Denk vooruit

advertisement
Denk vooruit
De kracht van sparen + beleggen
Waarom nadenken over vermogensopbouw?
Graag willen wij het met u hebben over vermogensopbouw. Dit is een actueel
onderwerp. In Nederland worden we namelijk voor steeds meer voorzieningen
zelf verantwoordelijk. Financieel fit zijn, nu en later, wordt dus nóg belang­rijker.
ING helpt u daar graag bij. Samen met prof. dr. J. Koelewijn, adviseur op het
gebied van financieringen en beleggingen, hebben wij interessante informatie
over sparen en beleggen voor u op een rij gezet. Omdat wij u graag willen
inspireren om vooruit te denken.
3
Inhoud
Geld opzijleggen is belangrijker dan ooit 6
De kracht van tijd maal rendement
12
Sparen biedt zekerheid, maar heeft een keerzijde
16
Beleggen biedt zicht op een hoger rendement
20
Rendement? Graag! Maar hoe beheers ik de risico’s?
28
Hoe kan ING u helpen? Vermogensopbouw door sparen + beleggen
44
Prof. dr. J. Koelewijn (1956) is deeltijdhoogleraar Corporate Finance
aan de Nyenrode Business Universiteit en heeft een eigen adviespraktijk. Eerder was hij onder andere analist/vermogensbeheerder
bij MeesPierson, hoofd beleggingsstrategie bij IRIS (de inmiddels
opgeheven joint venture van Rabobank en Robeco) en hoofd
research bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Professor
Koelewijn heeft Algemene Economie gestudeerd aan de Vrije
Universiteit Amsterdam en is daar gepromoveerd op een onderzoek
naar het toezicht op de bankensector.
De uitnodiging van ING om een bijdrage te leveren aan deze uitgave over
sparen en beleggen heb ik met plezier aanvaard. Voor veel Nederlanders
wordt het zelfstandig opbouwen van vermogen voor henzelf of de volgende
generatie steeds belangrijker. Het opbouwen van vermogen kan, afhankelijk
van uw wensen en mogelijkheden, plaatsvinden door te sparen en door te
beleggen. Sparen doet u voor de korte termijn. Op de lange termijn was het
rendement bij sparen in het verleden echter altijd minder dan bij beleggen.
Met beleggen kunt u meer rendement behalen, maar de risico’s zijn hierbij
groter. Omdat beleggen risicovoller is, is daarbij een zorgvuldige en
gestructureerde aanpak nodig. Met mijn inbreng hoop ik eraan bij te dragen
dat u uw doelen kunt realiseren en daartoe weloverwogen beslissingen zult
nemen. De grootste uitdaging bij beleggen is het beheersen van je emoties.
Door het beleggen gestructureerd aan te pakken, verkleint u de kans dat u
kostbare fouten maakt en vergroot u de kans op een aantrekkelijk rendement.
4
5
Geld opzijleggen is
belangrijker dan ooit
De economische en maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren hebben
het er voor de meeste Nederlanders niet eenvoudiger op gemaakt om financieel fit te
zijn. Terwijl de eigen verantwoordelijkheid om financieel fit te zijn door onder meer
het beperken van de sociale voorzieningen juist is toege­nomen. De overheid versobert
de regelingen voor werkloosheid en ziektekosten, we gaan steeds later met pensioen
(waarbij de hoogte van het pensioeninkomen niet meer zo zeker is als vroeger) en
wisselen steeds vaker van werkgever, de werkloosheid is relatief hoog (en stijgt nog
steeds) en de huizenmarkt is structureel anders dan voor 2008. Deze veranderingen
hebben invloed op onze financiële situatie en vergroten de noodzaak om financieel
tegen een stootje te kunnen. Voor de meeste Nederlanders betekent dit dat zij er goed
aan doen om zelf een vermogen op te bouwen. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen
motieven om vermogen op te bouwen, maar wij zien vier algemene ontwikkelingen
die voor de meeste Nederlanders vergaande gevolgen kunnen hebben.
7
We worden met zijn allen steeds ouder.
Dat betekent wellicht dat we langer van
ons pensioen genieten, maar zorgt ook
voor meer druk op de pensioenkosten.
Daardoor moeten we meer geld opzijleggen voor ons toekomstige inkomen.
Voor alle hypotheken
1. De hypotheekrenteaftrek neemt af
dus op zijn achttiende – gaat studeren, bedragen de studiekosten straks Z 43.000, en
Een pensioenbreuk
daalt sinds 2013 het maxi-
Vroeger werd er door Nederlanders gespaard voor de aankoop van een eigen
als hij op kamers gaat zelfs Z 71.000. Veel ouders zullen dit bedrag voor hun kind of
ontstaat als een werk-
male belasting­tarief waar-
woning. Toen het bezitten van een eigen woning na de Tweede Wereldoorlog popu-
kinderen bij elkaar willen sparen, al is het ook mogelijk dat het kind een deel van het
nemer bij een volgende
tegen de hypotheekrente
lairder werd, gingen we voor ons huis een bedrag lenen, dat we vervolgens in twintig
benodigde geld leent. Op zich is er niets mis met dat laatste, maar in combinatie met
werkgever een hoger
mag worden afgetrokken.
of dertig jaar aflosten. Tegen het eind van de vorige eeuw ontstond de trend om het
de hierboven genoemde hypotheekontwikkelingen ontstaat er voor de komende
salaris krijgt. De eerder
bedrag dat voor een huis werd geleend pas af te lossen als het huis werd verkocht:
generaties wel een lastige situatie.
Dit tarief gaat jaarlijks met
0,5% omlaag tot uiteindelijk maximaal 38% belastingvoordeel.
de aflossingsvrije hypotheek. Ruim 40% van de Nederlanders heeft nu een geheel
opgebouwde pensioenrechten zijn dan namelijk
of gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek. Ongeveer 30% van alle huizen is op dit
gebaseerd op het vorige,
moment echter minder waard dan de hypotheekschuld die erop rust. Daar komt nog
3. Onze pensioenen versoberen
bij dat de hypotheekrente sinds 2001 nog maar maximaal dertig jaar aftrekbaar is.
Een van de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar is dat onze
Voor onze kinderen wordt het waarschijnlijk helemaal lastig. Er liggen voorstellen om
collectieve pensioensystemen, zoals de AOW en de bedrijfspensioenregelingen, hun
nog maar tot 80% van de woningwaarde te financieren. Voor een starterswoning van
grenzen hebben bereikt. De rente is al lange tijd heel laag, het aantal jongeren daalt
Z 125.000 heeft een starter dan dus een eigen vermogen nodig van Z 25.000. Dat zou
terwijl er meer ouderen bij komen en de gemiddelde levensverwachting stijgt.
Van alle Nederlanders
een maatregel zijn met langetermijngevolgen. Kortom: het bezitten van een huis heeft
Daardoor wordt het voor pensioenfondsen steeds moeilijker om de toegezegde
weet 22% procent niet of
niet alleen nu impact, maar ook later.
uitkeringen te verstrekken. Veel pensioenfondsen hebben de afgelopen jaren hun
hij pensioen opbouwt en
pensioenuitkeringen niet aan de inflatie kunnen aanpassen (indexeren). Meerdere
43% niet dat hij straks
fondsen hebben hun uitkeringen zelfs moeten verlagen. Deze ontwikkelingen drukken
langer moet doorwerken.
