Bijlage 2

advertisement
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Methode toetsen interferentie
tussen kleine gesloten bodemenergiesystemen
Bijlage 2 bij de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen
Versie 2.3
11-12-2014
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 1 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
INHOUDSOPGAVE
Bijlage
2.
Methode
toetsen
interferentie
tussen
kleine
gesloten
bodemenergiesystemen ................................................................................. 3
Bijlage 2.1 Beschrijving methodiek ...................................................................... 3
Bijlage 2.2 Stap 4.b: Bepalen onderlinge temperatuureffecten met nomogrammen .... 9
Bijlage 2.3 Nomogrammen behorend bij stap 4.b .................................................15
Bijlage 2.4 Voorbeeld toepassen stap 4.b ............................................................27
Bijlage 2.5 Illustratie interferentie gesloten bodemenergiesystemen .......................30
Eigendomsrecht
Deze besluitvormingsuitvoeringsmethode is opgesteld in opdracht van en uitgegeven door de Stichting
Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, Postbus 420, 2800 AK Gouda. Het document wordt
inhoudelijk beheerd door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Bodembeheer, ondergebracht bij de
SIKB te Gouda. De actuele versie van de besluitvormingsuitvoeringsmethode staat op de website van de
SIKB en is op elektronische wijze tegen ongewenste aanpassingen beschermd. Het is niet toegestaan om
wijzigingen aan te brengen in de originele en door het CCvD Bodembeheer goedgekeurde en vastgestelde
teksten opdat er rechten aan ontleend kunnen worden.
Vrijwaring
De SIKB is behoudens in geval van opzet of grove schuld niet aansprakelijk voor schade die bij de gebruiker
of derden ontstaat door het toepassen van deze besluitvormingsuitvoeringsmethode met bijbehorende
protocollen en het gebruik van deze besluitvormingsuitvoeringsmethode.
© Copyright SIKB
Bestelwijze
Deze besluitvormingsuitvoeringsmethode is in digitale vorm kosteloos te verkrijgen via de website van de
SIKB: www.sikb.nl. Een ingebonden versie van deze richtlijn kunt u bestellen tegen kosten, op te vragen bij
de SIKB, Postbus 420, 2800 AK Gouda, e-mail: [email protected], fax: 0182-540676.
Updateservice
Vastgestelde mutaties in deze besluitvormingsuitvoeringsmethode door het CCvD Bodembeheer kunt u
verkrijgen bij de SIKB, aanmelden via www.sikb.nl. Bij de SIKB kunt u ook terecht voor het verzoek tot
toezending per post van de reguliere nieuwsbrief info@SIKB.
Helpdesk/gebruiksaanwijzing
Voor vragen over inhoud en toepassing kunt u terecht bij de SIKB: [email protected].
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 2 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
BIJLAGE 2. METHODE
TOETSEN INTERFERENTIE TUSSEN KLEINE
GESLOTEN BODEMENERGIESYSTEMEN
Bijlage 2.1 Beschrijving methodiek
1. INLEIDING
De ‘Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten bodemenergiesystemen’
betreft een bijlage van de BUM Bodemenergie deel 1 en deel 2 en van de HUM
Bodemenergie deel 1 en deel 2. Deze BUM’s en HUM’s Bodemenergie zijn te verkrijgen
op www.sikb.nl.
Deze bijlage beschrijft de achtereenvolgens het doel en het toepassingsgebied van de
methode, de werking ervan en de te volgen werkwijze per stap van de methode.
1.1 Doel
Het is wenselijk om voor gesloten bodemenergiesystemen met een bodemzijdig
vermogen minder dan 70 kW (verder in de bijlage aangeduid als ‘kleine gesloten
bodemenergiesystemen’) zo eenvoudig mogelijk te kunnen toetsen of sprake is van
ontoelaatbare negatieve beïnvloeding van kleine gesloten bodemenergiesystemen
onderling (hier verder ‘interferentie’ genoemd).
Deze bijlage beschrijft hiervoor de methode. De methode is ook bruikbaar voor de
initiatiefnemer. Hij kan dankzij het gebruik van de methode in veel gevallen
voorkomen dat een modelmatige berekening uitgevoerd moet worden, en zo kosten
besparen.
De methode is gebaseerd op het onderzoek ‘Methode voor het bepalen van
interferentie tussen kleine gesloten bodemenergiesystemen’ (Groenholland Geoenergiesystemen, rapport GHNL011103, 2012).
De grafieken behorend bij stap 4.a zijn opgenomen in bijlage 2.2. In bijlage 2.3 (zie in
dit document vanaf pagina 15) geeft ter illustratie van het gebruik van de methode
een voorbeeld van de toepassing van methode.
1.2 Toepassingsgebied van de methode
De methode is van toepassing op interferentie tussen kleine gesloten
bodemenergiesystemen. De methode is niet van toepassing op interferentie tussen
een (gepland) klein gesloten bodemenergiesysteem en een groot gesloten
bodemenergiesysteem. Voor het bepalen van interferentie tussen een (gepland) klein
gesloten bodemenergiesysteem en een groot is namelijk modelmatige berekening van
de temperatuurinvloed nodig, tenminste voor het grote systeem. De uitkomsten van
de modelmatige berekening van de temperatuurinvloed worden gebruikt voor de
vergunningaanvraag van het grote gesloten bodemenergiesystemen (thermisch
invloedsgebied).
De methode is eveneens niet van toepassing op interferentie tussen een klein gesloten
bodemenergiesysteem en een open systeem. Het beoordelen van de gevolgen van de
temperatuurinvloed van een (gepland) klein gesloten bodemenergiesysteem op een
open systeem is een maatwerkbeoordeling.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 3 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
1.3 Uitgangspunt methode – maximaal toelaatbaar temperatuureffect
Uitgangspunt van de methodiek is dat voldaan is aan het wettelijke voorschrift dat
geen sprake is mag zijn ontoelaatbare negatieve invloed op het doelmatig
functioneren van de beschouwde systemen als de temperatuurverlaging bij alle
beschouwde kleine gesloten bodemenergiesystemen ten hoogste 1,5°C bedraagt.
Het hanteren van dit criterium leidt tot een afname van de prestaties van de systemen
met ten hoogste 5% afnemen. Dit wordt acceptabel geacht, gezien de marges in het
ontwerp van de systemen. De kans op bevriezing door afkoeling van een naburig
systeem is bij hantering van dit criterium nihil, omdat de systemen doorgaans
ontworpen worden met een veiligheidsmarge van  3°C. Indien een
temperatuurverlaging van meer dan 1,5°C wordt toegestaan, wordt de resterende
veiligheidsmarge in het algemeen zeer klein.
Een grotere temperatuurdaling bij een gesloten systeem kan aanvaardbaar zijn, mits
de aanvrager aantoont dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor het doelmatig
functioneren van de systemen.
1.4 Werking methode
De werking van de methode is weergeven in onderstaand beslisschema.
* Zie toelichting op de herkomst van dit criterium in § 1.3 van deze bijlage.
