Projectverslag ‘Digitale leermiddelen en leerling zelfstandigheid’ Beroepsproduct 2 Ontwikkeld door Joris Meijer, studentnummer 1635259 Begeleidt door HU-docent Tinie Mars Begeleidt door Sanne Dalhoeven namens Schoonoord Mavo, Doorn Stageschool: OSG Schoonoord Mavo – Locatie Doorn (Frans van Dijklaan) Datum: 3 februari 2017 Dossier kennisbasis #9050 Versie:1 2.5.2 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Hogeschool Utrecht, Instituut Archimedes – Faculteit Educatie Voorwoord Dinsdag 24 januari 2017 Wijk bij Duurstede – Doorn, OSG Schoonoord Mavo Geachte lezer, In dit beroepsproduct wordt onderzocht hoe leerlingen door middel van het digitale leermiddel Quizlet kunnen worden ondersteund tijdens het zelfstandig leerproces. De bevindingen uit de gedane studie zijn uiteindelijk verwerkt in een handleiding voor het gebruik maken van het digitale ondersteuningsmiddel. Het onderwerp van dit beroepsproduct is het gebruik maken van Quizlet. Dit als digitale ondersteuning met het doel om de leerling zelfstandigheid op het gebied van leren te vergroten. Met deze digitale ondersteuning wordt de leerling letterlijk op een digitale wijze ondersteund tijdens het leerproces. Dit door gebruik te maken van het programma Quizlet. Het onderzoek bestaat deels uit een praktijkverkenning en deels uit een literatuurverkenning. De praktijkverkenning is uitgevoerd Schoonoord Mavo Doorn. Tijdens het onderzoek is samengewerkt met verschillende taaldocenten van de school. Op basis van de resultaten en conclusie is bepaald wat er in het te realiseren eindproduct verwerkt moet worden. Het eindproduct van dit beroepsproduct bestaat uit een docentenhandleiding voor het inzetten van Quizlet, dit als digitale ondersteuning. De doelgroep zijn met name de taaldocenten van Schoonoord. Aanvullend is er een verkorte handleiding en video’s met uitleg voor de leerlingen. Hiervan kunnen kan de doelgroep bij de implementatie gebruik maken. Het eindproduct is aan de opdrachtgever en meerdere docenten van Schoonoord gepresenteerd. Dit met als afsluiting een positieve beoordeling. In dit projectverslag kunt u de gedane studies en het gehele proces tot het opstellen van het eindproduct lezen. Ik wens u veel lees plezier toe. Met hartelijke groet, Joris Meijer 2 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................. 2 Hoofdstuk 1 ......................................................................................................................... 4 1.1 Aanleiding ................................................................................................................... 4 1.2 Context van de school in relatie tot het probleem........................................................ 5 1.3 Onderzoeksvraag ....................................................................................................... 6 Hoofdstuk 2 ......................................................................................................................... 7 2.1 Inleiding en verkennend onderzoek ............................................................................ 7 2.2 Praktijkverkenning ...................................................................................................... 7 2.2.1 Inleiding ............................................................................................................... 7 2.2.2 Plan van aanpak en middelen .............................................................................. 8 2.2.3 Resultaten en conclusies ....................................................................................10 1.2.4 2.3 Samenvatting en conclusie praktijkverkenning ................................................11 Literatuurverkenning ..................................................................................................12 2.3.1 2.3.2 Inleiding ..............................................................................................................12 Samenvatting en conclusie literatuurverkenning..............................................15 Hoofdstuk 3 ........................................................................................................................16 3.1 Conclusie algehele verkenning ..................................................................................16 3.2 Ontwerpeisen ............................................................................................................17 3.3 Vormgeving van het product ......................................................................................18 Hoofdstuk 4 ........................................................................................................................19 4.1 Presentatie ................................................................................................................19 4.2 Overdracht en evaluatie .............................................................................................19 Complete literatuurlijst volgens APA-norm ......................................................................20 Bijlagen ...............................................................................................................................23 Bijlage 2A/2B ........................................................................................................................23 Bijlage 3A .............................................................................................................................30 Bijlage 4A .............................................................................................................................50 Bijlage 4B .............................................................................................................................51 Overige bijlagen bijbehorende het beroepsproduct ...............................................................52 Leerverslag Beroepsproduct 2 ..........................................................................................54 Bijlage 1 – Beoordelingsadvies opdrachtgever..................................................................56 Bijlage 2 – Urenverantwoording ........................................................................................58 Bijlage 3 – Werkboek ........................................................................................................59 3 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het uitvallen van leerlingen op bepaalde vaardigheden welke voornamelijk leerwerk met zich meebrengen. Dit in combinatie met het missen van de vereiste zelfstandigheid . Dit komt bij een groot aantal leerlingen in de onderbouw is vastgesteld volgens de onderbouwcoördinator. Daarbij komende dat zelfstandig werkmomenten zowel tijdens de les als buiten* de les niet optimaal benut worden volgens de schoolleiding. Veel docenten op Schoonoord Doorn ervaren deze momenten als lichtelijk problematisch waar geen duidelijke invulling voor bestaat. Waardoor de leerlingen vaak letterlijk hun tijd uitzitten. Tijdens de lessen Duits heb ik tijdens mijn stageperiode samen met mijn werkbegeleider en tevens coördinator geconstateerd dat veel leerlingen moeite hebben met het zelfstandig leren. Dit met name op het gebied van woordenschat en ‘zinnen’. Uit zowel schriftelijke overhoringen en repetities is gebleken dat veel leerlingen er een matige woordenschat wat betreft het vak Duits er op na houden. Ook bij andere taalvakken werd door collega’s een gelijke situatie geconstateerd. Dit ondanks dat er bij elk vak er aan alle onderwerpen de benodigde aandacht is besteed. Bij de vakgroepen heerst er de angst dat als gevolg van de huidige situatie de leerlingen in de toekomst letterlijk woorden ‘tekort’ komen. Dit bij hogere orde opdrachten waarmee de leerlingen pas in de bovenbouw mee te maken krijgen. Concluderend kan worden gezegd dat de huidige situatie niet alleen op het leerproces van nu effect heeft maar ook op dat van de toekomst. Daarvan worden de eerste symptomen in de bovenbouw al zichtbaar. Daarom is het tijd om nu in te grijpen en waar kan de nodige ondersteuning te bieden. In de onderbouw is het duidelijk dat leerlingen moeite hebben met het onderwerp zelfstandigheid. Hierdoor bestaat het vermoeden dat thuis weinig aandacht wordt besteed aan de leerstof, er bestaan natuurlijk uitzonderingen. Dit wordt regelmatig bevestigd door de behaalde cijfers. Veel leerlingen geven de laatste tijd zelf al aan dat zij moeite hebben met het eigen maken van de leerstof. Met name het leren van woordjes en zinnen blijken een probleem. Middels dit beroepsproduct wordt er naar hun vraag en naar die van de docenten geluisterd. Tevens is het zo dat vanaf het schooljaar 2017/2018 er een transformatie zal plaatsvinden op Schoonoord Doorn. Dit in de vorm van een verandering van het dagelijkse schoolrooster. Waarin er een meer focus zal liggen op zelfstandig werk- en leermomenten. Dit onderzoek zal bijdragen aan de vernieuwing van de school op dit gebied. De casus voor dit onderzoek is om de volgende twee gegevens met elkaar te combineren. Als eerst het gegeven dat de leerlingen moeite hebben om zelfstandig de lesstof eigen te maken en als tweede punt het efficiënt invullen van de zelfstandig werkmomenten. Dit voor de huidige en toekomstige situatie op Schoonoord Doorn. * Met zelfstandig werkmomenten buiten de les wordt gedoeld op de zogeheten ‘verdeelmomenten’. 