zelfevaluatie

advertisement
Puntjes op de i
Gegevens student
Naam student
Wendy Spek
Pabo-groep
DV2A
Cursusjaar en semester
2010-2011
Eerste semester
Stagedocent of opleider in
de school
Tiny Oosterman
Coach pabo / begeleidend
pedagoog
Co Wieleart
Inhoudsopgave
1. Inleiding
3
2. Onderwijsvisie
2.1 Leerdoelen afgelopen semester
2.2 Sterktezwakte analyse
2.3 POP
3
4
3. Mijn ontwikkeling
3.1 Vijf vragen
3.2 Beoordeling-/functioneringsgesprek
3.3 Beoordelingsformulieren
5
7
8
4. Conclusie
9
1. Inleiding
In deze zelfevaluatie hou ik mijzelf een spiegel voor. Ik beschrijf o.a. mijn visie op onderwijs,
omdat ik mij steeds meer een beeld ga vormen van mijn persoonlijke visie. Ook beschrijf ik
globaal mijn ontwikkeling tot nu toe en de, daaruit voorgekomen leervragen en leerdoelen.
Tot slot zal ik een conclusie schrijven. In mijn gehele zelfevaluatie, verwijs ik af en toe naar
een bijlage. Deze bijlagen kun je terug vinden in hoofdstuk 6.
2. Cyclisch leerproces
2.1 Leerdoelen afgelopen semester
Leerdoel
Inhoud
1. Ik heb een eigen visie
op onderwijs en kan
mijn visie verwoorden
Ik wil mijn eigen
visie leren
kennen en deze
kunnen
verwoorden.
Competentie: 3e
2. Ik kan leer- en
ontwikkelingsprocessen
van mijn leerlingen
verwoorden
Ik wil mij
professionalisere
n door de
competentie:
evalueren en
waarderen te
beheersen
3. Ik kan een cyclisch
leerproces hanteren
Ik wil bekwaam
worden in het
reflecteren, door
een cyclisch
leerproces te
hanteren
(competentie
Leerweg
Ik ga
verschillende
onderwijsvisies
na en aan de
hand daarvan
schrijf ik mijn
eigen
onderwijsvisie.
Tijdpad
Evaluatie
Voor 1
januari wil
ik dit
behaald
hebben
Door dit in mijn
portfolio te
verwerken en
mijn assessor
en/of coach te
laten lezen, kan
ik nagaan of dit
gelukt is.
Ik ga leer- en
ontwikkelingspro
cessen na en
koppel deze aan
de leerlingen uit
mijn klas.
Voor 1 juli
wil ik dit
behaald
hebben
Door mijn
stagebegeleidste
r te laten
beoordelen of de
genoemde
processen
kloppen, weet ik
of ik het doel
behaald heb.
Ik ga m.b.v. de
reflectiecirkel
van Korthagen
op mezelf
reflecteren en dit
in een cyclisch
leerproces
Voor 1
januari wil
ik dit
behaald
hebben
Door de
reflecties door
mijn coach en/of
assessor te laten
beoordelen,
weet ik of ik dit
doel behaald
4. Ik kan gerichte
feedback vragen aan
collega’s
5. Ik kan een
persoonlijk leerdoel
stellen voor elke les
7a).
zetten.
heb.
Ik wil mijn
leerpunten
ontdekken door
gericht feedback
te vragen aan
collega’s.
Ik ga mijn
stagebegeleidste
r vragen de
management
instructie schaal
in te vullen.
A.d.h.v. deze lijst
wil ik gericht
feedback vragen.
Voor 1
januari wil
ik dit doel
behaald
hebben.
Door mijn
stagebegeleidste
r en coach te
vragen naar mijn
manier van
feedback vragen,
kan ik nagaan of
ik mijn doel
behaald heb.
Voor 1
januari wil
ik dit doel
behaald
hebben
Door het aan
mijn
praktijkbegeleids
ter te laten
lezen, kan ik
nagaan of de
leerdoelen
correct zijn
Ik wil effectieve
leerdoelen
kunnen stellen,
zodat ik mij
steeds verder
ontwikkel
Leerdoel
1. Ik heb een eigen visie op
onderwijs en kan mijn visie
verwoorden
Ik ga met behulp
van de
competenties
voor elke les een
persoonlijk
leerdoel stellen.
