AVI-adviseurs ondersteunen bij WMO

advertisement
Adviseurs Versterking Wmo ondersteunen bij
beleidsbeïnvloeding
Doe een beroep op de adviseurs van AVI bij uw voorbereiding
op de komende decentralisaties
Naar het zich laat aanzien krijgen gemeenten de komende jaren te maken met verschillende
decentralisaties op het sociale domein. Dit gaat veel betekenen voor burgers met en zonder
beperkingen. De Adviseurs Versterking Wmo van het programma ‘Aandacht voor iedereen’ kunnen
Wmo-raden, belangenbehartigers en gemeenten helpen om zich gezamenlijk voor te bereiden op
de decentralisaties - kosteloos. Een sterk lokaal veld is immers nodig om deze ingrijpende
ontwikkelingen te laten ‘landen’.
De Adviseurs Versterking Wmo van het programma Aandacht voor iedereen (AVI) zijn er om Wmoraden, cliëntenraden, lokale en regionale belangenbehartigers en gemeenten te ondersteunen bij
het vormgeven van lokale samenwerking, ontschotting en samenhang. Door in kaart te brengen
hoe het lokale speelveld er uit ziet en welke verbindingen er zijn. En door vervolgens inzichtelijk te
maken waar verbindingen nog noodzakelijk zijn en hoe zij het proces van ontmoeten en
afstemmen kunnen stimuleren en ondersteunen.
Aandacht voor iedereen is een programma van tien landelijke patiënten- en cliëntenorganisaties en
de Koepel van Wmo-raden. Deze organisaties bundelen hun krachten omdat de ontwikkelingen die
op het lokale speelveld afkomen zo ingrijpend zijn, dat samen optrekken rond de decentralisaties
noodzakelijk is. De Adviseurs Versterking Wmo zijn daarom in dienst van het gezamenlijke
programma en treden op namens de elf betrokken organisaties.
Zorg voor samenhang
De afgelopen tijd is over verschillende decentralisaties gedacht. Al die decentralisaties hebben één
gemeenschappelijk kenmerk: ze gaan uit van het ‘eigen kracht principe'. Het versterken van ‘eigen
kracht’ is in de Wmo gekoppeld aan bevorderen van burgerparticipatie en actief burgerschap. Het
betekent dat de Wmo moet zorgen voor betere participatie van kwetsbare burgers. Ook worden
alle burgers geacht te participeren in en samen te werken aan hun eigen omgeving, wijk,
gemeente. En als laatste kunnen burgers participeren in de lokale beleidsontwikkeling van de
Wmo, door inspraak en medezeggenschap.
1
Dat laatste vraagt om goede afstemming en samenwerking tussen de vele verschillende vormen
van lokale en regionale beleidsbeïnvloeding die er bestaan. Deze beleidsbeïnvloeding vanuit
burgers kenmerkt zich op dit moment door versplintering en weinig samenhang. Het is gezien alle
ontwikkelingen nu meer dan ooit belangrijk om belangenbehartiging, zeker vanuit burgers met een
beperking, meer gericht en meer in onderlinge samenhang in te zetten. Er zijn ingrijpende
veranderingen op komst en afstemming en samenspel is daarom vooral nu van belang. De
adviseurs kunnen u als Wmo-raad of belangenbehartiger ondersteunen bij het leggen van
verbindingen en de samenwerking met andere ‘partijen’. Verbinding met andere spelers is nodig
om meer samenhang te krijgen en samen de ingrijpende uitdagingen te lijf te gaan.
Niet alleen Wmo-raden
Niet alleen Wmo-raden, maar ook lokale en regionale belangenbehartigers, vertegenwoordigers
van groepen die behoren tot de doelgroep van de Wmo (patiëntenorganisaties, cliëntenraden enz.)
en actieve burgers kunnen de hulp inroepen van een Adviseur Versterking Wmo. Bijvoorbeeld als
ze een betere verbinding willen met de Wmo-raad. Samen onderzoeken ze dan hoe ze de
samenwerking met de Wmo-raad tot stand kunnen brengen en kunnen verbeteren. Doelgroepen
van de Wmo zijn bijvoorbeeld burgers met een psychiatrische problematiek, pgb-houders,
mantelzorgers, burgers met een verstandelijke beperking en burgers met een psycho-geriatrische
problematiek (Alzheimer).