4 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 1.2 Context van de school in relatie tot het probleem Schoonoord Doorn is een kleine school met ongeveer 300 leerlingen en 5 taaldocenten, waar van twee docenten Duits, twee Engels en één docent voor het vak Frans. De vakgroep Duits werkt met de laatste versie van de methode Neue Kontakte. Uit deze methode kiezen de docenten zelf welke opdrachten uit het boek gemaakt worden. Opdrachten die volgens de docenten niet van toegevoegde waarde zijn worden overgeslagen, dit zijn over het algemeen opdrachten buiten de hoofdlijn van de kerndoelen om. Getracht wordt om alle vaardigheden met betrekking tot taalverwerving aan bod te laten komen. Aansluitend hierop worden er oefeningen gemaakt, dit wordt zowel klassikaal als individueel gedaan. Tijdens de meeste lessen is er ruimte voor zelfstandig werken, hierin wordt ruimte geboden om te werken aan de oefeningen. Sinds het begin van het schooljaar heeft er een nieuw concept zijn intrede gedaan. Namelijk het werken met planners, hierop staan de opdrachten waaraan de leerlingen zelfstandig kunnen werken tijdens de les. Met als gevolg dat het vak Duits huiswerk vrij is. Dit invoering van dit concept een beslissing geweest van de vakgroep, mede omdat zij vier uur Duits per week genoeg vinden om alle stof te behandelen. Het werken met het bovenstaande concept heeft enige voor- en nadelen. Het overgrote nadeel is dat de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerlingen over het algemeen enorm tekort schiet. Met name het leerwerk ondervind hier grote problemen van. Dit is terug te zien in zowel de kennis als de behaalde resultaten van de leerlingen. De leerlingen geven dan ook te kennen dat zij het leren van de woorden, zinnen en grammatica dan ook saai vinden maar ook moeilijk vinden. Een groot aantal leerlingen geeft te kennen dat zij niet goed weten hoe zij überhaupt moeten leren voor een toets. Vanuit deze bevindingen is de grote wens om de taal te ‘moderniseren’ en op deze manier toegankelijker te maken voor de doelgroep. Hieronder wordt mede het gebruik van digitale ondersteuning verstaan. Dit om het vak Duits aantrekkelijker te maken. Maar ook om de leerlingen uit te dagen tot leren en deze tijdens het leerproces te begeleiden, zowel onder schooltijd als thuis. Veel leerlingen zijn anno 2017 enorm veel tijd kwijt aan hun telefoon. Het idee is daarom om deze in te zetten voor het leerproces en de leerlingen kennis te laten maken met de mogelijkheden wat betreft het digitale leren. Persoonlijk heb ik in het verleden al geëxperimenteerd met het inzetten van digitale ondersteuning met betrekking tot het leerproces. Deze ervaringen wil ik gebruiken voor dit onderzoek. Daarnaast zal ik collega’s van andere moderne vreemde talen benaderen. Dit voor om te luisteren naar hun wensen om het product universeel inzetbaar te maken wat betreft de taalvakken. Het uiteindelijke product moet met verschillende suggesties en een handleiding met overzicht komen over hoe je als moderne vreemde talendocent digitale ondersteuning kan inzetten en bieden tijdens de les. Dit om leerlingen tijdens zelfstandig werkmomenten en thuis aan te zetten tot leren. 5 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 1.3 Onderzoeksvraag Voor dit onderzoek is de volgende hoofdvraag geformuleerd: ‘Hoe kunnen leerlingen op Schoonoord Doorn in de onderbouw digitaal ondersteund worden bij het zelfstandig leren?’ 1.3.1 Waarom deze vraag voor dit probleem? Deze hoofd- en deelvragen komen voort uit de aanleiding van het probleem. De school is namelijk opzoek naar een oplossing voor het zelfstandig leerproces zowel binnen als buiten schooltijd. De school wilt door middel van het behulp van de inzet van digitale leermiddelen op leeropbrengst vergroten. Op deze wens is door middel van de hoofdvraag ingespeeld. Aansluitend daar op zijn deelvragen geformuleerd welke de hoofdvraag en het antwoord daarop zullen ondersteunen 1.3.2 De bij de hoofdvraag geformuleerde deelvragen. 1. De inzet van digitale leermiddelen tijdens het leerproces, waarom? Literatuurverkenning a. Wat zijn Serious Games? Literatuurverkenning, zie eindproduct 2. Hoe is het gesteld met de kennis en de bevindingen op het gebied van digitale leermiddelen en het leerproces op Schoonoord Doorn? Praktijkverkenning 3. Hoe kunnen zelfstandig leermomenten op school het beste worden benut? Literatuurverkenning 4. Hoe zit de relatie tussen leerlingen en zelfstandig leren? Literatuurverkenning 4a. Hoe leren leerlingen thuis voor een taalvak? Praktijkverkenning 6 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Hoofdstuk 2 2.1 Inleiding en verkennend onderzoek De aanleiding voor dit onderzoek is het uitvallen van leerlingen. Dit op bepaalde vaardigheden die voornamelijk leerwerk met zich meebrengen. Deze situatie komt voort uit een combinatie van het missen van de vereiste zelfstandigheid. Dit zowel binnen als buiten schooltijd. Voor het verkennend onderzoek is een praktijkverkenning en literatuurverkenning gehouden. Allereerst is er bepaald welke deelvragen beantwoord konden worden door middel van een praktijk- of literatuurverkenning. De antwoorden op de deelvragen zullen in grote mate bijdragen aan de beantwoording van de hoofdvraag. De antwoorden op de tweede, derde en deels vierde deelvraag zullen beantwoordt worden aan de hand van ervaringen uit de praktijk. Dit met de focus op de wensen en bevindingen van collega’s. De eerste, derde en deels vierde deelvraag worden door middel van en literatuurstudie worden beantwoordt. Door middel van het combineren van het verkennende en het literaire onderzoek zal uiteindelijk de hoofdvraag worden beantwoordt. De conclusie van dit onderzoek, wat betreft de deelvragen wordt gebruikt als basis voor de ontwerpeisen. 2.2 Praktijkverkenning 2.2.1 Inleiding Voor de praktijkverkenning zijn de deelvragen 2, 3 en 4a [zie § 1.3] geselecteerd. Om deelvraag 2 te beantwoorden worden de taaldocenten bevraagt. Het gaat immers om hun ervaringen, het eindelijke doel is dan ook dat zij aan de slag gaan met het eindproduct van dit onderzoek. Elke docent heeft zijn eigen doceerstijl en zal dan ook andere ervaringen hebben met betrekking tot deelvraag 2. Naast de mening van de docenten is het ook belangrijk, voor deze deelvraag, te onderzoeken wat de leerlingen van het leren met digitale ondersteuning vinden. Voor deelvraag 3 wordt er gekeken naar de zelfstandig werk-/leermomenten onder schooltijd. In de praktijk zal elke docent deze momenten anders ervaren. Niet zal dit alleen per docent verschillen maar zal er vermoedelijk een verschil bestaan tussen zelfstandig werk-/leermomenten tijdens de les en de verdeelmomenten. Wat betreft de praktijkverkenning voor deelvraag 4a, bijbehorende deelvraag 4, wordt er gekeken naar de hoe leerlingen in de huidige situatie zelfstandig leren en werken. Zij zullen veel te maken krijgen met het uiteindelijke ontwikkelende product. Het is daarom zaak om te weten hoe zij omgaan met de huidige situatie, op basis van de bevindingen uit dit onderzoek zullen o.a. ontwerpeisen worden opgesteld. Zodat de wensen van zowel het docententeam als de leerlingen tegemoet worden gekomen. Dit is nodig om het ontwikkelende product een succes te laten worden. 7 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 2.2.2 Plan van aanpak en middelen Hieronder volgt per deelvraag een overzicht wat betreft het plan van aanpak en de daarbij benodigde middelen. Deelvraag 2: Hoe is het gesteld met de kennis en de bevindingen op het gebied van digitale leermiddelen en het leerproces op Schoonoord Doorn? Voor het beantwoorden van deze leervraag zullen de docenten van Schoonoord Doorn worden geïnterviewd. Tijdens dit interview is de gestelde deelvraag leidend. Het is nuttig om ook andere docenten te interviewen omdat elk zijn persoonlijke ervaringen heeft. Het is dan ook belangrijk dat in ieder geval, dat naast de vakdocenten Duits ook de andere taaldocenten worden geïnterviewd, zoals voor de vakken Engels en Frans. Dit omdat het ontwikkelde product ook voor hen van toegevoegde waarde moet zijn. Een goed interview heeft een inleiding nodig over het onderwerp van het interview. Daarom is besloten om de docenten als eerste te vragen in hoeverre zij bekend zijn met digitale ondersteuning. Deze vraag is niet per se nodig om de deelvragen te beantwoorden maar het is een inleidende vraag en het daarop gegeven antwoord kan een completer beeld creëren. Door middel van deze openingsvraag wordt het interview gestuurd, zodat niet van het onderwerp wordt afweken. Zodat er voornamelijk relevante informatie wordt verkregen. Bij het maken van het interview is gebruik gemaakt van een interviewleidraad. De interviewleidraad is gebaseerd op de interviewleidraad uit Van der Donk en Van Lanen (2010). Om te beginnen zijn de doelen van het interview geformuleerd. Vervolgens is bepaald welke thema’s er in de interviews aan bod moeten komen. Per thema is gekeken of er nog sprake is van deelaspecten. Tot slot zijn er bij de thema’s en deelaspecten vragen geformuleerd. Voor het interview is er gekozen voor een individuele wijze van interviewen. Van der Donk en Van Lanen (2010) wijzen erop dat een groepsinterview ervoor kan zorgen dat respondenten elkaar gaan beïnvloeden. Naast het beïnvloeden van elkaar is het belangrijk voor het onderzoek dat docenten eerlijke en betrouwenbare antwoorden zullen geven. De uiteindelijke bevindingen en resultaten van het onderzoek m.b.t. deze deelvraag zijn met mekaar gecombineerd en vergeleken. Aan de hand hiervan is een conclusie getrokken. Op basis van deze conclusie is een kader, een ontwerpeis gesteld voor het ontwikkelde eindproduct. De resultaten van de interviews zijn op anonieme wijze verwerkt en terug te vinden in de bijlagen van dit projectverslag. 