Klas 2 Natuurkunde - Keizer Karel College

advertisement
Natuurkunde
Keizer Karel College
_________________________________________________________________________________
Extra oefenstof H3 Pretpark
1
hulples Natuurkunde klas 3 HAVO / VWO
Een gloeilamp van 75 W brandt 5 uur. Bereken hoeveel elektrische energie de gloeilamp
gedurende die 5 uur heeft opgenomen:
a) in kWh.
b) in J.
2
Op een wasmachine staan de volgende gegevens:
 centrifugeren 600 W
 wassen 300 W
 verwarmingselement 1900 W
 pomp 80 W
 maximaal vermogen 2200 W
 netspanning: 230 V
a) Bereken hoe groot de maximale stroomsterkte is.
b) Een wasprogramma bestaat uit de volgende onderdelen:
- verwarmingselement aan: 40 minuten
- wassen: 25 minuten
- pompen en centrifugeren: 5 minuten
Bereken hoeveel deze was kost. 1 kWh kost 23 eurocent.
c) Hoeveel Joules verbruikt de wasmachine als deze 12 minuten op het maximale vermogen werkt?
3
Geef een definitie van vermogen
4
In Nederland werkt een computer bij een spanning van 230 V en een stroomsterkte van 2,5 A.
In Amerika werkt dezelfde computer bij een spanning van 110 V. Leg uit of dit gevolgen heeft
voor het vermogen van de computer. Maak in de uitleg gebruik van een berekening om je
betoog te onderbouwen.
5
Leg uit waarom 1 kWh gelijk is aan 3.600.000 J
6
Neem onderstaande tabel over en vul in. 1 kWh kost € 0,22.
Apparaat
Ipod
Lamp
Vermogen
(W)
5
100
Gebruikerstijd
(uur)
2
Energieverbruik
(J)
Kosten
(€)
2,5
7
Beschrijf in je eigen woorden wat verstaan wordt onder het rendement van een elektrisch
apparaat.
8
Een autocoureur rijdt weg. Hierbij neemt zijn snelheid in 10 seconde toe van 0 km/h tot 150
km/h. De massa van de auto met de coureur is 1500 kg. De totale wrijvingskracht is 1250 N.
A. Hoe groot is de versnelling en de netto (resulterende) kracht?
B. Hoe groot is de voorwaartse kracht op de auto?
Pagina 1 van 2
Natuurkunde
Keizer Karel College
_________________________________________________________________________________
9.
.Een autocoureur rijdt weg. Hierbij neemt zijn snelheid in 10 seconde toe van 0 km/h tot 150
km/h. De massa van de auto met de coureur is 1500 kg. De totale wrijvingskracht is 1250 N.
a. Hoe groot is de versnelling?
b. Hoe groot is de netto (resulterende) kracht?
c. Hoe groot is de voorwaartse kracht op de auto?
10. Een wielrenster sprint weg. Hierbij neemt haar snelheid in 12 seconde toe van 0 m/s tot 8 m/s.
Hoe groot is de versnelling?
11.
Om toekomstige astronauten te laten wennen aan grote versnellingen wordt bij de training
gebruik gemaakt van een stoel die bevestigd is aan het einde van een roterende arm van 5,0
m lengte. De grootste versnelling die een mens kan verdragen is 9 maal die van de
zwaartekracht.
a. Bereken de baansnelheid van astronaut in dit geval.
b. Bereken het maximaal toegestane aantal omwentelingen per seconde van de arm
van het apparaat.
12.
Een passagier (m=70kg) staat in een bus en houdt zich vast aan een stang. De bus gaat met
een snelheid van 36 km/h door de bocht (straal van de bocht is 15 m).
a. Waar komt de voor de passagier benodigde middelpuntzoekende kracht vandaan?
b Hoe groot is de middelpuntzoekende kracht?
Pagina 2 van 2
Download