Denk vooruit De kracht van sparen + beleggen Waarom nadenken over vermogensopbouw? Graag willen wij het met u hebben over vermogensopbouw. Dit is een actueel onderwerp. In Nederland worden we namelijk voor steeds meer voorzieningen zelf verantwoordelijk. Financieel fit zijn, nu en later, wordt dus nóg belang­rijker. ING helpt u daar graag bij. Samen met prof. dr. J. Koelewijn, adviseur op het gebied van financieringen en beleggingen, hebben wij interessante informatie over sparen en beleggen voor u op een rij gezet. Omdat wij u graag willen inspireren om vooruit te denken. 3 Inhoud Geld opzijleggen is belangrijker dan ooit 6 De kracht van tijd maal rendement 12 Sparen biedt zekerheid, maar heeft een keerzijde 16 Beleggen biedt zicht op een hoger rendement 20 Rendement? Graag! Maar hoe beheers ik de risico’s? 28 Hoe kan ING u helpen? Vermogensopbouw door sparen + beleggen 44 Prof. dr. J. Koelewijn (1956) is deeltijdhoogleraar Corporate Finance aan de Nyenrode Business Universiteit en heeft een eigen adviespraktijk. Eerder was hij onder andere analist/vermogensbeheerder bij MeesPierson, hoofd beleggingsstrategie bij IRIS (de inmiddels opgeheven joint venture van Rabobank en Robeco) en hoofd research bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Professor Koelewijn heeft Algemene Economie gestudeerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam en is daar gepromoveerd op een onderzoek naar het toezicht op de bankensector. De uitnodiging van ING om een bijdrage te leveren aan deze uitgave over sparen en beleggen heb ik met plezier aanvaard. Voor veel Nederlanders wordt het zelfstandig opbouwen van vermogen voor henzelf of de volgende generatie steeds belangrijker. Het opbouwen van vermogen kan, afhankelijk van uw wensen en mogelijkheden, plaatsvinden door te sparen en door te beleggen. Sparen doet u voor de korte termijn. Op de lange termijn was het rendement bij sparen in het verleden echter altijd minder dan bij beleggen. Met beleggen kunt u meer rendement behalen, maar de risico’s zijn hierbij groter. Omdat beleggen risicovoller is, is daarbij een zorgvuldige en gestructureerde aanpak nodig. Met mijn inbreng hoop ik eraan bij te dragen dat u uw doelen kunt realiseren en daartoe weloverwogen beslissingen zult nemen. De grootste uitdaging bij beleggen is het beheersen van je emoties. Door het beleggen gestructureerd aan te pakken, verkleint u de kans dat u kostbare fouten maakt en vergroot u de kans op een aantrekkelijk rendement. 4 5 Geld opzijleggen is belangrijker dan ooit De economische en maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren hebben het er voor de meeste Nederlanders niet eenvoudiger op gemaakt om financieel fit te zijn. Terwijl de eigen verantwoordelijkheid om financieel fit te zijn door onder meer het beperken van de sociale voorzieningen juist is toege­nomen. De overheid versobert de regelingen voor werkloosheid en ziektekosten, we gaan steeds later met pensioen (waarbij de hoogte van het pensioeninkomen niet meer zo zeker is als vroeger) en wisselen steeds vaker van werkgever, de werkloosheid is relatief hoog (en stijgt nog steeds) en de huizenmarkt is structureel anders dan voor 2008. Deze veranderingen hebben invloed op onze financiële situatie en vergroten de noodzaak om financieel tegen een stootje te kunnen. Voor de meeste Nederlanders betekent dit dat zij er goed aan doen om zelf een vermogen op te bouwen. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen motieven om vermogen op te bouwen, maar wij zien vier algemene ontwikkelingen die voor de meeste Nederlanders vergaande gevolgen kunnen hebben. 7 We worden met zijn allen steeds ouder. Dat betekent wellicht dat we langer van ons pensioen genieten, maar zorgt ook voor meer druk op de pensioenkosten. Daardoor moeten we meer geld opzijleggen voor ons toekomstige inkomen. Voor alle hypotheken 1. De hypotheekrenteaftrek neemt af dus op zijn achttiende – gaat studeren, bedragen de studiekosten straks Z 43.000, en Een pensioenbreuk daalt sinds 2013 het maxi- Vroeger werd er door Nederlanders gespaard voor de aankoop van een eigen als hij op kamers gaat zelfs Z 71.000. Veel ouders zullen dit bedrag voor hun kind of ontstaat als een werk- male belasting­tarief waar- woning. Toen het bezitten van een eigen woning na de Tweede Wereldoorlog popu- kinderen bij elkaar willen sparen, al is het ook mogelijk dat het kind een deel van het nemer bij een volgende tegen de hypotheekrente lairder werd, gingen we voor ons huis een bedrag lenen, dat we vervolgens in twintig benodigde geld leent. Op zich is er niets mis met dat laatste, maar in combinatie met werkgever een hoger mag worden afgetrokken. of dertig jaar aflosten. Tegen het eind van de vorige eeuw ontstond de trend om het de hierboven genoemde hypotheekontwikkelingen ontstaat er voor de komende salaris krijgt. De eerder bedrag dat voor een huis werd geleend pas af te lossen als het huis werd verkocht: generaties wel een lastige situatie. Dit tarief gaat jaarlijks met 0,5% omlaag tot uiteindelijk maximaal 38% belastingvoordeel. de aflossingsvrije hypotheek. Ruim 40% van de Nederlanders heeft nu een geheel opgebouwde pensioenrechten zijn dan namelijk of gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek. Ongeveer 30% van alle huizen is op dit gebaseerd op het vorige, moment echter minder waard dan de hypotheekschuld die erop rust. Daar komt nog 3. Onze pensioenen versoberen bij dat de hypotheekrente sinds 2001 nog maar maximaal dertig jaar aftrekbaar is. Een van de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar is dat onze Voor onze kinderen wordt het waarschijnlijk helemaal lastig. Er liggen voorstellen om collectieve pensioensystemen, zoals de AOW en de bedrijfspensioenregelingen, hun nog maar tot 80% van de woningwaarde te financieren. Voor een starterswoning van grenzen hebben bereikt. De rente is al lange tijd heel laag, het aantal jongeren daalt Z 125.000 heeft een starter dan dus een eigen vermogen nodig van Z 25.000. Dat zou terwijl er meer ouderen bij komen en de gemiddelde levensverwachting stijgt. Van alle Nederlanders een maatregel zijn met langetermijngevolgen. Kortom: het bezitten van een huis heeft Daardoor wordt het voor pensioenfondsen steeds moeilijker om de toegezegde weet 22% procent niet of niet alleen nu impact, maar ook later. uitkeringen te verstrekken. Veel pensioenfondsen hebben de afgelopen jaren hun hij pensioen opbouwt en pensioenuitkeringen niet aan de inflatie kunnen aanpassen (indexeren). Meerdere 43% niet dat hij straks fondsen hebben hun uitkeringen zelfs moeten verlagen. Deze ontwikkelingen drukken langer moet doorwerken. 