8 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Deelvraag 3: Hoe kunnen zelfstandig leermomenten op school het beste worden benut? Wat heeft de school zelf voor ogen wat betreft de invulling van de zelfstandig leermomenten onder schooltijd? Het antwoord op deze leervraag zal een combinatie zijn uit gegevens en ervaringen uit de praktijk. De meest efficiënte manier om hier achter te komen is een persoonlijk gesprek, waarbij de docenten en de leerlingen worden bevraagd. Door middel van een persoonlijk gesprek is het eenvoudig om een indruk te krijgen van meningen. Deze individuele meningen kunnen nader tot mekaar worden vergeleken wanneer er meerdere persoonlijke gesprekken zij gevoerd. Voor het beantwoorden van deze deelvragen worden zowel docenten, leerlingen als andere diverse actoren worden bevraagd. De verkregen resultaten worden bijgehouden en anoniem verwerkt, alleen de functie van de desbetreffende persoon, tot welke groep deze behoort wordt vermeldt. Uit de verkregen resultaten zal een conclusie worden getrokken. Welke ook als ontwerpeis fungeert voor het ontwikkelde eindproduct. Naast het voeren van de persoonlijke gesprekken met docenten, leerlingen en actoren ga ik persoonlijk observeren hoe het tijdens de zelfstandig leermomenten er aan toe gaat. Deze observaties vergelijk ik met de verkregen informatie uit de gevoerde gesprekken. De resultaten van de gevoerde gesprekken in combinatie met de observaties zijn terug te vinden in de bijlagen van dit projectverslag. Deelvraag 4a: Hoe leren leerlingen thuis voor een taalvak? Hoe een leerling leert is afhankelijk van het schoolvak. Daarom is er voor deze deelvraag specifiek gekeken naar de taalvakken. Voor het onderzoek m.b.t. tot deze deelvraag, bijbehorende deelvraag 4 zijn er actoren en diverse leerlingen uit verschillende onderbouwklassen geïnterviewd. Voor de wijze van enquêteren is dezelfde methodiek gebruikt als bij deelvraag 2. De enquête heeft het karakter van een vragenlijst, welke anoniem wordt afgenomen. Tijdens de enquête wordt er gevraagd naar de leerstijl van de door de leerling ondervonden problemen op de gebieden van leren en zelfstandigheid. Het grote verschil met deelvraag 2 is dat de leerlingen door middel van Google Formular worden geïnterviewd. Dit gebeurt op een digitale wijze. Voor het onderzoek zijn iPad’s beschikbaar gesteld, waarmee de leerlingen de vragen van de enquête beantwoorden. Ter verheldering zullen er gesprekken wordt gevoerd met een instantie welke leerlingen tijdens het leerproces buitenschooltijd begeleidt. Tot slot zal het literatuuronderzoek, voor de beantwoording van deelvraag 4 het praktijkonderzoek van deelvraag 4a nader toelichten. 9 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 2.2.3 Resultaten en conclusies Deelvraag 2: Hoe is het gesteld met de kennis en de bevindingen op het gebied van digitale leermiddelen en het leerproces op Schoonoord Doorn? Uit de praktijkverkenning is voortgekomen dat de bevraagde docenten enige kennis hebben van digitale leermiddelen. Echter is deze kennis beperkt tot de bij de methode horende middelen. Daarnaast gaat het overgrote deel uit van alleen de beschikbare middelen. Hierdoor is het aanbod tijdens de meeste lessen volgens velen op dit gebied zeer beperkt, de implementatie van deze middelen nog beperkter. Mede ook door het gebrek aan tijd en kennis wordt er een niet tot nauwelijks een beroep gedaan op digitale leermiddelen buiten de methode om. Het werken met de methode is voor alle docenten vertrouwd. Elke docent weet precies wat er behandeld wordt en hoe dit moet worden ingezet tijdens de les. Een groot deel van de bevraagde groep hebben naar eigen zeggen enige moeite hebben met de modernisering van het onderwijs. Dit is volgens het overgrote deel een reden om het aanbod, wat betreft digitale leermiddelen niet verder uit te kunnen breiden. Dit omdat het als te ingewikkeld wordt ervaren. Aansluitend op het bovenstaande gegeven is de bevraagde groep van mening dat het uitzoeken en het onderzoeken van de digitale leermiddelen erg tijdrovend is. Dit maken zij op uit eerder opgedane bevindingen met het werken met digitale leermiddelen. Dit is ook, volgens velen de reden waarom dat dit maar op kleine schaal wordt gedaan. Het gebrek aan tijd komt volgens de bevraagde groep voort uit het werken met het PTA (periodieke toets afname). De bevraagde docenten moeten namelijk met hun leerlingen vanaf leerjaar 2 starten met het werken naar kerndoelen. Per hoofdstuk moet specifieke doelen worden behandeld en uiteindelijk ook worden behaald. Dit is ingepland volgens een strak schema. Wat weinig ruimte over laat voor leerstof buiten de methode om, waaronder dus ook het gebruik maken van digitale leermiddelen. De bevraagde groep uitte meerdere malen de wens om handvatten te hebben bij het werken met en inzetten van digitale leermiddelen. Als oplossing voor dit probleem wordt het realiseren van een handleiding geven, waarin het inzetten van en het werken met digitale leermiddelen wordt beschreven. Dit zou de probleemaspecten van tijd en kennis kunnen oplossen. Deelvraag 3: Hoe kunnen zelfstandig leermomenten onder schooltijd het beste worden benut? Voor het beantwoorden van deze vraag zijn zowel docenten als leerlingen bevraagd. Overduidelijk kwam naar voren dat leerlingen het aanbod van leerstof als ‘saai’ ervaren. Met name voor de taalvakken vinden veel leerlingen dat zij niet uitgedaagd worden, dit omdat de leerstof erg theoretisch is. De bevraagde leerlingen gaven toe dat zij tijdens zelfstandig leermomenten (o.a. ook de verdeelmomenten) voornamelijk met andere zaken bezig zijn. Dit omdat het overgrote deel van de leerlingen deze momenten als een doelloze verplichting ervaren. Uit observaties merkte ik op dat leerlingen zich ook maar geringe mate willen inzetten voor deze leermomenten. De aandacht wordt al gauw afgeleid door de mobiele telefoon of andere zaken die niets met het leerproces te maken hebben. De bevraagde docenten bevestigden deze observatie. Zij ervaren het als extreem lastig om de leerlingen gedurende zelfstandig leermomenten bezig te houden met het leerwerk. Dit lukt volgens velen maar maximaal 10 minuten, dit met veel pijn en moeite. Volgens docenten kunnen zelfstandig leermomenten het beste worden benut door middel van het uitdagen van de leerlingen. Het overgrote deel van de bevraagde docenten heeft een periode van 15 a 20 minuten voor ogen waarin de leerlingen volledig zelfstandig aan de slag 10 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ gaan met het werken, oefenen en leren van de stof. Dit is het veel benoemde ideaal beeld. De wens bestaat om de leerlingen wat betreft de leerstof meer uitdaging te bieden en meer mogelijkheden tot personalisatie. Deelvraag 4a: Hoe leren leerlingen thuis voor een taalvak? Voor het onderzoek is er een bij een aantal klassen introductie les gegeven, bestaande uit het maken van een Quizlet account en het oefenen van een leerlijst. Dit om hen kennis te laten maken met Quizlet. Vervolgens zijn de enquêtes afgenomen, dit zodat de leerlingen die geen ervaringen hadden met digitale leermiddelen zich meer in de vragen konden inleveren. Veel leerlingen op Schoonoord Doorn maken gebruik van buitenschoolse studiebegeleiding. Meerdere dagen na schooltijd gaan leerlingen hierheen om begeleidt te worden bij het leerproces. Dit gebeurt met name op de gebieden van planning, studievoortgang en o.a. het leren. Ter observatie ben ik gaan kijken op een van deze studiebegeleiding instituten, namelijk Studiecentrum Doorn, hierna te noemen STC. Daar heb ik gesproken met een aantal begeleiders en de huidig directeur. Deze actoren bevestigden dat veel leerlingen naar het STC komen omdat zij moeite hebben met het leerproces. Hierbij wordt toegevoegd dat leerlingen vaak niet weten hoe zij überhaupt effectief moeten en kunnen leren. Daarnaast denken veel leerlingen dat, omdat zij naar o.a. het STC gaan dat zij thuis en op school niets meer hoeven te doen. Dit is echter een groot misverstand. Wat betreft de leermethodes ‘kijken’ de meeste leerlingen voornamelijk naar de lesstof. Dit kwam voort uit de enquête, maar een klein aantal schrijft de leerstof over. Een ander gegeven is dat bijna alle leerlingen aangeven de leerstof niet meer te beheersen na de toets. De leerlingen zijn van mening dat zij de stof leren om vervolgens deze na de toets weer te vergeten. Het overgrote deel van de bevraagde leerlingen hebben wat betreft het leren de meeste moeite met de vakken Duits en Frans. Dit in vergelijking met vakken als geschiedenis, wiskunde en aardrijkskunde. Een interessant gegeven uit de enquête was dat een kleine groep leerlingen in hun vrije tijd gebruik maakt van digitale leermiddelen. Dit gebeurt met behulp van het programma Wrts. Bij dit programma kunnen de leerlingen zelf de leerstof invoeren of opzoeken. Hiermee kunnen zij vervolgens mee te gaan oefenen. De leerlingen die dit programma gebruiken doen dit voor alle taalvakken. Echter bleek na nader onderzoek dat er in de toekomst een probleem ontstaat wat betreft het gebruik van dit programma. In de nabije toekomst gaat Wrts geld vragen voor haar diensten. Wat een belemmering kan zijn voor het gebruik van het programma. Uit het praktijkonderzoek blijkt dat er meerdere overhoorprogramma’s beschikbaar zijn. Echter kwamen deze niet naar voren in de enquête, ze werden door de leerlingen niet genoemd. 