2. De studiefinanciering verandert
op de koopkracht van onze pensioenen. De inflatie gaat immers door, terwijl de
Ook de studiefinanciering is een regeling waaraan wordt gesleuteld. Langstudeerders
pensioenen hetzelfde blijven. Bovendien zijn veel pensioenregelingen versoberd.
zijn inmiddels al aangepakt. En er liggen voorstellen om de studiefinanciering om te
Zo is er inmiddels bij vrijwel alle bedrijfspensioenregelingen sprake geweest van een
zetten in een leenstelsel. Weet u wat een studerend kind bij benadering kost,
omzetting van eindloon in middelloon. Ook wisselen we steeds vaker van baan,
uitgaande van een studie van vier jaar? Voor een kind dat thuis blijft wonen, is dat in
waardoor er een pensioenbreuk kan ontstaan. Kortom: de pensioenen die we van onze
totaal ongeveer Z 30.000. Voor een kind dat op kamers woont, is dat zelfs Z 50.000.
werkgever krijgen, verschralen en zijn onzekerder geworden. Wil je je inkomen straks
Maar wie nu jonge kinderen heeft, redt het niet met deze bedragen als de inflatie
op peil kunnen houden, dan zul je zelf iets moeten doen.
lagere salaris.
(Bron: Towers Watson, 2013.)
gemiddeld op 2% per jaar uitkomt. Voor een peuter van twee die over zestien jaar –
8
9
Het bruto binnenlands
Wie voor het ondernemerschap kiest, bouwt sowieso geen pensioen (meer) op bij
Kortom: vermogensopbouw wordt steeds belangrijker
product (bbp) is de totale
een werkgever en zal zelf volledig de verantwoordelijkheid moeten nemen voor het
Het wordt al met al dus steeds belangrijker om financieel fit te zijn en bewust uw
geldwaarde van alle in
inkomen na zijn pensionering.
financiële toekomst te plannen. Inzicht in uw toekomstige vermogensopbouw is daar
een land geproduceerde
een belangrijk onderdeel van. Met onze informatie helpen wij u graag om dit inzicht te
goederen en diensten.
krijgen. Zodat u uw geldzaken op orde heeft, voor nu en voor later. Volgens ons gaat
In 2012 bedroeg ons
bbp 560 miljard euro.
Daarvan ging 73,9 miljard
op aan zorg.
(Bron: Centraal Plan Bureau.)
4. Oplopende zorgkosten
het daarbij om de volgende zaken:
Ook de oplopende zorgkosten zullen tot een toenemende versobering van de voorzieningen leiden. Nu al moeten bewoners van AWBZ-instellingen een eigen bijdrage
1. Geld opzijleggen voor later. Iedereen die maandelijks een bedrag kan
betalen. Door de stijging van de levensverwachting en van het aantal ouderen wordt
reserveren, kan vermogen opbouwen. Een groot startkapitaal of enorme stortingen
de noodzaak om de zorgkosten te beheersen alleen maar groter. Op dit moment
zijn hier niet voor nodig.
wordt de financiering van de zorgkosten voor het grootste deel collectief geregeld.
Een deel wordt via onze verzekeringspremies betaald en het grootste gedeelte via
belastingen. Als we belastingen, premies en eigen risico’s bij elkaar optellen, gaat er
2. Vandaag beginnen, niet uitstellen. Het rente-op-rente-effect helpt iedereen die
vermogen opbouwt. Hoe langer de termijn, hoe hoger het eindbedrag kan worden.
3. Meer rendement uit uw vermogen halen. Uw rendement telt. Op de lange
bij een modaal gezin maar liefst een kwart van het inkomen naar gezondheidszorg.
termijn is de hoogte van het rendement zelfs veel belangrijker dan de hoogte van
In Nederland wordt op dit moment 13,2% van het bruto binnenlands product aan zorg
de inleg. Rendement is overigens niet alleen belangrijk voor uw vermogensopbouw.
uitgegeven. Door de vergrijzing en door nieuwe, dure behandeltechnieken (die voor
Ook voor het in stand houden van een vermogen is rendement noodzakelijk.
een langere en betere kwaliteit van leven zorgen) zal dit percentage de komende jaren
nog aanzienlijk oplopen. Daardoor zullen er ongetwijfeld opnieuw discussies ontstaan
over wat wel en wat niet vergoed moet worden (en voor welke groepen) en wie deze
zorg moet gaan betalen. Deze ontwikkeling heeft ongetwijfeld gevolgen voor ons
inkomen en voor de hoogte van de zorgkosten die we zelf moeten betalen.
10
11
De kracht van tijd maal
rendement
Het klinkt misschien vreemd, maar op langere termijn is de invloed van uw
inleg op de groei van uw vermogen beperkt. Die groei wordt namelijk voor het
grootste deel bepaald door het rendement en de looptijd. Met andere woorden:
hoe langer u vermogen opbouwt, hoe geringer de invloed van de hoogte van
de eerste inleg en hoe groter de invloed van de hoogte van het jaarlijkse
rendement en de looptijd. Op de volgende pagina vindt u een rekenvoorbeeld.
12
13
Bij een gemiddeld nettorendement van 5% is dat bedrag dan nu uitgegroeid
Ook de looptijd heeft een enorm effect op de hoogte van uw
eindkapitaal
tot f 43.000. Het rendement, f 33.000, is ruim 2 keer zo veel als het rendement
In het rekenvoorbeeld hiernaast zien we dat een paar procent extra rendement een
van f 14.000 dat u bij een gemiddeld nettorendement van 3% had gehad.
groot effect heeft op uw eindvermogen. Dat komt door de kracht van rente-op-rente op
Stel, u bent dertig jaar geleden begonnen met een inleg van f 10.000.
de lange termijn. Ook met minder grote bedragen kunt u van dit principe profiteren.
Uit het onderstaande rekenvoorbeeld blijkt dat 2% meer rendement maar liefst zo’n
2% meer rendement betekent 1,5x meer vermogen
Inleg: f 10.000
3%
20 jaar
f 18.000
30 jaar
30% meer eindkapitaal kan opleveren. Een maandelijkse inleg van Z 100, een
gemiddeld nettorendement van 5% en een lange adem resulteren in een eindkapitaal
van ruim Z 80.000.
f 24.000
Het effect van tijd x rendement
5%
f 26.000
f 43.000
Ruim 75% van uw eindbedrag wordt bepaald door de hoogte van uw gemiddelde
nettorendement, en dus niet door de hoogte van uw inleg.
(Bron: ING, april 2014.)
14
Gemiddeld nettorendement
1,6%
3,0%
5,0%
Maandelijkse Inleg
Z 100
Z 100
Z 100
Looptijd
20 jaar
20 jaar
20 jaar
Eindbedrag over 20 jaar
d 28.266
d 32.766
d 40.746
Looptijd
30 jaar
30 jaar
30 jaar
Eindbedrag over 30 jaar
d 46.141
d 58.014
d 81.870
 Paar procent extra
rendement heeft groot
effect op eindvermogen
 Inleg bepaalt op lange
termijn slechts klein
deel eindvermogen
 Lange termijn versterkt
rente-op-rente-effect
15
Sparen biedt zekerheid,
maar heeft een keerzijde
Hoe gaat u vermogen opbouwen? Als u zekerheid zoekt, kiest u waarschijnlijk
al snel voor een spaarrekening. Bij een spaarrekening krijgt u immers rente,
kunt u direct bij uw geld als u het nodig heeft en heeft u veel zekerheid over
uw inleg. Maar sparen heeft ook een keerzijde. De spaarrente is de laatste
jaren flink gedaald. Vergeleken met vroeger is het rendement op uw spaarrekening laag. En boven de vrijstelling in box 3 moet u ook nog eens 1,2%
belasting (vermogensrendementsheffing) betalen over uw vermogen. Het is
dan ook belangrijk om voldoende rendement te behalen. Hoe zit het precies
met belasting en inflatie?
