Dienstenmarketingmanagement Hoofdstuk 3 - Het analyseren van de dienstenomgeving Mira Schmidt-Diemel 3.1 Inleiding Marketing is de mate waarin de organisatie in haar totale denken en handelen rekening houdt met consument en concurrent, en hieruit voordeel put door het genereren van de juiste interne en externe activiteiten. Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van omgevingsvariabelen is onontbeerlijk. Zij kunnen worden onderverdeeld in: - Macro-omgeving: demografische, regulerende, economische, technologische en sociale factoren. - Dienstenomgeving: marketinggerelateerde trends die van belang zijn voor de gehele dienstensector. - Marktomgeving: wisselwerking tussen micro-omgeving van de dienstverlener enerzijds en concurrentie en vraag anderzijds. Een trend is een richting of volgorde van gebeurtenissen die voorstuwende kracht en duurzaamheid vertoont. Een rage is onvoorspelbaar, van korte duur en heeft geen economische en politieke betekenis. Megatrends omvatten grote sociale, economische en politieke veranderingen, die zich langzaam vormen en die ons typisch beïnvloeden voor een periode van zeven tot tien jaar of langer. 3.2 Trends voorspellen De omgevingstheorie scant op macro-, meso- en microniveau en ziet de organisatie als een open systeem dat interacties heeft met de omgeving en streeft naar overleving. Periodiek scannen is noodzakelijk om up to date te blijven. Selffulfilling prophecy gaat er vanuit dat de wereld complex is en moeilijk te voorspellen. Mensen kunnen trachten trends te vermijden of juist proberen ze te laten uitkomen. De volgende methoden schaffen ons inzicht om trends binnen macro, meso en mirco omgeving te ontdekken: - Extrapolatie: aannemen van de continuïteit van trends uit het heden en verleden. - Vraaggedreven methode: voorspellingsconcept, dat veronderstelt dat mensen de dingen en diensten zullen uitvinden en ontwikkelen die zij willen. Dit is echter zeer moeilijk te voorspellen. - Embryomethode: de toekomst laat zich voorspellen door aan te nemen dat alle macrotrends, dienstentrends en technologieën ooit klein zijn gestart. Ook sociale ontwikkelingen en economische gebeurtenissen kunnen plotseling gemeenschappelijk gedachtegoed worden. Deze theorie is moeilijk toe te passen, omdat het hoogst onzeker is welke uitvindingen en gebeurtenissen zullen leiden tot belangrijke trends. - Analogie: gerelateerd aan de embryomethode. Voorspelt aan de hand van analoge (soortgelijke) reeksen van gebeurtenissen uit het verleden de tijd die een nieuwe trend nodig heeft om volwassen te worden. De productlevenscyclus (PLC) geeft de tijd aan van het ontstaan tot het verval. - Analyse van periodieke golven: gaat uit van de observatie dat macrofactoren, en vooral economische ontwikkelingen, cyclisch van aard zijn. Het Kondratieff-model is een belangrijke vertegenwoordiger van de theorie en geeft aan dat er een verband is tussen de langetermijneconomie en de samenhang met nieuwe technologieën. ICT - beïnvloed de economische golven. Het is echter moeilijk te voorspellen wat een golf exact zal brengen. Marktonderzoek: kan de meeste hiervoor genoemde methoden ondersteunen. Daarnaast kan het een belangrijke bijdrage leveren aan het inzichtelijk maken van tendensen en richtingen in de markt. 3.3 De macro-omgeving De macro-omgeving is niet door een individuele onderneming te beïnvloeden, hoewel multinationals dat soms wel kunnen. Vijf onbeheersbare factoren uit de macro-omgeving zijn: - demografische factoren; - regulerende factoren; - economische factoren; - technologische factoren; - sociale factoren. Demografische factoren - Groei van de totale bevolking: weinig groei of zelfs teruggang in de meest welvarende landen en een duidelijke toename van de bevolking in de meest arme landen van de wereld. - Hogere levensverwachting, ontgroening en vergrijzing: de bevolking vanaf 45 jaar zal toenemen, terwijl er sprake is van een relatieve afname van de bevolking jonger dan 15 jaar. Bovendien neemt de levensverwachting toe, wat ertoe leidt dat werknemers later met pensioen gaan. - Huishoudverdunning: hoewel