Naast de in deze bijlage beschreven methodiek voor bepaling van interferentie, dient
bij de plaatsing van een gesloten bodemenergiesysteem in de nabijheid van een
bestaand bodemenergiesysteem de minimale afstand tussen individuele lussen in acht
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 4 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
gehouden te worden. Deze afstand wordt berekend conform ISSO-publicatie 73
‘Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars’ of met gelijkwaardige
ontwerpprogrammatuur. Deze ISSO-publicatie dient de ontwerper toe te passen op
grond van BRL KvINL 6000-21.
2. METHODE PER STAP
2.1 Stap 1. Inventariseren kleine gesloten bodemenergiesystemen binnen
straal van 120 meter
In de eerste stap inventariseert men de kleine gesloten bodemenergiesystemen
binnen een afstand van 120 meter van het nieuw geplande kleine gesloten
bodemenergiesysteem.
Indien er geen kleine gesloten bodemenergiesystemen aanwezig binnen 120 meter
afstand van het geplande kleine gesloten bodemenergiesysteem is er geen sprake van
‘interferentie’ tussen kleine gesloten bodemenergiesystemen. De vervolgstappen 2 t/m
5 zijn in dat geval niet nodig.
Indien er 1 of meer kleine gesloten bodemenergiesysteem aanwezig binnen 120 meter
afstand van het geplande kleine gesloten bodemenergiesysteem volgt uitvoering van
stap 2 en de daarop volgende stappen.
Toelichting: Uit het onderzoek van Groenholland blijkt dat op 60 meter afstand van
kleine gesloten het temperatuureffect verwaarloosbaar is. In de ‘worst case’ is kan
enige temperatuurinvloed tussen kleine gesloten bodemenergiesystemen niet worden
uitgesloten als de afstand tussen de systemen kleiner is dan 120 meter.
De ‘worst case’ wil zeggen een klein gesloten bodemenergiesysteem met een
bodemzijdig vermogen van minder dan 70 kW met 130 kWh/m/j warmteonttrekking
aan de bodem en zonder warmtetoevoer naar de bodem (dus maximaal koudeoverschot), in combinatie met een bodem die goed warmte geleidend is (2,25-2,75
W/mK).
Ter uitvoering van deze stap raadpleegt men minimaal het landelijke
registratiesysteem voor bodemenergiesystemen. In aanvulling daarop kan men
nagaan of er binnen deze afstand oudere kleine gesloten bodemenergiesystemen
aanwezig zijn, welke niet zijn gemeld en daarom niet in het landelijke
registratiesysteem zijn opgenomen.
Bij het bepalen van de afstanden tussen gesloten bodemenergiesystemen is de
centrale x- en y-coördinaat van de bodemlussen van een bodemenergiesystemen
maatgevend.
2.2 Stap 2. Bepalen
grondwaterstroming
vervolgstap
op
basis
van
de
plaatselijke
Stap 4.a en 4.b van deze methode maakt het mogelijk om onderlinge
temperatuureffecten van kleine gesloten bodemenergiesystemen af te leiden, zonder
dat hiervoor modelmatige berekeningen worden uitgevoerd.
De berekeningen die ten grondslag liggen aan stap 4.a en 4.b, zijn uitgevoerd met de
zogenaamde lijnbronmethode (Groenholland, 2012). Deze lijnbronmethode is niet
toepasbaar voor berekenen van temperatuureffecten in de bodem wanneer de
grondwaterstroming rondom de bodemlussen boven een bepaalde grenswaarde ligt.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 5 van 31
Opmerking [AdG1]: 11000. Gaat om
ondergrond, lusafstand
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Tabel 1 geeft voor een aantal situaties de grondwaterstromingssnelheden waarboven
stap 4.a en 4.b niet meer kan worden toegepast.
Tabel 1. Grondwaterstromingssnelheden waarboven stap 4.a en 4.b niet toepasbaar
zijn.
Percentage lengte bodemlussen in watervoerende laag
20%
Mate waarin het systeem koude en warmte
aan de bodem toevoegt
40%
60%
80%
Darcy-grondwaterstromingssnelheid (in m/jaar)
waarboven stap 4.a en 4.b niet toepasbaar zijn
alleen toevoeging van koude aan de bodem
Nvt
> 20
> 10
>7
hoeveelheid aan de bodem toegevoegde
energie per jaar bedraagt 50% van de
hoeveelheid aan de bodem onttrokken
energie per jaar
Nvt
> 33
> 20
> 15
hoeveelheid aan de bodem toegevoegde
energie per jaar is gelijk aan de hoeveelheid
aan de bodem onttrokken energie per jaar
nvt
> 50
> 32
> 27
Als de grondwaterstroming lager is dan de grenswaarde die volgt uit bovenstaande
tabel, mag stap 4.a of 4.b worden toegepast.
Als de grondwaterstroming hoger is dan de grenswaarde die volgt uit tabel 1, zijn de
stappen 4.a en 4.b niet toepasbaar, en is uitvoering van stap 5 (modelmatige
berekening) noodzakelijk om te bepalen of sprake is van ‘interferentie’.
Ook als stap 4.a en 4.b wel mogelijk zijn bij de plaatselijke grondwaterstroming, kan
de initiatiefnemer er voor kiezen om geen gebruik te maken van stap 4.a of 4.b. De
initiatiefnemer kan dan door middel van een modelmatige berekening bepalen of er
sprake is van ‘interferentie’ (stap 5).
2.3 Stap 3 Bepalen vervolgstap op basis van aantal kleine gesloten
bodemenergiesystemen binnen straal van 120 meter
In stap 1 is het aantal kleine gesloten bodemenergiesystemen binnen 120 meter van
het nieuw geplande kleine systeem geïnventariseerd.
Indien binnen deze straal 1 klein gesloten bodemenergiesysteem aanwezig is, volgt
stap 4.a.
Indien binnen deze straal 2 of meer kleine gesloten bodemenergiesystemen aanwezig
zijn, volgt stap 4.b.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 6 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
2.4 Stap 4.a Bepalen of het andere kleine gesloten bodemenergiesysteem
binnen de worst-case interferentieafstand ligt
Bij Wanneer er 1 ander klein gesloten bodemenergiesysteem binnen de staal van 120
meter rond het geplande kleine gesloten bodemenergiesysteem ligt, kan men op basis
van tabel 2 de worst case interferentieafstand bepalen.
De ‘worst case’ wil - evenals in stap 1 - zeggen: een klein gesloten bodemenergiesysteem met
een bodemzijdig vermogen minder dan 70 kW met 130 kWh/m/j warmteonttrekking aan de
bodem en zonder warmtetoevoer naar de bodem (dus maximaal koudeoverschot), in combinatie
met een bodem die goed warmte geleidend is (2,25-2,75 W/mK).
Om tabel 2 te kunnen gebruiken, bepaalt men op basis van de lokale bodemopbouw
de warmtegeleidingscoëfficiënt van de bodem.