17
De vrijstelling voor de
Belasting en inflatie verlagen uw rendement
ECB streeft naar 2% inflatie
vermogensrendements-
Bij het opbouwen van vermogen zijn er twee belangrijke factoren die uw uiteinde-
Maar hoewel het de koopkracht van uw spaartegoed (de reële waarde) dus langzaam
heffing (het heffingsvrije
lijke rendement negatief beïnvloeden: belasting en inflatie. Sinds 2001 betaalt u over
maar zeker uitholt, heeft (een beetje) inflatie wel bepaalde economische voordelen.
vermogen) is in 2014
uw vermogen boven de vrijstelling in box 3 een vermogensrendementsheffing van
Daarom probeert de Europese Centrale Bank met haar rentebeleid de inflatie op
b 21.139 en b 42.278 met
1,2%. Om netto – na aftrek van belasting – vermogen op te kunnen bouwen, is dus
ongeveer 2% te houden. In de rekenvoorbeelden gaan wij daarom uit van 2% inflatie.
een gemiddeld jaarlijks rendement nodig dat hoger ligt dan wat u aan belasting kwijt
Ook het ING Economisch Bureau gaat ervan uit dat de inflatie op de lange termijn
bent. Om uw vermogen echt te laten groeien, moet u behalve de belasting ook nog het
gemiddeld ongeveer 2% per jaar zal bedragen.
fiscale partner.
koopkrachtverlies door inflatie compenseren. Bij een rendement dat lager is dan de
inflatie, neemt uw vermogen wel in euro’s toe, maar daalt de koopkracht ervan.
Wat is uw nettorendement?
Inflatie en spaarrendement
12%
 Het spaarrendement daalt
al sinds 1973
10%
 Als de inflatie hoger is dan
het spaarrendement wordt uw
geld minder waard
8%
 Het spaarrendement daalt
6%al sinds 1973
4%
 Als de inflatie hoger is dan
2%het spaarrendement wordt uw
geld minder waard
0%
Sparen
-2%
1973 1976 1979 1982 1985 1988 1991 1994 1997 200 2003 2006 2009 2012
Inflatie
Rendement
Af: fiscus
Af: inflatie
netto
8,0%
-1,2%
-2.0%

4,8%
6,0%
-1,2%
-2.0%

2,8%
4,0%
-1,2%
-2.0%

0,8%
3,2%
-1,2%
-2.0%
0,0%
3,0%
-1,2%
-2.0%
 -0,2%
2,0%
-1,2%
-2.0%
 -1,2%
1,0%
-1,2%
-2.0%
 -2,2%
 (Rendement lager dan
3,2% betekent waardeverlies
 Dit geldt voor het
vermogen boven de
vrijstelling en als de inflatie
2% bedraagt
* Dit geldt voor het vermogen boven de vrijstelling van Z 21.139 per persoon of Z 42.278 voor partners
(bedragen
2014) Bron:
Fiscallert (2013)
 Rendement
lager
dan 3,2% betekent
waardeverlies
 D
it geldt voor het vermogen boven de
vrijstelling en als de inflatie 2% bedraagt
Sparen is het 
* Het spaarrendement
uitgekeerde
spaarbedrag op
de al
uitstaande spaartegoeden
Het spaarrendement
daalt
 Als de inflatie hoger is dan het
1994 1997 200 2003 2006 2009 2012
InflatieResearch Centersinds
Bron: Ortec Finance
(2013)1973
op basis van CBS data
spaarrendement wordt uw geld
minder waard
* Dit geldt voor het vermogen boven de vrijstelling van Z 21.139 per persoon of Z 42.278 voor partners
(bedragen 2014) Bron: ING (2013)
e uitstaande spaartegoeden
* Het spaarrendement is het uitgekeerde spaarbedrag op de uitstaande spaartegoeden Er is alleen sprake van koopkrachtgroei van uw geld als u een rendement behaalt dat hoger is dan de
Bron: Ortec Finance Research Center (2013) op basis van CBS-data
inflatie. Maar behalve inflatie kan ook belasting een rol spelen. Boven het vrijgestelde bedrag int de
fiscus 1,2% vermogensrendementsheffing over dit deel van uw vermogen in box 3. Om – rekening
De oranje lijn toont de hoogte van het behaalde spaarrendement in de afgelopen veertig jaar. De grijze
houdend met de koopkracht – vermogen op te bouwen, moet u een gemiddeld rendement behalen
lijn geeft de inflatie weer. Als het spaarrendement hoger is dan de inflatie, neemt de reële waarde van
dat hoger is dan wat u aan belasting en inflatie kwijt bent. Oftewel: een positief percentage in de
het spaargeld (dus na aftrek van het koopkrachtverlies door inflatie) toe. Dit is met groen aangegeven.
kolom ‘Netto’. De spaarrente is de laatste jaren echter flink gedaald, waardoor het rendement op uw
Is de inflatie hoger dan het spaarrendement, dan neemt de reële waarde van het spaargeld af. Dit is met
spaarrekening laag is.
rood aangegeven.
Wat is inflatie?
Een spaardeposito dan maar?
Inflatie (geldontwaarding) betekent dat u nu met een bepaald bedrag meer kunt kopen
Wellicht denkt u: ‘Maar met een spaardeposito kan ik toch meer rendement maken?’
dan in de toekomst. Stel, u had in 1990 twintigduizend gulden (ruim negenduizend
Afhankelijk van het rentepercentage kan een depositorekening inderdaad aantrekkelijk
euro). Genoeg om een kleine middenklasser van te kopen. Vandaag de dag kost een
zijn. Maar als van spaarrekeningen waarvoor een variabele rente geldt de rente stijgt,
vergelijkbare auto ongeveer twintigduizend euro. Dus 2,2 maal zo veel. Inflatie is dus
profiteert u daar niet van. Momenteel is de rente laag. Als u er nu voor kiest om uw
geen vriend van uw vermogen.
geld op een deposito­rekening vast te zetten, loopt u een eventuele stijging van de
rente mis. Bovendien moet u uw geld op dit moment voor minimaal 10 jaar vastzetten
op een spaardeposito om aan de 3,2% rente te komen die nodig is om uw vermogen
boven het vrijgestelde bedrag op de lange termijn in stand te houden (1,2% belasting
+ 2% inflatie). Het alternatief bij een zo lange looptijd is om te gaan beleggen.
18
19
Beleggen biedt uitzicht
op een hoger rendement
Wie aan beleggen denkt, denkt aan aandelen. Laten we eens kijken naar de
rendementen van wereldwijd gespreide aandelen over de afgelopen 40 jaar.
Bijvoorbeeld naar de MSCI World Index: een veelgebruikte wereld­index,
met een brede spreiding. We kiezen voor 40 jaar omdat die periode lang
genoeg is om zowel positieve als negatieve uitschieters mee te nemen.
In de informatie op de volgende pagina’s, gemaakt op basis van gegevens
van het onderzoeksinstituut Ortec Financial Research Center, ziet u wat u
de afgelopen 40 jaar aan rendement had kunnen behalen als u gedurende
verschillende periodes had belegd.
21
Welk rendement had u in de afgelopen 40 jaar kunnen behalen als u gedurende
één jaar had belegd? Dat was in het beste geval +45,7% en in het slechtste geval
-38,2%. Laten we het verschil daartussen het risico noemen. Bij een 1-jaarsperiode
had u het risico genomen van een rendement tussen de +45,7% en -38,2%. Het
verschil is dan 83,9%.
Maar stel nu dat u 20 jaar had belegd. Wat waren dan uw slechtst en best mogelijke
rendement geweest? Voor elke 20-jaarsperiode lag het rendement de afgelopen
40 jaar tussen de +3,6% en de +16,1%. Het verschil is dan nog maar 12,4%.