de totale Nederlandse bevolking zal toenemen, zal het aantal personen per particulier huishouden afnemen. Dit is het gevolg van de daling van het aantal geboorten, de toenemende vergrijzing, echtscheidingen, kinderen die zich op jonge leeftijd zelfstandig vestigen en de keuze van de Nederlanders voor nietklassieke gezinsvormen. - Hogere opleiding: het opleidingsniveau voor alle leeftijdscategorieën ligt hoger dan vroeger. Educatie en training breiden zich uit over de gehele maatschappij en omvatten een steeds langere periode. - Multiculturele samenleving: de komende 20 jaar zal het allochtone aandeel in de Nederlandse bevolking toenemen Regulerende factoren De overheid heeft direct en indirect een grote invloed op het algemene en commerciële beleid van dienstverleners, onder te verdelen in drie tendensen: - Regulering en deregulering: bij regulering stuurt de overheid gedrag door wetgeving in te voeren, zoals de Wet op de Mededinging, de Winkeltijdenwet en de Rijtijdenwet. De Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) ziet toe op eerlijke concurrentie in alle sectoren van de economie, bestrijdt partijen die kartels vormen en prijsafspraken maken. De OPTA houdt toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving op het gebied van post en elektronische communicatiediensten. De instelling die toezicht houdt op het gedrag van de gehele financiële marksector is de AFM (Autoriteit Financiële Markten). Bij deregulering beperkt de overheid haar invloed op de arbeidsmarkt. D.m.v. deregulering van de arbeidswetgeving hoopt men de economie weer aan te zwengelen. - Flexibilisering van de factor arbeid: door processen van individualisering en emancipatie is tevens een aanzienlijke mate van differentiatie ontstaan van individuen op de arbeidsmarkt. - Normalisatie en certificatie: normalisatie is het proces waarbij regels op vrijwillige basis tot stand komen door overeenstemming van belanghebbende groeperingen, om transparantie van de markt te bevorderen. De Stichting NNI (Nederlands Normalisatie Instituut) is de centrale instantie hiervoor. Het adviseert de overheid op het gebied van normalisatie en voert relevante wettelijke verdragen en andere internationale verplichtingen uit. Certificatie is de activiteit van een onafhankelijke instelling (bijv. ISO) waarmee op basis van keuring wordt aangetoond dat er voldoende vertrouwen bestaat dat een product, proces of systeem voldoet aan een bepaalde norm of document. Het ISO-certificaat garandeert dat er volgens branchespecifieke kwaliteitsnormen wordt geproduceerd of diensten worden verleend. Economische factoren - Ontwikkeling van het BBP of BNP, inflatie, en veranderingen in het inkomen van de consument. - Fase van economische ontwikkeling waarin een land verkeert. Ongeveer 75% van de wereldbevolking leeft in developing countries. - Grotere separatie tussen have’s en have not’s, wat kan leiden tot een duale economie. - Waarde van de nationale munt heeft zowel voor- als nadelen voor verschillende stakeholders. - Veranderende uitgavenpatronen. Naarmate de bevolking rijker is, neemt volgens de wet van Engel de besteding aan eerste levensbehoeften af. Er wordt in Nederland erg veel geld gespaard, wat een duidelijke impact heeft op de economie en dus ook op de individuele dienstverlener. Veranderingen in dit uitgavenpatroon kunnen de vraag naar diverse diensten sterk beïnvloeden. Technologische factoren De belangrijkste technologische trends zijn: - Elektronische handel: ontwikkeling van de chip, internet, e-mail, e-tailers. Ecommerce is een belangrijk onderwerp in het strategisch denken van de gemiddelde marketingmanager. De penetratiegraad van internet wordt steeds hoger. - Opkomst van informatie, communicatie en telematica: de distance of control is sterk toegenomen door de talrijke mogelijkheden van ICT. Niet alleen zijn de communicatiemogelijkheden groter en goedkoper, ook de kosten van het vervoer van data zijn drastisch gedaald. - Opkomst van RFID-chips: Radio Frequency Identification is een technologie die door middel van radiosignalen de unieke identificatie