Vragen stellen Elke les opnieuw worden zowel door de leerkracht als door de leerlingen veel vragen (aan elkaar) gesteld. Bij het prisonersdilemma neemt het stellen van vragen een belangrijke plaats in. Deze vragen zijn geen doel op zich, maar een middel om de leerlingen te helpen bij het leren. In dit licht bezien is het voor de leerkracht van belang dat hij het vragen het vragen stellen goed beheerst. Vragen kunnen bijv. gebruikt worden om informatie te verkrijgen over vorderingen in het leerproces, om leerlingen te beoordelen in hun leerprestaties, om een gesprek op gang te brengen/houden, of om anderen tot een bepaald inzicht te brengen. Naar gelang de aard en de moeilijkheid zullen vragen heel verschillende reacties (bij leerlingen) kunnen oproepen. Deze reacties hangen samen met de denkactiviteit die bepaalde vragen oproept. Deze kan nl. variëren van louter geheugenwerk tot het trekken van conclusies uit tamelijke complexe gegevens. Vragen dienen aan bepaalde eisen te voldoen. Deze eisen zijn sterk afhankelijk van de doelen die men wil bereiken, van de concrete onderwijsleersituatie en van de inhoudelijke context waarbinnen de vragen worden gesteld. Samenvattend kunnen we bij het stellen van vragen bij het leerproces de volgende functies onderscheiden: 1) het activeren van kennis uit het korte-termijn of lange-termijn geheugen. 2) het expliciteren en toegankelijk maken van alledaagse of voorwetenschappelijke kennis. 3) het verhelderen van de resultaten van de gemaakte opdrachten (antwoorden, oplossingen, uitwerkingen, keuzes), zodat ze voor iedereen duidelijk zijn en daardoor bespreekbaar worden. 4) het verkrijgen van een zo volledig mogelijk beeld van de door de leerlingen gevolgde aanpak en werkwijze om te zien of deze de leerstof begrepen hebben of om het ontdekken van regels, procedures, werkwijzen door de leerlingen te bevorderen. 5) het mogelijk maken van gerichte terugkoppeling. 6) het corrigeren van ongewenst gedrag door niet-bij-de-les- zijnde leerlingen een vraag voor te leggen waardoor zij weer meedoen. 7) het stimuleren van productief denken. Om deze functies goed te vervullen verdient daarom aanbeveling van tevoren een lijst te maken van de vragen die men naar aanleiding van de opdracht wil stellen.