START
Ik heb verschillende onderwijsvisies gelezen op internet en
ben daarna mijn eigen visie gaan opschrijven. Ik heb aan mijn
coach gevraagd of ik feedback op mijn visie kon krijgen. In de
coachingles heb ik dit gekregen van mijn coach en
medestudenten. Mijn visie heb ik doorgemaild en in de klas
ook nog klassikaal digitaal bekeken. Ik heb op alle onderdelen
feedback gevraagd en gekregen. De feedback die ik kreeg wel
zeer positief. Het enige puntje van kritiek was dat ik het
onderdeel: Ontwikkelingsgericht onderwijs, moest
veranderen, omdat het niet specifiek te maken had met
Ontwikkelingsgericht onderwijs. Dit heb ik gedaan. Ik kan nu
zeggen dat ik goed op weg ben een eigen visie te vormen.
Een visie zal altijd in ontwikkeling blijven.
2. Ik kan leer- en
ontwikkelingsprocessen van mijn
leerlingen verwoorden
Ik heb verschillende boeken gelezen en heb steeds mijn
leerlingen in mijn achterhoofd gehouden tijdens het lezen. Ik
heb rapporten geschreven en deze laten lezen door de IB’er.
Hierna heb ik feedback gevraagd. Door deze feedback weet ik
dat ik leer- en ontwikkelingsprocessen van mijn leerlingen
kan verwoorden. Ik kan nu zeggen dat ik goed op weg ben
om de leer- en ontwikkelingsprocessen te kunnen zien,
benoemen en verwoorden.
3. Ik kan een cyclisch leerproces
hanteren
Ik heb een paar reflecties gemaakt m.b.v. de reflectiecirkel
van Korthagen. Deze reflecties heb ik laten beoordelen door
mijn coach. Als feedback kwam daaruit dat ik nog meer op
mezelf persoonlijk moet reflecteren i.p.v. op het werk. Daar
ben ik mee bezig en zal ik mee bezig blijven tot ik het geheel
beheers. Ik blijf het lastig vinden, maar kan nu zeggen dat ik
goed op weg ben en ik zal dit doel meenemen in mijn
volgende POP.
4. Ik kan gerichte feedback vragen
aan collega’s
Door regelmatig gerichte feedback te vragen aan collega’s
heb ik ervaren dat het op deze manier makkelijker is om een
doel te stellen voor mijzelf. Mijn stagebegeleidsters vonden
beide dat ik uit mezelf feedback vraag. Het gericht vragen
vind ik lastig, omdat ik weinig leerpunten ontvang van
anderen. Door (leerdoel 3) een cyclisch leerproces te
hanteren, hoop ik dat ik op leerpunten kom en daardoor nog
meer gerichte feedback kan vragen. Ik kan zeggen dat ik dit
doel wel behaald heb, omdat mijn stagebegeleidsters dit
positief beoordeeld hebben. Ik blijf dit doel wel in de gaten
houden.
5. Ik kan een persoonlijk leerdoel
stellen voor elke les
Ik heb de competentielijst bij het invullen van elk
lesvoorbereidingsformulier erbij genomen. Hieruit heb ik de
persoonlijke leerdoelen gehaald. Mijn praktijkbegeleidster
geeft als feedback op elk formulier dat de leerdoelen goed
gesteld zijn. Van mijn assessor kreeg ik andere feedback,
namelijk; meer diepgang vinden door de doelen concreter te
beschrijven. Ik kan het mondeling altijd correct toelichten,
maar dat is niet altijd terug te zien op papier. Dit doel blijft
dus in mijn nieuwe POP bestaan en ik zal de evaluatie
veranderen.
2.2 Sterktezwakte analyse
Sterkten
Zwakten
Kansen
Bedreigingen
2.3 POP
Jaar 2 - afstudeerfase
Leerdoel (S)
1. Ik weet
wanneer ik lief
kan zijn en
wanneer ik dit
los moet laten.
2. Ik kan
verantwoorden
hoe ik met mijn
groep omga en
met individuele
kinderen.