2. De studiefinanciering verandert op de koopkracht van onze pensioenen. De inflatie gaat immers door, terwijl de Ook de studiefinanciering is een regeling waaraan wordt gesleuteld. Langstudeerders pensioenen hetzelfde blijven. Bovendien zijn veel pensioenregelingen versoberd. zijn inmiddels al aangepakt. En er liggen voorstellen om de studiefinanciering om te Zo is er inmiddels bij vrijwel alle bedrijfspensioenregelingen sprake geweest van een zetten in een leenstelsel. Weet u wat een studerend kind bij benadering kost, omzetting van eindloon in middelloon. Ook wisselen we steeds vaker van baan, uitgaande van een studie van vier jaar? Voor een kind dat thuis blijft wonen, is dat in waardoor er een pensioenbreuk kan ontstaan. Kortom: de pensioenen die we van onze totaal ongeveer Z 30.000. Voor een kind dat op kamers woont, is dat zelfs Z 50.000. werkgever krijgen, verschralen en zijn onzekerder geworden. Wil je je inkomen straks Maar wie nu jonge kinderen heeft, redt het niet met deze bedragen als de inflatie op peil kunnen houden, dan zul je zelf iets moeten doen. lagere salaris. (Bron: Towers Watson, 2013.) gemiddeld op 2% per jaar uitkomt. Voor een peuter van twee die over zestien jaar – 8 9 Het bruto binnenlands Wie voor het ondernemerschap kiest, bouwt sowieso geen pensioen (meer) op bij Kortom: vermogensopbouw wordt steeds belangrijker product (bbp) is de totale een werkgever en zal zelf volledig de verantwoordelijkheid moeten nemen voor het Het wordt al met al dus steeds belangrijker om financieel fit te zijn en bewust uw geldwaarde van alle in inkomen na zijn pensionering. financiële toekomst te plannen. Inzicht in uw toekomstige vermogensopbouw is daar een land geproduceerde een belangrijk onderdeel van. Met onze informatie helpen wij u graag om dit inzicht te goederen en diensten. krijgen. Zodat u uw geldzaken op orde heeft, voor nu en voor later. Volgens ons gaat In 2012 bedroeg ons bbp 560 miljard euro. Daarvan ging 73,9 miljard op aan zorg. (Bron: Centraal Plan Bureau.) 4. Oplopende zorgkosten het daarbij om de volgende zaken: Ook de oplopende zorgkosten zullen tot een toenemende versobering van de voorzieningen leiden. Nu al moeten bewoners van AWBZ-instellingen een eigen bijdrage 1. Geld opzijleggen voor later. Iedereen die maandelijks een bedrag kan betalen. Door de stijging van de levensverwachting en van het aantal ouderen wordt reserveren, kan vermogen opbouwen. Een groot startkapitaal of enorme stortingen de noodzaak om de zorgkosten te beheersen alleen maar groter. Op dit moment zijn hier niet voor nodig. wordt de financiering van de zorgkosten voor het grootste deel collectief geregeld. Een deel wordt via onze verzekeringspremies betaald en het grootste gedeelte via belastingen. Als we belastingen, premies en eigen risico’s bij elkaar optellen, gaat er 2. Vandaag beginnen, niet uitstellen. Het rente-op-rente-effect helpt iedereen die vermogen opbouwt. Hoe langer de termijn, hoe hoger het eindbedrag kan worden. 3. Meer rendement uit uw vermogen halen. Uw rendement telt. Op de lange bij een modaal gezin maar liefst een kwart van het inkomen naar gezondheidszorg. termijn is de hoogte van het rendement zelfs veel belangrijker dan de hoogte van In Nederland wordt op dit moment 13,2% van het bruto binnenlands product aan zorg de inleg. Rendement is overigens niet alleen belangrijk voor uw vermogensopbouw. uitgegeven. Door de vergrijzing en door nieuwe, dure behandeltechnieken (die voor Ook voor het in stand houden van een vermogen is rendement noodzakelijk. een langere en betere kwaliteit van leven zorgen) zal dit percentage de komende jaren nog aanzienlijk oplopen. Daardoor zullen er ongetwijfeld opnieuw discussies ontstaan over wat wel en wat niet vergoed moet worden (en voor welke groepen) en wie deze zorg moet gaan betalen. Deze ontwikkeling heeft ongetwijfeld gevolgen voor ons inkomen en voor de hoogte van de zorgkosten die we zelf moeten betalen. 10 11 De kracht van tijd maal rendement Het klinkt misschien vreemd, maar op langere termijn is de invloed van uw inleg op de groei van uw vermogen beperkt. Die groei wordt namelijk voor het grootste deel bepaald door het rendement en de looptijd. Met andere woorden: hoe langer u vermogen opbouwt, hoe geringer de invloed van de hoogte van de eerste inleg en hoe groter de invloed van de hoogte van het jaarlijkse rendement en de looptijd. Op de volgende pagina vindt u een rekenvoorbeeld. 12 13 Bij een gemiddeld nettorendement van 5% is dat bedrag dan nu uitgegroeid Ook de looptijd heeft een enorm effect op de hoogte van uw eindkapitaal tot f 43.000. Het rendement, f 33.000, is ruim 2 keer zo veel als het rendement In het rekenvoorbeeld hiernaast zien we dat een paar procent extra rendement een van f 14.000 dat u bij een gemiddeld nettorendement van 3% had gehad. groot effect heeft op uw eindvermogen. Dat komt door de kracht van rente-op-rente op Stel, u bent dertig jaar geleden begonnen met een inleg van f 10.000. de lange termijn. Ook met minder grote bedragen kunt u van dit principe profiteren. Uit het onderstaande rekenvoorbeeld blijkt dat 2% meer rendement maar liefst zo’n 2% meer rendement betekent 1,5x meer vermogen Inleg: f 10.000 3% 20 jaar f 18.000 30 jaar 30% meer eindkapitaal kan opleveren. Een maandelijkse inleg van Z 100, een gemiddeld nettorendement van 5% en een lange adem resulteren in een eindkapitaal van ruim Z 80.000. f 24.000 Het effect van tijd x rendement 5% f 26.000 f 43.000 Ruim 75% van uw eindbedrag wordt bepaald door de hoogte van uw gemiddelde nettorendement, en dus niet door de hoogte van uw inleg. (Bron: ING, april 2014.) 14 Gemiddeld nettorendement 1,6% 3,0% 5,0% Maandelijkse Inleg Z 100 Z 100 Z 100 Looptijd 20 jaar 20 jaar 20 jaar Eindbedrag over 20 jaar d 28.266 d 32.766 d 40.746 Looptijd 30 jaar 30 jaar 30 jaar Eindbedrag over 30 jaar d 46.141 d 58.014 d 81.870 Paar procent extra rendement heeft groot effect op eindvermogen Inleg bepaalt op lange termijn slechts klein deel eindvermogen Lange termijn versterkt rente-op-rente-effect 15 Sparen biedt zekerheid, maar heeft een keerzijde Hoe gaat u vermogen opbouwen? Als u zekerheid zoekt, kiest u waarschijnlijk al snel voor een spaarrekening. Bij een spaarrekening krijgt u immers rente, kunt u direct bij uw geld als u het nodig heeft en heeft u veel zekerheid over uw inleg. Maar sparen heeft ook een keerzijde. De spaarrente is de laatste jaren flink gedaald. Vergeleken met vroeger is het rendement op uw spaarrekening laag. En boven de vrijstelling in box 3 moet u ook nog eens 1,2% belasting (vermogensrendementsheffing) betalen over uw vermogen. Het is dan ook belangrijk om voldoende rendement te behalen. Hoe zit het precies met belasting en inflatie? 