Als de afstand tussen de twee kleine gesloten bodemenergiesystemen groter is dan de
‘worst case interferentieafstand’ is geen sprake van interferentie.
Als deze afstand kleiner is, kan men met meer fijnmazig met stap 4.b bepalen of
sprake is van interferentie.
Tabel 2. Worst case interferentie-afstanden bij verschillende bodemgesteldheden.
Bodemtype *
A. Slecht geleidend
Worst case
interferentie-afstand**
20 m
Warmtegeleidingscoëfficiënt = 1,25 - 1,75 W/mK.
Bijvoorbeeld: relatief dikke deklaag, veel kleiig en/of venige lagen,
zeer fijn zandig/lemige afzettingen, lage grondwaterstand.
B. Normaal geleidend
Warmtegeleidingscoëfficiënt = 1,75 - 2,25 W/mK.
Bijvoorbeeld: relatief dunne deklaag, overwegend matig fijne tot
matig grove zanden, hoge grondwaterstand.
C. Zeer goed geleidend
17,5 m
15 m
Warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,25 - 2,75 W/mK.
Bijvoorbeeld: voornamelijk bestaande uit matig grove tot zeer grove
zanden of grind, hoge grondwaterstand, matige
grondwaterstroming.
Toelichting:
*zie ook 2DEN 0324 "Kwaliteitsrichtlijn verticale bodemwarmtewisselaars" of de ISSO 73.
** de afstand tussen de geometrische middelpunten (x- en y-coördinaten volgens het
rijksdriehoekstelsel) van de bodemlussen van elke systeem.
2.5 Stap 4.b. Bepalen onderlinge temperatuureffecten met behulp van
nomogrammen
Als bij stap 3 blijkt dat er 2 of meer kleine gesloten bodemenergiesystemen binnen
120 afstand van het geplande kleine gesloten bodemenergiesysteem aanwezig zijn,
kan men met stap 4.b bepalen of sprake is van ‘interferentie’.
Stap 4.b is vanwege de lengte beschreven in bijlage 2.2 van dit document. De
nomogrammen die gebruikt worden bij stap 4.b zijn opgenomen in bijlage 2.3. Bijlage
2.4 geeft een voorbeeld van de toepassing van stap 4.b van het stappenplan. In
bijlage 2.5 is een cases uitgewerkt die de cumulatieve temperatuureffecten illustreert.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 7 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
2.6 Stap 5. Modelmatige berekening van temperatuureffecten per systeem
Als de plaatselijke grondwaterstroming niet voldoet aan de grenswaarden in tabel 1,
dient de initiatiefnemer met een model te berekenen wat de temperatuureffecten zijn
op alle (kleine) gesloten bodemenergiesystemen die binnen 120 meter afstand van het
geplande kleine gesloten bodemenergiesysteem liggen.
Bij het plaatsen van vele kleine individuele gesloten bodemenergiesystemen in een
klein gebied, is het in veel gevallen noodzakelijk om de onderlinge
temperatuureffecten modelmatig te berekenen. Door het lussensysteem van deze
systemen als een geheel te ontwerpen en daarbij rekening te houden met de
onderlinge temperatuureffecten, kan al bij het ontwerp voor het negatieve effect van
interferentie worden gecompenseerd.
Als uit de berekening blijkt dat totale temperatuurverlaging bij één of meer van de
beschouwde systemen meer dan 1,5°C bedraagt, is sprake van ‘interferentie’. Het
geplande systeem kan dan niet conform het ontwerp worden geplaatst. Mogelijk kan
bij een ander ontwerp (bijvoorbeeld met minder maar langere bodemlussen) wel een
bodemenergiesysteem op de betreffende locatie worden geplaatst zonder tot
‘interferentie’ te leiden.
Naast de in deze bijlage beschreven methodiek voor bepaling van interferentie, dient
bij de plaatsing van een gesloten bodemenergiesysteem in de nabijheid van een
bestaand bodemenergiesysteem de minimale afstand tussen individuele lussen in acht
gehouden te worden. Deze afstand wordt berekend conform ISSO-publicatie 73
‘Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars’.
LITERATUUR
1. Groenholland, 2012. Methode voor het bepalen van interferentie tussen kleine
gesloten bodemenergiesystemen, rapportnr. GHNL 011103.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 8 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Bijlage 2.2 Stap 4.b: Bepalen onderlinge temperatuureffecten
met nomogrammen
Deze bijlage bevat een nadere uitwerking van stap 4.b van bijlage 2. Als er 2 of meer
kleine gesloten bodemenergiesystemen binnen 120 afstand van het geplande kleine
gesloten bodemenergiesysteem aanwezig zijn, wordt op basis van stap 4.b bepaald of
er sprake is van onderlinge interferentie. Stap 4.b is in de beschrijving hieronder
opgedeeld in de sub-stappen 4.b-1 t/m 4.b-4.
Stap 4.b-1 Bepaal gegevens over de energievraag en het geplande systeem
De warmte en koudevraag van het geplande systeem zijn bij het ontwerp bepaald.
Bepaal de relevante gegevens over het geplande systeem door invulling van
onderstaande invultabel:
Parameter
Waarde
Condensorvermogen warmtepomp (kW), bij B0/W35
Elektrisch opgenomen vermogen compressor (kW), bij B0/W35
Verdampervermogen warmtepomp (kW)
= Condensorvermogen - elektrisch. vermogen compressor
SPF-V (Seizoens Prestatie Factor) verwarming
= Condensorvermogen / elektrisch opgenomen vermogen*, bij B0/W35
SPF-K (Seizoens Prestatie Factor) koeling
= Verdampervermogen / elektrisch opgenomen vermogen*, bij B30/W10.
Bij passieve koeling: SPF-K = 15
Jaarlijkse warmtevraag object (MWh/jaar)
Dit is wat de warmtepomp levert aan het object
Jaarlijkse netto warmteonttrekking bodem (MWh/jaar)
= (Jaarlijkse warmtevraag object) - (Jaarlijkse warmtevraag object / SPF-V)
Jaarlijkse koudevraag object (MWh/jaar)
Dit is wat het bodemenergiesysteem of de warmtepomp levert aan het
object
Jaarlijkse netto warmtetoevoer bodem (MWh/jaar)
= (Jaarlijkse koudevraag object) + (Jaarlijkse koudevraag object / SPF-K)
Totale lengte bodemlussen (m)
Aantal bodemlussen x geplaatste diepte (dubbele bodemlussen tellen
slechts 1x!)
