LOKAAL AAN DE MACHT

advertisement
33
32
Van alle Nederlanders heeft 85% wel eens te maken met een algemene voorziening ,variërend
van buurthuis tot consultatiebureau. Hiernaast
ontvangt 12% van de bevolking ondersteunende
voorzieningen, hierbij valt te denken aan een
Wajong uitkering, thuiszorg en jeugdhulp.
3% van de bevolking kampt met ernstige problemen en heeft hiervoor specialistische hulp nodig.
Ongeveer de helft van het budget voor het sociaal
domein wordt ingezet om deze specialistische
hulp te bekostigen. En juist omdat de gemeente
zorg op maat kan aanbieden en efficiënter zou
kunnen werken kan er veel op kosten worden
bezuinigd.
KLASSIEKE
VERZORGINGSSTAAT
GEDECENTRALISEERDE
VERZORGINGSSTAAT
Figuur 1
Er wordt aan alle kanten getrokken aan de Rijksoverheid.
Met de decentralisaties worden er een groot aantal taken aan de
gemeenten overgeheveld. Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente
verantwoordelijk voor de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo), de participatiewet en de jeugdzorg. Maar ook van bovenaf
verdwijnen er taken. De eu wordt steeds meer taken toevertrouwd.
Deze verschuivingen van macht, zowel naar gemeenten als naar
Europese instituties, ontstaan veelal uit het verlangen om een
slagvaardig en efficiënt bestuur in te richten. Maar hoe groot zijn
de veranderingen, en wat is nu werkelijk de bewegingsruimte
van gemeenten en de eu ten opzichte van de nationale regering?
rijksoverheid
rijksoverheid
centralisatie
en uniformiteit
decentralisatie
en differtiatie
gemeenten
gemeenten
uniform
aanbod
burgers
Bron: Kim Putters (scp) Rijk Geschakeerd (2014)
gedifferentieerd
aanbod
burgers
idee oktober 2014 Lokaal aan de macht
LOKAAL
AAN DE
MACHT
Met de decentralisaties worden niet alleen verantwoordelijkheden overgedragen. Het is de bedoeling dat het Rijksoverheid, gemeenten en burgers
allemaal een andere rol krijgen (zie figuur 1). De
overheid legt zich toe op het opstellen van de
kwaliteitskaders. Deze worden in samenwerking
met de gemeenten worden opgesteld. De overheid
vervult na de decentralisaties dan ook vooral de
rol van waakhond van sociale rechten en democratie. De gemeenten geven zelf invulling aan de
vorm en kwaliteit van de zorg en kunnen zodoende beter inspelen op de vraag binnen de gemeente. Zij krijgen hiermee met name een uitvoerende
rol. Van burgers wordt verwacht dat zij meer gaan
participeren. Burgers moeten zich meer gaan
inzetten voor vrijwilligerswerk en mantelzorg.
feiten & cijfers
DE GEMEENTE ALS SPELVERDELER
35
34
ÉÉN REGISSEUR IS WEL ZO VOORDELIG
EEN DEMOCRATIE GEDECENTRALISEERD
Het doel wat het Kabinet Rutte-Asscher voor
ogen heeft met de decentralisaties klink door in
het motto: “één gezin, één plan, één regisseur”.
Maar er is ook veel twijfel, bijvoorbeeld gemeenten, zorginstanties en niet op de laatste plaats de
burgers. Hebben gemeenten wel de juiste kennis
in huis? Wat verandert er nu werkelijk voor de
burger? De veranderingen die de decentralisaties
met zich meebrengen zijn niet gering. Op een
totale begroting van € 55 miljard van de gemeenten wordt met de decentralisaties een takenpakket met een omvang van € 16 miljard bij de
gemeenten neergelegd.
Met het inzetten van één regisseur verwacht het
kabinet ook geld te besparen. De verwachting is
dat de veranderingen leiden tot een structurele
besparing van € 2 miljard (cpb; juni 2014). De
besparing komt voor een groot deel voort uit
synergie. Het idee is dan ook dat het samenbrengen van zorg onder één dak geld bespaart. In de
tabel (zie figuur 2) is te zien hoeveel procent van
de cliënten binnen jeugdzorg een beroep doen op
een specifieke regeling. Sommige cliënten doen
beroep op één regeling, anderen op een combinatie van verschillende regelingen. En juist in die
combinaties van verschillende vormen van zorg
als ggz, pjz (provinciale jeugdzorg) en Jeugd-lvg
(licht verstandelijk gehandicapten zorg) zit een
overlap. Zoals in de tabel is te zien geldt voor 43%
van de cliënten in de jeugdzorg dat er sprake is
van een overlap. Door één regisseur aan te stellen
hoopt de overheid deze overlap terug te dringen
en zodoende geld te besparen.
Met de uitbreiding van het takenpakket neemt
ook het belang van lokale politiek verder toe.
Uit onderzoek van tns nipo blijkt echter dat de
interesse in gemeentepolitiek de afgelopen decennia alleen maar is afgenomen. Lag de interesse
onder de bevolking afgelopen verkiezingen nog
rond de 50%, voor de gemeenteraadverkiezingen
van afgelopen maart was dit slechts 35%. En dat
terwijl de interesse voor de landelijke politiek
nog rond de 60% ligt. De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen afgelopen maart was met
53,8% vrijwel gelijk aan de verkiezingen van
2010 (58,9%). In 2002 en 2006 was de opkomst
iets hoger met 58%, en in verkiezingen daarvoor,
steevast nog hoger.
