In Me m ori am The o An ge l op oul os THEODOROS ANGELOPOULOS Met de starende blik van Ulysses Zijn melancholische filmstijl was uniek, zijn lange takes legendarisch, zijn beeldenreeksen adembenemend mooi. Tal van momenten van de politiek-historische odyssee die Theo Angelopoulos zijn hoofdpersonages deed gaan, staan voor eeuwig en altijd in het collectieve filmgeheugen gebeiteld. — DIRK MICHIELS I n zijn Gouden Palm De eeuwigheid en een dag vertelt het hoofdpersonage het verhaal van de 19de eeuwse Griekse dichter Solomos. Opgegroeid in Italië keerde hij naar Griekenland terug om er de onafhankelijkheidsoorlog te steunen. Zijn kennis van de Griekse volkstaal was echter onvoldoende om gedichten te schrijven. Dus reisde hij rond in de Peloponnesos om er de woorden uit de mond van de inwoners op te tekenen. Zo vond hij een nieuwe dichttaal uit. Solomos’ artistieke levensloop staat model voor die van Theodoros Angelopoulos (1935-2012), de Griekse linkse intellectueel die na zijn studies literatuur en film in Parijs een eigen filmtaal uitvond om de geschiedenis van het Griekse volk te beschrijven. Met de starende blik van Ulysses bezon hij zich in zijn filmoeuvre over links en rechts, droom en geschiedenis, leven, liefde en dood, migratie en ballingschap. Zijn filmsignatuur was uniek en superieur. Met zijn camera gleed Angelopoulus als een ooievaar (De ingehouden stap van de ooievaar) in minutenlange ononderbroken shots over het Griekse schiereiland, van Athene tot Thessaloniki, over de glooiingen van de Peloponnesos tot aan de bergsneeuw van de Meteoren aan de voet van de Balkan. In een quasi oneindige reeks van camerazwenkingen en plans séquence, waarin blauwgrijze tinten vaak de bovenhand krijgen, bracht hij zijn visie op de historische tijdgeest in beeld terwijl de geluiden op de klankband de actie offscreen weergaven. Met een strikt persoonlijke combinatie van traag vloeiende beeldregie en zwijgzame, nostalgische personages filmde Angelopoulos het collectieve historische bewustzijn. Eleni & Alexander Angelopoulos’ drang om een eigen filmstijl door te drukken verliep niet zonder horten of stoten Eind jaren 50 had hij zijn Atheense studies in de dictatuur was Angelopoulos quasi verplicht de strikt politieke inhoud van zijn filmboodschap met mythische en transcendente thema’s toe te dekken. Als rasechte Ioniër was hij vertrouwd met de oude Griekse mythologie. Met filmisch elan integreerde hij de mythologische plaatsen en figuren als een esthetisch component in zijn politiek geëngageerd filmoeuvre, waarbij het eiland Cythera als mythisch streefdoel naar het geluk opduikt (Reis naar Cythera) en zijn personages bij voorkeur Eleni en Alexander heten als mythische symbolen van fataliteit en bescherming. Conform deze mythologische connotatie ontfermde de vroegere banneling Alexander uit De eeuwigheid en een dag zich over een Albanese vluchteling, terwijl het hoofdpersonage Eleni uit The weaping meadow haar tweelingzonen als vijanden in de Griekse burgeroorlog tegen elkaar zag strijden. Aesopisch © FOTO Piet goethals rechten afgebroken voor de filmschool van Parijs. Na kritiek op zijn leraren werd hij er de laan uitgestuurd. Waarop hij prompt portier werd in de Cinémathèque om zich via de vertoningen van het filmmuseum verder als filmautodidact te ontwikkelen. Terug in Griekenland schreef hij filmkritieken voor het linkse blad Dimokratiki Allayi, totdat die door het kolonelsregime verboden werd. Veertig jaar lang zou zijn levensloop door de politieke ontwikkelingen in zijn land worden verstoord. Angelopoulos was één jaar oud, toen generaal Metaxas een rechtse fascistische dictatuur installeerde. Toen hij zes was werd Griekenland eerst door de Italianen en later door de nazi’s bezet. Hij was tien, en de Griekse burgeroorlog brak uit. Als jonge dertiger op zoek naar werk was hij in 1967 getuige van de militaire junta. Als linkse kunstenaar onder het juk van de Zelf noemde Angelopoulos zijn filmtaal aesopisch; zoals de fabels van Aesopos klonk zijn filmoeuvre voor buitenstaanders louter esthetisch maar voor ingewijden had het een duidelijke politieke lading. Zo nam hij in Dagen van 36 via het verhaal van een politieverklikker de dictatuur van generaal Metaxas onder de loep om de overeenkomsten met het kolonelsregime van 1967-‘74 aan te tonen. In De komedianten liet hij Sofokles’ Elektra interfereren met de omzwervingen