Specifieke warmteonttrekking bodem (kWh/m/j)
= (Jaarlijkse netto warmteonttrekking bodem * 1000) / (Lengte
bodemlussen)
Specifieke warmtetoevoer bodem (kWh/m/j)
= (Jaarlijkse netto warmtetoevoer bodem * 1000) / (Lengte bodemlussen)
*elektrisch opgenomen vermogen = hulpenergie = [compressorvermogen + vermogen bronpomp] * aantal
draaiuren
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 9 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Melding van bestaande systemen
Alleen voor al bestaande systemen die voor de eerste keer gemeld gaan worden
kunnen deze waarden, indien niet bekend, als volgt door de melder worden bepaald:
1. Verwarmingsvraag geschakelde nieuwbouw: Condensorvermogen (kW) x 1800
(draaiuren);
2. Verwarmingsvraag geschakelde bestaande bouw: Condensorvermogen (kW) x
1750 (draaiuren);
3. Verwarmingsvraag appartementencomplex: Condensorvermogen (kW) x 2200
(draaiuren);
4. Verwarmingsvraag kantoor: Condensorvermogen (kW) x 1800 (draaiuren);
5. Verwarmingsvraag school: Condensorvermogen (kW) x 1800 (draaiuren);
6. Koelvraag systemen met passieve koeling: 30% van de verwarmingsvraag;
7. Koelvraag systemen met actieve koeling: Verdampervermogen (kW) x 750
(draaiuren).
Controle mogelijkheden voor bevoegd gezag
Bevoegde gezagen kunnen de aangeleverde gegevens over een systeem in eerste
instantie beoordelen aan de hand van enkele kengetallen:
– Jaarlijkse warmtevraag gebouw (kW) / condensorvermogen (kW) geeft het aantal
vollast-uren verwarming, moet tussen 1500 en 2200 liggen.
– Rendement (SPF) dient globaal tussen 3,8 en 4,5 te liggen.
– Jaarlijkse koudevraag gebouw (kW) / verdampervermogen (kW) (bij mechanische
verwarming) geeft aantal vollast-uren koeling, moet tussen 500 en 1200 liggen.
– Jaarlijkse koudevraag gebouw bij passieve koeling  30% van de warmtevraag.
– Verdampervermogen warmtepomp (W) / totale lengte van de bodemlussen (m)
(dubbele bodemlussen tellen daarbij maar 1 maal) geeft specifieke onttrekking bij
pieklast, moet tussen 15 W/m en 35 W/m liggen.
– Opgegeven vermogens en totale energievraag kunnen per type vergeleken worden
met de hierna opgenomen tabellen 3.a en 3.b.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 10 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Tabel 3.a Overzicht
referentietypen:
toepassing
bodemenergiesysteem
(V: Verwarming; PK: Passieve koeling; MK: Mechanische koeling),
indicatie opgesteld vermogen voor verwarming, koeling (mechanisch en
passief). Uitgangspunt bodemzijdig vermogen is kleiner dan 70 kW.
No
Toepassing
Gebouwtype
V
PK
MK
-
Verwarming
Condensor
kW
Koeling
Verdamper
kW
Koeling
Passief
kW
3-5
-
2,8 - 4,7
A1
Nieuwbouw, rijtjeswoning
+
+/-
A2
Nieuwbouw, hoekwoning
+
+/-
-
4-7
-
3,7 - 6,5
A3
Nieuwbouw, vrijstaand
+
+/-
+/-
6 - 11
4,4 - 8,1
5,6 - 10,3
B1
Bestaande bouw,
rijtjeswoning
+
-
-
5-8
-
-
B2
Bestaande bouw, hoekwoning
+
-
-
8 - 10
-
-
B3
Bestaande bouw, vrijstaand
+
+/-
+/-
10 - 14
12,6 - 17,7
9,3 - 13,1
C1
Appartementencomplex (10)
+
+
+/-
30 - 50
22 - 37
28 - 47
C2
Appartementencomplex (20)
+
+
+/-
50 - 90
37 - 59
46,7 - 62
D1
Bedrijfshal met kantoor
+
+
+
20 - 90
15 - 62
19 - 62
D2
Kantoorpand
+
+
+
40 - 90
30 - 62
37 - 62
D3
School
+
+/-
-
40 - 90
-
37 - 62
Tabel 3.b Overzicht referentietypen: Totaal verwarmingsvraag (ruimteverwarming +
tapwater), draaiuren verwarming, totaal koelvraag, draaiuren koeling.
Warmte- en koudevraag verkregen door vermenigvuldigen maximale aantal
uren met minimale capaciteit.
No
Warmtevraag
MWh/jaar
Draaiuren
Koelvraag
MWh/jaar
Draaiuren
min
max
min
max
min
max
min
max
5,4
7,5
1500
1800
1,7
2,1
350
750
A2
7,2
10,5
1500
1800
2,3
2,8
350
750
A3
10,8
16,5
1500
1800
3,3
3,6
350
750
B1
8,8
10,0
1250
1750
0
0
350
750
B2
12,5
14,0
1250
1750
0
0
350
750
B3
17,5*
17,*5
1250
1750
6,2
7
350
750
C1
60,0
66,0
1500
2200
16,5*
16,5*
350
750
C2
105,0
110,0
1500
2200
21,7
27,8
350
750
D1
25,0
36,0
1000
1800
20,3
40,3
500
1000
D2
70,0
72,0
1000
1800
48
58,9
500
1000
D3
70,0
72,0
1000
1800
29,6
48
500
1000
A1
* Om voor de referentietypen een minimum en maximum warmte- of koudevraag te
berekenen, is op basis van de capaciteiten uit tabel 3.a het laagste vermogen van de
warmtepomp met het maximale aantal draaiuren gecombineerd en het hoogste
vermogen van de warmtepomp met het minimale draaiuren. Dat doet recht aan het
feit dat een groter warmtepompvermogen over het algemeen minder vollasturen
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 11 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
draait. Als gevolg hiervan zijn voor een aantal referentietypen de berekende
minimum- en maximum-energievraag (in MWh) aan elkaar gelijk.
De kengetallen in tabel 3.a en 3.b zijn afkomstig uit de praktijk en de resultaten zijn
vergeleken met enkele studies (bronnen: GroenHolland 2005, Uitzinger, 2004).
Stap 4.b-2 Bepaal gegevens kleine gesloten bodemenergiesystemen in een
straal van 120 meter van het geplande kleine gesloten bodemenergiesysteem
Hiervoor raadpleegt men minimaal het landelijke registratiesysteem voor
bodemenergiesystemen.
In aanvulling daarop kan men nagaan of er binnen deze afstand oude systemen
aanwezig zijn die niet zijn gemeld en dus in het registratiesysteem zijn vermeld. Dit
laatste is niet verplicht.
Bij het bepalen van de afstanden tussen gesloten bodemenergiesystemen is de x- en
y-coördinaat van het middelpunt van de bodemlussen van een bodemenergiesystemen
maatgevend.
Voor alle kleine gesloten bodemenergiesystemen binnen 120 meter van het geplande
kleine gesloten bodemenergiesysteem wordt de volgende informatie ingevuld:
Systeem
X-coordinaat
(m)
Y-coordinaat
(m)
Totale lengte
bodemlussen*
(m)
Aan bodem
onttrokken
warmte
(MWh/jaar)
Aan bodem
toegevoerde
warmte (MWh/jaar)
O1
XO1
YO1
L1
VV1
KV1
O2
XO2
YO2
L2
VV2
KV2
*Aantal bodemlussen x geplaatste diepte (dubbele bodemlussen tellen slechts 1 x!)