Ook gemeenten
Ook gemeenten kunnen een beroep doen op het programma Aandacht voor iedereen. De adviseurs
kunnen gemeenten bijvoorbeeld helpen bij het gezamenlijk optrekken van burgers, cliënten,
patiënten en gemeente ten behoeve van informatiebijeenkomsten en visieontwikkeling. Of zij
kunnen de adviseurs raadplegen om samen met hen na te denken hoe de bestaande lokale
participatiestructuren optimaal georganiseerd kunnen worden. Adviseurs kunnen gemeenten ook
ondersteunen bij het actief bereiken en betrekken van diverse doelgroepen.
Informatie, advies en ondersteuning
Kennisdossiers
De adviseurs hebben bij hun advisering aan de Wmo-raden en cliëntenorganisaties de beschikking
over een aantal kennisdossiers. Deze kennisdossiers bieden een overzicht van actuele
ontwikkelingen en van achtergronden op een actueel thema. Ook geven zij suggesties aan Wmoraden en belangenbehartigers over hoe zij in de praktijk kunnen omgaan met deze thema’s. Over
de volgende thema’s zijn kennisdossiers gemaakt: cliëntondersteuning en ervaringsdeskundigheid
(van belang bij de invulling van het keukentafelgesprek); de Wmo-raad en haar diverse achterban
(over hoe de Wmo-raad diverse groepen op verschillende manieren kan betrekken);
burgerprojecten (over initiatieven van burgers op het gebied van leefbaarheid); sociale netwerken
(opbouwen van sociale netwerken voor mensen met een beperking, ziekte of aandoening).
2
Binnenkort verschijnt een dossier over zelfregie. Via de adviseur in uw regio kunt u deze
kennisdossiers verkrijgen.
Actuele netwerkbijeenkomsten
Wmo-raden en cliëntenorganisaties kunnen met de adviseur contact opnemen voor een
‘netwerkbijeenkomst’ over de decentralisatie van de begeleiding en persoonlijke verzorging naar de
Wmo. Er zijn twee soorten bijeenkomsten mogelijk, namelijk over de (politieke)
beleidsbeïnvloeding over dit thema en over het inkoopbeleid van de gemeente. In de
bijeenkomst over beleidsbeïnvloeding kunnen onder meer aan de orde komen: functioneren van de
gemeente, kwaliteitsbeleid, meningsvorming en manieren om invloed uit te oefenen. In de
bijeenkomst over inkoopbeleid komen onder meer aan de orde komen de criteria die de
gemeente hanteert bij het inkopen van voorzieningen bij instellingen (kwaliteit, medezeggenschap,
resultaten). Een Wmo-raad of cliëntenorganisatie kan contact opnemen met de adviseur in de regio
die vervolgens in samenspraak met een van de experts een bijeenkomst organiseert en leidt.
Voorbeelden van ondersteuning door Adviseurs Versterking Wmo
Hieronder vindt u verschillende voorbeelden van adviesvragen en vormen van ondersteuning. Zo
laten we zien wat mogelijk is met de inzet van Adviseurs Versterking Wmo. Maar ook voor andere
vragen of behoeftes, kunt u contact opnemen met de adviseur(s) in uw provincie. Klik hier voor het
overzicht van adviseurs: http://url4u.nl/adviesavi.
1. Vertegenwoordigers van specifieke doelgroepen van de Wmo willen dat hun stem
beter gehoord wordt door de Wmo-raad. Hoe krijgen zij dat voor elkaar? De Wmo-raad
wil verbindingen leggen met alle doelgroepen van de Wmo. Hoe doet de Wmo-raad dat?
Er zijn verschillende groepen gebruikers van de Wmo. Iedere groep heeft eigen ervaringen met en
kennis over de Wmo. Wmo-raden die meer zicht hebben op de diverse groepen, kunnen beter hun
kansen en belangen meenemen bij hun werkzaamheden. Wmo-raden willen dan ook graag
verbindingen leggen met de lokale en regionale belangenbehartigers van deze groepen burgers. Zo
kunnen ze samen kijken wat de beste manier van samenwerking is en hoe er rekening gehouden
kan worden met de belangen van deze groepen.
