Presentatie voor Wmo-raad Harderwijk 11 februari 2013 Inhoud van de presentatie 1. Wat is het programma ‘Aandacht voor Iedereen’? 2. Wat zijn belangrijke maatschappelijke en politieke trends en staat er in het regeerakkoord? 3. Wat houdt de transitie van de jeugdzorg in? 4. Wat zijn de gevolgen van de decentralisaties? 5. Wat betekenen de decentralisaties voor de Wmo-raden? Programma Aandacht voor iedereen 2 1. Wat is het programma ‘Aandacht voor Iedereen?’ - landelijk programma cliëntenorganisaties, financiering VWS, 2013 - doelen: toerusten van Wmo-raden, monitoren gevolgen transitie, verbinden Wmo-raden en belangenbehartigers, stimuleren ‘dubbele dialoog’ - rollen adviseurs versterking Wmo naar Wmo-raden: inhoudelijke sparringpartner (nota gemeente), procesbegeleider (contact doelgroepen, informatiebijeenkomsten), organisatie-adviseur (functioneren Wmo-raad) - regio Noord-Veluwe: Henk Beltman en Mieke Biemond (ggz) - van ‘begeleiding’ naar Wmo en de ‘drie decentralisaties’ (jeugdzorg, AWBZ, Participatiewet) 2.a.Wat zijn belangrijke maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en staat er in het regeerakkoord? - maatschappelijke trends: nadruk zelfregie en zelfredzaamheid; drang tot participatie; burgerinitiatieven; vormen van organisatie - politieke trends:beperken overheidsuitgaven; beperken AWBZ; overdracht taken naar en grote beleidsvrijheid van gemeenten - De Kanteling: van claimgedrag naar compensatieplicht; keukentafelgesprek; reeks van oplossingen; succesfactoren (kwaliteiten loketmedewerkers, integrale samenwerking instellingen, betrokkenheid burger) - Welzijn Nieuwe Stijl: stimuleringsprogramma VWS voor gemeenten en welzijnsorganisaties; 8 bakens (o.a. eigen kracht burger, betrekken netwerk, direct erop af, balans collectief en individueel) - ratificatie VN-verdrag voor rechten van gehandicapten (inclusief beleid) 2.b. Wat zijn belangrijke maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en staat er in het regeerakkoord? Enkele hoofdlijnen regeerakkoord welzijn en zorg (december 2012) *verschuivingen van AWBZ naar ZVW en Wmo: - langdurige ggz-zorg en extramurale verpleging naar ZVW; - functie begeleiding (na schrappen aanspraak op dagbesteding) en functie persoonlijke verzorging (na inperking recht erop) naar Wmo * AWBZ alleen voor intramurale ouderen en gehandicaptenzorg na schrappen zorgzwaartepakketten 1 t/m 4 (zzp 1 en 2 vanaf 2013 ) * bestuurlijke schaal: naar 100.000+gemeenten 2.c.Wat zijn belangrijke politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en staat er in het regeerakkoord? Wmo: • gemeente verantwoordelijk voor ondersteuning, begeleiding en verzorging (met 25% minder voor begeleiding en verzorging en geen geld voor dagbesteding; begeleiding vervalt per 2014 voor nieuwe cliënten) • beperken huishoudelijke hulp tot mensen met de laagste inkomens (25% van het budget blijft beschikbaar) • overhevelen inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten naar gemeenten tot maatwerkvoorziening • ‘kan’- bepaling over pgb • versterken 1e lijn, o.a. investering wijkverpleegkundige • zorgaanbieders per 2013 de helft minder budget voor vervoer naar dagbesteding 2.d.Wat zijn belangrijke politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en staat er in het regeerakkoord? Participatiewet: - samenvoeging WWB, WsW en Wajong - huidige WsWers niet herkeurd en geen lagere uitkering - per 2014 voor nieuwe cliënten, per 2015 voor bestaande cliënten - instroom in sociale werkvoorziening stopt per 2014; gemeenten kunnen ‘beschut werk’ als voorziening organiseren; - regeling voor in dienst nemen arbeidsgehandicapten door grotere werkgevers (5%, boven 25 werknemers, stapsgewijs) - loondispensatie - efficiencykortingen op sociale werkplaatsen over 6 jaar verspreid 3.a. Wat houdt de transitie van de jeugdzorg in? - knelpunten in huidig systeem jeugdzorg: toename gespecialiseerde zorg, 1 op 10-12 kinderen in jeugdzorg/passend onderwijs/ Wajong; versnipperde aanpak/financiering - transitie én transformatie (inhoudelijk; eigen kracht jeugdige en gezin; meer preventie, minder medicaliseren, integrale aanpak) - concept-jeugdwet: gemeente verantwoordelijk voor jeugdhulp, kinderbescherming en jeugdreclassering; versterken opvoedkundig klimaat in gemeente; compensatieplicht (van beperkingen