van een geëngageerd toneelgezelschap tijdens de Griekse burgeroorlog. In Brechtiaanse stijl onderbrak hij het verhaal en zette hij een acteur voor de camera om over de wreedheden van oorlog en dictatuur te vertellen. In Eleni verving hij de toneelspelers door straatmuzikanten, die getuige waren van de opeenvolgende dramatische episodes van de Griekse geschiedenis. In De jagers concretiseerde hij in parabelvorm de naweeën van de burgeroorlog. Als dialectisch- Maart 2012 — FILMMAGIE 623 35 I n Mem oria m T h e o An ge l op o u l o s Met een strikt persoonlijke combinatie van een traag vloeiende beeldregie en zwijgzame, nostalgische personages, filmde Angelopoulos het collectieve historische bewustzijn. Eternity and a Day THeo Angelopoulos op de set 36 FILMMAGIE 623 — Maart 2012 historisch marxist filmde hij met Alexander de Grote niet het verhaal van de imperialistische Alexander maar dat van een bendeleider die rond de eeuwwisseling de Engelse bezetters gijzelde en in een Macedonisch dorp een soort volkscommune installeerde. In Met de starende blik van Ulysses symboliseerde hij zijn bedenkingen bij het einde van het socialisme door een schip met een gebroken standbeeld van Lenin over de Donau te laten drijven op weg naar zijn nieuwe eigenaar: een rijke Duitse zakenman. Dat Angelopoulos’ beeldtaal beklijfde en inspireerde, bewees zijn impact op het werk van andere regisseurs, die in navolging gelijkaardige beelden of concepten hanteerden. Het neergehaalde standbeeld dook later op in Wolfgang Beckers Goodbye Lenin en in zijn debuutfilm Ecce Bombo volgde Nanni Moretti een toneelgroep om zijn links engagement uit te drukken. De 15 films – het onvoltooide The other Sea over de huidige Griekse crisis inbegrepen – bundelde Angelopoulos sinds 1970 bij voorkeur in cycli en trilogieën. Hij omschreef zijn films als hoofdstukken uit het verhaal van zijn land en zijn generatie, versmolten tot de recente Eleni-trilogie (2004-2012) en tevens een politieke (1970-1980), existentiële (1983-1988) en universele cyclus (jaren 90). Met zijn volledige controle over het filmproces van scenario tot montage en vaste filmploeg (cameraman Giorgos Arvanitis, componiste Eleni Karaindrou en recentelijk ook scenarist Tonino Guerra) mocht Angelopoulos zich terecht filmauteur noemen, verwant met Tarkovski, Antonioni, Bergman of Wenders. In 1983 discussieerde hij in Rome urenlang met Tarkovski over de betekenis van nostalgie, leidmotief in het oeuvre van beiden. Met de stilte rond God centraal, verwees Angelopoulos’ trilogie van het zwijgen (Reis naar Cythera –De imker –Landschap in de mist) onmiskenbaar naar Ingmar Bergmans Zwijgen. Met zijn referenties naar de filmgeschiedenis, herinnerde de roadfilm De starende blik van Ulysses aan Wim Wenders’ Im Lauf der Zeit (1976). Terwijl Bergmans Wilde Aarbeien uit 1957 dan weer het uitgangspunt voor De eeuwigheid en een dag was. De link met de Europese grootmeesters bleken ook uit zijn acteurskeuze, van Erland Josephson (De starende blik van Ulysses), Marcello Mastroianni (De Imker en De ingehouden stap van de ooievaar), Bruno Ganz (De eeuwigheid en een dag) of Jeanne Moreau, dertig jaar na Antonioni’s La Notte opnieuw samen in een film met Mastroianni (De ingehouden stap van de ooievaar). Vervreemding Behalve zijn politiek engagement reflecteert Angelopoulos’ oeuvre zijn groeiende politieke ontgoocheling over de teloorgang van het linkse gedachtegoed. Angelopoulos’ filmografie stelde de generatie van de Griekse partizanen centraal: mensen die zich verzet hadden tegen de dictatuur en de oorlogsbezetting; mensen die de burgeroorlog gevoerd hadden en in een revolutionair links Griekenland geloofden. Al toonden zijn films deze generatie nooit in hun elan, ofwel leefden ze in een dictatuur of onder kolonelsregime, ofwel waren ze veroordeeld tot ballingschap of werden ze met het verlies van hun revolutionaire ideaal geconfronteerd. Op het trage ritme van de menselijke ademhaling en met een camera die minutenlang dezelfde cadrage aanhield filmde Angelopoulos portretten van gedesillusioneerde partizanen, die de burgeroorlog hadden verdrongen (De imker) of totaal vervreemd van vrouw en gezin uit ballingschap terugkeerden (Reis naar Cythera). Dat “stilvallen van de geschiedenis”, zoals Angelo- In Me m ori am The o An ge l op oul os Geënt op de thema’s van ballingschap, migratie en vervreemding, speelden