17 De vrijstelling voor de Belasting en inflatie verlagen uw rendement ECB streeft naar 2% inflatie vermogensrendements- Bij het opbouwen van vermogen zijn er twee belangrijke factoren die uw uiteinde- Maar hoewel het de koopkracht van uw spaartegoed (de reële waarde) dus langzaam heffing (het heffingsvrije lijke rendement negatief beïnvloeden: belasting en inflatie. Sinds 2001 betaalt u over maar zeker uitholt, heeft (een beetje) inflatie wel bepaalde economische voordelen. vermogen) is in 2014 uw vermogen boven de vrijstelling in box 3 een vermogensrendementsheffing van Daarom probeert de Europese Centrale Bank met haar rentebeleid de inflatie op b 21.139 en b 42.278 met 1,2%. Om netto – na aftrek van belasting – vermogen op te kunnen bouwen, is dus ongeveer 2% te houden. In de rekenvoorbeelden gaan wij daarom uit van 2% inflatie. een gemiddeld jaarlijks rendement nodig dat hoger ligt dan wat u aan belasting kwijt Ook het ING Economisch Bureau gaat ervan uit dat de inflatie op de lange termijn bent. Om uw vermogen echt te laten groeien, moet u behalve de belasting ook nog het gemiddeld ongeveer 2% per jaar zal bedragen. fiscale partner. koopkrachtverlies door inflatie compenseren. Bij een rendement dat lager is dan de inflatie, neemt uw vermogen wel in euro’s toe, maar daalt de koopkracht ervan. Wat is uw nettorendement? Inflatie en spaarrendement 12% Het spaarrendement daalt al sinds 1973 10% Als de inflatie hoger is dan het spaarrendement wordt uw geld minder waard 8% Het spaarrendement daalt 6%al sinds 1973 4% Als de inflatie hoger is dan 2%het spaarrendement wordt uw geld minder waard 0% Sparen -2% 1973 1976 1979 1982 1985 1988 1991 1994 1997 200 2003 2006 2009 2012 Inflatie Rendement Af: fiscus Af: inflatie netto 8,0% -1,2% -2.0% 4,8% 6,0% -1,2% -2.0% 2,8% 4,0% -1,2% -2.0% 0,8% 3,2% -1,2% -2.0% 0,0% 3,0% -1,2% -2.0% -0,2% 2,0% -1,2% -2.0% -1,2% 1,0% -1,2% -2.0% -2,2% (Rendement lager dan 3,2% betekent waardeverlies Dit geldt voor het vermogen boven de vrijstelling en als de inflatie 2% bedraagt * Dit geldt voor het vermogen boven de vrijstelling van Z 21.139 per persoon of Z 42.278 voor partners (bedragen 2014) Bron: Fiscallert (2013) Rendement lager dan 3,2% betekent waardeverlies D it geldt voor het vermogen boven de vrijstelling en als de inflatie 2% bedraagt Sparen is het * Het spaarrendement uitgekeerde spaarbedrag op de al uitstaande spaartegoeden Het spaarrendement daalt Als de inflatie hoger is dan het 1994 1997 200 2003 2006 2009 2012 InflatieResearch Centersinds Bron: Ortec Finance (2013)1973 op basis van CBS data spaarrendement wordt uw geld minder waard * Dit geldt voor het vermogen boven de vrijstelling van Z 21.139 per persoon of Z 42.278 voor partners (bedragen 2014) Bron: ING (2013) e uitstaande spaartegoeden * Het spaarrendement is het uitgekeerde spaarbedrag op de uitstaande spaartegoeden Er is alleen sprake van koopkrachtgroei van uw geld als u een rendement behaalt dat hoger is dan de Bron: Ortec Finance Research Center (2013) op basis van CBS-data inflatie. Maar behalve inflatie kan ook belasting een rol spelen. Boven het vrijgestelde bedrag int de fiscus 1,2% vermogensrendementsheffing over dit deel van uw vermogen in box 3. Om – rekening De oranje lijn toont de hoogte van het behaalde spaarrendement in de afgelopen veertig jaar. De grijze houdend met de koopkracht – vermogen op te bouwen, moet u een gemiddeld rendement behalen lijn geeft de inflatie weer. Als het spaarrendement hoger is dan de inflatie, neemt de reële waarde van dat hoger is dan wat u aan belasting en inflatie kwijt bent. Oftewel: een positief percentage in de het spaargeld (dus na aftrek van het koopkrachtverlies door inflatie) toe. Dit is met groen aangegeven. kolom ‘Netto’. De spaarrente is de laatste jaren echter flink gedaald, waardoor het rendement op uw Is de inflatie hoger dan het spaarrendement, dan neemt de reële waarde van het spaargeld af. Dit is met spaarrekening laag is. rood aangegeven. Wat is inflatie? Een spaardeposito dan maar? Inflatie (geldontwaarding) betekent dat u nu met een bepaald bedrag meer kunt kopen Wellicht denkt u: ‘Maar met een spaardeposito kan ik toch meer rendement maken?’ dan in de toekomst. Stel, u had in 1990 twintigduizend gulden (ruim negenduizend Afhankelijk van het rentepercentage kan een depositorekening inderdaad aantrekkelijk euro). Genoeg om een kleine middenklasser van te kopen. Vandaag de dag kost een zijn. Maar als van spaarrekeningen waarvoor een variabele rente geldt de rente stijgt, vergelijkbare auto ongeveer twintigduizend euro. Dus 2,2 maal zo veel. Inflatie is dus profiteert u daar niet van. Momenteel is de rente laag. Als u er nu voor kiest om uw geen vriend van uw vermogen. geld op een deposito­rekening vast te zetten, loopt u een eventuele stijging van de rente mis. Bovendien moet u uw geld op dit moment voor minimaal 10 jaar vastzetten op een spaardeposito om aan de 3,2% rente te komen die nodig is om uw vermogen boven het vrijgestelde bedrag op de lange termijn in stand te houden (1,2% belasting + 2% inflatie). Het alternatief bij een zo lange looptijd is om te gaan beleggen. 18 19 Beleggen biedt uitzicht op een hoger rendement Wie aan beleggen denkt, denkt aan aandelen. Laten we eens kijken naar de rendementen van wereldwijd gespreide aandelen over de afgelopen 40 jaar. Bijvoorbeeld naar de MSCI World Index: een veelgebruikte wereld­index, met een brede spreiding. We kiezen voor 40 jaar omdat die periode lang genoeg is om zowel positieve als negatieve uitschieters mee te nemen. In de informatie op de volgende pagina’s, gemaakt op basis van gegevens van het onderzoeksinstituut Ortec Financial Research Center, ziet u wat u de afgelopen 40 jaar aan rendement had kunnen behalen als u gedurende verschillende periodes had belegd. 21 Welk rendement had u in de afgelopen 40 jaar kunnen behalen als u gedurende één jaar had belegd? Dat was in het beste geval +45,7% en in het slechtste geval -38,2%. Laten we het verschil daartussen het risico noemen. Bij een 1-jaarsperiode had u het risico genomen van een rendement tussen de +45,7% en -38,2%. Het verschil is dan 83,9%. Maar stel nu dat u 20 jaar had belegd. Wat waren dan uw slechtst en best mogelijke rendement geweest? Voor elke 20-jaarsperiode lag het rendement de afgelopen 40 jaar tussen de +3,6% en de +16,1%. Het verschil is dan nog maar 12,4%. Beleggen loont, zeker op lange termijn De tijd verkleint het risico van een negatief gemiddeld rendement Aandelen wereldwijd (EUR) Rendement op jaarbasis 60% +45,7% 40% R S I 0% +3,6% C -20% O -38,2% -40% U ziet het: bij een 20-jaarsperiode is uw risico aanzienlijk afgenomen en is elk +16,1% I 20% -60% rendement ook nog eens positief. Door de factor tijd werd het risico kleiner. 