1.2.4 Samenvatting en conclusie praktijkverkenning Anno 2017 maken zowel docenten als leerlingen op Schoonoord Doorn maar weinig gebruik van digitale leermiddelen. Daarnaast zijn er problemen ontstaan op het gebied van het zelfstandig leerproces. Terwijl digitale leermiddelen hiervoor een oplossing kunnen bieden, helaas beschikken de docenten op dit moment niet de middelen op digitale leermiddelen in de onderwijspraktijk te kunnen inzetten. De conclusie van de praktijkverkenning is dat er een hulpmiddel moet komen voor docenten om digitale leermiddelen te kunnen implementeren in de les. Hierbij moet er gekeken worden naar welk digitale leermiddel bruikbaar is. Dit digitale leermiddel moet de leerlingen enthousiasmeren en uitdagen tot leren. 11 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 2.3 Literatuurverkenning 2.3.1 Inleiding De deelvragen 1, 3 en 4 [zie § 1.3] konden het beste beantwoord worden door middel van een verkenning van relevante literatuur. Deelvraag 1: De inzet van digitale leermiddelen tijdens het leerproces, waarom? Leerprocessen in scholen worden van oudsher ondersteund door leermiddelen. Leermiddelen zijn attributen die door hun gebruik bijdragen aan het overbrengen van kennis en vaardigheden. In de afgelopen 10 jaar heeft de wereld en het onderwijs een transformatie meegemaakt wat betreft digitalisering. Het onderwijs beweegt steeds meer met deze ontwikkelingen mee. Tegenwoordig wordt er daarom ook op scholen steeds meer gebruikgemaakt van digitale leermiddelen (Gijzen, 2015). De brede toepassing van digitale leermiddelen vraagt van de docent echter om grondige kennis over hoe ze worden ingezet (Gijzen, 2015). Wanneer deze op een correcte wijze worden ingezet kunnen digitale leermiddelen gebruikt worden om het leerproces voor leerlingen aantrekkelijker te maken. Dit met het gevolg dat de mate van betrokkenheid een stuk hoger ligt dan wanneer er gebruik gemaakt wordt van simpelweg het leerboek. Een positief bijkomend effect is dat de docent het aanbod wat betreft de leerstof beter afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Het gebruik maken van digitale leermiddelen biedt grote mogelijkheden tot differentiatie. Uit de praktijk komen positieve reacties zoals het behalen van hogere leeropbrengsten en resultaten. De brede en onmiddellijke beschikbaarheid van digitale leermiddelen biedt docenten en leerlingen allerlei leerkansen. Zonder sturing van buitenaf, leidt dit tot spontaan en ongericht leren. Dit gebeurt in allerlei situaties: thuis, in de buurt en ook op school. Wat van belang wordt geacht in diverse kerndoelen, namelijk dat leerlingen zicht ontwikkelen tot zelfstandige personen. Welke in de toekomstig volledig zelfstandig kunnen functioneren. In dit proces speelt de school een belangrijke rol. Deze neemt namelijk het professionele deel van de opvoeding over van de ouders. Op school werkt een leerling aan en naar eigen te makken kennis en vaardigheden. De docent is vanuit de school uit, de drijvende kracht. De docent zorgt ervoor dat leerprocessen bij leerlingen worden aangejaagd. Via didactische en pedagogische aanpakken zorgt de docent ervoor dat de leerinhoud door de leerling wordt opgenomen. Volgens Gijzen (2015) bestaat het repertoire van de docent, tijdens dit proces steeds meer uit een combinatie van conventionele en digitale leermiddelen. Welk leermiddel de docent inzet is afhankelijk van voor de leerling te leren vaardigheid. In totaal zijn er vier verschillende soorten digitale leermiddelen te onderscheiden welke tijdens het leerproces van de leerling kunnen worden ingezet. Echter hebben ze in alle gevallen een hetzelfde doel, namelijk om de kennis en vaardigheden van de leerling te vergroten. Voor het onderzoek met betrekking tot dit beroepsproduct wordt er gericht op digitale leermiddelen met een didactische functie. Deze leermiddelen nemen als het ware een deel van het onderwijs over en versterken het didactisch handelen van de docent. De docent neemt altijd nog de beslissingen wat betreft het gebruik. Echter zijn deze digitale leermiddelen altijd een aanvulling op de bestaande leermiddelen en de gebruikte methode. Het gebruik maken van digitale leermiddelen heeft een aantal grote voordelen, dit in vergelijking met conventionele leermiddelen. Met behulp van digitale leermiddelen kan een docent allerlei data verzamelen over de vooruitgang van de leerling. Dit bijvoorbeeld wat 12 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ betreft de vorm en mate van oefenen, beheersing en kennis van diverse vaardigheden, de mate van vooruitgang en nog veel meer. Mede door deze gegevens kan de docent bepalen of de leerling extra instructie nodig heeft, wat mogelijkheden biedt voor differentiatie. Dit laatste is het grootste voordeel van het gebruikmaken van digitale leermiddelen. Op verschillende wijzen kan de docent met behulp van het digitale leermiddelen de kwaliteit van zijn onderwijs en het leerproces van de leerling waarborgen. Al eerder in de literatuurverkenning is benoemd dat voor dit beroepsproduct er gericht wordt op digitale leermiddelen met een didactische functie. Tot deze groep leermiddelen met een didactische functie behoren alle ‘serious games’, maar ook tools waarmee het mogelijk is om groepsgewijs, via de smartphones of de tablets van de leerlingen, een peiling, een quiz of een discussie te organiseren (Gijzen, 2015). Deelvraag 1a: Serious games Zie ook ‘Wat is Serious Gaming’? In het ontwikkelde eindproduct wordt hier verder op pagina 29 ingegaan. Een serious game is een spel met een ander primair doel dan puur vermaak. Het voornaamste doel is onderwijzen of het verwerven van inzicht. Een serious game kan gebruikmaken van meerdere media: het kan een paperbased bordspel of kaartspel zijn of een digitaal spel. Voor dit beroepsproduct is er gericht op de laatste variant. Volgens Van Hasselt (2014) is het bedenken van onderwijskundige doelen de eerste stap om de nieuwe technieken en digitale leermiddelen zo optimaal mogelijk te benutten. Vooraf op het zelfstandig leren moet de docent bepalen hoe hij het leermiddel in gaat zetten en waarvoor. Dit om het vooraf vastgestelde leerdoel met de leerlingen te bereiken. Wat betreft het didactisch proces zijn er 3 punten waarop gedoeld kan worden: instructie, verwerking en feedback. Daarna wordt de mate van differentiatie bepaald, afhankelijk van de werkvorm en het digitale leermiddel. Berben (2015, p. 71) beschrijft dat digitalisering nieuwe didactische mogelijkheden biedt die leerlingen minder afhankelijk maken van de klassikale uitleg van hun docent tijdens het ingeroosterde lesuur. Om ons heen verandert de (digitale) wereld voortdurend en daarmee ook de behoefte van de leerling. De SLO (z.j.) beschrijft dat om goed te kunnen functioneren in de huidige en toekomstige samenleving, het belangrijk is dat leerlingen beschikken over voldoende basiskennis om gebruik kunnen maken van verschillende vormen van technologie. Het gebruik van ICT, dit in de vorm van het gebruik van digitale leermiddelen is één van de 21e -eeuwse vaardigheden. Deelvraag 3: Hoe kunnen zelfstandig leermomenten op school het beste worden benut? Zelfstandig leren is de jaren een steeds grotere trend geworden in het onderwijs (Cöp, 2014). Veel leeractiviteiten, ook vanuit de nieuwste methodes zijn er op gericht om leerlingen zelfstandig te laten werken of om zelfs geheel zelfstandig tot leren te laten komen. Voor dit beroepsproduct wordt er gekeken naar het zelfstandig leren. Maar wat wordt onder zelfstandig leren verstaan? Bij zelfstandig leren is het uitgangspunt dat leerlingen onafhankelijk van de leerkracht leerdoelen bereiken. Ze leren samen of individueel aan een bepaald onderwerp, gedurende dit proces worden er hoge eisen gesteld aan de leeractiviteit en de leermiddelen die hierbij gebruikt worden. De docent speelt hierin alleen een begeleide rol, bijvoorbeeld bij alleen bij vragen en onduidelijkheden. 