Doelgroepen met specifieke belangen zijn bijvoorbeeld mensen met een psychiatrische
problematiek, mensen met verstandelijke beperkingen en hun ouders en verwanten, daklozen,
pgb-houders, blinden en slechtzienden, mensen met Alzheimer en hun omgeving of mantelzorgers.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden, cliëntenraden en lokale belangenbehartigers
ondersteunen bij het benaderen van en het communiceren met doelgroepen. Welke afspraken
maak je met hun organisaties en hoe maak je bijvoorbeeld beter gebruik van elkaars kennis?
3
2. De Wmo-raad wil afstemmen met een cliëntenraad? Hoe doet de Wmo-raad dat?
Wmo-raden en cliëntenraden van zorg- en welzijnsinstellingen in de gemeente willen graag met
elkaar afstemmen. Bijvoorbeeld indien cliënten uit een zorginstelling een beroep (moeten) doen op
de Wmo of indien (in de toekomst) een verschuiving komt van intramurale zorg (zorg in een
instelling) naar extramurale zorg (zorg thuis). Wat kunnen zij aan elkaar hebben en hoe kunnen zij
elkaar versterken? Hoe verhouden de verschillende wettelijke vormen van medezeggenschap zich
met elkaar en hoe is dat in te passen in de beleidsbeïnvloeding in de Wmo?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen cliëntenraden en Wmo-raden ondersteunen bij het leggen van
verbindingen: contacten tussen cliëntenraden onderling en contacten tussen cliëntenraden en
Wmo-raden. En bij het maken van afspraken, onderlinge afstemming en het uitwisselen van kennis
en mogelijkheden voor beleidsbeïnvloeding.
3. De Wmo-raad wil weten welke doelgroepen er zijn. Hoe doet de Wmo-raad dat?
Welke doelgroepen zijn er in een gemeente en met welke doelgroepen heeft de Wmo-raad een
verbinding nodig? Met het diagnose-instrument van Movisie kan de Wmo-raad dit onderzoeken. De
resultaten helpen de Wmo-raad om een plan te maken voor het verbeteren van de verbindingen
met specifieke doelgroepen.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden ondersteunen bij het toepassen van het ‘diagnoseinstrument’. De adviseurs kunnen helpen bij maken van een plan om de relaties met de
doelgroepen te verbeteren en de belangen van de nieuwe doelgroepen te integreren in de Wmoraad.
4. Hoe breng ik de wensen en behoeftes van de nieuwe doelgroepen in beeld?
Voor gemeenten en Wmo-raden is het van belang om een goed beeld te hebben van de wensen en
behoeftes van de nieuwe cliënten die over komen naar de Wmo. Het gaat dan om het verhaal
achter de cijfers. De cijfers zijn bekend. Waardevoller is het verhaal waar de zorgen en de
behoeftes liggen. In samenspraak met de nieuwe doelgroepen kan deze informatie voor gemeenten
en Wmo-raden inzichtelijk worden gemaakt.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen samen met de gemeente of Wmo-raad in beeld brengen wat de
wensen en behoeftes zijn van de diverse cliëntgroepen, zoals mantelzorgers, pgb-budgethouders,
mensen met een psychische, verstandelijke of somatische beperking. Waar liggen hun zorgen en
wat zijn de condities voor komend beleid?
4
5. Het gehandicaptenplatform heeft verwachtingen richting de Wmo-raad die niet
uitkomen. Het platform heeft forse kritiek maar wil het samenspel met de raad
verbeteren. Hoe kan het platform zich tot de raad kan verhouden? Welke taken pakt zij
zelf op, welke legt zij neer bij de raad?
Tussen Wmo-raden en lokale belangenbehartigers kunnen verschillen van inzicht zijn hoe de
wensen of belangen van (bepaalde) doelgroepen naar voren moeten worden gebracht.
Meningsverschillen tussen de verschillende ‘partijen’ kunnen een effectieve beleidsbeïnvloeding in
de weg staan.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen belangenorganisaties en Wmo-raden helpen bij het nadenken
over hun eigen rol en positie. En hoe men de samenwerking kan verbeteren.