Inhoud (M)
Leerweg (A)
Ik heb mijn doel
bereikt als ik het
lief zijn los kan
laten.
Ik ga op zoek naar
theorie en pas dit
toe in de klas. Ik
reflecteer de dag
met mijzelf en zet
het op papier. Dan
kijk ik of het mij
lukt om het lief zijn
los te laten. Mijn
stagebegeleidster
vraag ik om mij
hierin te
observeren.
Ik heb mijn doel
bereikt als ik
kan
verantwoorden
hoe ik met mijn
groep omga en
met individuele
kinderen.
Ik ga theorie
lezen en daar
mijn praktische
inzichten aan
koppelen. Dan
laat ik het
verslag lezen aan
mijn coach en zet
zijn feedback in
een nieuw
verslag.
Tijdpad (R)
Evaluatie (T)
Ik zal er bewust van
moeten worden,
maar weet zeker
dat het geen
probleem zal zijn. Ik
zit al op de goede
weg en zal dit snel
onder de knie
hebben.
Ik ga er gelijk mee
aan de slag door
theorie op te
zoeken. In de klas
ben ik er al mee
bezig. Ik ga
volgende week een
verslag schrijven
met theoretische
handvaten. In
oktober is dit
verslag klaar. Het
observatie verslag
voeg ik eveneens in
oktober toe aan
mijn portfolio.
Ik denk dat ik het
moeilijk zal vinden
om het te
beschrijven. Ik
hoop op goede
feedback, waar ik
iets aan heb.
Ik ga vanaf
oktober met het
verslag aan de
slag. In september
wil ik het verslag
af hebben en laten
lezen aan mijn
coach. Daarna zet
ik gelijk de
feedback in een
verslag en plaats
het in mijn
portfolio.
3. Ik kan een
cyclisch
leerproces
hanteren(comp
etentie 7a).
4. Ik kan een
persoonlijk
leerdoel stellen
voor elke les
Ik heb mijn doel
bereikt als ik in
mijn
competentielijst
aan kan tonen
dat ik een
cyclisch
leerproces
hanteer.
Ik heb mijn doel
bereikt als ik
effectieve
leerdoelen kan
stellen, zodat ik
mij steeds
verder
ontwikkel
Ik ga m.b.v. de
reflectiecirkel van
Korthagen op
mezelf
reflecteren en dit
in een cyclisch
leerproces
zetten.
Ik ga m.b.v. de
competenties
voor elke les een
persoonlijk
leerdoel stellen
en hier diepgang
voor mezelf in
zoeken.
Ik denk dat dit
geen probleem zal
zijn. Ik moet
bewust gaan
reflecteren, dan
moet het lukken.
Ik laat de reflecties
door mijn coach
en/of assessor
beoordelen. Door
hun feedback weet
ik of ik dit doel
behaald heb. Ik wil
dit doel behaald
hebben voor
januari 2011.
Ik denk dat het
geen probleem zal
zijn om de
leerdoelen correct
te formuleren als
ik diepgang kan
vinden.
Door het aan mijn
praktijkbegeleidste
r te laten lezen en
feedback te vragen
aan mijn coach
en/of assessor kan
ik nagaan of de
leerdoelen correct
zijn. Ik wil dit doel
behaald hebben
voor 1 februari
2011.
3. Mijn ontwikkeling
3.1 Vijf vragen
Aan de hand van vijf vragen, geef ik mijn ontwikkeling weer.
Vragen:
§ Welke gebeurtenis in de klas heeft jouw manier van lesgeven beïnvloed?
§ Wat is je grootste succes geweest in lerarenbestaan?
§ Van welk voorval heb je het meeste geleerd?
§ Wat is het grootste compliment dat je ooit hebt gekregen t.a.v. jouw leraarschap?
§ Wat precies houdt je elke dag op de been in het onderwijs?
Vragen en antwoorden:
§ Wie of wat heeft jouw manier van lesgeven beïnvloed?