van producten, dieren en personen op afstand mogelijk maakt. Sociale factoren De sociale en culturele omgeving die de waarden, tradities en maatschappelijke trends omvat. Deze zijn niet gemakkelijk in cijfers uit te drukken en worden beïnvloed door de vier eerder genoemde externe omgevingsfactoren. De volgende maatschappelijk tendensen dragen bij aan de groeiende behoefte aan diensten en dienstverlening: - Individualisering: luxe van rijke samenlevingen, waarin de focus op het individu ligt. Dit in tegenstelling tot ongeletterde samenlevingen, waar de kracht van traditie en de overlevering zo groot is, dat het individu geen kans krijgt te verzelfstandigen. Vier belangrijke ontwikkelingen voeden de individualiseringstrend: o Huishoudverdunning; o Groeiende mogelijkheid van bedrijven om maatwerk te leveren; - - - - o De wens vanuit organisaties om tot langetermijncontracten te komen, die wel flexibel aan te passen zijn aan de wensen en omstandigheden van de klant; o Technologische ontwikkeling. Sensationalisering: steeds grotere behoefte aan sensatie. Hiernaast is er nog het hedonisme, dat meer gebaseerd is op het verwen-jezelfprincipe. Denk hierbij aan gezondere voeding, plastische chirurgie en een experience economy. Buitenshuis werkende vrouw: internationaal vindt een relatieve afname van mannen en een toename van vrouwen in het arbeidsproces plaats. Er bestaat een nauwe samenhang tussen de toegenomen participatie van vrouwen en de groei van het aantal deeltijdbanen. Sociale relevantie van het merk: het merken, ofwel branding, is in de laatste jaren erg belangrijk geworden, met name onder de jeugd. Aandacht voor gezondheid en milieu: deze trend heeft geleid tot duizenden weightlosscentra. Opkomst van social media: deze trend is nauw verbonden met de groei van het internet. Voor consumenten hebben communities (= een groep van mensen die dezelfde interesse delen en via internet informatie uitwisselen) vier functies: sociaal (chatrooms), plaats om te (ver)kopen (marktplaats), fantasiefunctie (www.secondlife.nl) en een discussiefunctie (discussion board). Voor marketeers is deze ontwikkeling zeer belangrijk, aangezien er een verband lijkt te bestaan tussen het commerciele succes van een organisatie en de kwaliteit/kwantiteit van de discussion board op de website van die organisatie. Trend naar meer gemak: bijna alles in de toekomst zal nog sneller, eenvoudiger en gemakkelijker moeten gaan. Samenvattend De invloed van de DRETS-factoren is per dienstverlenende sector verschillend, maar ook het effect is per dienstverlener of business unit binnen een sector anders. Een dienstverlener doet er daarom goed aan de macro-omgeving periodiek te scannen en de verzamelde trends te beoordelen op hun invloed op het bedrijf. 3.4 De dienstenomgeving Mesofactoren beïnvloeden een bedrijfsbeleid en organisatie ook. De volgende trends zijn van belang voor de gehele dienstensector: - Globalisering en internationalisatie - Snellere export door technologische veranderingen (economies of scale and scope) - Toename van het toepassen van commerciële beginselen (dit moet uiteindelijk leiden tot het verzelfstandigen van afdelingen, het ontvlechten van diensten en het privatiseren van organisaties) - Concentratie op kernactiviteiten (back to core business) - Schaalvergroting en kostenbeheersing: ondanks de trend van het concentreren op kernactiviteit, is er in een aantal sectoren juist weer een tendens naar schaalvergroting, die vaak gepaard gaat met internationalisatie. Het gaat hierbij om het groeien in de kernactiviteit om tot de top te kunnen behoren (strategic partnering/alliances, franchising). - Vervaging van verschillen - Verandering in de structuur van activa en aflevering: technologie verandert de manier waarop diensten worden gekocht en geleverd ingrijpend. Bovendien heeft het grote gevolgen voor de structuur van activa en aflevering in dienstondernemingen. Er kan - sprake zijn van distermediation, wat het elimineren van economische activiteiten van de intermediair/tussenpersoon aanduidt. Cocreatie van waarde: deze dienstentrend volgt de