PROJECT `VREEMD VERLEDEN`:

advertisement
1
PROJECT ‘VREEMD VERLEDEN’:
INTERVIEWS MET MIGRANTEN
Om leerlingen dus enerzijds gevoelig te maken voor de historische methode, en hen
anderzijds heel concreet met migratiegeschiedenis in contact te brengen, kun je hen
vragen om alleen of per twee een interview af te nemen van een migrant of migranten.
Om het onderzoek niet nodeloos te compliceren is het aangewezen dat legale migranten
/asielzoekers worden geïnterviewd.
De selectie van te interviewen personen kun je op verschillende manieren organiseren:
-
een eigen familielid die ooit migreerde
-
migranten in de buurt
-
migranten die op verschillende tijdstippen naar België kwamen, om een
historische evolutie te kunnen ontwaren (b.v. jaren 1950, jaren 1970, jaren 1990,
jaren 2000)
-
etc.
Je kunt de leerlingen vragen om in groepjes, op voorhand gedurende één lesuur, te gaan
brainstormen over welke vragen ze zoal zouden kunnen stellen aan de migrant in kwestie
tijdens het interview. In een volgend lesuur kunnen de verschillende groepjes dan hun
vragenlijst vergelijken met elkaar en aanvullen waar nodig. Uiteraard is het aan de
leerkracht om eerst zelf de grote contouren van het project vast te leggen:
-
Wil je meer weten over migratie in het algemeen? Hoe die verliep, wanneer, van
waar, met wie, waarom?
-
Wil je meer weten over de integratie van migranten? Hoe verliep dat in het
begin? Hoe ging dat om werk te zoeken, de taal te leren, huisvesting te regelen,
de buren te leren kennen etc.?
-
Wil je leerlingen op zoek laten gaan naar migratiebewegingen in hun eigen
familiegeschiedenis?
-
Andere?
Anderzijds, als je hier geen lesuur (of twee) voor wil/kan uittrekken, kun je de
leerlingen ook een voorbeeldvragenlijst ter overweging meegeven.

Vragen kunnen zijn:
We splitsen hier de vragen op naar twee thema’s:
-
migratie
-
integratie
2
MIGRATIE

Wanneer?
o
Wanneer kwam je naar België?
o
Wat is je thuisland?
o
Hoe was de situatie in je thuisland toen je migreerde, op
o

Politiek vlak?

Sociaal vlak?

Economisch vlak?
Hoe was de situatie in België? Hoe wist je daarvan? Wat waren je
informatiebronnen?

Hoe en met wie?
o
Hoe ben je naar hier gekomen?
o
In welke omstandigheden?
o
Hoe regelde je jouw migratie naar hier? (papieren, financiën, etc.)
o
Kwam je alleen naar hier, of waren nog meer mensen mee? Zo ja wie? (familie,
vrienden, onbekenden, etc.)

Waarom?
o
Wat was/waren je drijfve(e)r(en) om naar hier te komen?
o
Was er eerder sprake van motieven om weg te gaan uit je land van herkomst,
dan wel van motieven om naar België te komen?
o
Was het specifiek de bedoeling naar België te komen, of was het eerder
toevallig dat je juist in dit land van West-Europa terecht kwam? Hoe kwam
dat dan?
o
Waarom wilde je specifiek naar België komen? Wat waren je redenen? Wat
waren je informatiebronnen over België?
o
Wanneer en hoe besliste je dat?
o
Was het een gemakkelijke beslissing, of heb je lang getwijfeld?
INTEGRATIE

Begin? Beschrijf je eerste ervaringen in België:
o
Waar ging je wonen?
o
Wie ving je op?
o
Kende je hier al mensen?
o
Hoe loste je de taaldrempel op?
3
o
Hoe kwam je aan de kost?
o
Voelde je je hier thuis? Had je niet teveel last van heimwee?
o
Onderhield je contact met het land van herkomst? Was dat eenvoudig of
niet? Waarom (niet)?
o

Legde je makkelijk contact met Belgen?

Met wie?

Hoe?

