Cholesterol Alles wat je ooit wilde weten Waar komt cholesterol vandaan? Het overgrote deel van de cholesterol in ons lichaam maakt ons lichaam zélf aan. Eén derde nemen we op via onze voeding. Cholesterol uit voeding is hoofdzakelijk afkomstig van dierlijke cellen. We nemen er dagelijks tussen 300 en 700 mg van op. Onze lever maakt iedere dag ongeveer 1 g cholesterol aan. Een deel van die cholesterol komt in ons bloed terecht in de vorm van lipoproteïnen (een verbinding van vetten en eiwitten); de rest wordt afgevoerd uit ons lichaam via de lever en de gal. Wat is de rol van cholesterol? Cholesterol is helemaal geen overbodig product. Ons lichaam heeft cholesterol nodig om goed te kunnen werken. Het is een belangrijke bouwsteen van onze cellen. Het is ook nodig voor de aanmaak van een aantal hormonen en vitamines. Wat is goede en slechte cholesterol? Cholesterol bevindt zich in ons bloed. Het is een onderdeel van lipoproteïnen. Dat zijn verbindingen van vetten en eiwitten. Er bestaan verschillende soorten lipoproteïnen. Belangrijk zijn de LDL- en de HDL-lipoproteïnen. LDL-lipoproteïnen kunnen zich vastzetten op de slag aderwand en aderverkalking veroorzaken. HDL-lipoproteïnen maken de cholesterol die in de slag aderwand is neergeslagen, opnieuw los. Ze nemen die cholesterol mee naar de lever om af te voeren. Daarom is LDL ‘slechte cholesterol’ en HDL ‘goede cholesterol’. Een teveel aan LDL zorgt mee voor aderverkalking. Een overschot aan HDL beschermt je lichaam tegen aderverkalking. 2 Wat doet een teveel aan cholesterol? Teveel LDL cholesterol is vooral schadelijk voor de slagaderwanden. Teveel cholesterol in de slagaderwanden brengt het proces van aderverkalking op gang. Daardoor ontstaan vernauwingen van de bloedvaten van het hart of andere organen. Echte problemen ontstaan wanneer het aderverkalkingsproces verder gaat en een bloedvat volledig afsluit. Wanneer dat gebeurt ter hoogte van het hart, ontstaat een hartinfarct. Afsluitingen ter hoogte van hals- of hoofdbloedvaten kunnen aanleiding geven tot een beroerte. Men spreekt in het algemeen over hart- en vaatziekten. Meestal is een verhoogd cholesterolgehalte niet de enige oorzaak van hart- en vaatziekten. Er zijn meerdere risicofactoren die hart- en vaatziekten in de hand werken: roken (wellicht de belangrijkste factor), een hoge bloeddruk,… Hoe meer risicofactoren tegelijk aanwezig zijn, hoe groter de kans op hart- en vaatziekten. Hoeveel cholesterol mag ik hebben? De enige manier om te weten te komen hoeveel cholesterol je in je bloed hebt, is via een bloedstaal of met een vingerprik. Normale cholesterolwaarden zijn nog niet definitief bepaald. Alleszins komen de richtwaarden altijd maar lager te liggen. Momenteel wordt een totaal cholesterolgehalte van minder dan 190 mg/dl aanbevolen. Van LDL, de ‘slechte cholesterol’, heb je bij voorkeur minder dan 115 mg/dl. Van HDL, de ‘goede cholesterol’, heb je het best zo veel mogelijk: meer dan 40 mg/dl is raadzaam. 3 Wat zijn de oorzaken van een teveel aan cholesterol? De hoeveelheid cholesterol in je bloed neemt toe? Dit kan te wijten zijn aan voedingsfactoren: het verbruik van teveel cholesterol of teveel verzadigde vetten, die de opname van cholesterol in de hand werken. Het hoge cholesterolgehalte kan ook verband houden met je lichaam zelf. In een aantal gevallen – bijvoorbeeld bij zwaarlijvigheid – kan de lever een teveel aan cholesterol aanmaken. In de meeste gevallen gaat het om een aangeboren probleem: de afvoer van cholesterol door de lever gebeurt minder goed, zodat cholesterol zich in het bloed en in de slagaderwand ophoopt. Daalt het cholesterolgehalte door anders te gaan eten? Door voeding te kiezen met minder cholesterol maar vooral met minder verzadigde vetten, kan je het cholesterolgehalte verlagen. Een evenwichtige voeding kan leiden tot een gemiddelde verlaging van het LDL-gehalte met ongeveer 10 procent. Bij vegetariërs kan het LDLgehalte zelfs dalen met 30 procent. Ter vergelijking: de werkzaamste geneesmiddelen doen het LDL-gehalte met 50 tot 60 procent dalen. 