0 Bij iedere willekeurige beleggingsperiode vanaf ongeveer 13 jaar waren alle Aantal jaren waarin belegd werd (de beleggings-periode) 5 10 15 20 Min Max rendementen positief. Gemiddeld rendement van de MSCI World Developed Markets Index in afgelopen 40 jaar (1973 t/m 2012) bij verschillende beleggingsperiodes, na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse kosten van 0,5%. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie Op de lange termijn minder afwijking van het gemiddelde rendement voor de toekomst. U kunt uw inleg (gedeeltelijk) verliezen. Bron: Ortec Finance Research Center (2013) Bij beleggen neemt het risico dus af naarmate de beleggingstermijn toeneemt. rendement in de buurt van het langetermijngemiddelde uitkomt. Dus hoe langer Bij 15-jaarsperioden heeft beleggen altijd meer rendement opgeleverd dan sparen u uw geld kunt missen, hoe groter de kans op een aantrekkelijk rendement. Ortec Financial Research Center heeft ook onderzocht vanaf welke beleggingsperiode Uiteraard gelden de vermelde resultaten voor het verleden en kan er nooit een beleggen in alle gevallen meer heeft opgeleverd dan sparen. In de grafiek op pagina 24 garantie worden gegeven voor toekomstige rendementen. ziet u dat de tijd ook hierbij in het voordeel van beleggen werkt. Anders gezegd: hoe langer de periode waarin u belegt, hoe meer uw behaalde 22 23 Bij langere periodes leverde beleggen meer op dan sparen, ongeacht wanneer werd ingestapt Bij 5-jaarsperiodes Bij 10-jaarsperiodes Bij 15-jaarsperiodes 26 26 23 In de afgelopen 40 jaar is bij elke 15-jaarsperiode een hoger rendemet behaald dan met sparen. 9 4 4 Vaker een positief rendement met beleggen dan met sparen naarmate de beleggingsperiode langer wordt. 1 0 0 Aantalperiodes periodes met met negatief beleggen ● Aantal negatiefrendement rendement beleggen Aantalperiodes periodes met met positief maar lager dandan sparen ● Aantal positiefrendement rendement maar lager sparen Aantalperiodes periodes met met hoger dandan sparen ● Aantal hogerrendement rendementbeleggen beleggen sparen Bovenstaande vergelijking is gebaseerd op rendementen in de MSCI World Index voor verschillende periodes, in verhouding tot rendement op spaargeld, in de afgelopen 40 jaar, na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse Vaker een positief rendement met kostenbeleggen van 0,5%. Bron: Finance Research Center (2013) dan Ortec met sparen naarmate de beleggingsperiode langer wordt. In de afgelopen 40 jaar is bij elke 15-jaarsperiode een hoger rendement behaald dan met sparen. Bovenstaande vergelijking is gebaseerd op rendementen in de MSCI Developed Markets World Index t/m 2012), na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse kosten van 0,5%. Conclusie: bij langere perioden zou u vooral moeten overwegen om te gaan beleggen … Bron: Ortec Finance Research Center (2013) Bij langere perioden mag u verwachten dat de slechte en goede jaren elkaar steeds *) Het spaarrendement is het uitgekeerde bedrag op de uitstaande spaartegoeden. meer compenseren. Hoe langer de periode, hoe waarschijnlijker dat uw gemiddelde voor verschillende periodes, in verhouding tot rendement op spaargeld, in de afgelopen 40 jaar (1973 rendement in de buurt van het gemiddelde beleggingsrendement op lange termijn komt en hoe groter uw kans op een aantrekkelijk rendement. Daarom zou u voor de Wat hebben sparen, aandelen en obligaties op de zeer lange termijn opgeleverd? lange termijn vooral moeten overwegen om te gaan beleggen. Naar de rendementen van sparen en beleggen wordt veel onderzoek gedaan. Zo publiceert de Zwitserse bank en vermogensbeheerder Credit Suisse jaarlijks een … en bij kortere perioden zou u vooral moeten gaan sparen rapport met analyses van historische beleggingsrendementen. In het rapport van dit Het omgekeerde geldt ook. Wilt u voor een kortere periode – zeg tot 2 jaar – jaar staat dat in de 114-jaarsperiode van 1900 tot 2013 wereldwijd gespreide aandelen- vermogen opzijleggen, dan zou u eigenlijk niet moeten beleggen. De kans op een beleggingen, na aftrek van de inflatie, gemiddeld 5,2% rendement op jaarbasis negatief rendement is dan simpelweg te groot en de tijd om een eventueel koers- zouden hebben opgeleverd. Wereldwijd gespreide obligatiebeleggingen komen in verlies in te lopen is in dat geval te kort. Bij kortere perioden zou u daarom vooral dat geval uit op 1,8% rendement en beleggingen in kortlopend schatkistpapier, een moeten gaan sparen. benadering van het rendement op sparen, op 0,9% rendement. (Bron: Credit Suisse Global Investment Yearbook 2014) 24 25 De verschillen tussen sparen en beleggen op een rij Sparen Sparen is geld op een spaarrekening hebben staan. Beleggen Beleggen is investeren in aandelen en obligaties en in daarvan afgeleide producten, zoals opties, aandelenfondsen en obligatiefondsen. De waarde daarvan hangt af van de beurskoersen en kan daardoor op en neer gaan. Wat krijgt u ervoor terug? Als u spaart, ontvangt u rente op uw spaarrekening. Het rendement dat u met beleggen behaalt, is de som van de vergoedingen die u ontvangt (dividend, rente) en de waardeveranderingen (koersstijgingen en -dalingen). Hoe zit het met het risico dat u loopt? Als u spaart, loopt u weinig risico. De onzekerheid bij beleggen is groter dan bij sparen. Als u belegt, wordt de waarde van uw beleggingen namelijk bepaald door vraag en aanbod (de financiële markten). Wat gebeurt er als de bank failliet gaat? Voor spaarrekeningen geldt er, als de bank failliet gaat, per rekeninghouder voor een maximumbedrag van Z 100.000 per bank een wettelijke bescherming: het Bij beleggen kiest u zelf de mate waarin u risico wilt lopen. ING werkt met vijf verschillende beleggingsprofielen: van zeer voorzichtig (‘Zeer defensief’) tot een zeer hoge risicobereidheid (‘Zeer offensief’). Welke kosten horen erbij? 