13 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Er wordt met zelfstandig leren het meeste resultaat behaald wanneer de leerlingen zich van het leerproces bewust zijn, ze weten waarom en waarvoor ze leren. Met andere woorden, er is een inhoudelijk doel gekoppeld aan het leerproces. Is er geen doel, dan is het ook zeer de vraag of er sprake is van leren (Cöp, 2014). Het gevaar is dat het zelfstandig leren zelf als doel op zich wordt gezien. Hierdoor verliest het leerproces zijn essentie, waardoor de inhoud van het leerproces verloren gaat. De situatie waarin het doel, dat moet bereikt worden, uit beeld is en het middel (het zelfstandig leren) tot doel is verheven. Dit leidt namelijk tot weinig effectief onderwijs. Bij het zelfstandig leren is het belangrijk dat er materiaal gebruikt wordt wat aanzet tot leren. Dit in de vorm van materiaal wat de leeractiviteit beïnvloedt en bevordert. Het spoort de leerlingen aan om het leerdoel te bereiken. Om een leerdoel te bereiken, is het belangrijk dat de taak wordt geïntroduceerd, er sprake is van een instructiemogelijkheid, de leerlingen verwerkingsopdrachten doen en er ter afsluiting sprake is evaluatie en/of reflectie. Het is belangrijk om de mate van zelfstandig leren per leerlingen te bepalen. Niet voor iedere leerling is zelfstandig leren een geschikte werkwijze. Zelfstandig leren vraagt namelijk veel van de leerling, waaronder een passende werkhouding. Daarom is het zaak om de situatie te blijven beoordelen met het motto: zelfstandig waar het kan en samen waar het moet (Cöp, 2014). Zijn leerlingen in staat om zelfstandig de leerdoelen te bereiken? Dan is een organisatievorm gebaseerd op zelfstandig leren een zeer effectieve manier van onderwijs geven. Is aan deze voorwaarden niet voldaan, dan is er minstens in enige mate begeleiding nodig om resultaat te boeken. Het is zeker niet het materiaal dat een belemmering vormt, want goed zelfstandig leermateriaal is meestal ook zeer geschikt voor een meer begeleide werkvorm. Deelvraag 4: Hoe zit de relatie tussen leerlingen en zelfstandig leren? Volgend jaar gaat Schoonoord Doorn over naar een nieuw schoolsysteem. In principe gaat de hele organisatie van de school op de schop. Waarbij het ‘het nieuwe leren’ wordt geïntroduceerd. Het nieuwe leren is een Nederlands onderwijsconcept waarbij leerlingen zelfverantwoordelijk leren te worden voor hun persoonlijk leerproces. Het ‘oude leren’, oftewel het klassikaal gestuurd onderwijs maakt (deels) plaats voor het nieuwe leren. Vaak wordt het nieuwe leren afgezet tegen het oude leren. Het oude leren zou staan voor objectieve kennis, transmissie en aanbod gestuurd onderwijs (Van der Werf, 2005). Bij het nieuwe leren is de aandacht gericht op een uitwerking van de uiteenlopende principes die ten grondslag liggen aan verschillende verschijningsvormen (De Kock, Sleegers & Voeten, 2004; Simons, Van der Linden & Duffy, 2000). Het hoofdzakelijke doel van het nieuwe leren is dat leerlingen een grote(re) verantwoordelijkheid moeten krijgen voor het eigen leerproces en dat docenten meer moeten gaan optreden als begeleiders. Er moet ruimte zijn voor zelfverantwoordelijk leren waarbij leerlingen zich eigen leerdoelen stellen en het eigen leerproces reguleren en bewaken. Bovendien moet de leeromgeving leerlingen stimuleren. Dit onder andere door middel van authentieke en betekenisvolle leertaken en leermiddelen. Vaak wordt erop gewezen dat het onderwijs meer motiverend aan leerlingen moet worden aangeboden en vooral een appèl moet doen op de intrinsieke motivatie van leerlingen. Deze intrinsieke motivatie zou leiden tot een grotere inzet van leerlingen en betere prestaties. Inmiddels is hiervoor brede bevestiging in de motivatieliteratuur te vinden (Ryan & Deci, 2000). 14 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Stevens (2014) verklaart dat wanneer er aan de basisbehoeften van de leerling wordt voldaan en hogere leerresultaten worden geboekt. Twee benoemde en voor dit beroepsproduct benoemde basisbehoeften zijn competentie en autonomie. Kinderen willen laten zien wat zij kunnen en zichzelf als effectief ervaren. Dat vraagt uitdaging, wat alleen kan als het onderwijs is afgestemd op de mogelijkheden en (basis-) behoeften van de leerling. Niet opletten, niet meedoen, onderpresteren, niet durven, het zijn vaak tekenen van afstemmingsproblemen. Een combinatie van hoge (en reële) verwachtingen en beschikbaarheid voor hulp en ondersteuning, zijn een goede basis voor het ontwikkelen van een gevoel van competentie. Autonomie verwijst naar het gevoel onafhankelijk te zijn. Kinderen willen het gevoel hebben de dingen zélf te kunnen doen. Zélf kunnen beslissen, zelf keuzes maken. Dat kan alleen in een omgeving waarin de eigenheid van de leerling gerespecteerd wordt. Een leerling is er voor zichzelf, niet voor zijn ouders of voor de school. Leerlingen hebben al op de vroege leeftijd de behoefte zich te onderscheiden, hun eigen keuzes te maken. Leerlingen wensen dus ook op het gebied van zelfverantwoordelijkheid voor hun leerproces, zelf keuzes te maken. Het pedagogische antwoord hierop is het bieden van veiligheid, ruimte, begeleiding en ondersteuning soms en het waarborgen van de verbondenheid met de ander. Individuele vrijheid is belangrijk en wordt gestimuleerd, maar altijd in relatie met de ander en met behoud van diens vrijheid en jouw verantwoordelijkheid daarvoor. 2.3.2 Samenvatting en conclusie literatuurverkenning Geconcludeerd kan worden dat het huidige gebruik van leermiddelen een veranderingsproces ondergaat. Dit door de toenemende modernisering/digitalisering van en in het onderwijs. Echter kunnen deze nieuw ontwikkelende digitale leermiddelen niet effectief worden ingezet wanneer de kennis hiertoe ontbreekt. Wanneer dit het geval is loopt de onderwijspraktijk, op het gebied van het leerproces van de leerling de kansen mis die deze nieuw ontwikkelde leermiddelen met zich meebrengen. Hier ligt de taak van de docent, de docent blijft namelijk gedurende het leerproces de drijvende kracht. Het hangt echter niet alleen van de docent af. Ook de in te zetten leermiddelen moeten leerlingen zelfverantwoordelijk maken voor hun leerproces. Wat essentieel is het functioneren in huidige en toekomstige samenleving. De mate van zelfverantwoordelijkheid neemt toe wanneer de gebruikte digitale leermiddelen tegemoet komen aan de basisbehoeften van de leerlingen. Wanneer dit het geval is wordt er het meeste resultaat geboekt. De leerling weet dan waarom en waarvoor hij zich inzet. Digitaal leermiddelen welke hiervoor uitkomst bieden zijn onder andere serious games. Deze bevatten de genoemde aspecten welke vereist zijn voor een positief en zelfstandig leerproces van de leerling. 15 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Hoofdstuk 3 3.1 Conclusie algehele verkenning Hoofdvraag: Hoe kunnen leerlingen op Schoonoord Doorn in de onderbouw digitaal ondersteund worden bij het zelfstandig leren? Uit de beide verkenningen valt duidelijk op te maken dat aan de wensen van zowel de leerlingen als de docenten tegemoet kan worden gekomen. Dit door middel van een gerichte implementatie en het zorgvuldige gebruik van digitale leermiddelen. In de praktijkverkenning kwam naar voren dat er momenteel maar weinig docent en leerlingen gebruikmaken van deze soort leermiddelen. Dit omdat er hierover tot nu toe maar weinig kennis en ervaring over beschikbaar is. De docenten hebben echter wel de wens om meer aandacht hieraan te besteden wanneer er meer kennis voorhanden is. Zodat zij, digitale leermiddelen bij de leerlingen onder de aandacht kunnen brengen. In de praktijkverkenning kwam dan ook een voortijdige oplossing naar voren, namelijk het realiseren van een hulpmiddel voor het werken met digitale leermiddelen. Dit digitale leermiddelen moet aan de eisen van zowel de docenten als de leerlingen voldoen, wil deze effectief blijken in de praktijk. Hoe invulling moet worden gegeven aan het digitale leermiddel is naar voren gekomen in de literatuurverkenning. Uit de praktijkverkenning kwam naar voren dat de leerlingen specifieke wensen hebben. Dit werd door de literatuurverkenning bevestigd. Leerlingen hebben namelijk een aantal basisbehoeften waaraan voldaan moet worden, willen zij zelfverantwoordelijk kunnen leren. Hierbij is wel enige sturing van buitenaf vereist. Hier ligt onder andere de taak van de docent. De te realiseren handleiding biedt de docent handvatten om de leerlingen tijdens dit proces te ondersteunen en te sturen. Daarnaast moet het digitale leermiddel aan enige voorwaren voldoen. Het digitale leermiddel moet leerlingen onder andere bewust maken van hun leerproces en uitdagen tot verdieping of verbreding. Het gebruik maken van serious games kan hierin een geschikt digitaal leermiddel zijn. Serious games zijn namelijk een spel vorm welke een ander doel hebben dan puur vermaakt. Deze vorm van digitale leermiddelen hebben namelijk het doel om de leerling te onderwijzen of om deze kennis of inzicht te laten verwerven. Wat betreft de oriëntatie op het gebied van serious games is er gekeken naar welke serious games geschikt zijn. Hierbij is er gekeken naar de beschreven aspecten uit zowel de praktijkals de literatuurverkenning. Tevens kwam hier ook een kostenplaatje bij kijken, aangezien er momenteel geen budget beschikbaar is voor de aanschaf van een dergelijk leermiddel buiten de huidige methodes om. Tijdens de intervisie- en feedbackmomenten kwam er één specifiek digitaal leermiddel naar voren, genaamd Quizlet. Het gerealiseerde eindproduct zal op basis van dit digitale leermiddel zijn. Eindproduct Om leerlingen efficiënter zelfstandig te laten werken en leren is het aan de docent de taak om voor uitdagend leermateriaal te zorgen. Dit wordt in dit beroepsproduct gedaan door middel van digitale leermiddelen, dit is het stuurmiddel van de docent voor de leerling. Dit stuurmiddel zet de leerling vervolgens aan de tot leren. Het ontwikkelde eindproduct van dit onderzoek is een handleiding voor de docent om dit stuurmiddel onder de knie te krijgen, zodat de docent vervolgens met dit stuurmiddel oftewel met het digitale leermiddel de leerling in beperkte mate aanstuurt tot zelfstandig leren. De leerling wordt daarna verder begeleidt door het digitale leermiddel. De docent speelt hier altijd een begeleidende rol. 16 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 3.2 Ontwerpeisen Voor dit beroepsproduct wordt een handleiding voor docenten gerealiseerd, dit als hulpmiddelen voor het implementeren van het digitale hulpmiddel Quizlet. De ontwerpeisen voor de handleiding zullen in dit onderdeel beschreven worden. De geformuleerde ontwerpeisen zijn gebaseerd op de praktijk- en literatuurverkenning. 