleemloos moeten Dat was in het verleden niet altijd het geval. In het bijzonder de kunnen verwerken, net zoals ze ook zou omgaan met een meer opkomende economieën zouden wel eens kunnen lijden onder conventionele verkrapping via renteverhogingen. Voor de im- de afnemende wereldwijde liquiditeit eens de Fed daadwerke- pact van renteverhogingen op de economie en op financiële lijk begint aan de afbouw van haar balans. KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 8 Figuur 1 - Economische activiteit in de OESO Figuur 2 - Vertrouwen G4 (kwartaalwijziging op jaarbasis in %) (standaardafwijking van het LT-gemiddelde) 2 5 4 1 3 2 0 1 0 -1 -1 -2 2010 2011 2012 2013 2014 2015 -2 2010 2016 2011 BBP (reëel) Ondernemers Voorlopende indicator Consumenten 2012 2013 Bron: OESO Bron: Nationale bronnen Figuur 3 - Inflatie Figuur 4 - Grondstoffenprijzen (consumptieprijsindex, jaarwijziging in %) (januari 2010 = 100) 4 160 3 140 2014 2015 2016 2017 2014 2015 2016 2017 120 2 100 1 80 0 60 -1 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 VS 40 2010 2011 2012 2013 Olie (brent, dollar per vat) Landbouw en voeding (S&P GSCI) OESO EMU Industriële metalen (S&P GSCI) Bron: Eurostat, BLS en OESO Bron: ICIS pricing en S&P Figuur 5 - Renteverloop VS Figuur 6 - Renteverloop eurozone (in %) (in %) 5 4 4 3 3 2 2 1 1 0 0 2010 2011 2012 2013 Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente Bron: Federal reserve en Datastream KBC Economische Vooruitzichten I 2014 2015 2016 2017 -1 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Obligatierente (10-jaar) Depo-rate Bron: ECB en Datastream I Mei 2017 I 9 Vooruitzichten wereldeconomie Reële bbp-groei Inflatie Tienjaarsrentes 15/05/17 +3m +6m +12m 2,34 2,40 2,70 2,90 0,42 0,45 0,60 0,85 0,83 0,85 1,05 1,40 0,88 1,00 1,25 1,60 VK 1,14 1,15 1,40 1,75 0,57 0,65 0,80 1,05 1,80 2,05 2017 2018 2017 2018 2,2 2,4 2,4 2,2 VS Eurozone 1,8 1,6 1,8 1,4 Duitsland België 1,4 1,5 2,2 1,6 België Duitsland 1,6 1,6 2,1 1,6 Ierland Ierland 4,0 3,5 0,5 1,3 VS VK 1,7 1,5 2,6 2,7 Zweden Zweden 2,6 2,3 1,6 1,9 Noorwegen 1,61 1,65 Noorwegen 1,5 1,9 2,2 2,1 Zwitserland -0,05 -0,05 0,10 0,35 Zwitserland 1,5 1,6 0,3 0,7 Slowakije 1,10 1,10 1,30 1,60 Slowakije 3,2 3,5 1,2 1,6 Polen 3,35 3,30 3,45 3,55 1,8 Tsjechië 0,83 0,85 1,00 1,25 3,15 3,25 3,50 3,85 2,25 Polen 3,4 3,4 1,9 Tsjechië 2,4 2,0 1,9 2,0 Hongarije Hongarije 3,7 3,5 2,6 3,2 Bulgarije 1,95 1,95 2,10 1,5 Rusland 7,53 7,60 7,80 7,90 10,34 11,00 11,60 11,85 Bulgarije 3,2 3,4 0,9 Rusland 1,2 1,6 4,4 4,3 Turkije Turkije 2,5 3,1 9,8 8,0 Japan 0,04 0,00 0,00 0,00 1,0 China 3,65 3,60 3,60 3,70 Australië 2,60 2,65 2,95 3,15 Nieuw-Zeeland 2,96 3,00 3,30 3,50 Canada 1,58 1,60 1,80 2,00 15/05/17 +3m +6m +12m Japan China 1,1 6,5 1,0 6,2 0,7 3,0 3,0 Australië 2,5 2,8 2,1 2,2 NIeuw-Zeeland 3,1 2,8 1,6 1,9 Canada 2,2 2,0 2,0 2,0 Wereld 3,3 3,4 - - 15/05/17 +3m +6m +12m Beleidsrentes Wisselkoersen VS 1,00 1,25 1,50 1,75 USD per EUR 1,10 1,07 1,05 1,07 Eurozone (refi) 0,00 0,00 0,00 0,00 GBP per EUR 0,85 0,86 0,88 0,90 -0,40 -0,40 -0,40 -0,40 SEK per EUR 9,68 9,50 9,30 9,00 0,25 0,25 0,25 0,25 NOK per EUR 9,38 9,00 8,80 8,70 -0,50 -0,50 -0,50 -0,25 CHF per EUR 1,09 1,10 1,11 1,12 Noorwegen 0,50 0,50 0,50 0,50 PLN per EUR 4,20 4,20 4,20 4,15 Zwitserland* -0,75 -0,75 -0,75 -0,75 CZK per EUR 26,48 26,50 26,30 26,00 Polen 1,50 1,50 1,50 1,50 HUF per EUR 308,86 310,00 310,00 307,00 Tsjechië 0,05 0,05 0,05 0,25 BGN per EUR 1,96 1,96 1,96 1,96 Hongarije 0,90 0,90 0,90 0,90 RUB per EUR 61,86 62,06 59,85 