6. De Wmo-raad wil zich bezinnen op haar rol en taak. Hoe doet de Wmo-raad dat?
Veel Wmo-raden functioneren als adviesorgaan. Voor een Wmo-raad is het vaak de vraag of deze
adviesfunctie voldoende meerwaarde heeft. Hoe kan de meerwaarde van Wmo-raden als
adviesorgaan richting gemeente versterkt worden? Moet de Wmo-raad zich niet meer ontwikkelen
naar een platform of netwerkorganisatie van uitwisseling en inspiratie voor lokale
belangenbehartigers? En hoe kunnen de Wmo-raden meer proactief werken?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden helpen bij de evaluatie van het functioneren als
adviesorgaan. Maar ook kunnen zij helpen als de Wmo-raad zich wil omvormen naar een platform
of netwerkorganisatie van uitwisseling. En ze kunnen aangeven wat nodig is om een actieve en
inspirerende gesprekspartner te zijn.
7. De Wmo-raad wil haar beleid bepalen voor regionalisatie. Hoe doet de Wmo-raad dat?
Door de decentralisering gaan gemeenten steeds meer met elkaar samenwerken in de regio.
Er zijn verschillende afwegingen: ga ik als Wmo-raad mijn belangen regionaal behartigen, blijf ik
op lokaal niveau werken of doe ik beiden? En hoe stem ik dan af met de lokale Wmo-raden in de
regio? Ook is de adviesrol van de lokale Wmo-raad in regionaal beleid vaak beperkt. Om op
regionaal niveau beleid te beïnvloeden, is samenwerking van Wmo-raden in een regio wenselijk.
Vanuit die samenwerking kan met de gemeenten worden besproken hoe het beste te participeren
in het regionaal beleid.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden ondersteunen bij het analyseren van de regionale
structuren en bij het verkennen van de mogelijkheden voor regionale samenwerking en de
5
mogelijkheden voor belangenbehartiging op regionaal niveau. Bijvoorbeeld door samen met Wmoraden van buurgemeenten over de regionalisering te spreken.
8. De Wmo-raad heeft een overbelaste agenda en wil prioriteiten stellen. Hoe doet de
Wmo-raad dat?
Veel Wmo-raden zijn op dit moment overbelast. Er wordt van allerlei kanten een beroep op hen
gedaan. Als je goed voorbereid wilt zijn op de toekomst, waar geef je dan prioriteit aan? Welke
prioriteiten passen het beste bij de rol en taak van de Wmo-raad? En is de huidige werkwijze en
structuur van de Wmo-raad wel passend bij het takenpakket? Ondersteunt de gemeente de Wmoraad wel voldoende? Zijn de eigen ideeën van de Wmo-raad over het eigen functioneren wel
realistisch te noemen? Wat verwacht de gemeente eigenlijk van de Wmo-raad, en andersom? Is dit
wel realistisch?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden ondersteunen bij het formuleren van hun rol en bij
hun vragen daarover. Ook denken ze mee over de relatie met de gemeente of bij het evalueren
van de Wmo-raad (bijvoorbeeld door de zelfevaluatie).
9. Hoe krijgen we de gemeente en het maatschappelijke veld gekanteld? Welke taak
heeft de Wmo-raad daarbij?
Het Kantelen in de Wmo vraagt om een nieuwe manier van denken en doen. Zowel voor
gemeenten als voor de burgers. Het gaat niet meer om doelgroepen, maar om individuen. Het gaat
niet meer om het aanbod, maar om de vraag van burgers. Gemeente en burger zoeken samen
naar passende oplossingen. Met de toekomstige decentralisatie van onderdelen uit de AWBZ, de
Wet werken naar vermogen (Wwnv) en de Jeugdzorg komen er nieuwe doelgroepen naar het
Wmo-loket. Integrale vraagverheldering op het sociale domein is dan van belang.
Het is belangrijk dat de gemeenten het traject van de Kanteling dan hebben doorlopen. In veel
gemeenten is er nog onvoldoende gekanteld. Toch is dat wel nodig, met het oog op alle
toekomstige ontwikkelingen. In veel gemeenten wordt ingezet op wijkgericht werken, zorg en
welzijn dicht bij de burger. Wijk- en dorpsraden en burgerinitiatieven krijgen een belangrijke rol.
Hoe kunnen Wmo-raden een bijdrage leveren aan het proces van Kantelen? En hoe kunnen Wmoraden de gemeente helpen bij het proces van de Kanteling? En welke communicatie en relatie is er
nodig met wijk- en dorpsraden en actieve burgers?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen samen met Wmo-raden vaststellen wat de stand van zaken is
in hun gemeente als het over het Kantelen gaat. De adviseurs kunnen ook adviseren op welke
6
terreinen Wmo-raden acties kunnen ondernemen.