1. Ontwerpeis 1 In de handleiding moet duidelijk het nut van het gebruiken van het digitale leermiddelen worden beschreven. Deze ontwerpeis bewaakt de doelstelling van de handleiding. Dit om ervoor te zorgen dat de handleiding doeltreffend is en voor de docent uitvoerbaar is. Dit voor zowel het aanbieden van de digitale ondersteuning als het toetsen van het leerproces. 2. Ontwerpeis 2 Het digitale leermiddel, opgenomen in de handleiding moet de leerlingen uitdagen, hierbij valt de te denken aan de aspecten competentie en autonomie (Stevens, 2014). Dit aspect is essentieel voor de mate van succes van het uiteindelijk ontwikkelde product, dit wordt tevens benoemt in de literatuurstudie. Door de leerlingen uit te dagen tot leren zal het eindproduct eerder een succes worden dan wanneer niet aan de basisbehoefte van de leerlingen wordt voldaan. 3. Ontwerpeis 3 In de handleiding moeten diverse leermogelijkheden naar voorkomen waar de leerlingen gebruik van kunnen maken. Uitgeschreven moet in de handleiding worden welk specifiek doel de aangeboden leermogelijkheden hebben. Deze worden tevens in de handleiding zijn verantwoord. 4. Ontwerpeis 4 In de handleiding moet worden benoemd hoe de docent zicht houdt op de voortgang van de leerling. In de handleiding moet niet alleen het principe van het leerproces en het werken hieraan worden opgenomen. Maar ook hoe docenten de door de leerlingen behaalde resultaten kunnen terugvinden. Het is echter uiteindelijk aan de docent zelf wat ze hiermee doen. 5. Ontwerpeis 5 De handleiding moet er tijdloos en aantrekkelijk uit zien. De handleiding moet namelijk ook de docenten uitdagen tot implementatie en uitvoer. Daarnaast is de handleiding niet vastgesteld voor een specifieke periode, daarom moet deze ook voor toekomstige docenten begrijpelijk zijn. Iedereen moet met de handleiding kunnen werken. 6. Ontwerpeis 6 De handleiding moet voor iedereen begrijpelijk zijn. De uitleg is duidelijk geformuleerd. De zinsopbouw moet correct en helder zijn. Daarnaast is de theorie toegelicht met relevante afbeeldingen. Deze worden versterkt met instructievideo’s, welke ook onderdeel zullen vormen van de handleiding. De gerealiseerde handleiding moet docenten helpen om Quizlet in te kunnen zetten, wat leerlingen ondersteuning biedt tijdens het leerproces. De bovengenoemde ontwerpeisen bieden de basis voor de opbouw van het te realiseren eindproduct. Namelijk een docentenhandleiding voor het gebruik van Quizlet als digitaal leermiddel. Dit ter ondersteuning van het leerproces bij moderne vreemde talen in de onderbouw. 17 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 3.3 Vormgeving van het product Het ontwikkelende beroepsproduct is een docentenhandleiding voor de huidige onderwijspraktijk op Schoonoord Doorn. Deze handleiding richt zich met name op de docenten. Dit met het doel om het digitale leermiddel Quizlet (ge)makkelijk(er) in de les te kunnen introduceren en implementeren. Daarnaast kunnen de gerealiseerde films met uitleg leerlingen helpen bij het werken met het programma. Het doel van de handleiding is om een verhelderend beeld te geven van het digitale leermiddel. Uit de verkenning was gebleken dat veel collega’s enige moeite ondervinden op het gebied van digitalisering en het zelfstandig leerproces van de leerling. De handleiding biedt hier een uitkomst voor. Middels deze handleiding kunnen docenten leerlingen op een adequate wijze aan het werk zetten met Quizlet. Een pré hierbij is dat de docent bekwaam is, hij weet hoe het programma werkt en waar dit voor dient. Ook dit aspect wordt in de handleiding uitvoerig beschreven en onderbouwt. Deze handleiding zal dienen als een ondersteuningselement van de methode. Docenten kunnen deze handleiding raadplegen bij onduidelijkheden of leerlingen instrueren tijdens het leerproces. Zodat uiteindelijk het werken met Quizlet onderdeel zal worden van het werk- en leerproces. De handleiding wordt in diverse vormen aangeboden. Dit kan zowel op papier als digitaal zijn. Een papieren versie biedt echter wel probleem bij het kijken van de filmpjes. Dit kan alleen digitaal. In deze filmpjes worden voorbeeld namelijk door middel van beeld en geluid nader geïllustreerd en toegelicht. De digitale versie biedt hierin een uitkomst. Daarnaast is deze een stuk makkelijker te verspreiden onder de doelgroep. 18 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Hoofdstuk 4 4.1 Presentatie Het eindproduct van het gehele onderzoek is aan de opdrachtgever, de vertegenwoordiger van de vakgroep Duits en het aanwezige publiek gepresenteerd. Het publiek bestond uit op dat moment beschikbare docenten van diverse vakgroepen welke interesse hadden in het ontwikkelde product. Onder andere waren er leden van de vakgroepen Nederlands, Frans, Engels en aardrijkskunde aanwezig. Met het programma ‘Emaze’ als ondersteuning is het gehele project en het eindproduct gepresenteerd. Met behulp van het presentatieprogramma werden de hoofdzaken van het onderzoek benadrukt. De conceptversie van het eindproduct is voor de presentatie overhandigd aan de opdrachtgever. De conceptversie is vóór de presentatie overhandigd, dit zodat de opdrachtgever de conceptversie kon vergelijken met de presentatie en eventuele vragen konden stellen. Na de presentatie is op basis van de gegeven feedback de conceptversie aangepast. De conceptversie is op basis hiervan aangepast. Het eindproduct product is daarna opnieuw overhandigd aan de opdrachtgever, dit keer ter beoordeling. Gedurende de presentatie zijn de hoofdlijnen van het onderzoek toegelicht, met name op het gebied van de conclusies. Hierna is het eindproduct gepresenteerd, dit door middel van een korte indruk en het rondgaan van de conceptversie. Na afloop is het eindproduct besproken. De opdrachtgever was erg tevreden over de gerealiseerde docenthandleiding. Daarnaast waren de overige leden van het publiek ook zeer te spreken hierover. 4.2 Overdracht en evaluatie De ontwerpeisen van het product, die in samenwerking met de opdrachtgever zijn opgesteld, zijn allemaal verwerkt in de handleiding. De opdrachtgever en de vakgroep Duits waren zeer tevreden over de inhoud van de gerealiseerde docentenhandleiding. De docentenhandleiding heeft een sterke punten en een (klein) aantal zwakke punten. Een sterk punt is, dat deze handleiding goed te begrijpen is voor iedereen. De opbouw en het ontwerp zijn tijdloos maar toch aansluitend op de huidige onderwijspraktijk. Daarnaast biedt de docentenhandleiding ook mogelijkheden voor andere moderne vreemde taaldocenten. Dit omdat de handleiding zeer vak neutraal is opgesteld. De docentenhandleiding is geschreven in duidelijk verstaanbare (vak-)taal. Wat het maakt dat docenten van elke leeftijdscategorie de inhoud van de handleiding kunnen begrijpen. Minpunten van de docentenhandleiding werden niet door de opdrachtgever genoemd. Echter valt niet te ontkennen dat er ook een klein aantal minpunten waren. Dit met name op het gebied van de instructievideo’s. Wanneer hier meer tijd aan wordt besteed kunnen deze een groter effect hebben. Daarnaast kunnen deze ook meer worden gericht op de leerlingen zelf. Persoonlijk had ik wat betreft het proces tot opstellen van het eindproduct en het projectverslag enige moeite met de tijdsplanning. Echter heb ik getracht ervoor te zorgen dat ik alleen mijzelf hierin beïnvloedde. Met het oog op beroepsproduct 3 zal ik aan de aspect meer aandacht aanbesteden. Dit om de kwaliteit van het ontwikkelende product te waarborgen. 19 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Complete literatuurlijst volgens APA-norm 1. Baddely, A. (1999) The essentials of human memory. Hove: Psychologie Press Ltd. a. Landauer, T. & Bjork, R. (1978). Distributed practise – Pag. 76. 2. Beck, J. C., & Wade, M. (2004). Got game: How the gamer generation is reshaping business forever. Harvard Business School Press. 3. Cöp, J. (juni 2014) Ik leer zelfstandig. Tilburg: Zwijsen. Geraadpleegd op 6 januari 2017. Van http://wij-leren.nl/zelfstandig-werken.php. 4. Cöp, J. (juni 2016) Leren in 2020. Tilburg: Zwijsen. Geraadpleegd op 6 januari 2017. Van http://wij-leren.nl/zelfstandig-werken.php. 5. De Kock, Sleegers & Voeten (2004) Het nieuwe leren in basisonderwijs en voortgezet onderwijs nader beschouwd: een verkenningsnotitie voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Pag. 10. SCO-Kohnstamm Instituut, Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen - Universiteit van Amsterdam. Geraadpleegd op 17 januari 2017. Van https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2007/06/26/hetnieuwe-leren-in-basisonderwijs-en-voortgezet-onderwijs-nader-beschouwd/sco-studienieuwe-leren-def-150207.pdf 6. Donk, Van der, C.; Lanen, Van, B. (2011) Praktijk onderzoek in de school. Bussum: Coutinho. 7. Garris, R., Ahlers, R., & Driskell, J. E. (2002). Games, Motivation, and Learning: A Research and Practice Model. Simulation and Gaming, 33(4), 441-467. 