26 Aan sparen zijn bij ING geen extra kosten verbonden. Wel is het nodig dat u bij ING een betaalrekening heeft. depositogarantiestelsel. Bij hogere bedragen loopt u risico. Bij beleggingen werkt het anders als een bank ‘omvalt’. Uw beleggingsportefeuille blijft dan helemaal intact en volledig uw eigendom. Uw beleggingen staan namelijk los van de failliete boedel van de bank. Dit is vastgelegd in de wettelijke regels over ‘vermogensscheiding’. Afgeleide producten zoals opties vormen een uitzondering. Voor het aanhouden van een of meer Beleggingsrekeningen betaalt u bij ING een basisfee per kwartaal. Daarnaast betaalt u een variabele servicefee. Deze servicefee wordt berekend over uw gemiddelde belegde vermogen. U betaalt geen kosten voor het online aan- en verkopen van beleggingsfondsen en trackers. Voor de volledigheid: aan beleggen in beleggingsfondsen en trackers zijn wel kosten verbonden. Die worden berekend door het ‘fondshuis’ en in de koers verwerkt. Meer informatie over onze tarieven vindt u op ING.nl. 27 Rendement? Graag! Maar hoe beheers ik de risico’s? 28 “Toen ik twaalf was, vertelde mijn vader mij dat hij belegde. Dat fascineerde mij enorm. Hij had aandelen in ABN, de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (KZO, later opgegaan in AKZO) en KLM. Het leek mij geweldig om mede-eigenaar te zijn van bekende bedrijven en daarmee nog geld te verdienen ook.” 29 “Toen ik veertien was, deed ik mijn eerste belegging: obligaties. Volhouden, ook als de koersen dalen Ik moest voorzichtig beginnen van mijn adviseur. Het was het begin “In de afgelopen decennia is er veel veranderd. Na ruim twintig jaar werken in de van een passie die later mijn beroep zou worden. Mijn eerste stappen financiële sector zijn de passie en de daarbij horende emoties gebleven. Ik geef nu de op het gladde beleggingsijs leverden al snel een teleurstelling op. voorkeur aan een meer zakelijke benadering van het beleggen. En naast beleggingen Toen de rente steeg, daalden mijn obligaties. Daar had ik niet op heb ik ook een spaarrekening, als buffer voor onvoorziene uitgaven en voor doelen op gerekend. Het weerhield mij er niet van om in de jaren daarna door te kortere termijn. Want beleggen is toch vooral voor de langere termijn. Die tijd is je bond- gaan met beleggen. Vooral in de jaren tachtig en negentig was dat heel genoot doordat hij je de gelegenheid geeft om vol te houden, ook als de koersen spannend. Er kwamen veel nieuwe bedrijven naar de beurs. Door mee dalen. Als belegger heb ik moeten leren omgaan met recessies, crashes en mislukkingen. te doen aan emissies was het makkelijk geld verdienen. Beleggen was Angst, hebzucht en andere emoties bepalen ons gedrag als we beleggen. Die emoties toen vooral leuk en het leverde nog wat op ook.” kunnen ons in de weg staan bij het realiseren van onze doelen. Daarom vind ik een gestructureerde aanpak van sparen en beleggen ook zo belangrijk.” Prof. dr. J. Koelewijn 30 31 Spreiding over beleggingscategoriën biedt stabiliteit en dempt risico’s De belangrijkste vorm van spreiding: verdeling over soorten beleggingen Een bewezen manier om beleggingsrisico te beheersen, is spreiding. Door Het schema laat goed zien dat de uiteenlopende beleggingscategorieën op verschillende Toevoeging van 10% à 20% beleggingen te combineren die op verschillende momenten stijgen en dalen, varieert momenten stijgen en dalen. Om uw risico’s te beperken is het dan ook verstandig om aandelen aan een obligatie- de waarde van het geheel niet meer zo sterk. De beste demping van het risico krijg je uw beleggingen over verschillende soorten beleggingen te spreiden. Maar er komt portefeuille vergroot de met beleggingen die tegengesteld aan elkaar bewegen. Een klassieke vorm van ook nog iets anders bij kijken. Het is belangrijk dat het risico van uw totale portefeuille diversiteit en optimaliseert spreiding is het combineren van aandelen en obligaties. Een – sterk vereenvoudigde in overeenstemming is met uw beleggingsprofiel: uw risicobereidheid en de de risico-rendementsver- – verklaring daarvoor is de volgende. Als het goed gaat met de economie, kunnen verwachte beleggingstermijn. Bij het combineren van beleggingen met als doel bedrijven meer winst maken en stijgen de aandelenkoersen. Maar vaak gaat dan risicobeheersing kunt u er namelijk ook nog voor kiezen om het accent te leggen op ook de rente omhoog, wat weer slecht is voor obligaties. Gaat het minder goed met categorieën met meer risico (bijvoorbeeld aandelen) of juist minder risico (bijvoorbeeld de economie, dan gebeurt het omgekeerde: de aandelenkoersen en de rente obligaties). De verhouding tussen de hoofdcategorieën zakelijke waarden (aandelen en dalen, waardoor de obligatiekoersen juist stijgen. Als de koersen van beleggingen vastgoed) en vastrentende waarden (obligaties) wordt de vermogensverdeling of ongelijk bewegen, zegt men dat de samenhang (correlatie) laag is. Een goede assetallocatie genoemd. Deze hoofdcategorieën kennen op hun beurt weer verschillende spreiding is dus een kwestie van het combineren van beleggingen met een lage subcategorieën en zijn bijvoorbeeld onderverdeeld naar geografische regio, bedrijfs- correlatie. Hoe minder samenhang, hoe beter de spreiding. sector of soort obligatie. Door ook binnen deze subcategorieën te spreiden, zorgt u houding ervan. Anders gezegd: meer diversiteit verlaagt het risico en/of verhoogt de rendementskansen van een portefeuille. (Bron: Markovitz, 1952, 1959) ervoor dat uw portefeuille niet onevenredig hard wordt getroffen als een bepaalde Spreiding over diverse beleggingscategorieën biedt stabiliteit en vermindert risico’s regio of sector door een economisch moeilijke fase gaat. De belangrijkste manier van spreiden is het kiezen voor een combinatie van verschillende hoofdcategorieën. Totaalrendement (%) van beleggingscategorieën in 10 jaar 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 beste 34,96% 23,66% 55,04% 30,37% 26,07% 5,81% 73,44% 30,35% 6,09% 27,54% 30,02% 19,75% 37,60% 29,03% 7,21% 5,75% 60,99% 27,48% 3,16% 21,25% Ongekend hoog risico Nederlandse beleggers 28,81% 16,88% 31,15% 18,60% 4,93% 0,51% 60,26% 20,14% 3,08% 18,24% Uit onderzoek weten we dat veel Nederlandse beleggers slechts in een beperkt 18,71% 11,92% 26,78% 18,08% 4,42% -27,37% 41,18% 19,89% 1,68% 17,50% 16,50% 11,71% 25,90% 13,20% 3,34% -28,37% 33,63% 14,91% -1,84% 16,80% 13,78% 10,32% 21,73% 8,26% 1,08% -37,24% 31,16% 14,38% -4,43% 15,29% uit de AEX- of AMX-index. Beleggen in Nederlandse bedrijven als Philips, Shell, slechtste aantal bedrijven beleggen en dan ook nog eens vrijwel uitsluitend in bedrijven 11,28% 7,26% 8,66% 7,93% 0,70% -42,43% 26,72% 10,13% -6,40% 14,75% Akzo, Unilever en Ahold geeft waarschijnlijk een vertrouwd gevoel. Maar uit 5,69% 6,95% 6,09% 3,51% -1,18% -48,15% 4,88% 7,66% -13.09% 10,58% oogpunt van spreiding is het een slechte zet. Niet alleen biedt een portefeuille 2,75% 6,12% 2,20% 3,02% -5,93% -50,76% 2,31% 2,93% -15,44% 9,71% 2,50% 2,18% 2,15% 0,00% -7,22% -51,65% 1,74% 1,12% -17,12% 1,19% n Europese small-caps n Europese mid-caps n High-yield n Europese large-caps n Internationaal n Opkomende markten n Bedrijfsobligaties n Evenwichtige portefeuille n Staatsobligaties n Spaarrekening Bron: BlackRock, Thomson Reuters Datastream Per 31 december 2012. In dit schema ziet u dat er van jaar tot jaar grote verschillen zijn in de rendementen van beleggings- met