1 Deel leerkracht: Een kudde? Opmerking: In onderling overleg met de collega’s godsdienst, werd beslist de terreinen “Samenlevingsopbouw tussen inspiratie en appèl” (5è jaar) en “Liefde en vriendschap” (6è jaar) te wisselen. Doelen leerplan: 1. Terrein Samenlevingsopbouw …: 2. Terrein Liefde en vriendschap: doel 1 doel 2 LES I Bij het begin van een nieuw schooljaar kunnen concrete afspraken gemaakt worden. Ik denk aan schoolbenodigdheden, manier van evalueren, mogelijkheid om bonuspunten te vergaren, verhouding cognitieve deel met de andere aspecten, frequentie van punten op het rapport, enz. Natuurlijk dient een eerste les ook om kennis te maken met elkaar, en dan vooral leerlingen – leerkracht indien de leerkracht nieuw is voor de leerlingen. A. Inleiding. De vraag “Overkomt het jou ook wel eens…” is bedoeld als een aanleiding voor een klas gesprek. Leerlingen kunnen zelf gelijkaardige voorbeelden zoeken en proberen te verduidelijken waarom ze op een bepaalde manier gehandeld hebben. De rest van de inleiding verstrekt inzichten in deze manier van handelen en dient als overstap naar de volgende les ( = interview ). Op het einde van deze les wordt de interview opdracht uitgelegd ( zie deel leerlingen en bijlage). De bijlage wordt op een andere kleur afgedrukt en kan aan de leerlingen gegeven worden als het de leerkracht goeddunkt. De oplossingen achteraan de bijlage mogen pas op het einde van deze lessenreeks gegeven worden. LES II B. Interview. De leerlingen voeren de opdracht uit zoals uitgelegd in de vorige les. De leerkracht zorgt ervoor dat hij of zij op tijd in het lokaal is en van de desbetreffende klas het evaluatiepapier bij heeft. (TIP: laat er voor elke klas kopiëren!!) Bij het begin en op het einde van de les noteert de leerkracht de juiste punten van de opdracht. Deze gegevens worden later opgeteld en vormen een cijfer op 10 punten. 2 Evaluatie formulier Interview. In orde zijn = 1p 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Klas: Juist ver20 trek en aan- antwoorkomst = 1p den = 4p 20 reacties = 2p Observaties eigen groep = 2p 3 LES III B. Video: “Filosofie: een gids naar het geluk”, deel 1. De leerkracht informeert kort naar de ervaringen tijdens het interview en legt de link met de video. Hij/zij licht de verwerkingsvragen bij de video toe, zorgt dat de leerlingen nota’s kunnen nemen en zet de video op. De video kan gestopt worden op vraag van een leerling als hij of zij nog iets opnieuw wil zien of horen. De nota’s van de leerlingen worden gebruikt in les IV. Nadien controleert de leerkracht of de video duidelijk was Oplossing verwerkingsvragen: 1. Filosofie is het systematisch nadenken over het leven, over ideeën en gewoonten, en er de logica van zoeken. Iedereen met een nieuwsgierige, gedisciplineerde geest kan filosofie beoefenen. 2. Het beeld van de pottenbakker wordt gebruikt om aan te tonen dat mensen er ondeugdelijke ideeën op na houden, als ze de gangbare normen voor zoete koek slikken zonder er over na te denken. M.a.w.: een leven zonder systematisch nadenken, wordt min of meer gelijk gesteld aan potten bakken zonder je aan de technische werkwijze te houden of zelfs zonder daar iets van af te weten. 3. De socratische denkwijze: Zoek een stelling die als zinnig aanvaard wordt door de meerderheid. Ga ervan uit dat de stelling fout is en zoek naar situaties of een context waar de stelling niet opgaat. Als er een uitzondering wordt gevonden moet de stelling fout of minstens onnauwkeurig zijn. De oorspronkelijke stelling moet worden genuanceerd, zodat de uitzondering erin past. Als men op de verbeterde versie nog uitzonderingen vindt, dan moet het proces herhaald worden. Een stelling is pas waar ( indien iets ooit echt helemaal waar kan zijn) als deze onmogelijk te weerleggen lijkt. Door te ontdekken wat iets niet is, komt men het dichtst bij wat het dan wèl is. De vrucht van logisch denken is superieur aan de vrucht van intuïtie: Zonder nadenken kunnen we niet gepast reageren op mensen die het niet eens zijn met ons. Het gevaar bestaat dan dat we ons de mond laten snoeren. Zonder tegenargumenten kunnen we alleen maar slapjes of kregelig aanvoeren dat we denken dat we gelijk hebben, zonder uit te kunnen leggen waarom. Deze oplossing moet na deze lessenreeks aan de leerlingen gegeven worden. LES IV D. Verwerking. De leerkracht legt de verwerkingsopdracht uit. Maak duidelijk dat ze gebruik kunnen maken van de nota’s die ze gemaakt hebben zowel tijdens het bekijken van de video ( vraag 4-5 ), als tijdens de opdracht in Mol. De leerlingen voeren de opdracht in groep uit en geven het takenblad op het einde van de les af. Dit verslag staat op 10 punten. 4 Indien je als leerkracht geen tijd hebt om het tegen de volgende les verbeterd terug bij te hebben, laat je de leerlingen er één kopie van maken die ze de volgende morgen voor half negen in het bakje van de leerkracht leggen. De leerlingen hebben hun verslag immers nodig voor het plenum. LES V E. Plenum. Leg eerst het systeem van de verslaggever uit. Druk er op dat iedereen aan de beurt komt om een verslag te maken. Maak dan de bedoeling en het verloop van dit plenum duidelijk Mogelijke evaluatie: Een eerste evaluatie vormen de punten voor de opdracht in Mol en voor het verslag van de verwerkingsles. Ook de verslaggever krijgt punten voor het verslag. Mogelijke vragen voor een toets zijn: 1. 2. 3. 4. 5. Waarom hebben mensen angst om algemene waarheden in vraag te stellen? Wat is volgens Socrates filosofie en door wie kan het volgens hem beoefend worden? Waarom gebruikt Socrates het beeld van de pottenbakker? Leg uit! Pas de socratische denkwijze toe op volgende stelling: “Geld maakt niet gelukkig”. Wat is volgens Socrates superieur, de vrucht van intuïtie of de vrucht van logisch redeneren? Leg uit aan de hand van een voorbeeld! 6. Uit de video bleek dat de meerderheid het niet altijd bij het rechte eind heeft. Wil dat dan zeggen dat iemand die een afwijkende mening heeft, wel gelijk heeft? Leg uit aan de hand van een voorbeeld! 7. Geef 2 reacties van geïnterviewde mensen en 2 gevoelens van interviewers. Geef hierop jouw genuanceerde bedenkingen.