weg die de klant aflegt in zijn proces om als coproducent waarde aan een dienst toe te voegen (experience economy). Cocreatie is een vergaande vorm van klantenparticipatie, waarin het bedrijf nog steeds het initiatief heeft. De consument zal echter het initiatief steeds meer naar zich toetrekken (denk aan de groei van social media) 3.5 De marktomgeving (micro-omgeving) Marktleiders zijn doorlopend bezig nieuwe manieren te vinden om hun activiteiten opnieuw uit te vinden (re-invent the business) om goedkoper te zijn dan de concurrenten en/of beter gedifferentieerd te zijn op een wijze die van waarde is voor de klanten. Marktorientatie betekent dat een dienstverlener zich in zijn eigen marktomgeving een beeld moet vormen van: - de marktkeuze: het definiëren en segmenteren van de markt, het bepalen van de marktattractiviteit en onze positie in de markt. - Klanten: de manager dient klanten te begrijpen en de organisatie sterk te focussen op het totale (diensten)aanbod dat de organisatie biedt en dat klantenwaarde, bevrediging en loyaliteit moet genereren. - Concurrenten en handelspartners: sturen en managen van activiteiten die echt van belang zijn. Een hulpmiddel bij het bepalen van marktsegmenten op strategisch niveau is de dienstklantmatrix. De marktpositie die een onderneming in de toekomst creëert, hangt af van veel factoren, zoals de strategie, de waardepositie, de concurrentie, de toegang tot middelen als financiering van plannen en vele andere zaken. In een combinatie marktattractiviteit-marktpositie zijn vier gebieden te zien: kernactiviteiten (potentieel voor het bereiken van de doeleinden, management meent een sterke marktpositie te kunnen bereiken in dit gebied), periferie (combinatie waar de markt minder attractief is, maar waar een dienstverlener een sterke positie inneemt, vaak gebaseerd op verdediging van de markt), illusie (uiterst attractieve markten, waar de positie van de dienstverlener zwak is) en dead-end (combinatie is niet attractief en de organisatie kan er eigenlijk alleen een zwakke positie krijgen). Niet alleen klanten zijn belangrijk voor organisaties, maar ook concurrenten, handelspartners, medewerkers en aandeelhouders. 3.6 Het inzichtelijk maken van de omgevingsanalyse Nadat de organisatie de omgevingsanalyse met behulp van uiteenlopende methoden heeft uitgevoerd, kan zij de trends inzichtelijk maken aan de hand van de volgende tools: SWOT en de beschrijvende methode. SWOT Deze analyse vertaalt de interne situatie naar de organisatorische sterkten en zwakten, en de ontwikkelingen van in de externe omgeving naar kansen en bedreigingen. Om een grondigere SWOT te maken, moet er een opportunitymatrix en een threatmatrix worden gemaakt. Om implementatie te waarborgen dient een SWOT-analyse vergezeld te gaan van een prioriteitenschema en activiteitenschema. Voor het opstellen van een SWOT zijn er vijf richtlijnen: 1. Focussed SWOTs: beperk het gebied 2. Participatie van alle betrokkenen levert veelal aan het eind een gedeelde visie op. 3. Diepgaande sterkten en zwakten omschrijven, niet oppervlakkig blijven. 4. Externe trends indelen bij opportunities of threats. 5. Er kunnen conversiestrategieën en matchingstrategieën worden ontwikkeld. Beschrijvende methode Hier wordt elke trend nogmaals kort beschreven en wordt tevens de invloed ofwel impact van de trend in woorden aangegeven. 3.7 Impact assessment Organisaties moeten trend en gevolg inschatten om vervolgens acties te formuleren. Ontwikkelingen in demografische factoren (vergrijzing), technologie (meer thuiswerken) hebben allemaal hun invloed op een organisatie. Het scannen van een organisatie is slechts één stap, de interpretatie en het inschatten van de invloed van deze trends op de eigen organisatie is een nog veel relevantere tweede stap: impact assessment of trendeffectentoets genoemd. In een grote organisatie zijn ten minste drie niveaus van strategische planning: 1. het niveau van de onderneming (holding). 2. het niveau van de strategische dienstengroepen (SDG) en/of strategische business units (SBU). 3. het functionele dienstenniveau.