Beleggen loont, zeker op lange termijn
De tijd verkleint het risico van een negatief gemiddeld rendement
Aandelen wereldwijd (EUR)
Rendement op jaarbasis
60%
+45,7%
40%
R
S
I
0%
+3,6%
C
-20%
O
-38,2%
-40%
U ziet het: bij een 20-jaarsperiode is uw risico aanzienlijk afgenomen en is elk
+16,1%
I
20%
-60%
rendement ook nog eens positief. Door de factor tijd werd het risico kleiner.
0
Bij iedere willekeurige beleggingsperiode vanaf ongeveer 13 jaar waren alle
Aantal jaren waarin belegd werd (de beleggings-periode)
5
10
15
20
Min
Max
rendementen positief.
Gemiddeld rendement van de MSCI World Developed Markets Index in afgelopen 40 jaar (1973 t/m 2012)
bij verschillende beleggingsperiodes, na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse kosten van 0,5%.
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie
Op de lange termijn minder afwijking van het gemiddelde
rendement
voor de toekomst. U kunt uw inleg (gedeeltelijk) verliezen.
Bron: Ortec Finance Research Center (2013)
Bij beleggen neemt het risico dus af naarmate de beleggingstermijn toeneemt.
rendement in de buurt van het langetermijngemiddelde uitkomt. Dus hoe langer
Bij 15-jaarsperioden heeft beleggen altijd meer rendement
opgeleverd dan sparen
u uw geld kunt missen, hoe groter de kans op een aantrekkelijk rendement.
Ortec Financial Research Center heeft ook onderzocht vanaf welke beleggingsperiode
Uiteraard gelden de vermelde resultaten voor het verleden en kan er nooit een
beleggen in alle gevallen meer heeft opgeleverd dan sparen. In de grafiek op pagina 24
garantie worden gegeven voor toekomstige rendementen.
ziet u dat de tijd ook hierbij in het voordeel van beleggen werkt.
Anders gezegd: hoe langer de periode waarin u belegt, hoe meer uw behaalde
22
23
Bij langere periodes leverde beleggen meer op dan sparen,
ongeacht wanneer werd ingestapt
Bij 5-jaarsperiodes
Bij 10-jaarsperiodes
Bij 15-jaarsperiodes
26
26
23
 In de afgelopen 40 jaar is
bij elke 15-jaarsperiode een
hoger rendemet behaald dan
met sparen.
9
4
4
 Vaker een positief
rendement met beleggen
dan met sparen naarmate de
beleggingsperiode langer
wordt.
1
0
0
Aantalperiodes
periodes met
met negatief
beleggen
● Aantal
negatiefrendement
rendement
beleggen
Aantalperiodes
periodes met
met positief
maar
lager
dandan
sparen
● Aantal
positiefrendement
rendement
maar
lager
sparen
Aantalperiodes
periodes met
met hoger
dandan
sparen
● Aantal
hogerrendement
rendementbeleggen
beleggen
sparen
Bovenstaande vergelijking is gebaseerd op rendementen in de MSCI World Index voor verschillende periodes, in
verhouding tot rendement op spaargeld, in de afgelopen 40 jaar, na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse
 Vaker een positief rendement met
kostenbeleggen
van 0,5%. Bron:
Finance Research Center (2013)
dan Ortec
met sparen
naarmate de
beleggingsperiode langer wordt.
 In de afgelopen 40 jaar is bij elke
15-jaarsperiode een hoger rendement
behaald dan met sparen.
Bovenstaande vergelijking is gebaseerd op rendementen in de MSCI Developed Markets World Index
t/m 2012), na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse kosten van 0,5%.
Conclusie: bij langere perioden zou u vooral moeten overwegen
om te gaan beleggen …
Bron: Ortec Finance Research Center (2013)
Bij langere perioden mag u verwachten dat de slechte en goede jaren elkaar steeds
*) Het spaarrendement is het uitgekeerde bedrag op de uitstaande spaartegoeden.
meer compenseren. Hoe langer de periode, hoe waarschijnlijker dat uw gemiddelde
voor verschillende periodes, in verhouding tot rendement op spaargeld, in de afgelopen 40 jaar (1973
rendement in de buurt van het gemiddelde beleggingsrendement op lange termijn
komt en hoe groter uw kans op een aantrekkelijk rendement. Daarom zou u voor de
Wat hebben sparen, aandelen en obligaties op de zeer lange
termijn opgeleverd?
lange termijn vooral moeten overwegen om te gaan beleggen.
Naar de rendementen van sparen en beleggen wordt veel onderzoek gedaan.
Zo publiceert de Zwitserse bank en vermogensbeheerder Credit Suisse jaarlijks een
… en bij kortere perioden zou u vooral moeten gaan sparen
rapport met analyses van historische beleggingsrendementen. In het rapport van dit
Het omgekeerde geldt ook. Wilt u voor een kortere periode – zeg tot 2 jaar –
jaar staat dat in de 114-jaarsperiode van 1900 tot 2013 wereldwijd gespreide aandelen-
vermogen opzijleggen, dan zou u eigenlijk niet moeten beleggen. De kans op een
beleggingen, na aftrek van de inflatie, gemiddeld 5,2% rendement op jaarbasis
negatief rendement is dan simpelweg te groot en de tijd om een eventueel koers-
zouden hebben opgeleverd. Wereldwijd gespreide obligatiebeleggingen komen in
verlies in te lopen is in dat geval te kort. Bij kortere perioden zou u daarom vooral
dat geval uit op 1,8% rendement en beleggingen in kortlopend schatkistpapier, een
moeten gaan sparen.
benadering van het rendement op sparen, op 0,9% rendement.
(Bron: Credit Suisse Global Investment Yearbook 2014)
24
25
De verschillen tussen sparen en beleggen op een rij
Sparen
Sparen is geld
op een spaarrekening hebben
staan.
Beleggen
Beleggen is investeren in aandelen
en obligaties en in daarvan afgeleide
producten, zoals opties, aandelenfondsen en obligatiefondsen. De
waarde daarvan hangt af van de
beurskoersen en kan daardoor op
en neer gaan.
Wat krijgt u
ervoor terug?
Als u spaart,
ontvangt u
rente op uw
spaarrekening.
Het rendement dat u met beleggen
behaalt, is de som van de vergoedingen die u ontvangt (dividend,
rente) en de waardeveranderingen
(koersstijgingen en -dalingen).
Hoe zit het
met het risico
dat u loopt?
Als u spaart, loopt
u weinig risico.
De onzekerheid bij beleggen is
groter dan bij sparen. Als u belegt,
wordt de waarde van uw beleggingen namelijk bepaald door
vraag en aanbod (de financiële
markten).
Wat gebeurt er als de bank failliet gaat?
Voor spaarrekeningen geldt er, als de bank failliet gaat, per rekeninghouder voor
een maximumbedrag van Z 100.000 per bank een wettelijke bescherming: het
Bij beleggen kiest u zelf de mate
waarin u risico wilt lopen. ING werkt
met vijf verschillende beleggingsprofielen: van zeer voorzichtig
(‘Zeer defensief’) tot een zeer hoge
risicobereidheid (‘Zeer offensief’).
Welke kosten
horen erbij?
26
Aan sparen zijn bij
ING geen extra
kosten verbonden.
Wel is het nodig
dat u bij ING een
betaalrekening
heeft.
depositogarantiestelsel. Bij hogere bedragen loopt u risico. Bij beleggingen werkt het
anders als een bank ‘omvalt’. Uw beleggingsportefeuille blijft dan helemaal intact
en volledig uw eigendom. Uw beleggingen staan namelijk los van de failliete boedel
van de bank. Dit is vastgelegd in de wettelijke regels over ‘vermogensscheiding’.
Afgeleide producten zoals opties vormen een uitzondering.
Voor het aanhouden van een of
meer Beleggingsrekeningen
betaalt u bij ING een basisfee per
kwartaal. Daarnaast betaalt u een
variabele servicefee. Deze
servicefee wordt berekend over uw
gemiddelde belegde vermogen.