59,92 Eurozone (depo) VK Zweden Roemenië 1,75 1,75 1,75 1,75 TRY per EUR 3,89 3,96 4,10 4,39 Rusland 9,25 9,00 8,00 8,00 JPY per EUR 124,64 121,98 122,85 128,40 Turkije 8,00 8,00 8,00 8,00 RMB per USD 6,89 6,93 6,95 7,00 Japan -0,10 -0,10 -0,10 -0,10 USD per AUD 0,74 0,74 0,76 0,77 China 4,60 4,60 4,60 4,60 USD per NZD 0,69 0,68 0,69 0,70 Australië 1,50 1,50 1,50 1,50 CAD per USD 1,36 1,37 1,32 1,30 Nieuw-Zeeland 1,75 1,75 1,75 1,75 Canada 0,50 0,50 0,50 0,50 *Midden doelbereik KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 10 Vooruitzichten Belgische economie Nationale rekeningen (reële jaarwijziging in %) 2016 2017 2018 Particuliere consumptie 0,7 1,1 1,1 Overheidsconsumptie 0,2 0,2 0,1 Investeringen in vaste activa 2,1 2,3 2,3 Bedrijfsinvesteringen 0,9 2,2 2,6 Overheidsinvesteringen 2,6 2,3 1,0 Investeringen in woongebouwen 5,4 2,7 2,0 0,9 1,2 1,2 Voorraadwijziging (groeibijdrage) Finale binnenlandse vraag (ongerekend voorraadwijziging) -0,4 0,0 0,0 Uitvoer van goederen en diensten 6,1 5,7 4,0 Invoer van goederen en diensten 5,3 5,5 3,7 Bruto binnenlands product (bbp) 1,2 1,4 1,5 Beschikbaar gezinsinkomen 1,1 1,3 1,6 12,2 12,0 12,4 2016 2017 2018 Consumptieprijzen 1,8 2,2 1,6 Gezondheidsindex 2,1 1,9 1,5 68,5 40,0 30,0 7,0 6,7 6,6 -2,6 -2,0 -2,2 105,9 105,7 105,3 Saldo lopende rekening (in % van bbp) 1,0 1,1 1,3 Huizenprijzen (jaarwijziging in %, bestaande en nieuw woningen) 2,7 1,0 1,4 Bruto-gezinsspaarquote (in % beschikbaar inkomen) Evenwichtsindicatoren Inflatie (in %) Arbeidsmarkt Werkgelegenheid (verandering tijdens het jaar, in 1000) Werkloosheidsgraad (einde jaar, Eurostat-definitie) Overheidsfinanciën (in % bbp, bij ongewijzigd beleid) Financieringssaldo Overheidsschuld KBC Economische Vooruitzichten I I Mei 2017 I 11 Contact België - Group Chief Economist Department (GCE) Jan Van Hove Group Chief Economist [email protected] Dieter Guffens Senior Economist [email protected] Johan Van Gompel Senior Economist [email protected] Lieven Noppe Senior Economist [email protected] Cora Vandamme Economist [email protected] Jill Van Goubergen Economist [email protected] Chief Economist [email protected] Chief Economist [email protected] België - CBC Bernard Keppenne Tsjechië - CSOB Martin Kupka Petr Dufek Senior Analyst [email protected] Jan Cermak Senior Analyst [email protected] Jan Bureš Senior Analyst [email protected] Petr Báca Analyst [email protected] Chief Economist [email protected] Analyst [email protected] Economist [email protected] Hongarije - K&H Bank David Nemeth Slowakije - CSOB SK Marek Gabris Bulgarije - CiBank Mihail Yanchev Ierland - KBC Bank Ireland Austin Hughes Chief Economist [email protected] Shawn Britton Economist [email protected] Polen - KBC TFI Jaroslaw Antonik Analyst [email protected] Tomasz Kowalski Analyst [email protected] Paweł Mikołajewski Spread met Duitsland (in basispunten) Analyst 62 Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u op de hoogte van alle analyses en vooruitzichten van de KBC-economisten. KBC Economische Vooruitzichten I [email protected] 25 Contactpersoon: Jan Van Hove, Chief Economist KBC Group NV, Havenlaan 2, B-1080 Brussels, Belgium Verantwoordelijke uitgever:KBC Groep NV, Havenlaan 2 – 1080 Brussel – België – BTW BE 0403.227.515 – RPR Brussel E-mail: [email protected] Deze publicatie werd gerealiseerd door de economen uit de KBC-groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 15 mei 2017, tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 15 mei 2017. I Mei 2017 I 12