8. Gee, J. P. (2007). What video games have to teach us about learning and literacy. Revised and updated edition. (5th ed.). New York: Palgrave MacMillan. 9. Gentile, D. A., & Gentile, J. R. (2007). Violent Video Games as Exemplary Teachers: A Conceptual Analysis. Journal of Youth and Adolescence, 37(2), 127-141. 10. Gijzen, W. (juni 2015) Differentiëren met digitale leermiddelen. Geraadpleegd op 5 januari 2017. Van http://wij-leren.nl/differentieren-digitale-leermiddelen.php. Huizenga, J., Admiraal, W., Akkerman, S., & Dam, G. T. (2009). Mobile game-based learning in secondary education: engagement, motivation and learning in a mobile city game. Journal of Computer Assisted Learning, 25(4), 332-344. 11. Kennisnet (2009). Vier in Balans Monitor 2009. Zoetermeer: Stichting Kennisnet. 12. Kennisnet (z.j.) Wat weten we over … de effecten van games. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van http://redactie.kennisnet.nl/attachments/session=cloud_mmbase+2195754/Nr._25_Wat_ weten_we_over_Effecten_van_Games.pdf 20 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 13. Konnikova, M. & Bloom, P. (2014) Wie schrijft, onthoudt beter. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van http://www.mrtinbeweging.net/sites/default/files/2014%20onderzoek%20Wie%20schrijft, %20onthoudt%20beter.pdf 14. Leemkuil, H., & de Jong, T. (2004). Games en gaming. In P. Kirschner (Red.), ICT in het onderwijs: The next generation. Katern bij Onderwijkundig Lexicon, uitbreiding editie III (pp. 41-63). Alphen aan de Rijn: Kluwer. 15. Leitner , S. (2000) Der weg zum Erflog. Freiburg: Herder Verlag GmbH 16. Leraar24 (2016) Dossier: digitale games in het onderwijs. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van https://www.leraar24.nl/dossier/5920/digitale-games-in-het-onderwijs#tab=0 17. Lucassen, M. (2016) Schrijven of typen, wat is er beter? Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van http://www.vernieuwenderwijs.nl/schrijven-typen-is-er-beter/ 18. Mitchell, A., & Savill-Smith, C. (2004). The use of computer and video games for learning: A review of the literature. London: Learning and Skills Development Agency 19. Pimsleur, P. (1971) The psychology of second language learning: papers from the Second International Congress of Applied Linguistics. London: Cambridge University Press. 20. Pinksteren, v. V. (2014) Waarom zou je flitskaarten gebruiken als leermiddel? Tumult. Geraadpleegd op 6 januari 2017. Van https://www.tumult.nl/infographic-waarom-zou-jeflitskaarten-gebruiken-als-leermiddel/ 21. Prensky, M. (2001). Digital natives, digital immigrants. On the horizon, 9(5), 1–6. 22. Prensky, M. (2006). “Don’t bother me, Mom, I’m learning!” How computer and video games are preparing your kids for twenty-first century success - and how you can help! St. Paul, MN: Paragon House. 23. Ryan, M.R. & Deci, E.L. (2000) Self-Determination Theory and the Facilitation of Intrinsic Motivation, Social Development, and Well-Being. Geraadpleegd op 11 januari 2017. Van https://selfdeterminationtheory.org/SDT/documents/2000_RyanDeci_SDT.pdf 24. Sherry, J. L., & Dibble, J. L. (2009). The Impact of Serious Games on Childhood Development. In U. Ritterfeld, M. Cody, & P. Vorderer (Red.), Serious games: Mechanisms and effects. London: Routledge, Taylor & Francis. 25. Staatsen, F. (2009) Moderne vreemde talen in de onderbouw. Serious Games – Pag. 185/186 . Bussum: Coutinho. 26. Staatsen, F. (2009) Moderne vreemde talen in de onderbouw. Evaluatie en Beoordeling – Pag. 288, 297, 309, 316/328 . Bussum: Coutinho. 27. Stevens, L. (2014) Pedagogische tact. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. 28. TNO (2013) Effectiviteit van serious gaming in het onderwijs. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van OI_2013_2_Onderzoek_seriousgaming.pdf 21 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 29. Van der Linden & Duffy (2000) Het nieuwe leren in basisonderwijs en voortgezet onderwijs nader beschouwd: een verkenningsnotitie voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Pag. 10. SCO-Kohnstamm Instituut, Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen - Universiteit van Amsterdam. Geraadpleegd op 17 januari 2017. Van https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2007/06/26/hetnieuwe-leren-in-basisonderwijs-en-voortgezet-onderwijs-nader-beschouwd/sco-studienieuwe-leren-def-150207.pdf 30. Van der Werf (2005) Oud of nieuw leren? Of liever gewoon léren? Geraadpleegd op 18 januari 2017. Van http://www.vorsite.nl/content/bestanden/wubbels_etc_discussie_2006_01.pdf 31. Veen, W. (2009). Homo zappiens. Opgroeien, leven en werken in een digitaal tijdperk. Amsterdam: Pearson Education. 22 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bijlagen Bijlage 2A/2B Enquête 1 – vragenlijst voor docenten Vraagstelling en bijbehorende resultaten. De vraagstellingen zijn samengevat in zes hoofdlijnen, welke gekoppeld zijn aan de deelvragen. Per vraagstelling worden de resultaten in een cirkeldiagram weergegeven. Ik pas digitale leermiddelen ... toe tijdens mijn lessen. 8% Vaak 23% Sporadisch Met enige regelmaat 59% 10% Nooi Ik heb ... kennis van digitale leermiddelen en weet hoe ik deze moet toepassen. 4% Ruime kennis 35% 54% Amper kennis Beperkte kennis Geen kennis 7% 23 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Digitale leermiddelen zijn motiverend voor de leerling. 7% 19% Niet mee eens Neutraal 8% 66% Tussenin Mee eens Het gebruik maken van digitale leermiddelen buiten de methode om zijn altijd een verrijking. 6% 21% Niet mee eens Neutraal 50% Tussen in Volkomen mee eens 23% 24 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Het gebruikmaken van digitale leermiddelen biedt meer mogelijkheden tot differentiatie. 6% 8% Niet mee eens 20% Neutraal Tussen in Volkomen mee eens 66% Het aanbod van digitale leermiddelen is voldoende en er is hier veel overbekend op Schoonoord Doorn. 20% 6% Niet mee eens Neutraal 41% Tussen in Volkomen mee eens 33% 25 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Enquête 2 – vragenlijst voor leerlingen Vraagstelling en bijbehorende resultaten. De vraagstellingen zijn samengevat in zes hoofdlijnen, welke gekoppeld zijn aan de deelvragen. Per vraagstelling worden de resultaten in een cirkeldiagram weergegeven. Hoe leer ik thuis? 5% 17% Wrts Doorlezen 37% Schrijven Anders 41% Ik weet wat digitale leermiddelen zoals Quizlet zijn. 17% 39% Ja Tussenin Nee 44% 26 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Een digitaal hulpmiddel komt van pas bij het leren. 7% 15% 40% Mee eens Tussenin Niet mee eens Geen mening 38% . Een digitaal hulpmiddel daagt mij uit tot leren. 7% 18% 36% Mee eens Tussenin Niet mee eens Geen mening 39% 27 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Ik vind het leren 'leuker' met een digitaal leermiddel. 29% 26% Ja Tussenin Nee Geen ervaring 16% 29% Tijdens de verdeelmomenten ga ik zeker gebruik maken van een digitaal leermiddel zoals Quizlet. 20% 31% Ja Neutraal Nee 21% Soms 28% 28 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Ik ga thuis gebruik maken van een digitaal leermiddel zoals Quizlet. Ja, van Quizlet 21% 34% Ja, maar misschien van een ander digitaal leermiddel Nee, ik ga geen gebruik maken van een digitaal leermiddel 15% Neutraal 30% Ik ga thuis gebruik ook maken van een digitaal leermiddel zoals Quizlet. 10% 25% Ja Tussenin 26% Nee Weet nog niet 16% Ik ga het in ieder geval proberen! 23% 29 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bijlage 3A Docentenhandleiding Handleiding voor het gebruik van Quizlet als digitaal leermiddel. Dit ter ondersteuning van het leerproces bij moderne vreemde talen in de onderbouw. Gerealiseerd door Joris Meijer in opdracht van Schoonoord Doorn 2016/2017 30 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................32 Wat is ‘Serious Gaming’? .....................................................................................................33 Introductie tot Quizlet............................................................................................................35 1. Praktische informatie ..............................................................................................35 Handleiding voor het gebruik van Quizlet .............................................................................36 1. Het maken van een account ...................................................................................36 2. Get Started! ............................................................................................................37 3. Het maken van een leerlijst ....................................................................................38 4. Het maken en toevoegen van een klas...................................................................40 5. Het oefenen met Quizlet .........................................................................................42 Werk- en leervormen van Quizlet .........................................................................................43 6. Resultaten ..............................................................................................................45 Instructievideo’s ................................................................................................................46 Quizlet als