Stap 4.b-3 Bepaal warmtegeleidingscoëfficiënt bodem
De warmtegeleidingscoëfficiënt van de bodem bepaalt welke set temperatuurnomogrammen moet worden gebruikt. De warmtegeleidingscoëfficiënt volgt uit de
bodemopbouw (zie 2DEN 0324 "Kwaliteitsrichtlijn verticale bodemwarmtewisselaars"
of de ISSO 73). De indeling hierbij is:
A. Slecht geleidende bodem 1,5 W/mK (1,25-1,75 W/mK)
Bijvoorbeeld: relatief dikke deklaag, veel kleiig en/of venige lagen, zeer fijn
zandig/lemige afzettingen, lage grondwaterstand.
B. Normaal geleidende bodem 2,0 W/mK (1,75-2,25 W/mK)
Bijvoorbeeld: relatief dunne deklaag, overwegend matig fijne tot matig grove
zanden, hoge grondwaterstand.
C. Hoog geleidende bodem 2,5 W/mK (2,25-2,75 W/mK)
Bijvoorbeeld: voornamelijk bestaande uit matig grove tot zeer grove zanden of
grind, hoge grondwaterstand, matige grondwaterstroming.
Stap 4.b-4 Bepaal temperatuurinvloeden tussen de systemen en sommeer
deze
In deze stap worden de cumulatieve onderlinge temperatuureffecten bepaald tussen
de kleine gesloten bodemenergiesystemen binnen 120 meter afstand van het
geplande kleine gesloten bodemenergiesysteem.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 12 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Neem de resultaten van stap 4.1, 4.2 en 4.3 over in de onderstaande tabel:
Warmtegeleidingscoëfficiënt bodem
Parameter
………… (W/mK)
Nieuw
systeem
Bestaand
systeem O1
Bestaand
systeem O2
Bestaand
systeem O3
Specifieke warmteonttrekking (kWh/m/j) 1)
Specifieke warmtetoevoer (kWh/m/j) 2)
X-coördinaat 3)
Y-coördinaat 3)
Toelichting:
1) Berekenen: aan bodem onttrokken warmte (MWh/jaar) / lengte van de
bodemlussen (dubbele bodemlussen tellen slechts 1 maal) x 1000.
2) Berekenen: aan bodem toegevoerde warmte (MWh/jaar) / lengte van de
bodemlussen (dubbele bodemlussen tellen slechts 1 maal mee) x 1000.
3) Bij het bepalen van de coördinaten van een systeem is de x- en y-coördinaat
(rijksdriehoekstelsel) van het geometrisch middelpunt van de bodemlussen
maatgevend.
Bepaal vervolgens de onderlinge temperatuureffecten en cumulatieve effecten van alle
objecten als volgt:
1.
Bereken de afstanden tussen alle bestaande objecten en van alle objecten met
het nieuwe object. De afstand wordt per ‘paar systemen’ berekend door:
Afstand (D, m) =
 XO1  XO22  YO1  YO22
2.
Zoek voor ieder systeem in bijlage 2.2 het juiste nomogram op basis van:
* de juiste warmtegeleidingscoëfficiënt, en
* de specifieke warmtetoevoer aan de bodem door dit systeem.
3.
Lees voor ieder systeem uit het bijbehorende nomogram de temperatuureffecten
af op de afstanden van het beschouwde systeem tot alle andere systemen, en
neem die over in de bovenstaande tabel.
4.
Sommeer alle temperatuureffecten bij ieder van de beschouwde systemen.
Punt 2 en 3 en 4 worden uitgevoerd met een kruistabel van alle kleine gesloten
bodemenergiesystemen
binnen
120
meter
van
het
geplande
gesloten
bodemenergiesysteem (‘objecten’), zoals in de volgende tabel is weergegeven:
O1
O2
O3
Nieuw
O1
-
O1->O2
O1->O3
O1->Nieuw
O2
O2->O1
-
O2->O3
O2->Nieuw
O3
O3->O1
O3->O2
-
O3->Nieuw
som
som
som
SOM1
Nieuw -> O1
Nieuw -> O2
Nieuw -> O3
-
SOM2
SOM3
SOM4
CUMULATIEF EFFECT 1
Nieuw
CUMULATIEF EFFECT 2
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 13 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Bepaal tot slot:
1. Of het nieuwe object een temperatuurverlaging > 1,5°C veroorzaakt bij een van
de bestaande objecten, en
2. Of de bestaande objecten een temperatuurverlaging > 1,5°C veroorzaken bij het
nieuwe object.
In de kolom ‘nieuw’ worden hiertoe alle effecten van de bestaande objecten op het
nieuwe object opgeteld. De som hiervan moet kleiner zijn dan het maximaal
toegestane temperatuureffect, namelijk een temperatuurverlaging van 1,5°C.
In de rij ‘cumulatief effect 2’ worden hiertoe de effecten van het nieuwe object en de
bestaande objecten bij elkaar opgeteld. Geen van deze effecten mag groter zijn dan
het toegestane temperatuureffect (een temperatuurverlaging van 1,5°C).
Als uit de berekeningen blijkt dat totale temperatuurverlaging bij een of meer van de
beschouwde systemen meer dan 1,5°C bedraagt, is sprake van ‘interferentie’. Het
geplande systeem kan dan niet conform het ontwerp worden geplaatst, tenzij de
initiatiefnemer op afdoende wijze onderbouwt dat deze grotere temperatuurverlaging
niet leidt tot nadelige gevolgen voor het doelmatig functioneren van de systemen.
Mogelijk kan door aanpassing van het ontwerp (bijvoorbeeld met minder maar langere
bodemlussen) wel voldaan worden aan het criterium van een maximale
temperatuurverlaging van 1,5°C bij de systemen.
Naast de in deze bijlage beschreven methodiek voor bepaling van interferentie, dient
bij de plaatsing van een gesloten bodemenergiesysteem in de nabijheid van een
bestaand bodemenergiesysteem de minimale afstand tussen individuele lussen in acht
gehouden te worden. Deze afstand wordt berekend conform ISSO-publicatie 73
‘Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars’ of met een
gelijkwaardig ontwerpprogramma.
LITERATUUR
1. Groenholland, 2005. Haalbaarheidsonderzoek Geo-Energie Schoenmakershoek,
Etten-Leur. Rapportnr. GH04067.
2. Groenholland, 2012. Methode voor het bepalen van interferentie tussen kleine
gesloten bodemenergiesystemen. Rapportnr. GHNL 011103.
3. Uitzinger, J. 2004. Analyse EPC en energieverbruik bij woningen. PRC
Bouwcentrum / Novem 2004.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 14 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Bijlage 2.3 Nomogrammen behorend bij stap 4.b
Deze nomogrammen horen bij stap 4.b-4 van bijlage 2.2.
In deze nomogrammen wordt onder ‘warmtetoevoer’ verstaan: de
warmtetoevoer naar de bodem.