U betaalt geen kosten voor het online
aan- en verkopen van beleggingsfondsen en trackers. Voor de
volledigheid: aan beleggen in
beleggingsfondsen en trackers zijn
wel kosten verbonden. Die worden
berekend door het ‘fondshuis’ en in
de koers verwerkt. Meer informatie
over onze tarieven vindt u op ING.nl.
27
Rendement? Graag!
Maar hoe beheers ik
de risico’s?
28
“Toen ik twaalf was, vertelde mijn vader mij dat hij belegde. Dat fascineerde
mij enorm. Hij had aandelen in ABN, de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (KZO, later opgegaan in AKZO) en KLM. Het leek mij geweldig om
mede-eigenaar te zijn van bekende bedrijven en daarmee nog geld te
verdienen ook.”
29
“Toen ik veertien was, deed ik mijn eerste belegging: obligaties.
Volhouden, ook als de koersen dalen
Ik moest voorzichtig beginnen van mijn adviseur. Het was het begin
“In de afgelopen decennia is er veel veranderd. Na ruim twintig jaar werken in de
van een passie die later mijn beroep zou worden. Mijn eerste stappen
financiële sector zijn de passie en de daarbij horende emoties gebleven. Ik geef nu de
op het gladde beleggingsijs leverden al snel een teleurstelling op.
voorkeur aan een meer zakelijke benadering van het beleggen. En naast beleggingen
Toen de rente steeg, daalden mijn obligaties. Daar had ik niet op
heb ik ook een spaarrekening, als buffer voor onvoorziene uitgaven en voor doelen op
gerekend. Het weerhield mij er niet van om in de jaren daarna door te
kortere termijn. Want beleggen is toch vooral voor de langere termijn. Die tijd is je bond-
gaan met beleggen. Vooral in de jaren tachtig en negentig was dat heel
genoot doordat hij je de gelegenheid geeft om vol te houden, ook als de koersen
spannend. Er kwamen veel nieuwe bedrijven naar de beurs. Door mee
dalen. Als belegger heb ik moeten leren omgaan met recessies, crashes en mislukkingen.
te doen aan emissies was het makkelijk geld verdienen. Beleggen was
Angst, hebzucht en andere emoties bepalen ons gedrag als we beleggen. Die emoties
toen vooral leuk en het leverde nog wat op ook.”
kunnen ons in de weg staan bij het realiseren van onze doelen. Daarom vind ik een
gestructureerde aanpak van sparen en beleggen ook zo belangrijk.”
Prof. dr. J. Koelewijn
30
31
Spreiding over beleggingscategoriën biedt stabiliteit en dempt
risico’s
De belangrijkste vorm van spreiding: verdeling over soorten
beleggingen
Een bewezen manier om beleggingsrisico te beheersen, is spreiding. Door
Het schema laat goed zien dat de uiteenlopende beleggingscategorieën op verschillende
Toevoeging van 10% à 20%
beleggingen te combineren die op verschillende momenten stijgen en dalen, varieert
momenten stijgen en dalen. Om uw risico’s te beperken is het dan ook verstandig om
aandelen aan een obligatie-
de waarde van het geheel niet meer zo sterk. De beste demping van het risico krijg je
uw beleggingen over verschillende soorten beleggingen te spreiden. Maar er komt
portefeuille vergroot de
met beleggingen die tegengesteld aan elkaar bewegen. Een klassieke vorm van
ook nog iets anders bij kijken. Het is belangrijk dat het risico van uw totale portefeuille
diversiteit en optimaliseert
spreiding is het combineren van aandelen en obligaties. Een – sterk vereenvoudigde
in overeenstemming is met uw beleggingsprofiel: uw risicobereidheid en de
de risico-rendementsver-
– verklaring daarvoor is de volgende. Als het goed gaat met de economie, kunnen
verwachte beleggingstermijn. Bij het combineren van beleggingen met als doel
bedrijven meer winst maken en stijgen de aandelenkoersen. Maar vaak gaat dan
risicobeheersing kunt u er namelijk ook nog voor kiezen om het accent te leggen op
ook de rente omhoog, wat weer slecht is voor obligaties. Gaat het minder goed met
categorieën met meer risico (bijvoorbeeld aandelen) of juist minder risico (bijvoorbeeld
de economie, dan gebeurt het omgekeerde: de aandelenkoersen en de rente
obligaties). De verhouding tussen de hoofdcategorieën zakelijke waarden (aandelen en
dalen, waardoor de obligatiekoersen juist stijgen. Als de koersen van beleggingen
vastgoed) en vastrentende waarden (obligaties) wordt de vermogensverdeling of
ongelijk bewegen, zegt men dat de samenhang (correlatie) laag is. Een goede
assetallocatie genoemd. Deze hoofdcategorieën kennen op hun beurt weer verschillende
spreiding is dus een kwestie van het combineren van beleggingen met een lage
subcategorieën en zijn bijvoorbeeld onderverdeeld naar geografische regio, bedrijfs-
correlatie. Hoe minder samenhang, hoe beter de spreiding.
sector of soort obligatie. Door ook binnen deze subcategorieën te spreiden, zorgt u
houding ervan. Anders
gezegd: meer diversiteit
verlaagt het risico en/of
verhoogt de rendementskansen van een portefeuille.
(Bron: Markovitz, 1952, 1959)
ervoor dat uw portefeuille niet onevenredig hard wordt getroffen als een bepaalde
Spreiding over diverse beleggingscategorieën biedt stabiliteit en
vermindert risico’s
regio of sector door een economisch moeilijke fase gaat. De belangrijkste manier
van spreiden is het kiezen voor een combinatie van verschillende hoofdcategorieën.
Totaalrendement (%) van beleggingscategorieën in 10 jaar
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
beste 34,96%
23,66%
55,04%
30,37%
26,07%
5,81%
73,44%
30,35%
6,09%
27,54%
30,02%
19,75%
37,60%
29,03%
7,21%
5,75%
60,99%
27,48%
3,16%
21,25%
Ongekend hoog risico Nederlandse beleggers
28,81%
16,88%
31,15%
18,60%
4,93%
0,51%
60,26%
20,14%
3,08%
18,24%
Uit onderzoek weten we dat veel Nederlandse beleggers slechts in een beperkt
18,71%
11,92%
26,78%
18,08%
4,42%
-27,37%
41,18%
19,89%
1,68%
17,50%
16,50%
11,71%
25,90%
13,20%
3,34%
-28,37%
33,63%
14,91%
-1,84%
16,80%
13,78%
10,32%
21,73%
8,26%
1,08%
-37,24%
31,16%
14,38%
-4,43%
15,29%
uit de AEX- of AMX-index. Beleggen in Nederlandse bedrijven als Philips, Shell,
slechtste
aantal bedrijven beleggen en dan ook nog eens vrijwel uitsluitend in bedrijven
11,28%
7,26%
8,66%
7,93%
0,70%
-42,43%
26,72%
10,13%
-6,40%
14,75%
Akzo, Unilever en Ahold geeft waarschijnlijk een vertrouwd gevoel. Maar uit
5,69%
6,95%
6,09%
3,51%
-1,18%
-48,15%
4,88%
7,66%
-13.09%
10,58%
oogpunt van spreiding is het een slechte zet. Niet alleen biedt een portefeuille
2,75%
6,12%
2,20%
3,02%
-5,93%
-50,76%
2,31%
2,93%
-15,44%
9,71%
2,50%
2,18%
2,15%
0,00%
-7,22%
-51,65%
1,74%
1,12%
-17,12%
1,19%
n Europese small-caps
n Europese mid-caps
n High-yield
n Europese large-caps
n Internationaal
n Opkomende markten
n Bedrijfsobligaties
n Evenwichtige portefeuille
n Staatsobligaties
n Spaarrekening
Bron: BlackRock, Thomson Reuters Datastream Per 31 december 2012.