4 Welke voeding doet het cholesterolgehalte dalen? De hoeveelheid cholesterol in je bloed wordt beïnvloed door wat je eet. Het cholesterolgehalte verbetert (minder LDL, meer HDL) als je minder verzadigde en meer onverzadigde vetten gebruikt. Verzadigde vetten vind je hoofdzakelijk in dierlijke producten: in vlees en zuivel, maar ook in plantaardige producten. Vooral de geharde plantaardige vetten hebben een slechte reputatie. Om het cholesterolgehalte van je bloed naar omlaag te brengen, beperk je je vleesverbruik het best tot 100 g per dag. Kies magere vleessoorten zoals kip en gevogelte. Of opteer voor een mager stukje runds-, paarden, of zelfs varkensvlees. Vermijd de vettere vleessoorten (lamsvlees, kotelet, spek,…) en gehakte vleeswaren (worst, charcuterie,…). Vermijd ook gefrituurde gerechten. Kies voor halfvolle of magere melkproducten; kies ook minder vette kaas (20+ of 30+). Beperk het gebruik van room, boter en sausen. Wees matig met koeken, gebak en snacks — vooral als die bereid zijn met geharde plantaardige vetten. Onverzadigde vetten komen voor in vis, vooral in vette vis (haring, zalm, makreel). Je vindt ze ook in plantaardige oliën (behalve kokosvet, cacaoboter en palmolie), pinda’s en noten. Je eet het best een à twee keer per week vis. Maak je maaltijden klaar met plantaardige oliën, zoals olijfolie of margarines die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren. Verzadigde vetten zijn meestal gestold (vast) en onverzadigde vetten zijn meestal vloeibaar (bijvoorbeeld olijfolie). Groenten en fruit bevatten omzeggens geen vet en cholesterol. Hiervan mag je eten zoveel je wil. De plantensterolen in groenten en peulvruchten verminderen bovendien de opname van cholesterol. 5 Wanneer moet ik geneesmiddelen nemen om mijn cholesterolgehalte te doen dalen? De beslissing om je cholesterolgehalte met geneesmiddelen te doen dalen, hangt niet alleen af van het cholesterolgehalte zelf. Er zijn mensen die wel een hoog cholesterolgehalte hebben, maar geen verhoogd risico voor hart- en vaatziekten. Het risico op hart- en vaatziekten houdt immers niet alleen verband met het cholesterolgehalte, maar ook met andere risicofactoren: roken, hoge bloeddruk, diabetes,… In eerste instantie zal je arts nagaan of het cardiovasculaire risico toeneemt op grond van alle risicofactoren (dus niet alleen op basis van het cholesterolgehalte). Als de arts vindt van wel, dan moet je werken aan alle risicofactoren die voor wijziging vatbaar zijn: je moet dan stoppen met roken, je bloeddruk moet verminderen en je cholesterolgehalte moet verbeteren. Om je cholesterolgehalte te verlagen, moet je in eerste instantie komen tot een evenwichtige voeding met weinig verzadigde en relatief veel onverzadigde vetten. Blijft het cholesterolgehalte toch nog te hoog? Pas dan kan je geneesmiddelen overwegen. Houd daarbij voor ogen dat een vermindering van het LDL-gehalte met 25 à 30 procent al interessant is om hart- en vaatziekten te vermijden. Wanneer het cholesterolgehalte zeer hoog is (zoals bij aangeboren vormen van een verhoogd cholesterolgehalte), zal men sneller geneesmiddelen voorstellen. 6 Is er een verband tussen het cholesterolgehalte en lichaamsbeweging? Regelmatige en volgehouden lichaamsbe­ weging wijzigt heel wat risicofactoren voor hart- en vaatziekten in gunstige zin. Lichaamsbeweging helpt om je gewicht onder controle te houden, verlaagt de bloeddruk en heeft een gunstig effect op de bloedsuiker. Lichaamsbeweging heeft geen invloed op het LDL-gehalte, maar verhoogt wel het HDL-gehalte en vermindert het triglyceridengehalte (andere niet-cholesterol vetten in het bloed). Het is bewezen dat regelmatige lichaamsbeweging de afvoer van cholesterol in de hand werkt. Ik ben niet dik en toch heb ik een te hoog cholesterolgehalte Cholesterolrijke voeding, verzadigd vet en overgewicht werken een stijging van het cholesterolgehalte in de hand. Er bestaan echter ook aangeboren vormen van verhoogd cholesterolgehalte waardoor magere personen zeer hoge cholesterolwaarden kunnen hebben. In die gevallen blijft het nuttig om op uw voeding te letten en overgewicht te vermijden. Toch zal zelfs een drastische wijziging in de voeding en het lichaamsgewicht het cholesterolgehalte niet (voldoende) kunnen doen dalen. Rekening houdend met de andere risicofactoren zal men wellicht vlugger medicatie voorstellen. Bron: Belgische cardiologische liga 7 Voor meer informatie kan je steeds terecht bij je preventieadviseurarbeidsgeneesheer of je regionaal secretariaat. IDEWE-IBEVE Antwerpen Tel. 03 218 83 83 Fax 03 230 56 78 [email protected] IDEWE-IBEVE Hasselt Tel. 011 24 94 70 Fax 011 22 35 62 [email protected] IDEWE-IBEVE Namur Tel. 081 32 10 40 Fax 081 30 13 71 [email protected] IDEWE-IBEVE Brussel Tel. 02 237 33 24 Fax 02 230 05 69 [email protected] IDEWE-IBEVE Leuven Tel. 016 39 04 38 Fax 016 39 04 02 [email protected] IDEWE-IBEVE Turnhout Tel. 014 40 02 20 Fax 014 40 02 29 [email protected] IDEWE-IBEVE Gent Tel. 09 264 12 30 Fax 09 264 12 39 [email protected] IDEWE-IBEVE Mechelen Tel. 015 28 00 50 Fax 015 28 00 60 [email protected] IDEWE-IBEVE Roeselare Tel. 051 27 29 29 Fax 051 27 29 59 [email protected] www.idewe.be © IDEWE - Niets uit deze uitgave mag, in enige vorm of op enige wijze, verveelvoudigd of openbaar gemaakt worden zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: dr. Simon Bulterys, IDEWE, Interleuvenlaan 58, 3001 Leuven – 20247/032010. Wettelijk depot: D/2009/11.422/10.