IAfdelingscode: IIIII - Hematologie Groningen

advertisement
UMC Groningen
Afdeling Medische Microbiologie
Sectie Klinische Virologie/lnfectieziektenserologie
Telefoon 050-36.13688
Adminstratie 050-36.13589
Verplicht in te vullen
.
Buispost 2311 of 512
Per materiaal een aanvraagformulier invullen
Afdruk ponsplaatje
IEersteziektedag:-'-'200-
I
IAfnamedatum:
Infectieziektenserologie
-'-'200-
I
IAfdelingscode:
I I I I I
I 0 CITO-onderzoek
Aanvragend arts:
Tel/sein-nummer:
Projectcode:
Klinische gegevens
Reisanamnese
(reiaanamnese)
I
Moleculaire Dia~nostiek
0 H8Vtype1en2
DVZV
0
0 HHV-6
0 HHV-8
0
0 BK/JC
0 HPV (plus typering)
0
0 Enterovirut/P.echovirus
0 Norovirus
0
0
0
0 Chlamydia tradIOm8tis + Neilseria‘
Viruskweek/antigeen
detectie
0
0 sneltest Inftuenza
0 sneltest Rotavirus
0
0 AdenoYWus type 40141
DAstrMus
0
0 HSV DIF (op giaasje)
0 VZV DIF (op glaasje)
0
n
gononhoeee
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
R~
vlrusS«I TOTAAL
IntkJenzavlrus(type A en B)
RSV (type A en B)
~PV
P-.inftuenzavlrus (type 1-4)
RhinovIrus
Coronavlrus (229E, OC43, NL83)
BocavIrus/Adenovirus
~ma
~ma
pneunlCWliae
IpecieI
Wijze van insturen
De diagnose van virusziekten kan gesteld worden door middel van:
viruskweek, virusantigeendetectie, moleculaire diagnostiek (DNA of RNA analyse) en serologie
Viruskweek en/ofvirusantigeendetectie
is vaak alleenmogelijkin de eersteziektedagen.Virusisolatieen virusantigeendetectie
is mogelijkin
verschillende materialen. Voorviruskweek. materialen oosturen in GLY-medium.
I
Moleculaire diagnostiek (DNA of RNA analyse) omvat het aantonen, zowel kwalitatief als kwantitatief, van viraal genoom (DNA of RNA). Daamaast
wordt met behulp van sequentieanalyse, gekeken naar genotype of resistentie onder antivirale therapie. Onderzoek is mogelijk op EDTA-volbloed
(EBV/CMV). EDTA-Dlasma of verschillende materialen zoals weefsels, biopten, vochten.
Voor het aantonen in bloed van RNA virussen, HCV, HDV, HGVen HIV moet EDTA-Dlasma ingestuurd worden. Het EDTA-bloed moet binnen twee
uur op het laboratorium afgegeven worden dan wel gescheiden te worden waarbij het plasma ingevroren wordt bij -SO.C.
Serologie omvat IgM, en/of IgG antistof bepalingen zowel kwalitatief ala kwantitatief. Bij Hepatitis B wordt tevens gekeken naar HBs-antigeen en HBeantigeen. Bij HIV wordt tevens gekeken naar HIV-P24 antigeen. Veelal is een 2e bloedmonster, afgenomen 2 -3 weken na het eerste, acute tase,
monster nodig. Serologisch onderzoek wordt uitgevoerd op serum (stolbloed), plasma (EDTA-bloed), liquor cerebrospinalis, oogvocht of andere
vochten. IgM is doorgaans pas aantoonbaar 7 dagen na de infectie.
- Voor onderzoek naar HIV besmetting is toestemming nodig van de patitnt
of zljn wettelijke vertegenwoordiger.
- Het UMCG behandelt persoonsgegevens conform de Wet Bescherming PelSOOngegevens.
Datum I tijd ontvangst.
Lab.stempel
;~;~
,cc
Download