In dit schema ziet u dat er van jaar tot jaar grote verschillen zijn in de rendementen van beleggings-
met pakweg vijf aandelen een slechte spreiding (dertig tot veertig is beter), ook
de relatief grote gevoeligheid voor de Nederlandse economie (concentratierisico)
zorgt voor een verhoogd risico. ING gelooft in een wereldwijde spreiding van
aandelenbeleggingen, met regionale accenten. Voor een optimale risico-rendementsverhouding kunnen die dan weer worden gecombineerd met obligaties en
vastgoedaandelen.
(Bron: ING, 2014)
categorieën. Die rendementen zijn moeilijk te voorspellen, maar dat hoeft geen ramp te zijn. Door uw
beleggingen te spreiden verdeelt u het risico en verbetert u uw kansen op een goed rendement
bij een gematigd risico.
 Belangrijkste vorm van
spreiding: diversiteit van
beleggingscategorieën
binnen een portefeuille
32
 Let bij spreiding ook op
samenhang (‘correlatie’)
categorieën
 Goede spreiding
aanbrengen is een
complexe opgave
33
Verhouding tussen aandelen en obligaties:
het beleggingsprofiel
Het beleggingsrisico van een portefeuille wordt dus voor een belangrijk
Om risico’s te beheersen, stemt u uw portefeuille af op uw doel,
looptijd en risicobereidheid
Beleggingsprofielen: Verhouding zakelijke / vastrentende waarden
deel bepaald door de verhouding tussen aandelen en obligaties (de
assetallocatie). Deze verhouding komt tot stand op basis van het
beleggingsprofiel dat u als belegger kiest op grond van uw doel, de
Zeer offensief
Offensief
Neutraal
Defensief
Zeer defensief
>16 jaar
12-16 jaar
8-12 jaar
4-8 jaar
2-4 jaar
90%
beleggingstermijn en uw risicohouding. Voor wie begint met
gestructureerd beleggen is het vaststellen van het beleggings-
70%
profiel dan ook de eerste en uiterst belangrijke stap.
50%
30%
Bij ieder doel horen specifieke risicokenmerken en
dus een specifiek beleggingsprofiel
In de grafiek hiernaast ziet u dat bij het beleggingsprofiel ‘Zeer
offensief’ sprake is van de volgende standaardverdeling: 10%
10%
Bron: ING (2013)
n Vastrentende waarde
n Zakelijke waarde
vastrentende waarden (obligaties) en 90% zakelijke waarden
(aandelen en vastgoed). Bij het andere uiterste, het beleggingsprofiel
‘Zeer defensief’, is het net andersom: 90% vastrentende waarden en
10% zakelijke waarden. Hoe langer de verwachte beleggingshorizon
en hoe groter uw risicobereidheid, hoe beter een groot percentage
 Bepaal uw doel, looptijd en
risicobereidheid
 Beleggen is: bewust risico’s
nemen in ruil voor een
verwacht rendement
 Selecteer een
samenstelling van uw
portefeuille op basis
van uw doel, looptijd en
risicobereidheid
zakelijke waarden bij uw assetallocatie past. Per doel bepaalt u uw
assetallocatie op basis van de verwachte looptijd en uw risicobereidheid. Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat uw assetallocatie altijd
aansluit bij uw doel, de verwachte looptijd en uw risicobereidheid.
34
35
E motionele cyclus van de belegger
Koersen - dure markt
Neerwaarts risico is hoog
Euforie
Bezorgdheid
Sensatie
Neiging
tot kopen
Opwinding
Ontkenning
Neiging
tot verkopen
Neiging
tot kopen
Angst
Vertwijfeling
Optimisme
Optimisme
Paniek
Opluchting
Overgave
Koersen - goedkope markt
Opwaarts potentieel is hoog
 B
eleggersgedrag:
beleggers kopen vaak
tegen hoge prijs en verkopen vaak tegen lage prijs
Wanhoop
 Emoties spelen bij
beleggen altijd een rol
Hoop
Depressie
 Risicobereidheid is een
persoonlijke zaak en heeft
een emotionele kant
Uw beleggingsprofiel tussentijds aanpassen
De angst voor verlies
U kunt de verdeling van uw beleggingen altijd tussentijds aanpassen, bijvoorbeeld als
Financiële beslissingen kunnen een grote invloed op uw leven hebben. Zeker als u
uw doel bijna is bereikt, als de looptijd eindigt of als uw risicobereidheid is veranderd.
gaat beleggen: dat kan een hoop emoties oproepen. De koersen van beleggingen
Heeft u meerdere doelen, dan kunt u per doel een andere risicobereidheid hebben.
kunnen fors bewegen, waardoor op de korte termijn winsten en verliezen elkaar zullen
Ook de looptijd kan invloed hebben op uw risicobereidheid (en daarmee dus ook op
afwisselen. Het hogere rendement op de lange termijn is aantrekkelijk. Dat is nu net het
de assetallocatie).
argument om te gaan beleggen. Maar de begrijpelijke angst van veel beleggers is dat
ze hun geld zullen kwijtraken. Als de koersen dalen, krijgt u al snel last van spijt. ‘Had
ik er niet beter aan gedaan om nog even te wachten?’ ‘Zal ik er dan nu maar uitstappen,
Spreiding via een beleggingsfonds
om terug te komen in de markt als het weer wat beter gaat?’ De emoties van beleggers
Als u in een beleggingsfonds of indexfonds (‘tracker’) investeert, hoeft u niet zelf
volgen meestal de ups en downs van de koersontwikkeling, zoals de onderstaande
specifieke aandelen of obligaties te selecteren. Bij een beleggingsfonds belegt u
cyclus weergeeft.
als het ware in een mandje met verschillende aandelen en/of obligaties die door
de fondsbeheerder zijn geselecteerd. Een belangrijk voordeel daarbij is dat u een
beleggingsfonds kunt kiezen dat uit zichzelf al bij uw doelstellingen en risico-
Laat behalve de tijd ook de marktbewegingen voor u werken
bereidheid past omdat er sprake is van een specifieke verdeling over verschillende
De angst om te verliezen neemt toe als de markten dalen. Juist dan gaan veel beleggers
beleggingscategorieën. U bereikt daardoor direct een goede spreiding en bent
verkopen, uit vrees voor nog meer verlies. Zij willen pas weer in de markt terugkomen
minder kwetsbaar als een bepaald aandeel minder goed presteert. Voor hulp bij
als zij zeker weten dat de koersen zich herstellen. De harde realiteit is dat zij vaak
het selecteren van beleggingsfondsen en trackers kunt u de sites morningstar.nl
pas weer instappen nadat de koersen alweer zijn gestegen. Uit de onderstaande
en lipperleaders.com en de Top 100 beleggingsfondsen van Elsevier raadplegen.
tabel blijkt wat er gebeurt als beleggers ‘achter de markt aan lopen’, waardoor zij
Bij alle drie worden beleggingsfondsen en trackers op diverse criteria beoordeeld,
rendement mislopen. Hoe moeilijk het ook is: u zult moeten vasthouden aan het doel
zoals het verwachte rendement in relatie tot de risico’s.
dat u heeft bepaald. De koersbewegingen zijn onvoorspelbaar en het heeft eigenlijk
geen zin om daarop te willen inspelen. U kunt het best uw vermogen, de tijd en ook
de marktbewegingen voor u laten werken. Als het goed is, wordt u niet geraakt door
de koersbewegingen op de korte termijn. U belegt immers met vermogen dat u niet
direct nodig heeft.