pakweg vijf aandelen een slechte spreiding (dertig tot veertig is beter), ook de relatief grote gevoeligheid voor de Nederlandse economie (concentratierisico) zorgt voor een verhoogd risico. ING gelooft in een wereldwijde spreiding van aandelenbeleggingen, met regionale accenten. Voor een optimale risico-rendementsverhouding kunnen die dan weer worden gecombineerd met obligaties en vastgoedaandelen. (Bron: ING, 2014) categorieën. Die rendementen zijn moeilijk te voorspellen, maar dat hoeft geen ramp te zijn. Door uw beleggingen te spreiden verdeelt u het risico en verbetert u uw kansen op een goed rendement bij een gematigd risico. Belangrijkste vorm van spreiding: diversiteit van beleggingscategorieën binnen een portefeuille 32 Let bij spreiding ook op samenhang (‘correlatie’) categorieën Goede spreiding aanbrengen is een complexe opgave 33 Verhouding tussen aandelen en obligaties: het beleggingsprofiel Het beleggingsrisico van een portefeuille wordt dus voor een belangrijk Om risico’s te beheersen, stemt u uw portefeuille af op uw doel, looptijd en risicobereidheid Beleggingsprofielen: Verhouding zakelijke / vastrentende waarden deel bepaald door de verhouding tussen aandelen en obligaties (de assetallocatie). Deze verhouding komt tot stand op basis van het beleggingsprofiel dat u als belegger kiest op grond van uw doel, de Zeer offensief Offensief Neutraal Defensief Zeer defensief >16 jaar 12-16 jaar 8-12 jaar 4-8 jaar 2-4 jaar 90% beleggingstermijn en uw risicohouding. Voor wie begint met gestructureerd beleggen is het vaststellen van het beleggings- 70% profiel dan ook de eerste en uiterst belangrijke stap. 50% 30% Bij ieder doel horen specifieke risicokenmerken en dus een specifiek beleggingsprofiel In de grafiek hiernaast ziet u dat bij het beleggingsprofiel ‘Zeer offensief’ sprake is van de volgende standaardverdeling: 10% 10% Bron: ING (2013) n Vastrentende waarde n Zakelijke waarde vastrentende waarden (obligaties) en 90% zakelijke waarden (aandelen en vastgoed). Bij het andere uiterste, het beleggingsprofiel ‘Zeer defensief’, is het net andersom: 90% vastrentende waarden en 10% zakelijke waarden. Hoe langer de verwachte beleggingshorizon en hoe groter uw risicobereidheid, hoe beter een groot percentage Bepaal uw doel, looptijd en risicobereidheid Beleggen is: bewust risico’s nemen in ruil voor een verwacht rendement Selecteer een samenstelling van uw portefeuille op basis van uw doel, looptijd en risicobereidheid zakelijke waarden bij uw assetallocatie past. Per doel bepaalt u uw assetallocatie op basis van de verwachte looptijd en uw risicobereidheid. Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat uw assetallocatie altijd aansluit bij uw doel, de verwachte looptijd en uw risicobereidheid. 34 35 E motionele cyclus van de belegger Koersen - dure markt Neerwaarts risico is hoog Euforie Bezorgdheid Sensatie Neiging tot kopen Opwinding Ontkenning Neiging tot verkopen Neiging tot kopen Angst Vertwijfeling Optimisme Optimisme Paniek Opluchting Overgave Koersen - goedkope markt Opwaarts potentieel is hoog B eleggersgedrag: beleggers kopen vaak tegen hoge prijs en verkopen vaak tegen lage prijs Wanhoop Emoties spelen bij beleggen altijd een rol Hoop Depressie Risicobereidheid is een persoonlijke zaak en heeft een emotionele kant Uw beleggingsprofiel tussentijds aanpassen De angst voor verlies U kunt de verdeling van uw beleggingen altijd tussentijds aanpassen, bijvoorbeeld als Financiële beslissingen kunnen een grote invloed op uw leven hebben. Zeker als u uw doel bijna is bereikt, als de looptijd eindigt of als uw risicobereidheid is veranderd. gaat beleggen: dat kan een hoop emoties oproepen. De koersen van beleggingen Heeft u meerdere doelen, dan kunt u per doel een andere risicobereidheid hebben. kunnen fors bewegen, waardoor op de korte termijn winsten en verliezen elkaar zullen Ook de looptijd kan invloed hebben op uw risicobereidheid (en daarmee dus ook op afwisselen. Het hogere rendement op de lange termijn is aantrekkelijk. Dat is nu net het de assetallocatie). argument om te gaan beleggen. Maar de begrijpelijke angst van veel beleggers is dat ze hun geld zullen kwijtraken. Als de koersen dalen, krijgt u al snel last van spijt. ‘Had ik er niet beter aan gedaan om nog even te wachten?’ ‘Zal ik er dan nu maar uitstappen, Spreiding via een beleggingsfonds om terug te komen in de markt als het weer wat beter gaat?’ De emoties van beleggers Als u in een beleggingsfonds of indexfonds (‘tracker’) investeert, hoeft u niet zelf volgen meestal de ups en downs van de koersontwikkeling, zoals de onderstaande specifieke aandelen of obligaties te selecteren. Bij een beleggingsfonds belegt u cyclus weergeeft. als het ware in een mandje met verschillende aandelen en/of obligaties die door de fondsbeheerder zijn geselecteerd. Een belangrijk voordeel daarbij is dat u een beleggingsfonds kunt kiezen dat uit zichzelf al bij uw doelstellingen en risico- Laat behalve de tijd ook de marktbewegingen voor u werken bereidheid past omdat er sprake is van een specifieke verdeling over verschillende De angst om te verliezen neemt toe als de markten dalen. Juist dan gaan veel beleggers beleggingscategorieën. U bereikt daardoor direct een goede spreiding en bent verkopen, uit vrees voor nog meer verlies. Zij willen pas weer in de markt terugkomen minder kwetsbaar als een bepaald aandeel minder goed presteert. Voor hulp bij als zij zeker weten dat de koersen zich herstellen. De harde realiteit is dat zij vaak het selecteren van beleggingsfondsen en trackers kunt u de sites morningstar.nl pas weer instappen nadat de koersen alweer zijn gestegen. Uit de onderstaande en lipperleaders.com en de Top 100 beleggingsfondsen van Elsevier raadplegen. tabel blijkt wat er gebeurt als beleggers ‘achter de markt aan lopen’, waardoor zij Bij alle drie worden beleggingsfondsen en trackers op diverse criteria beoordeeld, rendement mislopen. Hoe moeilijk het ook is: u zult moeten vasthouden aan het doel zoals het verwachte rendement in relatie tot de risico’s. dat u heeft bepaald. De koersbewegingen zijn onvoorspelbaar en het heeft eigenlijk geen zin om daarop te willen inspelen. U kunt het best uw vermogen, de tijd en ook de marktbewegingen voor u laten werken. Als het goed is, wordt u niet geraakt door de koersbewegingen op de korte termijn. U belegt immers met vermogen dat u niet direct nodig heeft. 36 37 Het beste in- of uitstapmoment is niet te timen Index over de afgelopen 20 jaar (1993-2012) 600.000 instappen is niet te timen. 