In deze nomogrammen wordt onder ‘onttrekking’ verstaan: de
warmteonttrekking aan de bodem.
A: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt =1,5 W/MK
-20
-20
-40
-60
-80
-80
-100
0
0. 0.1
.2
.3
-0
-0
.4
-0
.6
.5
-0
-0
.7
-0
.8
105
125
-60
-80
-100
-40
-60
-80
-100
0
0.
0
0.
.9.9
-0-0
.2
105
.1
-0
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
.3
.4
45
65
85
Afstand (m)
-0
-0
-0
.6
25
.5
-140
5
-0
7
125
-0
.1
.
-0
-0
.3
.2
-0
-0
.5
.6
.4
-0
-0
.7
.8
-0
-0
-0
-120
..88
--00
Onttrekking (kWh/m/j)
-40
105
-0
-20
45
65
85
Afstand (m)
45
65
85
Afstand (m)
Warmtetoevoer: 30,0 kWh/m/j
-20
25
25
125
0
-140
5
.9
-0
105
0
-120
1
.11.
-1-
45
65
85
Afstand (m)
-140
5
Warmtetoevoer: 20,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
-60
0.0
.1
-0
.2
-0
.3
-0
.4
-0
.5
-0
.6
.7
-0
25
-0
.8
-0
.9
-0
.0
-140
5
warmte-
-40
-120
-1
-120
en
..00
--11
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-100
specifieke
Warmtetoevoer: 10,0 kWh/m/j
0
.1.1 -11.2.2 1.3
-1-1
-
Onttrekking (kWh/m/j)
Wamtetoevoer: 0,0 kWh/m/j
specifieke
125
Pagina 15 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
A: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 1,5 W/MK
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
7
.07.
-0-
-80
-100
-0
45
65
85
Afstand (m)
.1
.2
-0
.3
25
-0
-140
5
125
.4
.5
-0
-0
.1
105
Warmtetoevoer: 60,0 kWh/m/j
105
125
Warmtetoevoer 70,0 kWh/m/j
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-40
-60
-80
-100
0
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
-60
-120
-0
.2
45
65
85
Afstand (m)
-0
.4
.3
-0
-0
.5
25
-0
.6
-0
-140
5
-40
0
0.
0
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-120
warmte-
Warmtetoevoer: 50,0 kWh/m/j
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 40,0 kWh/m/j
en
0
0.
-140
5
25
.1
-0
3
125
.2
-0
.
-0
4
.1
105
.
-0
-120
-0
.2
-0
45
65
85
Afstand (m)
.3
25
-0
-140
5
.4
.5
-0
-0
-120
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 16 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
A: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 1,5 W/MK
0
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
-40
-60
-80
-100
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
105
-140
5
125
0
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
-80
-100
-120
105
125
-140
5
0.0
45
65
85
Afstand (m)
125
-60
-0.1
25
105
-40
0.0
-140
5
-0.1
-120
45
65
85
Afstand (m)
Warmtetoevoer 110,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 100,0 kWh/m/j
25
0.0
-0.1
-0.2
1
0.0
-120
2
-0.
-0.
.33
--00.
-120
warmte-
Warmtetoevoer: 90,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 80,0 kWh/m/j
en
25
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 17 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
A: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 1,5 W/MK
Warmtetoevoer: 130,0 kWh/m/j
0
-20
-20
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-40
-60
-80
-100
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
105
-40
-60
-80
-100
-120
0.0
-120
warmte-
0.0
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 120,0 kWh/m/j
en
125
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 18 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
B: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,0 W/MK
0
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
-80
-100
0
0.
.9
-0
.1
2
45
65
85
Afstand (m)
-0
.
-0
.3
4
.
-0
-0
.5
-0
6
7
.
-0
25
.
-0
.8
-0
-140
5
125
Warmtetoevoer: 20,0 kWh/m/j
105
125
Warmtetoevoer: 30,0 kWh/m/j
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
-40
-60
-80
-100
0
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
0
0
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
-60
.1
.2
105
-0
.3
-0
45
65
85
Afstand (m)
-0
.4
.5
-0
.6
-0
-0
.7
-0
.8
.9
.1
25
-0
-0
-1
-140
5
-40
-120
0.0
..00
--11
-120
warmte-
Warmtetoevoer: 10,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 0,0 kWh/m/j
en
.1
105
-0
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
.2
45
65
85
Afstand (m)
-0
.3
-0
.4
-0
25
.5
-140
5
-0
.6
-0
.7
125
-120
-0
105
.1
-0
.2
.3
45
65
85
Afstand (m)
-0
.4
-0
-0
25
.5
-0
.7
-140
5
.6
-0
-0
8
0.
.8-
-0
-120
125
Pagina 19 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
B: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,0 W/MK
0
-20
-20
-40
-60
-80
.5
-80
-100
-0
.2
.1
-0
.3
.4
-40
-60
-80
-100
45
65
85
Afstand (m)
105
125
-40
-60
-80
-100
0
0.
0
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
-20
.
-0
4
125
-140
5
25
.1
-0
.2
-0
.1
.3
-0
.2
-0
.3
-0
105
-0
-120
45
65
85
Afstand (m)
-0
-0
-20
25
.5
0
-140
5
25
Warmtetoevoer: 70,0 kWh/m/j
0
-120
-0
-140
5
125
Warmtetoevoer: 60,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
-60
-120
.1
-0
105
-40
0
0.
0
0.
.2
45
65
85
Afstand (m)
-0
.3
25
-0
-140
5
.4
-0
.6
-0
-120
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-100
warmte-
Warmtetoevoer: 50,0 kWh/m/j
-0
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 40,0 kWh/m/j
en
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 20 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
B: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,0 W/MK
warmte-
Warmtetoevoer: 90,0 kWh/m/j
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-40
-60
-80
-100
0
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 80,0 kWh/m/j
en
0.0
45
65
85
Afstand (m)
1
25
-0.
.2
-0
-140
5
-120
.1
-0
-120
105
-140
5
125
Warmtetoevoer: 100,0 kWh/m/j
25
45
65
85
Afstand (m)
105
125
Warmtetoevoer: 110,0 kWh/m/
0
0
-20
-40
Onttrekking (kWh/m/j)
Onttrekking (kWh/m/j)
-20
-60
-80
-100
45
65
85
Afstand (m)
105
-60
-80
-100
-120
125
-140
5
0.0
25
0.0
-140
5
-0.1
-120
-40
25
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 21 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
B: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,0 W/MK
0
-20
-20
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-40
-60
-80
-100
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
-40
-60
-80
-100
-120
105
125
-140
5
0.0
-120
warmte-
Warmtetoevoer: 130,0 kWh/m/j
0.0
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer:120,0 kWh/m/j
en
25
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 22 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
C: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,5 W/MK
Warmtetoevoer: 10,0 kWh/m/j
0
-20
-20
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-40
-60
-80
-100
-80
-100
45
65
85
Afstand (m)
.1
.3
.2
-0
-0
-0
.4
-0
.5
-60
-80
105
125
-40
-60
-80
-100
0
0
0.