Ging het vlot, of duurde dat z’n tijd?
Socio-economisch?
o
Vond/vind je gemakkelijk een job? Zo ja, welke? Hoe?
o
Was/is het loon toereikend?
o
Was/ben je tevreden met je job?

Deed/doe je het werk graag?

Was/is er sprake van carrièremogelijkheden?

Werd/word je eerlijk behandeld door je werkgever?
o
Hoe was/is het contact met de collega’s?
o
Waren het vooral allochtone of autochtone collega’s?
o
Had/heb je ’t gevoel dat de voorschriften rond arbeidsomstandigheden en –
voorwaarden nagekomen werden/worden?
o

Verander(de) je dikwijls van werk? Waarom (niet)?
Socio-cultureel?
o
Waar woon je?
o
Heb je veel contacten met de buurt? Waarom (niet)? Welk soort contacten?
o
Hoe zijn je andere sociale contacten?
o
Heb je vooral contact met andere migranten dan wel met autochtone Belgen?
o
Hoe leerde je de taal? Ging dat vlot en vlug? Waarom (niet)?
o
Neem je veel Belgische gewoonten over, b.v. op het vlak van eetcultuur,
kledij? Indien ja, welke?
o
o
Stichtte je hier een gezin?

Hoe leerde je je huwelijkspartner kennen?

Hoe stelden de kinderen het op school?
Participeer je in het verenigingsleven (sportclub, jeugdvereniging, vakbond,
toneelvereniging, fanfare etc.)
o
Kun je je religie vrij en gemakkelijk beoefenen? Waarom (niet)?
o
Voel je je aanvaard in de plaatselijke gemeenschap waarin je terecht kwam?

Voel je je aanvaard?
4
o


Waarom (niet)?

Hoe voel je dat?

Wat deed/doe je ter aanvaarding?
Voel je je soms gediscrimineerd?

Ervoer/ervaar je discriminatie?

Waarom (niet)?

Door wie?

Hoe voel je dat?

Wat brengt dat teweeg bij jou?

Hoe reageer je daarop?
Socio-politiek?
o
Heb je ’t gevoel dat je over ‘burgerrechten’ beschikt?
o
Voel je je gesteund door ‘het beleid’? (gemeentelijk niveau, nationale politici)
o
Werd/word je gestimuleerd tot integratie? Worden hiertoe inspanningen
gedaan vanuit de overheid? Waarom (niet)? Welke?

o
Heb je contacten met politici?
o
Neem je politieke engagementen?
o
Volg je de politiek in België?
o
Mag je stemmen?
o
Begon je je in de loop der jaren ‘Belg’ te voelen? Hoe uitte zich dat dan?
De relatie met je land van herkomst?
o
Heb je nog veel contacten met je land van herkomst? Met wie?
o
Ga je nog vaak terug naar je land van herkomst? Waarom (niet)?
o
Volg je nog de actualiteit in je land van herkomst?

Waarom (niet)?

Hoe?
o
Steun je mensen in je land van herkomst? Op welke wijze?
o
Voel je je eerder Belg, dan wel nog steeds (nationaliteit van het land van
herkomst)?

Retrospectief?
o
Met welke verwachtingen kwam je naar hier?
o
Zijn die verwachtingen door de jaren heen ingelost?

Welke wel, welke niet?

Waarom (niet)?
5

Zou je opnieuw migreren mocht je alles opnieuw kunnen doen? Waarom
(niet)?

Wat zou je anders doen eventueel? Waarom (niet)?

Stelde je verschuivingen, wijzigingen, evoluties vast in je relatie tot
autochtone Belgen door de jaren heen?


In welke zin?

Hoe verklaar je ze?

Wat had dat voor gevolgen?
Verwerking van het interview
Vraag aan de leerlingen niet om een letterlijke transcriptie van het interview in te
dienen (tenzij je het in bijlage laat indienen). Laat leerlingen het interview bewerken tot
een mooi eindresultaat, b.v.
-
een paper voorzien van illustraties (tekeningen, foto’s, kaarten etc.)
-
DVD of video
-
CD-ROM
-
Website
-
stripverhaal
-
Etc.
Download