in zelfredzaamheid en participatie van een jeugdige); - enkele uitgangspunten: laagdrempelige toegang (centrum jeugd en gezin); keuzevrijheid (‘redelijkerwijs’); 1 gezin/plan/regie 3.b. Wat houdt de transitie van de jeugdzorg in? - verantwoordelijkheden van gemeente (deels bovenlokaal): onafhankelijke vertrouwenspersoon; voorzien in toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen; (regionaal) meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling - concrete punten: beleidsplan en verordening, cliënttevredenheidsonderzoek, kwaliteitseisen aan instellingen, regionale afstemming naburige gemeenten - cliëntenparticipatie: verplicht burgers te betrekken bij ontwikkeling van beleid (formuleringen Wmo); eisen aan medezeggenschap instellingen; cliëntenraad instellingen - stand van zaken bij gemeenten: (regionale) visienota’s en 7 maart 4. Wat zijn de gevolgen van de ‘drie decentralisaties’? - cliënt: minder rechten; meer eigen verantwoordelijkheid; drang tot maatschappelijke participatie (kwetsbare jongeren); weg naar gemeente - gemeente: sturende rol; nadruk eigen kracht; creatieve verbindingen tussen domeinen; inkoopbeleid cruciaal; combinatie drie decentralisaties; intergemeentelijke samenwerking - (welzijns- en zorg)instelling: onzekere positie; (her)formuleren aanbod; positioneren (samenwerken, concurreren) - algemeen: elke partij maakt krachtenveldanalyse (bijvoorbeeld gemeente: kwaliteit instellingen, levendige burgerparticipatie, wijze van aansturen?) 5.Wat betekenen de decentralisaties voor de Wmo-raden? a. intern functioneren - trends Wmo-raden: meer leden op persoonlijke titel; vroegtijdige betrokkenheid bij beleid; vragen over contact met achterban; regionale samenwerking - bezinnen op eigen ambitie en rolopvatting en consequenties - samenstelling (persoonlijke titel, doelgroepen, organisaties) - werkwijze (dagelijks bestuur, werkgroepen, betrekken achterban, volgen gemeentelijke agenda/zelf agenderen) - spelregels met de gemeente (vroegtijdige betrokkenheid, terugkoppeling, overige vormen van burgerparticipatie) - contact met maatschappij/achterban (voeding en draagvlak) 5. Wat betekenen de decentralisaties voor de Wmo-raden? b. intern functioneren Aanbevelingen: - schep samen met de gemeente een beeld over de rol en het functioneren van de Wmo-raad - bekijk invulling cliënten- en burgerparticipatie in de komende jaren (combinatie van raden, brede burgerraad, flexibele vormen, burgerinitiatieven, regionaal niveau) - benoem een beperkt aantal inhoudelijke speerpunten 5. Wat betekenen de decentralisaties voor Wmo-raden? c. werkwijze - zelf verzamelen van ervaringen en wensen van kwetsbare burgers (raadplegen achterban, contact met maatschappelijke organisaties) - vormen van eigen mening en standpunten (werkgroep, deskundigen, inhoudelijke prioriteiten) - tijdig leveren van inbreng in gemeentelijk beleidsproces (vroegtijdig, momenten, regionale samenwerking) - samenwerken met belangenorganisaties (andere locale raden, Wmo-raden in regio, cliëntenraden) - inbreng van cliëntenperspectief bij gemeente en instellingen (driepartijenoverleg, toelichten standpunten tijdens besprekingen) 5.Wat betekenen de decentralisaties voor de Wmo-raden? d. inhoudelijke prioriteiten - suggesties voor versterken zelfregie/eigen kracht burger (keukentafelgesprek; participatieplan; persoonsgebonden budget, cliëntondersteuner, één aanspreekpersoon, onafhankelijke indicatiestelling, inzet ervaringsdeskundigen) - vangnet meest kwetsbare burgers (sociale netwerken, maatschappelijk steunsysteem) - ruimte voor burgerinitiatieven en -projecten (sociaal café, zelfregiecentrum, inzet ervaringsdeskundigen, vrijwilligerswerk, beheer bibliotheek, zorgcoöperatie) - kernpunt: kwaliteitscriteria vanuit cliëntenperspectief in inkoop/contracteerbeleid van gemeente 5.Wat betekenen de decentralisaties voor de Wmo-raden? e. vragen transitie/transformatie jeugdzorg - hoe wordt de keuzevrijheid van de cliënt ingevuld? - hoe gaat de gemeente burgers bij het beleid betrekken? - hoe wordt de functie van vertrouwenspersoon ingevuld? - welke eisen (medezeggenschap, kwaliteit) stelt de gemeente bij het contracteren van instellingen? - werkt de gemeente aan een integrale aanpak van het sociaal domein (combinatie drie decentralisaties)? Vragen en discussie