de films van Angelopoulos vaak in het bergachtige grensgebied ten noorden van Thessaloniki. poulos dat moment van politieke ontgoocheling en ultieme zelfreflectie omschreef, vertaalde hij in melancholieke beelden van mistige landschappen (Landschap in de mist) of regenachtige grensposten (De ingehouden stap van de ooievaar). Uit het filmisch grijs doemden de verdrongen herinneringen van de vroegere generaties en van hun gedesoriënteerde kinderen op. Geënt op de thema’s ballingschap, migratie en vervreemding, speelden de films van Angelopoulos vaak in het bergachtige grensgebied ten noorden van Thessaloniki. Tijdens de burgeroorlog werden daar duizenden kinderen ontvoerd om in het Oostblok te worden “heropgevoed”. Over deze grens vertrokken duizenden Griekse partizanen in ballingschap in de Balkan. Zowel Reis naar Cythera als De ingehouden stap van de ooievaar zijn indringende filmmeditaties over de wonden van de ballingschap. Met de prangende beelden van Koerden, Albanezen en Iraniërs in het mistroostige Macedonische grensdorp Florina uit De ingehouden stap van de ooievaar en de besneeuwde grensstreek uit De starende blik van Ulysses of het verhaal van de stervende dichter uit De eeuwigheid en een dag die een clandestiene Albanese jongen op een boot naar een betere wereld zette, creëerde Angelopoulus in de jaren 90 al een visionair beeld op het failliet van het Europese asielbeleid. Vanuit Macedonië was het voor hem een kleine stap van de Griekse burgeroorlog naar de recente Balkanoorlog uit de jaren 90. Beiden werden episch verbonden in De starende blik van Ulysses over de omzwervingen van een Grieks cineast door de Balkan, in het door oorlog geteisterde Sarajevo op zoek naar resten uit de vroegste filmgeschiedenis. In homerische stijl zocht Angelopoulos een verband tussen de Balkanisering, de ondraaglijkheid van het leven en de crisis van de filmkunst. Een gelijkaardig procédé paste hij toe in Dust of Time. Hier projecteerde hij de creativiteitscrisis van een cineast tegen de belangrijkste episoden van de 20ste eeuwse geschiedenis, van Holocaust tot de val van de Berlijnse muur. De dolende cineasten uit De starende blik van Ulysses en Dust of Time, die de hele geschiedenis in één film pogen te vatten, zijn Angelopoulos’ alter ego. Zijn hoofdpersonages waren dromerige, ontgoochelde en tragische kunstenaars. Ze namen niet alleen afscheid van het socialisme, maar ook van hun kunstvorm, hun familie of hun leven. De terminaal zieke dichter uit De eeuwigheid en een dag had nog één enkele dag tijd om een daad van hoop te stellen. In de slotscène van De imker werd de imker door zijn eigen bijen verteerd. Het gaat slecht met Griekenland. Schuldencrisis, stakingsgolf, failliet, bestuurschaos, sociale offers. En te midden van die politieke ellende wordt het land nu ook cultureel onthoofd, na de dood van de twee vaandeldragers van de Griekse film: eerst Mikhalis Cacoyannis in juli 2011 en een half jaar later Theodoros Angelopoulos. Ironie van het lot: Angelopoulus werd radicaal links cineast nadat hij tijdens een betoging in Athene in de woelige jaren 60 door een politieagent hard was geslagen. Hij overleed op 24 januari 2012 aan zware verwondingen, nadat hij in volle productie van zijn laatste film over de Griekse kredietcrisis in de Atheense haven Piraeus aangereden werd door een moto, bestuurd door een politieman buiten diensturen. Het echte leven lijkt hier zo geplukt uit de cyclus van ontwaken en dood uit Angelopoulos’ melancholieke en tragische filmpanorama van de bewogen Griekse en Europese geschiedenis. FILMOGRAFIE 1970 Anaparastasis/ Wederopbouw 1972 I Meres Tou 36/ Dagen Van 36 1975 O Thiassos/ De Komedianten 1977 I Kinighi/ Jagers 1980 O Megalexandros / Alexander De Grote 1983 Athina, Epistrofi Stin Akropoli/ Athene 1984 Taxidi Stin Kythera / Reis Naar Cythera 1986 O Melissokomos/ De Imker 1988 Topio Stin Omichli/ Landschap In De Mist 1991 To Meteoro Vima Tou Pelargou/ De Ingehouden Stap Van De Ooievaar 1995 To Vlemma Tou Odyssea/ De Starende Blik Van Ulysses 1998 Mia Eoniotita Kai Mia Mera/ De Eeuwigheid En Een Dag 2004 Trilogia I – To Livadi Pou Dakryzi/ Eleni-The Weaping Meadow 2007 Trois Minutes (Uit de compilatiefilm Chacun son Cinéma) 2009 Trilogia Ii – I Skoni Tou Hronou/ The Dust Of Time 2012 L’altro Mare/ The Other Sea (Onafgewerkt) Landscape in the mist Maart 2012 — FILMMAGIE 623 37