13.4. t/m 13.4.4 De ruimtelijke vorm van eiwitten • Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor zijn functie. De structuur wordt verstevigd door onderlinge chemische bindingen tussen bepaalde delen van de polymere keten. Wanneer je een eiwit probeert te ontrafelen, kom je vier niveaus tegen die aangeduid worden met primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuur • • • • • . WWW.BIOPLEK.ORG http://www.bioplek.org/animaties/spijsverteri ng/eiwit.html NEEM DEZE INFORMATIE GOED DOOR Bekijk ook de volgende animatie: http://www.johnkyrk.com/aminoacid.html 13.4.5. Insuline • Het eerste eiwit (eigenlijk een peptide) waarvan de volgorde van de aminozuren werd ontdekt, is het hormoon insuline. Het kostte Frederick Sanger en zijn collega's van de Universiteit van Cambridge in Engeland tien jaar (1944 - 1954) om de juiste volgorde van de aminozuren en de plaatsen van de kruisverbanden (de S-bruggen tussen de cysteïnen) te bepalen. Het eiwit is opgebouwd uit twee polypeptideketens die bij elkaar gehouden worden door twee zwavelbruggen. • Het molecuul bevat in totaal 51 aminozuren. 13.5. Eiwitsynthese: transcriptie en translatie 1 • Bekijk de volgende animatie: http://www.johnkyrk.com/er.html • 1. DNA bevat de erfelijke code in de vorm van drietallen nucleotiden, de tripletten. Een triplet vormt de code (codon) voor één aminozuur. Enkele tripletten hebben een andere betekenis. Er is een startcodon dat het begin van een gen aangeeft en een stopcodon dat het einde aangeeft. 2. Een gen voor een eiwit bestaat dus uit een reeks tripletten met aan het begin een startcodon en aan het eind een stopcodon. 3. Wanneer een eiwit moet worden gevormd, wordt het gen, een stukje DNA, gekopieerd in de vorm van mRNA. Dit kopiëren heet transcriptie (letterlijk 'overschrijven'). mRNA betekent 'messenger-RNA = boodschapper RNA. 4. mRNA wordt in de kern gevormd en brengt de informatie buiten de kern. • Vervolg op volgende dia !! 13.5. Eiwitsynthese: transcriptie en translatie 2 • 5. Op een of meer ribosomen in het cytoplasma wordt de code vervolgens afgelezen en wordt het eiwit gevormd; dit heet translatie (letterlijk 'vertalen'). 6. Het ribosoom 'krijgt' de losse aminozuren vanuit het cytoplasma aangevoerd door tRNA, (=transfer-RNA of transport-RNA) een opgevouwen RNA dat aan de ene kant de juiste code draagt (het spiegelbeeld van dat in het mRNA) en aan de andere kant het bijbehorende aminozuur kan binden. De aminozuren moeten natuurlijk wel 'op voorraad' in het cytoplasma aanwezig zijn. • Bekijk de volgende animatieS een aantal malen: • http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/translatienieuw. html TRANSLATIE • http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/transcriptie.htm l TRANSCRIPTIE EN TRANSLATIE • http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/m_RNA.html • MESSENGER-RNA (mRNA) 13.5. Eiwitsynthese: transcriptie en translatie 3 • http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/translatienieuw.html TRANSLATIE • http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/transcriptie.html TRANSCRIPTIE EN TRANSLATIE • http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/m_RNA.html MESSENGER-RNA (mRNA) • http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/ribosoom.html RIBOSOMEN http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/t_RNA.html t-RNA (transfer-RNA) http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/introns.html INTRONS EN EXONS http://www.bioplek.org/animaties/moleculaire_genetica/gencode.html GENETISCHE CODE • • • ALLES KOMT UIT BIOPLEK.ORG BEKIJK DE ANIMATIES ZEER GOED. DOE DIT EEN AANTAL TOT JE HET VERHAAL VOLLEDIG BEGRIJPT !!