10. De Wmo-raad wil goed advies geven over het Wmo-beleidsplan. Hoe pakt de raad dat
aan?
Veel gemeenten zijn de komende tijd bezig met het nieuwe Wmo-beleidsplan. Een uitgelezen
moment voor Wmo-raden om kritisch mee te denken. Hoe staat het er voor met de Kanteling en
welke visie is er op de decentralisaties? Wordt er gewerkt vanuit een visie, of staan de
bezuinigingen voorop? Hoe denkt de gemeente over de nieuwe doelgroepen die overkomen naar de
Wmo? Het is goed om de beleidsregels te raadplegen, maar ook om te kijken naar de concrete
uitvoering. Klopt het wel met de intenties? Een beleidsplan kan mooie woorden bevatten, maar wat
is de praktijk? Wmo-raden hebben een adviestaak, ook op het Wmo-beleidsplan.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen samen met de Wmo-raad onderzoeken wat de issues en
prioriteiten zijn die de Wmo-raad opgenomen wil hebben in het Wmo beleidsplan.
11. De Wmo-raad gaat haar adviestaak verbreden naar andere domeinen. Hoe doet de
Wmo-raad dat?
Sommige gemeenten willen dat de Wmo-raden hun advisering verbreden naar andere
beleidsterreinen die aan de Wmo raken. Bijvoorbeeld naar de Wet werken naar vermogen, door
samenwerking met de cliëntenraad Wwb of de WSW-raad. Of naar een brede participatieraad voor
het hele sociale domein. Hoe organiseer je dat als Wmo-raad? Welke keuzes kunnen worden
gemaakt? Welke voordelen en nadelen zijn er?
Eind 2012 verschijnt een handreiking over de samenwerking tussen Wmo-raden en Wwb-raden.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen daarmee de Wmo-raden ondersteunen. Waar het gaat om het
vormen van een brede participatieraad, kunnen de adviseurs meedenken over het proces en over
de inhoudelijke afwegingen.
12. De Wmo-raad heeft van de wethouder een concept beleidsnotitie ontvangen over
zelfregie. De notitie staat vol met termen als eigen verantwoordelijkheid, eigen regie,
zelfmanagement en zelfredzaamheid. Wat vindt de Wmo-raad van zelfregie? Wat zijn
aandachtspunten vanuit burgerperspectief?
Het leidend principe onder alle decentralisaties is het zogenaamde ‘eigen kracht principe'. De focus
in het nieuwe beleid ligt op de inzet van de eigen kracht van mensen. Zelfredzaamheid is het
7
uitgangspunt op het terrein van zorg en welzijn. De gemeentelijke ondersteuning heeft een
aanvullend karakter. Die ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht en die van
de omgeving (familie, wijk, school). Een mooi uitgangspunt, maar wat wordt er van burgers
verwacht? Wanneer kan iemand nog zelfredzaam zijn en waar houdt dat op? Wat kan er van een
burger worden verwacht en wat is de rol van de gemeente? En wat als iemand beperkt is en geen
sociaal netwerk heeft? Wmo-raden en belangenbehartigers zullen zich over deze vragen moeten
buigen zodat zij een gesprekspartner zijn voor de gemeente op dit terrein.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden en belangenbehartigers ondersteunen bij het
vormen van een eigen visie rond dit vraagstuk. Wat betekent het ‘eigen kracht principe’ voor
burgers (met een beperking) en wat betekent het voor het lokale Wmo-beleid?
13. De Wmo-raad wil verbindingen leggen met initiatieven van actieve burgers in de
wijk. Hoe doet de Wmo-raad dat?
Op het gebied van de Wmo zijn er waardevolle initiatieven van actieve burgers (zowel individueel
als in een groep). Voor Wmo-raden is het vaak moeilijk om deze burgerinitiatieven te vinden. Of
om een goede samenwerking tot stand te brengen. Vaak ontbreekt het contact van de Wmo-raad
met deze initiatieven.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden ondersteunen bij het vinden van initiatieven van
actieve burgers. En bij het leggen van verbindingen met deze burgerinitiatieven.
14. Hoe kan de Wmo-raad actieve burgers met een niet Nederlandse achtergrond
betrekken bij hun werkzaamheden?