0.
-100
Onttrekking (kWh/m/j)
-40
..66
--00
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
.1
-0
45
65
85
Afstand (m)
.2
-0
.3
-0
25
.4
-140
5
-0
125
.5
.1
-0
-120
-0
.3
.2
-0
.4
-0
.5
.6
-0
-0
-0
7
.07.
-0-
105
-0
-20
45
65
85
Afstand (m)
.6
.7
-20
25
25
Warmtetoevoer: 30,0 kWh/m/j
0
-140
5
-0
-140
5
125
0
-120
-0
.1
-0
105
Warmtetoevoer: 20,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
-60
-120
0
2
45
65
85
Afstand (m)
.
-0
.3
-0
.5
4
.
-0
-0
6
25
.
-0
8
.7
.
-0
-0
-140
5
-40
8
.08.
-0-
0.
.9
-0
-120
warmte-
0
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 0,0 kWh/m/j
en
125
Pagina 23 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
C: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,5 W/MK
0
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
0.
0
-0
.5
-120
-0
.4
-140
5
25
-0
-0
.3
45
65
85
Afstand (m)
-0
.2
105
-60
-80
-100
-140
5
125
0
0
-20
-20
-40
-60
-80
-0
.3
0.
0
-120
-0
.2
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
0.
-0
0
.4
-0
25
.3
-0
-0
.1
.2
45
65
85
Afstand (m)
105
125
Warmtetoevoer: 70,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
Onttrekking (kWh/m/j)
-40
-120
.1
Warmtetoevoer: 60,0 kWh/m/j
-100
warmte-
Warmtetoevoer: 50,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 40,0 kWh/m/j
en
-40
-60
-80
-100
0.
0
-120
-0
105
-0
.1
-0
.2
.1
125
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 24 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
C: Temperatuurverandering (°C) als functie
onttrekking van warmtegeleidingscoëfficiënt =
0
-20
-20
-40
-60
-80
-100
-80
-100
.1
105
-140
5
125
-20
Onttrekking (kWh/m/j)
-20
-40
-60
-80
-100
45
65
85
Afstand (m)
105
125
105
-40
-60
-80
-100
-120
0.0
-0.1
25
45
65
85
Afstand (m)
Warmtetoevoer: 110,0 kWh/m/j
0
-140
5
25
125
-140
5
0.0
45
65
85
Afstand (m)
0
-120
0.0
-120
Warmtetoevoer 100,0 kWh/m/j
Onttrekking (kWh/m/j)
-60
-0
25
warmte-
-40
.1
-0
.2
-0
-140
5
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-120
en
Warmtetoevoer: 90,0 kWh/m/j
0
0.
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 80,0 kWh/m/j
van afstand
2,5 W/MK
25
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 25 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
C: Temperatuurverandering (°C) als functie van afstand
onttrekking bij warmtegeleidingscoëfficiënt = 2,5 W/MK
0
-20
-20
Onttrekking (kWh/m/j)
0
-40
-60
-80
-100
warmte-
Warmtetoevoer: 130,0 kWh/m/j
0.0
Onttrekking (kWh/m/j)
Warmtetoevoer: 120,0 kWh/m/j
en
-120
-40
-60
-80
-100
-120
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
105
125
-140
5
25
45
65
85
Afstand (m)
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
105
125
Pagina 26 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Bijlage 2.4 Voorbeeld toepassen stap 4.b
Deze bijlage beschrijft een voorbeeld van de toepassing van stap 4.b. In dit voorbeeld
zijn drie bestaande vrijstaande woningen op een rij uitgerust met een klein gesloten
bodemenergiesysteem. Hier wordt in een nog te bouwen vrijstaande woning een
nieuw klein bodemenergiesysteem gepland.
Stap 4.b-1 en 4.b-2 Gegevens over gepland systeem en systemen tot 120
meter afstand
De gegevens over het geplande systeem volgen uit het ontwerp. De gegevens over de
drie bestaande systemen worden uit het landelijke registratiesysteem opgevraagd. Dit
betreft de X- en Y-coördinaten, de totale lengte van de bodemlussen en de totale
hoeveelheid aan de bodem onttrokken en toegevoerde warmte. De gegevens zijn in
tabel 1 samengevat.
Tabel 1. Basisgegevens nodig voor bepalen mogelijke negatieve interferentie. Object
(en type conform tabel 1a/1b); X- en Y-coördinaat (rijksdriehoeksstelsel);
totale lengte bodemlussen (m); totale hoeveelheid aan de bodem onttrokken
warmte en totale hoeveelheid aan de bodem toegevoerde warmte
(MWh/jaar).
Systeem
X-coordinaat
(m)
Y-coordinaat
(m)
Totale lengte
bodemlussen (m) *
Onttrokken
warmte
(MWh/jaar)
Toegevoerde
warmte
(MWh/jaar)
W1 bestaand
142 488
459 500
285
8,25
3,20
W2 bestaand
142 500
459 500
245
9,00
3,41
W3 bestaand
142 512
459 500
350
10,90
3,84
WN nieuw
142 495
459 492
350
10,7
3,30
*Aantal bodemlussen x geplaatste diepte (dubbele bodemlussen tellen slechts 1x!)
Stap 4.b-3 Bepaal warmtegeleidingscoëfficiënt bodem
We nemen een warmtegeleidingscoëfficiënt van de bodem aan van 2,0 W/mK.
Hieruit volgt dat in stap 4.b-4 de nomogrammen B in bijlage 2.3 (zie in dit document
vanaf pagina 15) gebruikt moeten worden.
Stap 3.b-4 Bepaal temperatuurinvloeden tussen systemen en sommeer deze
Vervolgens worden de volgende parameters berekend:
1.
Afstanden tussen de objecten en voor elk object de specifieke warmteonttrekking
en warmtetoevoer in kWh/m/j.
Tussen de objecten moet de afstand tussen de bodemenergiesystemen bepaald
worden. De afstanden volgen eenvoudig uit de volgende formule:
 X 1  X 22  Y1  Y 22
Afstand (D, m) =
Waarbij X1 en Y1 de coördinaten van object 1 en X2 en Y2 de coördinaten van
object 2 zijn.
De specifieke warmteonttrekking van ieder van de beschouwde systemen.
Deze wordt berekend door de totale hoeveelheid warmte te delen door de totale
lengte van de bodemlussen (aantal bodemlussen x geplaatste diepte, dubbele
bodemlussen tellen slechts 1x!).
Tabel 2 geeft de resultaten van deze berekeningen weer.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 27 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Tabel 2. Afstanden tussen de objecten (m) en specifieke warmteonttrekking /
warmtetoevoer.
W1
W2
W3
WN
W1
-
12
24
11
W2
12
-
12
9
W3
24
12
-
19
WN
11
9
19
-
Specifieke onttrokken warmte (kWh/m/j)
29
37
31
30
Specifieke toegevoerde warmte (kWh/m/j)
10
14
11
9
We bepalen de temperatuureffecten tussen de bestaande objecten onderling en tussen
de bestaande objecten en de nieuwbouw op basis van de nomogrammen onder B in
bijlage 2.2.