36
37
Het beste in- of uitstapmoment is niet te timen
Index over de afgelopen 20 jaar (1993-2012)
600.000
instappen is niet te timen.
313.571
213.696
200.000
155.490
117.935
90.960
Belegd
blijven
Spreiding in de tijd
De markt timen blijkt dus een illusie te zijn. Dat wil niet zeggen dat u helemaal niets
om de beurs te timen.
 Het juiste moment van kunt doen. Zo is het verstandig om met enige regelmaat tussentijds de balans op te
497.622
400.000
Controleer af en toe of uw portefeuille nog aansluit bij uw
beleggingsprofiel
5 beste
beursdagen
missen
10 beste
beursdagen
missen
15 beste
beursdagen
missen
20 beste
beursdagen
missen
26 beste
beursdagen
missen
maken. U kunt dan nagaan of u op koers ligt, of uw doel nog haalbaar is en of u wel of
 Blijf belegd want niemand
geen veranderingen in uw portefeuille moet doorvoeren. Het kan zijn dat de samenkan voorspellen hoe markten
van uw beleggingsportefeuille of gehele vermogen niet meer aansluit bij uw
reageren. Het risico dat u stelling
een
verkeerde timing kiest is
doelstellingen en uitgangspunten. Als de aandelenkoersen sterk zijn gestegen, kan het
zeer groot.
verstandig zijn om een deel van uw aandelen te verkopen en de opbrengst in vastrentende
 Houd daarom vast aan de
aanpak die u vooraf heeft waarden (obligaties) te beleggen, waardoor uw portefeuilleverdeling
vastgesteld en laat u niet
uw oorspronkelijke plan en uw beleggingsprofiel.
leiden door emoties.
weer aansluit bij
 Het juiste moment van
instappen is niet te timen.
 B
lijf belegd want niemand
 H
oud daarom vast aan de
kan voorspellen hoe
aanpak die u vooraf heeft
op het rendement. Bron: BlackRock, Thomson Reuters Datastream (2013), MSCI Europe Index (dividenden herbelegd)
markten reageren. Het risico
vastgesteld en laat u niet
dat u een verkeerde timing
leiden door emoties.
kiest is zeer groot.
38
een goed idee om bijvoorbeeld iedere maand
op dezelfde dag een vast
bedrag in een beleggingsfonds te beleggen.
Op die manier spreidt u
over diverse aankoop-
Komt de einddatum van uw beleggingen in zicht? Dan is het raadzaam om het risico
koersen en verlaagt u het
van uw portefeuille te verminderen door geleidelijk aan uw beleggingsprofiel – en
risico van een toevallige
dus uw beleggingen – aan te passen aan de kortere resterende looptijd. Bijvoorbeeld
hoge aankoopkoers.
door de aandelen in te ruilen voor obligaties of zelfs alle beleggingen te verkopen
garantie voor de toekomst. Er is geen rekening gehouden met service fee. Deze service fee moet in
en de opbrengst op een spaardeposito te zetten. Als de aandelenkoersen tegen
Europe Index (dividenden herbelegd)
voor uw inleg. Zo is het
Beleggingsrisico als de einddatum in zicht komt
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen
mindering worden gebracht op het rendement. Bron: BlackRock, Thomson Reuters Datastream (2013), MSCI
Dat heeft ook gevolgen
uw aankopen in de tijd
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de
toekomst. Er is geen rekening gehouden met service fee. Deze service fee moet in mindering worden gebracht
Het is vrijwel onmogelijk
het einde van de looptijd sterk zouden dalen, heeft u immers geen tijd meer om het
herstel af te wachten.
39
De relatieve waarde van de AEX-index
Vaak denken mensen: ‘Als ik in de AEX was gestapt toen die boven de 700 punten
stond, was ik bij een AEX van 400 punten drie zevende van mijn vermogen kwijt
geweest.’ Maar zo simpel ligt het niet. Bij die redenering wordt namelijk
voorbijgegaan aan de winstuitkering van bedrijven aan hun aandeelhouders:
het dividend. Die winstuitkering bedraagt historisch gezien gemiddeld 3 tot
3,5% per jaar. Dividend vormt daarmee een wezenlijk deel van het rendement,
op de lange termijn gemiddeld zelfs bijna de helft. Bij de dagelijkse berekening
van de stand van de AEX-index worden de uitgekeerde dividenden echter buiten
beschouwing gelaten.
Onzeker? Vermogensbeheer biedt uitkomst
Overigens adviseert ING
Werkelijke rendement AEX de afgelopen tien jaar: 63,8%
Wie bij beleggen graag gebruikmaakt van de expertise van professionals, kan
voor aandelenbeleggingen
Bij de berekening van bijvoorbeeld de stand van de Duitse beursindex Xetra
ervoor kiezen om niet zelf te beleggen maar dit door anderen te laten doen. Dat
een wereldwijde spreiding,
Dax en de Amerikaanse S&P 500 Index wordt wél rekening gehouden met
heet vermogensbeheer. Uw beleggingsportefeuille in zijn geheel of gedeeltelijk
al dan niet met regionale
uitgekeerde dividenden. Deze laten dan ook recordhoogten zien waarbij de
laten beheren is tegenwoordig bijzonder makkelijk en betaalbaar. U heeft in dat
accenten. Een belegging
AEX-index bleek lijkt af te steken. Na tien jaar is het verschil bijna de helft. Wie in
geval weinig omkijken meer naar uw beleggingen, terwijl u wel zicht houdt op uw
2005 zou zijn ingestapt in de AEX, zou feitelijk niet slechts 14,5% brutorendement
portefeuille, middels periodieke rapportages en toelichtingen op het gevoerde
hebben behaald (de stijging van de AEX-index tussen 2005 en 2014), maar 63,8%
beleid. Beleggen met Beheer kan u ook helpen om vast te houden aan de gekozen
(de koersstijging plus de opbrengst van uitgekeerde en herbelegde dividenden).
langetermijnstrategie als het even tegenzit. Veel particuliere beleggers vinden het
namelijk een rustgevende gedachte dat hun portefeuille wordt beheerd door professionals
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde
die er dagelijks oog op houden. De beleggingsstrategie wordt altijd bepaald op basis
resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Bij de genoemde
van uw wensen en uitgangspunten. Deze past dan ook altijd bij uw beleggingsprofiel
percentages is geen rekening gehouden met de servicefee. Deze moet in
en het risico dat u wilt nemen. Ook wie zelf belegt, doet er goed aan om de gekozen
mindering worden gebracht op het rendement.
langetermijnstrategie voor ogen te houden. Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman
(Bron: Thomson Reuters Datastream, april 2014)
adviseert beleggers om niet te vaak naar hun portefeuille te kijken. Wie iedere keer
in de AEX zorgt namelijk
voor een hoger beleggingsrisico dan een belegging
in de MSCI World Index.
weer ziet wat zijn portefeuille doet, krijgt sneller de neiging om in actie te komen. Dat
is volgens Kahneman niet verstandig, met name omdat vooral na koersdalingen veel
mensen de neiging hebben om te verkopen. Het is beter om op gezette tijden in alle
rust de stand van zaken te beoordelen.