Vorig jaar liep ik stage in een leuke, gezellige groep 6. De leerlingen waren altijd zeer
enthousiast als zij hoorden dat ik een les ging geven. Door hun enthousiasme, duurde het
altijd een paar minuten, voordat het stil was en ik met mijn les kon beginnen. Ik vond dit erg
vervelend en had het idee dat ik het gewoon niet kon. Ik probeerde ze stil te krijgen door
mijn stem te verheffen, met een belletje te rinkelen en door voor de klas te gaan staan en af
te tellen, maar niets hielp. In een gesprek met mijn stagebegeleidster heb ik toen verteld dat
ik het vervelend vind dat het zo lang duurt. Zij heeft mij toen de tip gegeven om voor de klas
te gaan staan en te zeggen dat ik ga beginnen met mijn les en daarna duidelijk naar de klok
te kijken. De tijd die de leerlingen door blijven praten, op het bord te schrijven, zodat het
zichtbaar is voor iedereen. Zoveel minuten als er uiteindelijk op het bord staan, moeten de
kinderen nablijven. Tijdens het nablijven moeten ze met hun armen over elkaar zitten en
mogen zij niets zeggen.
Ik vond het niet leuk om op deze manier te werk te gaan, maar wilde graag alles proberen.
De eerste keer dat ik deze strategie toepaste, duurde het zeven minuten. De leerlingen
moesten dus ook zeven minuten nablijven. Ze vonden het niet leuk en klaagden dat het te
lang duurde. Ik bleef consequent en handelde twee weken op deze manier. Het werkte en
eindelijk werden ze stil als ik met mijn les wilde beginnen. Ik heb ze heel vaak
gecomplimenteerd, omdat ze zo snel stil waren. Natuurlijk gebeurde het nog een enkele
keer, dat zij door bleven praten, maar dan ging ik gewoon weer naar de klok staan kijken. Ik
zal er niet snel voor kiezen, maar in deze klas werkte dit uistekend.
§ Wat is je grootste succes geweest t.a.v. jouw leraarschap?
Mijn grootste succes t.a.v. mijn leraarschap is dat ik gevraagd werd om in te vallen als
leerkracht. De eerste paar keren voelde ik mij zeer gewaardeerd en trots dat ze mij vroegen
om de groep over te nemen. Dat was toch een teken dat ze vonden dat ik het goed deed. In
mijn functioneringsgesprek heb ik aangegeven dat ik dit erg leuk vond. Ze vertelden dat ze
het mij toevertrouwen, omdat ze weten dat ik het kan. Sommige invallers met een
onderwijsbevoegdheid worden nauwelijks gevraagd om in te vallen en ik sta bijna elke week
voor de klas. Dat is echt iets waar ik trots op ben!
§ Qua welk gebied in het onderwijs heb je het meeste geleerd?
Orde houden. In het begin van mijn “juf zijn”, kreeg ik te horen dat ik vaker “pedagogisch
boos” mocht worden. Wat dat inhield, daar moest ik zelf achter komen. Het zit niet in mij om
snel boos te worden, maar zover moet het ook niet komen kwam ik later achter. Ik merkte in
de loop van de weken dat ik niet moet wachten tot ik echt boos ben, want dan is de sfeer
onprettig. Ik moet, zodra ik merk dat een kind de grens overschrijdt, mijn grens aangeven.
Duidelijk en consequent zijn. Dat zijn voor mij speerpunten voor een leerkracht. Als kinderen
duidelijk weten wat de regels zijn en je hanteert deze regels consequent, dan heerst er over
het algemeen orde in je klas. Ik heb hier veel mee geoefend. Door er vaak op gelet te
hebben, gaat het nu vanzelf. Ik ken mijn grenzen en ik ben duidelijk en consequent. De
kinderen zien mij als hun juf, maar durven ook in mijn bijzijn te kletsen en grapjes te maken.
De sfeer is prettig. Ik heb nu een goede balans gevonden tussen orde houden en een goede
sfeer.
§ Wat is het grootste compliment dat je ooit hebt gekregen t.a.v. jouw leraarschap?
Het grootste compliment kreeg ik afgelopen stageperiode in groep 6/7/8 van mijn
stagebegeleidster. Zij zei en schreef het volgende:
Je benadert individuele kinderen erg goed en je geeft blijk van inzicht in hun wereld en
verschillen. Ik vond het heel fijn om te horen, dat je bij collega’s aangeeft een kind, waar veel
problemen mee zijn, leuk te vinden. Jij ziet van elk kind het positieve. Dit is belangrijk, houd
dit vast.