313.571 213.696 200.000 155.490 117.935 90.960 Belegd blijven Spreiding in de tijd De markt timen blijkt dus een illusie te zijn. Dat wil niet zeggen dat u helemaal niets om de beurs te timen. Het juiste moment van kunt doen. Zo is het verstandig om met enige regelmaat tussentijds de balans op te 497.622 400.000 Controleer af en toe of uw portefeuille nog aansluit bij uw beleggingsprofiel 5 beste beursdagen missen 10 beste beursdagen missen 15 beste beursdagen missen 20 beste beursdagen missen 26 beste beursdagen missen maken. U kunt dan nagaan of u op koers ligt, of uw doel nog haalbaar is en of u wel of Blijf belegd want niemand geen veranderingen in uw portefeuille moet doorvoeren. Het kan zijn dat de samenkan voorspellen hoe markten van uw beleggingsportefeuille of gehele vermogen niet meer aansluit bij uw reageren. Het risico dat u stelling een verkeerde timing kiest is doelstellingen en uitgangspunten. Als de aandelenkoersen sterk zijn gestegen, kan het zeer groot. verstandig zijn om een deel van uw aandelen te verkopen en de opbrengst in vastrentende Houd daarom vast aan de aanpak die u vooraf heeft waarden (obligaties) te beleggen, waardoor uw portefeuilleverdeling vastgesteld en laat u niet uw oorspronkelijke plan en uw beleggingsprofiel. leiden door emoties. weer aansluit bij Het juiste moment van instappen is niet te timen. B lijf belegd want niemand H oud daarom vast aan de kan voorspellen hoe aanpak die u vooraf heeft op het rendement. Bron: BlackRock, Thomson Reuters Datastream (2013), MSCI Europe Index (dividenden herbelegd) markten reageren. Het risico vastgesteld en laat u niet dat u een verkeerde timing leiden door emoties. kiest is zeer groot. 38 een goed idee om bijvoorbeeld iedere maand op dezelfde dag een vast bedrag in een beleggingsfonds te beleggen. Op die manier spreidt u over diverse aankoop- Komt de einddatum van uw beleggingen in zicht? Dan is het raadzaam om het risico koersen en verlaagt u het van uw portefeuille te verminderen door geleidelijk aan uw beleggingsprofiel – en risico van een toevallige dus uw beleggingen – aan te passen aan de kortere resterende looptijd. Bijvoorbeeld hoge aankoopkoers. door de aandelen in te ruilen voor obligaties of zelfs alle beleggingen te verkopen garantie voor de toekomst. Er is geen rekening gehouden met service fee. Deze service fee moet in en de opbrengst op een spaardeposito te zetten. Als de aandelenkoersen tegen Europe Index (dividenden herbelegd) voor uw inleg. Zo is het Beleggingsrisico als de einddatum in zicht komt De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen mindering worden gebracht op het rendement. Bron: BlackRock, Thomson Reuters Datastream (2013), MSCI Dat heeft ook gevolgen uw aankopen in de tijd De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Er is geen rekening gehouden met service fee. Deze service fee moet in mindering worden gebracht Het is vrijwel onmogelijk het einde van de looptijd sterk zouden dalen, heeft u immers geen tijd meer om het herstel af te wachten. 39 De relatieve waarde van de AEX-index Vaak denken mensen: ‘Als ik in de AEX was gestapt toen die boven de 700 punten stond, was ik bij een AEX van 400 punten drie zevende van mijn vermogen kwijt geweest.’ Maar zo simpel ligt het niet. Bij die redenering wordt namelijk voorbijgegaan aan de winstuitkering van bedrijven aan hun aandeelhouders: het dividend. Die winstuitkering bedraagt historisch gezien gemiddeld 3 tot 3,5% per jaar. Dividend vormt daarmee een wezenlijk deel van het rendement, op de lange termijn gemiddeld zelfs bijna de helft. Bij de dagelijkse berekening van de stand van de AEX-index worden de uitgekeerde dividenden echter buiten beschouwing gelaten. Onzeker? Vermogensbeheer biedt uitkomst Overigens adviseert ING Werkelijke rendement AEX de afgelopen tien jaar: 63,8% Wie bij beleggen graag gebruikmaakt van de expertise van professionals, kan voor aandelenbeleggingen Bij de berekening van bijvoorbeeld de stand van de Duitse beursindex Xetra ervoor kiezen om niet zelf te beleggen maar dit door anderen te laten doen. Dat een wereldwijde spreiding, Dax en de Amerikaanse S&P 500 Index wordt wél rekening gehouden met heet vermogensbeheer. Uw beleggingsportefeuille in zijn geheel of gedeeltelijk al dan niet met regionale uitgekeerde dividenden. Deze laten dan ook recordhoogten zien waarbij de laten beheren is tegenwoordig bijzonder makkelijk en betaalbaar. U heeft in dat accenten. Een belegging AEX-index bleek lijkt af te steken. Na tien jaar is het verschil bijna de helft. Wie in geval weinig omkijken meer naar uw beleggingen, terwijl u wel zicht houdt op uw 2005 zou zijn ingestapt in de AEX, zou feitelijk niet slechts 14,5% brutorendement portefeuille, middels periodieke rapportages en toelichtingen op het gevoerde hebben behaald (de stijging van de AEX-index tussen 2005 en 2014), maar 63,8% beleid. Beleggen met Beheer kan u ook helpen om vast te houden aan de gekozen (de koersstijging plus de opbrengst van uitgekeerde en herbelegde dividenden). langetermijnstrategie als het even tegenzit. Veel particuliere beleggers vinden het namelijk een rustgevende gedachte dat hun portefeuille wordt beheerd door professionals De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde die er dagelijks oog op houden. De beleggingsstrategie wordt altijd bepaald op basis resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Bij de genoemde van uw wensen en uitgangspunten. Deze past dan ook altijd bij uw beleggingsprofiel percentages is geen rekening gehouden met de servicefee. Deze moet in en het risico dat u wilt nemen. Ook wie zelf belegt, doet er goed aan om de gekozen mindering worden gebracht op het rendement. langetermijnstrategie voor ogen te houden. Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman (Bron: Thomson Reuters Datastream, april 2014) adviseert beleggers om niet te vaak naar hun portefeuille te kijken. Wie iedere keer in de AEX zorgt namelijk voor een hoger beleggingsrisico dan een belegging in de MSCI World Index. weer ziet wat zijn portefeuille doet, krijgt sneller de neiging om in actie te komen. Dat is volgens Kahneman niet verstandig, met name omdat vooral na koersdalingen veel mensen de neiging hebben om te verkopen. Het is beter om op gezette tijden in alle rust de stand van zaken te beoordelen. (Bron: Money Magazine, 2001) 40 41 Twee praktijkvoorbeelden Zo hebben Frank en Chantal het aangepakt William heeft een heel andere aanpak Dit zijn Frank (35) en Chantal (32). Zij zijn de ouders van Floris (2) en er is nog een Dit is William (65). William is getrouwd en is met pensioen. Hij belegt al langere tijd, tweede kind op komst. Frank en Chantal hebben diverse financiële doelen. en met succes: zijn beleggingsportefeuille heeft een waarde van enkele tonnen. Hij wil dat geld te zijner