Aan de leden van de Provinciale Staten

Aan de leden van de Provinciale Statencommissie Economie en Mobiliteit
Nr.: 2004-23.150/42/A.29, VV
Groningen, 14 oktober 2004
Behandeld door
Telefoonnummer
Antwoord op
Bijlage
: H.J. Werner
: (050) 316 4679
:
:
Onderwerp
: vragen statenleden over bezuiniging OV
Geachte dames en heren,
In de vergadering van uw statencommissie Economie en Mobiliteit van 22 september jl. is de
Begroting 2005 besproken. Tijdens de bespreking is ook de bezuiniging op het openbaar vervoer
(OV) in financieel-technische zin aan de orde geweest. De inhoudelijke behandeling van de
bezuiniging op het OV vindt plaats in de commissievergadering op 27 oktober a.s. Ter
voorbereiding op de inhoudelijke behandeling zijn door een aantal commissieleden vragen gesteld.
Hierbij beantwoorden wij die vragen.
Vraag 1) Is met de invoering van de bezuinigingen voor het ontsluitende net de bodem bereikt?
Antwoord: Het OV in Groningen is opgebouwd uit een verbindend net en een ontsluitend net, dat is
aangevuld met CVV (Colle ctief Vraagafhankelijk Vervoer).
Het verbindend net vormt de ruggengraat van het OV: de spoorlijnen, de Q-liners en een aantal
zwaardere buslijnen. Het primaat hierbinnen heeft het spoor. Veruit het grootste gedeelte van de
bezuiniging heeft betrekking op het verbindend net, omdat een aantal verbindende buslijnen, die
parallel aan het spoor lopen, in de voorstellen zijn geschrapt.
Binnen het ontsluitend net (de "haarvaten" van het OV) richt de bezuiniging zich op een aantal
ritten met een bezetting van rond de twee passagiers per rit. Deze ritten worden vervangen door
Taxi Vast (gewoon OV, maar dan uitgevoerd met taxibusjes) of worden geschrapt, waarbij de
reizigers in de meeste gevallen nog over CVV kunnen beschikken. Het grootste gedeelte van het
ontsluitend busnet blijft aldus gehandhaafd, waarmee kan worden geconcludeerd dat ondanks de
bezuiniging de bodem van het ontsluitend net (nog) niet is bereikt.
Vraag 2) Welke voorstellen ontwikkelt het OV-bureau voor het benutten van de potenties van het
verbindende netwerk?
Antwoord: De invulling van de bezuinigingen is gedaan aan de hand van een aantal vervoerkundige
uitgangspunten. Een daarvan is het verder versterken van Q-liners. Zo wordt op een aantal Q-liners
de bediening uitgebreid met de avonduren. Het voornemen de Q-liner Bedum-Groningen op te
heffen is een uitzondering op de regel. Het gebruik van deze Q-liner is zeer laag en de kosten zijn
heel hoog.
Het OV-bureau richt zich op de ontwikkeling van het OV. Het OV-bureau wil de potenties van het
verbindend net onder meer benutten door op maat gerichte tarief- en marketingacties uit te voeren,
het afsluiten van grootverbruikerscontracten met bedrijven etcetera. Een voorbeeld is het
experiment met een dalurenkaart die in november 2004 wordt ingevoerd.
Vraag 3) Is er bij de bezuinigingsvoorstellen ook gekeken naar gevolgen voor de reizigers van de
verlenging van de reistijd op relaties en naar de prijs (bijv. reizigers die vanaf 1/1 per Q-liner
moeten gaan reizen)? Hierbij is verwezen naar een methodiek die de provincie Gelderland eind
jaren 90 heeft ontwikkeld, waarbij de vraag is of die methodiek ook hier kan worden toegepast?
Antwoord: Een uitgangspunt dat bij de invulling van de bezuinigingen is gehanteerd, is het zoveel
mogelijk behouden van reismogelijkheden. Dat is grotendeels gelukt door het onder meer
schrappen van doublures tussen trein en bus en bus en bus. De keerzijde is dat een aantal reizigers
straks verder moet lopen naar een treinstation dan de bushalte die ze gewend waren, een aantal
reizigers een toeslag moet gaan betalen voor de Q-liner en een aantal reizigers (in de daluren) moet
overstappen. Voor het gros van de reizigers treden er echter geen veranderingen op. Wij gaan nog
na of hierbij de Gelderse methode van nut kan zijn.
Vraag 4) Zijn er op werkdagen ook eerste ritten vervallen, waardoor mensen hun werk niet meer
tijdig kunnen bereiken?
Antwoord: Ja, ongeveer drie tot vier ritten, maar welke ritten dat precies zijn moet nog blijken uit
de definitieve dienstregeling.
Vraag 5) Wat zijn de personele gevolgen van de bezuinigingen voor Arriva?
Antwoord: Deze zijn ons niet exact bekend. Het is ook primair een zaak tussen Arriva en haar
werknemers. In de pers heeft een aantal van meer dan 80 werknemers gestaan. Dit is conform de
informatie die ons via Arriva heeft bereikt.
Vraag 6) Passen de bezuinigingsvoorstellen binnen het huidige provinciale beleid, zoals
vastgesteld door PS in de nota 'OV in beweging' en het POP?
Antwoord: Een aantal uitgangspunten is (in-)direct ontleend aan het provinciale beleid: het primaat
van het OV ligt bij de trein, het voorkomen van doublures bus-bus door het aanleggen van
knooppunten, het bieden van CVV als vangnet, het inzetten op hoogwaardige buslijnen, het
inzetten op doelgroepenvervoer (scholieren).
Vraag 7) Passen de bezuinigingsvoorstellen binnen de lange termijnplannen, zoals bijv. Kolibri
OV-netwerk?
Antwoord: In de Regiovisie Groningen-Assen en het Kolibri OV-netwerk, wordt ingezet op
hoogwaardige bus- en treinlijnen, maar ook op CVV. In die zin blijft ook na de bezuinigingen de
OV-structuur overeind als basis voor lange termijnplannen.
Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
2