Allochtone burgers zijn voor de Wmo-raad een moeilijk bereikbare doelgroep. Het is noodzakelijk
dat de Wmo-raad gebruik maakt van de (ervarings-) deskundigheid van deze doelgroep om te
zorgen dat hun wensen en zorgen een plek krijgen in het lokale Wmo-beleid.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen met de Wmo-raad meedenken over hoe deze burgers het best
gevonden en geraadpleegd kunnen worden. Daarnaast kan de adviseur meedenken over hoe de
Wmo-raad de ervaringen en wensen van deze burgers kan benutten bij het uitoefenen van haar
raadswerk.
8
15. De Wmo-raad wil inspelen op wijkgericht werken. Hoe doet de Wmo-raad dat?
In verschillende gemeenten wordt sterk ingezet op wijkgericht werken bij zorg en welzijn.
Wijkraden en andere burgerinitiatieven krijgen hierbij een belangrijke rol. De vraag is hoe een
Wmo-raad zich moet gaan verhouden tot deze wijkraden en burgerinitiatieven. Hoe doe je kennis
op over wijkgericht werken?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen Wmo-raden ondersteunen bij het inspelen op het wijkgericht
werken. En bij het maken van noodzakelijke verbindingen met wijkraden en andere
burgerinitiatieven.
16. De wethouder vraagt zich af hoe om te gaan met de lappendeken aan lokale
cliëntenvertegenwoordigers.
Wethouders worden geconfronteerd met een groot aantal uiteenlopende partijen die opkomen voor
een (specifieke) doelgroep. Het kan lastig zijn om deze versnipperde vorm van beleidsbeïnvloeding
te benutten.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen meedenken met de gemeente over hoe de lokale
burgerparticipatie optimaal georganiseerd kan worden, met respect voor de uniciteit van de diverse
afgevaardigden. Vanzelfsprekend betrekt de adviseur de betreffende partijen bij dit proces.
17. De gemeente wil alleen zaken doen met de Wmo-raad. Hoe gaan raad en
belangenorganisaties hier mee om?
De gemeente ziet lokale belangenbehartigers niet als gesprekspartner. De Wmo-raad is voor de
gemeente het orgaan dat optreedt namens alle doelgroepen en belanghebbenden.
Terwijl de Wmo-raad geen belangenbehartigersorganisatie is, wil de gemeente geen ondersteuning
meer geven aan organisaties voor belangenbehartiging. Of ze wil niet meer in gesprek met
belangenbehartigers. Alles moet gebundeld worden in de Wmo-raad, is de wens van de wethouder.
Welke mogelijkheden zijn er voor lokale belangenbehartigers om de stem van de achterban naar
voren te brengen? Hoe inspireren zij de gemeente?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen zowel georganiseerde cliënten- en patiëntenbewegingen als
Wmo-raden ondersteunen bij bovenstaande vraagstukken.
9
18. Hoe kunnen we de toegankelijkheid van informatie van gemeente, Wmo-raad en
andere Wmo-belanghebbenden verbeteren?
Welke rol spelen Wmo-raden en lokale belangenbehartigers in het proces van
informatievoorziening. Er zijn landelijk veel klachten over de slechte (digitale) toegankelijkheid van
gemeentelijke Wmo-informatie. Wat is daar aan te doen? Hoe dit te verbeteren?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen zowel cliëntenraden als Wmo-raden begeleiden bij deze
vragen.
19. Hoe kan de Wmo-raad vrijwilligers die actief zijn op het terrein van zorg en welzijn
actief betrekken bij hun beleidsbeïnvloeding?
Lokaal zijn er veel burgers vrijwillig actief op het terrein van zorg en welzijn. Deze vrijwilligers
leveren een belangrijke maatschappelijke bijdrage. Zij hebben veel (ervarings-)deskundigheid die
de Wmo-raad kan benutten bij het uitoefenen van haar taak.
Adviseurs Versterking Wmo kunnen met de Wmo-raad meedenken over hoe zij de kennis en
ervaring van deze actieve burgers kan benutten bij het uitoefenen van haar raadswerk. Daarnaast
kan de adviseur meedenken over hoe deze vrijwilligers het best gevonden en geraadpleegd kunnen
worden.
20. Hoe kunnen cliëntenraden en patiëntenorganisaties het beste inspelen op de
aankomende veranderingen? En hoe nemen zij een rol en positie aan in het speelveld
van de Wmo?