tijd aan zijn kinderen en kleinkinderen overdragen. Hij wil niet te veel Studiepotje risico lopen met zijn beleggingen, omdat hij wil dat de waarde (de koopkracht) van Om over een jaar of vijftien te kunnen bijdragen aan de studie van hun kinderen, zijn vermogen in stand blijft. Daarvoor moet het rendement opwegen tegen de inflatie hebben zij besloten om maandelijks Z 100 opzij te leggen. Bij sparen levert dit ze bij een en de belasting. William houdt rekening met 2% inflatie en 1,2% belasting en heeft dus gemiddeld nettorendement van 2% in vijftien jaar Z 20.971 op. Als zij de maandelijkse een gemiddeld rendement nodig van minimaal 3,2%. Hij belegt volgens het beleggings- storting beleggen, groeit hun studiepotje bij een gemiddeld nettorendement van 4% profiel ‘Defensief’. Daarmee is hij de afgelopen jaren boven de 3,2% uitgekomen. aan tot Z 24.609. Pensioenpotje Daarnaast willen Frank en Chantal vermogen opbouwen om na hun pensionering een appeltje voor de dorst te hebben. Daarvoor willen zij een deel van hun spaargeld inzetten. Zij beleggen daarom Z 15.000, met een beleggingshorizon van 35 tot 40 jaar. Bij een nettorendement van 5% levert dat Z 82.740 tot Z 105.600 op. Aflossing hypotheek Ook voor het aflossingsvrije deel van hun hypotheek bouwen zij vermogen op. Over 22 jaar moet er Z 120.000 worden afgelost. Daarom gaat er iedere maand Z 750 naar een speciale beleggingsrekening, die aan de hypotheek is gekoppeld. Al bij een gemiddeld rendement van 5% halen zij hun doelbedrag. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. U kunt uw gehele inleg kwijtraken. 42 43 Hoe kan ING u helpen? Vermogensopbouw door sparen + beleggen Voor de meeste mensen is een combinatie van sparen en beleggen de beste manier om vermogen op te bouwen. Bij beleggen heeft u met meer onzekerheid te maken dan bij sparen. Anderzijds is er bij beleggen kans op dat u uiteindelijk een hoger rendement behaalt. Het is belangrijk om na te gaan welke risico’s u bereid bent te lopen. Op basis van uw risicobereidheid en de tijd die u (nog) heeft om uw financiële doelen te bereiken, bepaalt u welke vermogensvormen het best bij u en uw doelen passen. Als hulpmiddel kunt u het hierna volgende schema gebruiken. 45 Doelen Buffer Vakantie Onderhoud woning Verbouwing Auto Wereldreis Aflossing hypotheek Studie kinderen Vermogens opbouw/ overdracht Horizon Korte termijn ca. 0-2 jaar Middellange termijn ca. 2-12 jaar Lange termijn >12 jaar Beleg alleen met geld dat niet direct nodig is en houd een buffer achter de hand Vorm van vermogensopbouw Variabel sparen (Deposito) sparen & beleggen Bepaal vooraf uw financiële doelen, looptijd en uw risicobereidheid Bepaal vooraf uw financiële doelen, looptijd en uw risicobereidheid Beleggen B eleg alleen met geld dat niet direct nodig is en houd een buffer achter de hand Hoe nu verder? Persoonlijk vermogensgesprek over uw financiële situatie Of je nu jong bent of oud, werkt of met pensioen bent en wel of geen kinderen hebt: Tijdens een vermogensgesprek met een van onze adviseurs kunt u uw persoonlijke het is altijd belangrijk om je financiële situatie op orde te hebben. Omdat wij willen wensen en mogelijkheden bespreken om vermogen op te bouwen, te sparen, dat het financieel goed met u gaat en dat u nu en in de toekomst uw financiële keuzes pensioen op te bouwen en uw vermogen door te geven. Met vrijblijvende tips en weloverwogen kunt maken, geven we u meer inzicht in uw financiële situatie. En als u adviezen helpen wij u op weg bij het nemen van uw beslissingen. dat wilt, adviseren wij u graag over het opbouwen van vermogen op een manier die het best bij u past. U heeft bij ING de keuze uit diverse spaar- en beleggingsvormen om vermogen op te bouwen en uw vermogen in stand te houden. Uw persoonlijke Rendementswijzer geeft u inzicht situatie en behoeften dienen daarbij als uitgangspunt. Wij helpen u graag op weg, Onze Rendementswijzer op ING.nl geeft u in drie stappen inzicht in mogelijke bijvoorbeeld met onze online informatie, onze handige tools en een persoonlijk verdelingen van uw vermogen over sparen en beleggen en de daarbij behorende vermogensgesprek. mogelijke rendementen. Wij delen onze expertise graag met u Het ING Investment Office deelt zijn expertise op het gebied van economie en beleggen graag met u, onder andere via toegankelijk geschreven rapporten. En middels beleggingsadviezen, als u volgens een van onze beleggingsstrategieën belegt. Het ING Investment Office geeft bovendien regelmatig online seminars over actuele financiële onderwerpen. 46 47 Spaarvormen en -tools U kunt bij ING kiezen uit diverse spaarvormen, zoals sparen met een variabele rente, sparen met een vaste rente, banksparen en doelsparen. De productkeuzetool op ING.nl geeft u inzicht in welke spaarvorm het best bij uw doel past. En met onze Spaarplanner berekent u eenvoudig hoeveel u moet sparen om een bepaald doel te bereiken. Buffer voor onvoorziene uitgaven Een goed gestructureerde vermogensopbouw begint met inzicht in uw wensen en mogelijkheden. Allereerst is het verstandig om een deel van uw vermogen als buffer aan te houden, zodat u zich bij onvoorziene uitgaven niet direct zorgen hoeft te maken. Met de BufferBerekenaar op ING.nl kunt u een indicatie krijgen van hoe groot uw buffer zou moeten zijn. Kijk daarnaast eens goed naar het totaalplaatje van uw vermogen. Heeft u bijvoorbeeld een hypotheek of persoonlijke lening? Dan kan het verstandig zijn om deze eerst (deels) af te lossen. Als u vervolgens nog geld overhoudt, is de beslissing om te gaan beleggen een logische en verstandige. Beleggingsvormen en -tools Op het gebied van beleggen heeft u bij ING vier mogelijkheden: Beleggen met Beheer, Beleggen met Advies, Zelf Vermogensopbouw en Zelf Beleggen. Met behulp 48 van de tool Keuzehulp Beleggen op ING.nl kunt u nagaan welke manier van beleggen Meer weten? het best aansluit bij uw wensen. Op ING.nl vindt u uitgebreide informatie, adviezen en handige tools. 49 Disclaimer Dit is een publicatie van ING Bank N.V. ING Bank N.V. is statutair gevestigd te Amsterdam, handelsregisternummer 33031431, en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Hoewel ING Bank N.V. de grootste zorg heeft besteed aan de informatie zoals die is opgenomen in deze publicatie, aanvaardt zij geen aansprakelijkheid voor de volledigheid en juistheid van deze publicatie. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Beleggen brengt risico’s met zich mee. U kunt uw gehele inleg kwijtraken. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. 50 TP2290-1B © ING Nederland Postbus 1800, 1000 BV Amsterdam ING.nl/sparenenbeleggen Gedrukt met Bio inkt & lak © Drukkerij Tesink