(Bron: Money Magazine, 2001)
40
41
Twee praktijkvoorbeelden
Zo hebben Frank en Chantal het aangepakt
William heeft een heel andere aanpak
Dit zijn Frank (35) en Chantal (32). Zij zijn de ouders van Floris (2) en er is nog een
Dit is William (65). William is getrouwd en is met pensioen. Hij belegt al langere tijd,
tweede kind op komst. Frank en Chantal hebben diverse financiële doelen.
en met succes: zijn beleggingsportefeuille heeft een waarde van enkele tonnen. Hij wil
dat geld te zijner tijd aan zijn kinderen en kleinkinderen overdragen. Hij wil niet te veel
Studiepotje
risico lopen met zijn beleggingen, omdat hij wil dat de waarde (de koopkracht) van
Om over een jaar of vijftien te kunnen bijdragen aan de studie van hun kinderen,
zijn vermogen in stand blijft. Daarvoor moet het rendement opwegen tegen de inflatie
hebben zij besloten om maandelijks Z 100 opzij te leggen. Bij sparen levert dit ze bij een
en de belasting. William houdt rekening met 2% inflatie en 1,2% belasting en heeft dus
gemiddeld nettorendement van 2% in vijftien jaar Z 20.971 op. Als zij de maandelijkse
een gemiddeld rendement nodig van minimaal 3,2%. Hij belegt volgens het beleggings-
storting beleggen, groeit hun studiepotje bij een gemiddeld nettorendement van 4%
profiel ‘Defensief’. Daarmee is hij de afgelopen jaren boven de 3,2% uitgekomen.
aan tot Z 24.609.
Pensioenpotje
Daarnaast willen Frank en Chantal vermogen opbouwen om na hun pensionering
een appeltje voor de dorst te hebben. Daarvoor willen zij een deel van hun spaargeld
inzetten. Zij beleggen daarom Z 15.000, met een beleggingshorizon van 35 tot 40 jaar.
Bij een nettorendement van 5% levert dat Z 82.740 tot Z 105.600 op.
Aflossing hypotheek
Ook voor het aflossingsvrije deel van hun hypotheek bouwen zij vermogen op.
Over 22 jaar moet er Z 120.000 worden afgelost. Daarom gaat er iedere maand Z 750
naar een speciale beleggingsrekening, die aan de hypotheek is gekoppeld. Al bij
een gemiddeld rendement van 5% halen zij hun doelbedrag.
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten
bieden geen garantie voor de toekomst. U kunt uw gehele inleg kwijtraken.
42
43
Hoe kan ING u helpen?
Vermogensopbouw door
sparen + beleggen
Voor de meeste mensen is een combinatie van sparen en beleggen de beste
manier om vermogen op te bouwen. Bij beleggen heeft u met meer onzekerheid
te maken dan bij sparen. Anderzijds is er bij beleggen kans op dat u uiteindelijk
een hoger rendement behaalt. Het is belangrijk om na te gaan welke risico’s
u bereid bent te lopen. Op basis van uw risicobereidheid en de tijd die u (nog)
heeft om uw financiële doelen te bereiken, bepaalt u welke vermogensvormen
het best bij u en uw doelen passen. Als hulpmiddel kunt u het hierna volgende
schema gebruiken.
45
Doelen
 Buffer
 Vakantie
 Onderhoud woning
 Verbouwing
 Auto
 Wereldreis
 Aflossing hypotheek
 Studie kinderen
 Vermogens opbouw/
overdracht
Horizon
Korte termijn
ca. 0-2 jaar
Middellange termijn
ca. 2-12 jaar
Lange termijn
>12 jaar
 Beleg alleen met geld dat
niet direct nodig is en houd
een buffer achter de hand
Vorm van vermogensopbouw
Variabel sparen
(Deposito) sparen &
beleggen
 Bepaal vooraf uw financiële doelen, looptijd
en uw risicobereidheid
 Bepaal vooraf uw financiële
doelen, looptijd en uw
risicobereidheid
Beleggen
 B
eleg alleen met geld dat niet direct nodig is
en houd een buffer achter de hand
Hoe nu verder?
Persoonlijk vermogensgesprek over uw financiële situatie
Of je nu jong bent of oud, werkt of met pensioen bent en wel of geen kinderen hebt:
Tijdens een vermogensgesprek met een van onze adviseurs kunt u uw persoonlijke
het is altijd belangrijk om je financiële situatie op orde te hebben. Omdat wij willen
wensen en mogelijkheden bespreken om vermogen op te bouwen, te sparen,
dat het financieel goed met u gaat en dat u nu en in de toekomst uw financiële keuzes
pensioen op te bouwen en uw vermogen door te geven. Met vrijblijvende tips en
weloverwogen kunt maken, geven we u meer inzicht in uw financiële situatie. En als u
adviezen helpen wij u op weg bij het nemen van uw beslissingen.
dat wilt, adviseren wij u graag over het opbouwen van vermogen op een manier die
het best bij u past. U heeft bij ING de keuze uit diverse spaar- en beleggingsvormen
om vermogen op te bouwen en uw vermogen in stand te houden. Uw persoonlijke
Rendementswijzer geeft u inzicht
situatie en behoeften dienen daarbij als uitgangspunt. Wij helpen u graag op weg,
Onze Rendementswijzer op ING.nl geeft u in drie stappen inzicht in mogelijke
bijvoorbeeld met onze online informatie, onze handige tools en een persoonlijk
verdelingen van uw vermogen over sparen en beleggen en de daarbij behorende
vermogensgesprek.
mogelijke rendementen.
Wij delen onze expertise graag met u
Het ING Investment Office deelt zijn expertise op het gebied van economie en
beleggen graag met u, onder andere via toegankelijk geschreven rapporten.
En middels beleggingsadviezen, als u volgens een van onze beleggingsstrategieën
belegt. Het ING Investment Office geeft bovendien regelmatig online seminars over
actuele financiële onderwerpen.
46
47
Spaarvormen en -tools
U kunt bij ING kiezen uit diverse spaarvormen, zoals sparen met een variabele rente,
sparen met een vaste rente, banksparen en doelsparen. De productkeuzetool op ING.nl
geeft u inzicht in welke spaarvorm het best bij uw doel past. En met onze Spaarplanner
berekent u eenvoudig hoeveel u moet sparen om een bepaald doel te bereiken.
Buffer voor onvoorziene uitgaven
Een goed gestructureerde vermogensopbouw begint met inzicht in uw wensen
en mogelijkheden. Allereerst is het verstandig om een deel van uw vermogen als
buffer aan te houden, zodat u zich bij onvoorziene uitgaven niet direct zorgen hoeft te
maken. Met de BufferBerekenaar op ING.nl kunt u een indicatie krijgen van hoe groot
uw buffer zou moeten zijn. Kijk daarnaast eens goed naar het totaalplaatje van uw
vermogen. Heeft u bijvoorbeeld een hypotheek of persoonlijke lening? Dan kan het
verstandig zijn om deze eerst (deels) af te lossen. Als u vervolgens nog geld overhoudt,
is de beslissing om te gaan beleggen een logische en verstandige.
Beleggingsvormen en -tools
Op het gebied van beleggen heeft u bij ING vier mogelijkheden: Beleggen met
Beheer, Beleggen met Advies, Zelf Vermogensopbouw en Zelf Beleggen. Met behulp
48
van de tool Keuzehulp Beleggen op ING.nl kunt u nagaan welke manier van beleggen
Meer weten?
het best aansluit bij uw wensen.
Op ING.nl vindt u uitgebreide informatie, adviezen en handige tools.
49
Disclaimer
Dit is een publicatie van ING Bank N.V. ING Bank N.V. is statutair gevestigd te Amsterdam,
handelsregisternummer 33031431, en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB)
en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Hoewel ING Bank N.V. de grootste zorg heeft besteed
aan de informatie zoals die is opgenomen in deze publicatie, aanvaardt zij geen aansprakelijkheid
voor de volledigheid en juistheid van deze publicatie. Aan de verstrekte informatie kunnen geen
rechten worden ontleend. Beleggen brengt risico’s met zich mee. U kunt uw gehele inleg kwijtraken.
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen
garantie voor de toekomst.
50
TP2290-1B
©
ING Nederland
Postbus 1800, 1000 BV Amsterdam
ING.nl/sparenenbeleggen
Gedrukt met
Bio inkt & lak
© Drukkerij Tesink
Download