Het effect van object W1 op W2:
Object W1 heeft een specifieke warmteonttrekking van 28,9 kWh/m/j (tabel 5: 8,25 *
1000 / 285) en een specifieke warmtetoevoer van 11,2 kWh/m/j (tabel 5: 3,2 * 1000
/ 285).
In de grafieken van nomogrammen B (warmtegeleidingscoëfficiënt bodem 2,0 W/mK)
kijken we bij een specifieke warmteonttrekking van 28,9 kWh/m/j en bij een afstand
van 12 meter, het temperatuureffect is daar -0,36K. Figuur 11 toont het relevante
nomogram en hulplijnen.
Figuur 1.
Voorbeeld bepalen temperatuureffect tussen 2 systemen (nomogram B).
Warmtetoevoer: 10,0 kWh/m/j
0
Onttrekking (kWh/m/j)
-20
-40
-60
-80
-100
0.
0
.9
-0
.1
.2
105
-0
-0
.4
.3
45
65
85
Afstand (m)
-0
.5
.6
-0
-0
.7
25
-0
-140
5
-0
.8
-0
-120
125
Het effect van object W1 op W3: de afstand tussen deze objecten bedraagt 24 meter,
het temperatuureffect is -0,28°C.
Het effect van object W2 op W1:
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 28 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Object W2 heeft een warmtetoevoer van 14 kWh/m/j, daarvoor is er geen aparte
grafiek.
In dit geval lezen we het temperatuureffect af uit de grafieken bij 10 kWh/m/jaar en
20 kWh/m/j warmtetoevoer en interpoleren om de uiteindelijke waarde te krijgen:
(-0,43 + -0,35)/2 = -0,39°C.
In tabel 3 zijn alle temperatuureffecten weergegeven en opgeteld. Wanneer we een
maximaal effect van 1,5°C afkoeling door andere systemen accepteren, blijkt het
nieuwe systeem mogelijk te zijn, alle bij elkaar opgetelde effecten zijn minder dan
-1,5°C.
Tabel 3. Berekening cumulatieve temperatuureffecten (in °C).
Temperatuureffecten door de individuele systemen
Temperatuureffect bij:
Systeem W1
Effect van
systeem W1
Effect van
systeem W2
Effect van
systeem W3
Effect van
nieuw
systeem
Totaal
temperatuureffect
-
-0,39
-0,28
-0,36
-1,03
W2
-0,36
-
-0,36
-0,38
-1,10
W3
-0,28
-0,39
-
-0,30
-0,97
WN
-0,36
-0,40
-0,30
-
-1,06
De cumulatieve temperatuurverlaging blijft bij alle systemen kleiner dan 1,5°C. Er is
dus geen sprake van ‘interferentie’ en het nieuwe systeem kan geplaatst worden
conform het ontwerp.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 29 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Bijlage
2.5
Illustratie
bodemenergiesystemen
interferentie
gesloten
Voorbeeldsituatie:
Beoordeling
interferentie
naar
aanleiding
van
de
vergunningaanvraag voor de plaatsing van een gesloten bodemenergiesysteem bij
toekomstig kantoor Villanova.
Situatieschets van systemen in de nabije omgeving:
Binnen 120 meter afstand van het nieuw te plaatsen systeem liggen twee gesloten
bodemenergiesystemen: bij het kantoor van de gemeente en bij het kantoor van de
bank. De twee bestaande gesloten bodemenergiesystemen voegen jaarlijks een
koude-overschot aan de bodem toe. Dit geldt ook voor het geplande gesloten
bodemenergiesysteem van Villanova. Omdat het bodemzijdig vermogen van het
gesloten bodemenergiesysteem hoger is dan 70 kW, zijn de onderlinge
temperatuureffecten modelmatig berekend. De uitkomsten daarvan zijn geïllustreerd
in onderstaande situatieschets.
Openbare weg
ΔT =- 0,5 K
Kantoor Gemeente
x/y in registratiesysteem
ΔT =- 1,0 K
ΔT = -1,5 K
ΔT = -2,0 K
x/y in aanvraag
Toekomstig
kantoor
Villanova
Bankkantoor
ΔT = -2,0 K
ΔT = -1,5 K
ΔT = -2,0 K
ΔT = -1,5 K
ΔT = -1,0 K
Openbare weg
ΔT =- 1,0 K
ΔT =- 0,5 K
x/y in registratiesysteem
ΔT =- 0,5 K
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 30 van 31
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Groningenweg 10, Postbus 420, 2800 AK Gouda
telefoon 085 – 486 2450, www.sikb.nl
Berekening temperatuur-effecten
bodemenergiesysteem Villanova:
per
systeem
in
situatie
voor
aanleg
Onderlinge effecten van de bestaande gesloten bodemenergiesystemen:
Effecten op bodemenergiesysteem van Bankkantoor:
- Temperatuur-effect van kantoor gemeente: -0,7°C
Effecten op bodemenergiesysteem van kantoor gemeente:
- Temperatuur-effect van Bankkantoor: -0,7°C
Conclusie:
Alle temperatuureffecten zijn kleiner dan -1,5°C, dus is er geen sprake van
interferentie.
Berekening
temperatuur-effecten
bodemenergiesysteem Villanova:
per
systeem
bij
aanleg
Effecten van het geplande systeem op de bestaande gesloten bodemenergiesystemen:
Effecten op bodemenergiesysteem van Bankkantoor:
- Temperatuur-effect van kantoor gemeente: -0,7°C
- Temperatuur-effect van toekomstig kantoor Villanova: -1,1°C
- Totaal: -1,8°C
Effecten op bodemenergiesysteem van kantoor gemeente:
- Temperatuur-effect van Bankkantoor: -0,7°C
- Toekomstig kantoor Villanova:-0,8°C
- Totaal: -1,5°C
Effecten op het geplande gesloten bodemenergiesysteem in aanvraag/melding
Effecten op bodemenergiesysteem van toekomstig kantoor Villanova:
- Temperatuur-effect van Bankkantoor: -0,9°C
- Temperatuur-effect van kantoor gemeente: -1,1°C
- Totaal: -2,0°C
Conclusie:
Het temperatuureffect bij het kantoor van de gemeente ligt op de bovengrens van de
norm van -1,5°C .
Het temperatuureffect bij het bestaande bodemenergiesysteem van het bankkantoor
overschrijdt de norm van -1,5°C.
Het temperatuureffect bij het nieuw te plaatsen bodemenergiesysteem van kantoor
Villanova overschrijdt de norm van -1,5°C.
Plaatsing van het bodemenergiesysteem bij kantoor Villanova leidt bij twee van de
drie systemen tot overschrijding van het criterium voor maximale afkoeling met
1,5°C.
Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten systemen, versie 2.3, 11-12-2014
Bijlage 2 van de BUM’s en HUM’s bodemenergiesystemen deel 1 en deel 2
Pagina 31 van 31
Download