Omdat er mogelijk veel taken tot de verantwoordelijkheid van de gemeente gaan behoren,
verandert er veel voor cliënten en patiënten. En dus ook voor de medezeggenschap van deze
cliënten. Als alles doorgaat, vallen zij hiervoor niet meer onder de Wet medezeggenschap cliënten
zorginstellingen (Wmcz), maar onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In de Wmo
heeft de gemeente een compensatieplicht en heeft de cliënt geen récht op zorg. Er kan naar
andere, nieuwe oplossingen gezocht worden voor begeleiding, vervoer en ondersteuning. Voor de
cliënt wordt de Wmo-consulent van de gemeente waarin hij woont, het aanspreekpunt.
Ook voor cliëntvertegenwoordigers (dus cliëntenraden en belangenbehartigers die lokaal en
regionaal georganiseerd zijn) verandert er erg veel in het speelveld. Zij dienen de belangen van de
cliënten niet alleen op instellingsniveau te behartigen, maar ook in de brede Wmo. Dus bij
gemeenten en de beleidsmakers die aanbod ontwikkelen en aanbesteden voor deze groep cliënten.
Dit betekent dat cliëntenraden contacten moeten aangaan met de lokaal georganiseerde
medezeggenschap in de Wmo, dus met de Wmo-raden van de gemeenten waarin hun cliënten
10
wonen. De cliëntenraden krijgen hierdoor aanzienlijk meer gesprekspartners. Per gemeente krijgen
zij met andere gemeentepolitiek te maken. Belangrijke thema’s zijn de regionalisering en de
verhouding cliënt – cliëntenraad – Wmo-raad.
Wat is de Wmo-raad? Hoe is die georganiseerd? In hoeverre zijn alle doelgroepen
vertegenwoordigd? Hoe organiseren we de medezeggenschap voor de nieuwe doelgroepen? En
welke rol nemen cliëntenraden op zich? Hoe ontwikkelt die rol zich na de decentralisaties? Het
contact met Wmo-raden kan op diverse manieren vormgegeven worden. Evenals het bespreken
van een gezamenlijke strategie en gezamenlijke belangen voor de burgers die zij
vertegenwoordigt.
Adviseurs Versterking Wmo hebben ideeën, tools en een netwerk voor het vormgeven van de
contacten en de gezamenlijke belangenbehartiging van cliëntenraden, patiëntenorganisaties en
Wmo-raden. De adviseur kan de cliëntenraden en patiëntenorganisaties ondersteunen op proces,
inhoud en strategie.
21. Vertegenwoordigers van specifieke doelgroepen in de Wmo willen hun wensen,
behoeftes en belangen kenbaar maken bij de lokale politiek. Hoe kunnen ze dat doen?
Er zijn verschillende groepen binnen de Wmo. Iedere groep heeft unieke aandachtspunten,
gebaseerd op eigen behoeftes en ervaringen. Deze behoeftes en ervaringen willen ze graag onder
de aandacht brengen van gemeenteraadsleden en fracties van politieke partijen. Maar hoe doe je
dat op een effectieve wijze?
Adviseurs Versterking Wmo kunnen vertegenwoordigers van specifieke doelgroepen ondersteunen
bij de vraag wat hun boodschap kan zijn en hoe ze hun boodschap kunnen overbrengen bij
gemeenteraadsleden en fracties van politieke partijen.
Contact
Het programma Aandacht voor iedereen versterkt Wmo-raden, cliëntenraden en lokale en regionale
belangenorganisaties. Zo zijn zij een stevige gesprekspartner voor gemeenten en zorg- en
welzijnsaanbieders.
Wilt u advies of ondersteuning? Of wilt u meer weten over de mogelijkheden van de Adviseurs
Versterking Wmo? Neem dan contact op met het programmasecretariaat:
[email protected], T 030 291 66 22 of met één van de adviseurs in uw provincie.
Klik hier voor het overzicht van adviseurs: http://url4u.nl/adviesavi.
11
Programma Aandacht voor iedereen
Het programma Aandacht voor iedereen wordt gefinancierd door VWS. De bij het programma
betrokken landelijke organisaties zijn: CG-Raad, CSO, Koepel Wmo-raden, LPGGz, Mezzo, NPCF,
Per Saldo, Platform VG, VCP, Viziris en Zorgbelang Nederland. Aandacht voor iedereen werkt nauw
samen met het TransitieBureau van VNG en VWS.
12
Download