Dit compliment is voor mij heel erg belangrijk, omdat ik vind dat je een kind echt moet
kennen en begrijpen om goed te kunnen handelen. Een kind is niet alleen maar vervelend.
Elk kind heeft ook zijn leuke kanten. Je moet het alleen willen zien. Dit staat ook in mijn visie
op onderwijs beschreven.
§ Wat precies houdt je elke dag op de been in het onderwijs?
Wat mij elke dag op de been houdt en ervoor zorgt dat ik altijd met veel plezier en energie
aanwezig ben, zijn de leerlingen. Het enthousiasme en de puurheid van kinderen geeft mij
voldoening en inspireert mij in het uitoefenen van mijn leraarschap. Elke dag is anders!
3.3 Beoordelingsformulieren
Beoordelingsformulier stagebegeleidster eerste semester
Algemeen stukje van mijn stagebegeleidster eerste semester:
“Ik merk dat je al ervaring hebt met het lesgeven aan een groep. Je komt zeker over. Ook de
individuele kinderen benader je goed en je geeft blijk van inzicht in hun wereld en verschillen. Ik
vond het ook fijn om te horen, dat je bij collega’s aangeeft een kind, waar veel problemen mee zijn,
leuk te vinden. Dit is belangrijk, houd dit vast.”
Management instructieschaal ingevuld door stagebegeleidster tweede semester
Verslag tussenassessment tweede semester
4. Conclusie
Ik sta met veel zelfvertrouwen in en voor de klas. Voordat ik een les begin, ben ik bijna altijd
zenuwachtig, maar zodra ik met de eerste zin begin, laten de zenuwen me in de steek.
Gelukkig maar. Ik spreek kinderen aan op ongewenst gedrag, spreek ze toe en maak duidelijk
dat ik hun inbreng respecteer. Ik vang (onverwachte) emotionele signalen op en speel
daarop in. Ook als ik hierdoor mijn lessen moet omdraaien of aanpassen. Ik ben heel flexibel.
Kinderen zijn geen computers, dus je kunt je nu eenmaal niet overal op voorbereiden.
Meestal heerst er orde in de klas als ik een les geef. Dit komt omdat ik duidelijk en
consequent ben. De kinderen weten wat zij moeten doen, hoe zij dit moeten doen en met
welk doel. Tijdens de les heb ik overzicht over de hele groep en oog voor elk individu. Door
oogcontact te maken, competentiegevoelens te bevestigen en rekening te houden met
verschillen (door o.a. op verschillende manieren uitleg te geven) en hierop te reageren
bevorder ik de ontwikkeling van de kinderen in mijn klas. Ik wil leren om een goede balans
te vinden tussen het aanspreken van de groep en het individu. Als er bijvoorbeeld vier
kinderen constant praten, hoe ga ik hier dan mee om? Spreek ik deze kinderen individueel
aan of hang ik er een groepsconsequentie aan vast?
Doelstellingen kan ik goed formuleren. Ik stel directe- en productdoelen en doelen op
langere termijn. Dit doe ik door het kerndoelenboekje altijd te raadplegen en door te kijken
naar het leeftijd- en ontwikkelingsniveau van de groep. Ook staat er vaak in een methode
een concreet doel, dat ik aan kan houden als ik een methode gebruik. Organisatie en inhoud
stem ik op elkaar af. Ik varieer regelmatig in organisatievormen, leermiddelen etc. om de
lessen aantrekkelijk te houden en de motivatie van de kinderen te wekken. Ik kan goed
plannen en mij hieraan houden, maar mijn planning bijstellen vind ik ook geen probleem. De
planning maak ik zichtbaar voor de kinderen, zodat zij weten wat zij kunnen verwachten op
een dag. Ik wil leren om doelmatig te evalueren na de les. Ik laat kinderen vaak vertellen
wat zij geleerd hebben of laat ze voor de klas komen om hun werk te laten zien. Maar er zijn
natuurlijk meerdere manieren van evalueren en ook hier wil ik in leren te variëren.
Download