Figuur 2 GEBRUIK REGELING JEUGDZORG ( in %)
client
PJZ
Gebruikt Jeugd-GGZ en PJZ
Gebruikt Jeugd-GGZ en Jeugd-LVG
Gebruikt PJZ en Jeugd-LVG
Gebruikt Jeugd-GGZ, PJZ en Jeugd-LVG
totaal
totaal
70
38
57
43
53
22
7
8
1
1
36
18
3
100
100
100
Bron: scp 2013, Terecht in de jeugdzorg, in Centraal Planbureau, Decentralisaties in het sociaal domein (september 2013)
43
Figuur 3 INTERESSE GEMEENTELIJKE POLITIEK
1982
1986
1990
1994
1998
2002
2006
2010
2014
onderzoek
Geïnteresseerd in
gemeentelijke politiek
%
45
%
44
%
44
%
50
%
61
%
47
%
49
%
46
%
35
‘zeker van plan
te gaan stemmen’
79
73
—
68
59
63
65
49
42
68
73
62
64
60
58
58
54
53,8
gedrag
Daadwerkelijke
opkomst
100
Bron: http://www.tns-nipo.com/nieuws/nieuwsberichten/en-nou-maar-hopen-dat-de-kiezers-massaal-wegblijve/, Decentraalbestuur.nl
feiten & cijfers
client
Jeugd-LVG
idee oktober 2014 Lokaal aan de macht
Maakt alleen gebruik van Jeugd-GGZ
Maakt alleen gebruik van PJZ
Maakt alleen gebruik van Jeugd-LVG
client
Jeugd-GGZ
Hoewel op het gebied van vertrouwen in de lokale
democratie vrij weinig cijfers bestaan blijkt uit de
cijfers die er zijn dat de desinteresse zich niet
direct doortrekt in een gebrek aan vertrouwen.
Ongeveer 60% van de Nederlandse bevolking is
tevreden over het bestuur van de gemeente. In een
onderzoek van Decentraalbestuur.nl (in opdracht
van bzk) uitgevoerd door Klaartje Peters, Vincent
van Stipdonk en Peter Castenmiller, wordt gewaarschuwd over het mogelijke risico die de
decentralisaties de lokale democratie opleveren.
De decentralisaties zorgen voor onzekerheid en
kunnen zelfs verlies van voorzieningen betekenen
voor burgers. Dit kan het vertrouwen in de lokale
democratie schaden. Maar er is ook reden tot
optimisme. De decentralisatie biedt kansen om
meer in contact te treden met burgers. Hiervoor
zien de onderzoekers ook kansen ten aanzien van
een toename in participatie en de doe-democratie.
37
36
HET KLEINE GROTE EUROPA
Wetten afkomstig van het parlement in de periode van 1980-2009
14%
86%
Wetgeving geïnitieerd door het Britse parlement van 1997/8 en 2008/9
14%
86%
Alle wetgeving (incl. eu – geïniteerde wetgeving ) 2009
53%
47%
Bron: https://fullfact.org/europe/eu_make_uk_law-29587
feiten & cijfers
Een andere invalshoek om de invloed van de eu
inzichtelijk te maken is door te kijken naar wetgeving. Dat er in het Verenigd Koninkrijk verschillende onderzoeken zijn gedaan naar de invloed
van de eu op de nationale wetgeving mag geen
verrassing heten. De schattingen van het percentage van de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk wat door eu is beïnvloed lopen uiteen van 10%
tot 70%, afhankelijk hoe ‘invloed’ wordt gedefinieerd. In figuur 4 staan de schattingen van het
onderzoek van the The House of Commons Library.
Als er wordt gekeken naar het percentage van de
wetgeving wat door het Britse parlement is aangenomen, maar door eu is beïnvloed, is 14% van de
wetgeving beïnvloed. Hierbij kan worden gedacht
aan verplichtingen die ontstaan naar aanleiding
van eu wetgeving. Wordt er gekeken naar wetgeving die buiten het parlement om wordt vastgelegd, bijvoorbeeld bij ministeries, dan ligt het
percentage tevens op 14%. Maar als de eu wetgeving die bindend is voor iedere lidstaat wordt
meeberekend stijgt de invloed van de eu tot 53%.
idee oktober 2014 Lokaal aan de macht
Niet alleen de regio en gemeenten zullen een
grotere rol gaan spelen, ook Europa in de vorm
van de eu speelt een steeds grotere rol. Maar hoe
groot is die invloed nu werkelijk? Één manier om
dit uit te drukken is in termen van ‘omvang’. De
begroting van de Europese Unie bedraagt € 142
miljard, dit is gemiddeld € 0,67 per Europese
burger per dag. Dit is betrekkelijk klein wie kijkt
naar de omvang van de Nederlandse begroting
van € 267 miljard.
Figuur 4 OVERZICHT INVLOED EU OP BRITSE WETGEVING
Download