app......................................................................................................................47 Bronnenlijst ..........................................................................................................................48 Betekenissen ........................................................................................................................49 Bijlagen ................................................................................................................................49 31 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Voorwoord Deze handleiding is gericht om docent van handvatten te voorzien in het werken met het digitale leermiddel Quizlet. Als eerst in de handleiding is de uitleg van de term ‘serious gaming’ opgenomen. Hierin wordt beknopt maar toch helder beschreven wat er onder deze term verstaan wordt en wat deze inhoudt. Gekoppeld hieraan is de daadwerkelijk handleiding voor de inzet van het digitale leermiddel Quizlet. Om dit nieuwe digitale leermiddel te verduidelijken is er een algemene beschrijving opgenomen. Hierin wordt kort beschreven welk doel het programma heeft en welke functionaliteiten het biedt. Aansluitend hierop is praktische informatie voor de beroepspraktijk bijgevoegd. De handleiding zelf biedt een overzicht voor het werken met Quizlet. Deze handleiding begint met de basis, zoals het aanmaken van een account. Vervolgens wordt er steeds verder ingezoomd op specifiekere zaken zoals de verantwoording van de werkvormen en het toetsen met het programma. Ter aanvulling en ondersteuning zijn er URL’s bijgevoegd. Via deze URL’s zijn video’s met zogenaamde tuturials (instructievideo’s) voor het werken met Quizlet beschikbaar. Aan het einde van het dossier is de bronnenlijst, een lijst met betekenissen en zijn de bijlagen te vinden. Ik wens u veel lees- en werkplezier toe! Met hartelijke groet, Joris Meijer 32 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Wat is ‘Serious Gaming’? Spelvarianten 5 & 6 Games worden, zeker in het voortgezet onderwijs, nog maar sporadisch voor onderwijsdoeleinden ingezet – zo blijkt uit de Vier in Balans Monitor 2009 (Kennisnet, 2009, p. 39). Dit terwijl ruim 80% van de scholieren wel eens een ‘game’ speelt. Gaming wordt echter pas serious wanneer deze wordt ingezet voor onderwijs doeleinden. Serious gaming is een gametechnologie met een innovatieve vorm van ICT-toepassingen die door een aantal speciaalontwikkelde specifieke eigenschappen een meerwaarde hebben voor verbetering van het onderwijs. In een serious game beïnvloedt de speler (de leerling) het verloop van het spel, door wat hij doet en door hoe goed hij speelt. De game reageert zogezegd adaptief (Leitner, 1972). De mate van hoe goed een leerling speelt wordt bepaald door de beheersing van de leerstof. De leerling werkt aan een vooraf vastgesteld doel in de vorm van een vastgesteld aantal te behalen punten. Gee (2007) pleit voor het toepassen van gamen is het onderwijs. Dit om een verdieping te bieden voor de leerlingen en om hun motivatie te verhogen. Dit door aan te sluiten op de basisbehoefte van de leerlingen, op de gebieden competentie en autonomie (Stevens, 2014). Wade en Beck (2014) verklaren dat het spelen van games de huidige generatie tot snellere denkers maakt die niet gefrustreerd raken van tegenslagen, maar juist blijven volhouden (Beck & Wade, 2004). Prensky (2001, 2006) benoemt dat dankzij het spelen van interactieve games de huidige generatie veel beter is voorbereidt op de complexe informatiesamenleving. De jeugd is een ervaren multitasker, die probleemloos schakelt tussen verschillende communicatiekanalen (Veen, 2006). De docent speelt een begeleidende rol tijdens het leerproces met serious games. Leerlingen zijn namelijk van goed in staat om te gamen of online te netwerken. Vaak bij complexere toepassingen hebben ze behoefte aan uitleg. Dit valt mede te wijten aan de basis waarop serious games worden ingezet. Het principe is in Nederland nog vrij onderontwikkeld. Hierdoor bestaat er een gebrek aan praktijkvoorbeelden. Het gaat in Nederland meestal om kleinschalige projecten die tot nog toe weinig navolging hebben gekregen (Leemkuil & De Jong, 2004). Uit communicatiewetenschappelijk onderzoek is gebleken dat spelers een game kiezen waarvan ze verwachten dat die bepaalde behoeften vervult. Uitdaging is belangrijk motief. In een recent onderzoek werden de motieven tot gamen van tieners bestudeerd (Sherry e.a., 2006). Het motief ‘sterker te zijn dan in het echte leven’ kwam hierbij sterk naar voren. Daarbij was het sociale interactiemotief minder belangrijk. Dat duidt erop dat gamen voor tieners vooral een intellectuele uitdaging is (Sherry & Dibble, 2009). De onderzoekers constateerden dat hoe meer tijd de tieners besteedden aan gamen, hoe meer ze gemotiveerd raken door de behoefte aan competitie en uitdaging. Hoe kan de motiverende werking van games worden verklaard? Onderzoekers wijzen erop dat de structuur van het spel een belangrijke bijdrage levert aan de motivatie van spelers (Garris e.a., 2002; Gentile & Gentile, 2007): een game bestaat uit verschillende niveaus (levels) die stap voor stap worden doorgespeeld. Elke stap kent een duidelijk (sub) doel met een beloning voor het juiste gedrag. Daardoor zijn gamers (leerlingen) geneigd door te spelen op zoek naar het volgende doel, ook als ze tussentijds een beloning hebben verspeeld en weer opnieuw moeten beginnen. Voor welk vak een serious game kan worden ingezet is afhankelijk van de game variant, waarin de serious game wordt aangeboden. De serious games welke leerstof waarin de 33 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ leerstof in kleine stukken worden aangeboden lenen zich vooral goed voor vakken waar taalvaardigheden bij komen kijken (Mitchell & Savill-Smith, 2004). Serious games die voornamelijk raakvlakken hebben met projectonderwijs lenen zich goed voor gammavakken zoals aardrijkskunde en geschiedenis (Huizenga e.a., 2009). Deze serious games worden vaak specifiek ontwikkeld voor een bepaald project. Wetenschappelijk onderzoek maakt duidelijk dat gaming positieve effecten heeft op eenvoudige en complexere vormen van cognitie. De aanwijzingen voor positieve effecten op inhoudelijke vakkennis zijn minder eenduidig. Een mogelijke verklaring is dat bij het verwerven van inhoudelijke kennis de rol van de docent als inhoudelijke expert een grotere rol speelt dan bij de ontwikkeling van andere cognitieve functies. De docent speelt bij elk leerproces natuurlijk een grote rol. Onderzoek benadrukt dat een game niet superieur is aan de didactische vaardigheden van een docent als het gaat om inhoudelijke kennis. 34 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Introductie tot Quizlet ‘Learning is more powerful when it’s a shared experience, connecting with others learning the same thing. Learning needs to be fun!’- Quizlet, 2017 Het doel van het programma Quizlet is om oude leermethodieken in een nieuw jasje te steken. Hierbij kan gedacht worden aan het werken met Flashcards. Quizlet is dan ook geen vervanging maar een aanvulling op de bestaande leermethodes. Het programma Quizlet doelt op een krachtige coöperatieve samenwerking tussen docent en leerling. Quizlet wordt maandelijks door meer dan 40 miljoen gebruikers geraadpleegd als hulpmiddel bij het leerproces en verbindt al meer dan 10 jaar scholieren over de gehele wereld met elkaar. Met behulp van Quizlet kunnen leerlingen leerstof oefenen, toetsen en herhalen. Dit door middel van verschillende oefenen varianten aangeboden in de vorm van ‘Serious Games’ (Staatsen, 2009). Quizlet biedt een Application Programming Interface’ (API [1]) aan waarmee anderen toegang kunnen krijgen tot data. Als gebruiker is het mogelijk om zelf deze data te creëren. Dit in de vorm van lijsten met de eigen te maken leerstof. Al deze lijsten worden opgeslagen op de database van Quizlet. In totaal bevat deze database al meer dan 125 miljoen lijsten. Deze biedt een breed aanbod aan leerstof uit veel gebruikte methodes voor diverse vakken. Mocht de desgewenste leerstof niet in de database zitten. Dan is er altijd nog de mogelijkheid om deze zelf in te voeren. 1. Praktische informatie 1 2 Website adres Kosten 3 4 App Offline te gebruiken Taal Competitie element Vakken 5 6 7 https://quizlet.com/ Gratis, mogelijkheid tot uitbreiding Quizlet Plus (€19,99 p. 12 mnd., exclusief korting voor docenten*) Ja, beschikbaar voor iOS en Google Play Ja, de opgeslagen lijsten zijn ten alle tijden beschikbaar. Engels, Duits, Spaans …. (geen Nederlands) Ja, scores kunnen met mekaar vergeleken worden. Quizlet kan in principe alleen voor alfa en gamma vakken worden gebruikt. Het programma leent zich het best voor taalvakken. Wat betreft vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en biologie kunnen er voornamelijk begrippen worden gevraagd. Bijvoorbeeld als topografie. * Dit kan per periode verschillend zijn. 35 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Handleiding voor het gebruik van Quizlet Hier staat stap voor stap beschreven en verantwoord hoe je als docent met het programma Quizlet aan de slag kunt gaan. Als eerste wordt de basis beschreven, dit in de vorm van het aanmaken van een account, et cetera. Vervolgens gaan we verder op specifiekere zaken zoals het maken van een klas. Het is belangrijk dat wanneer er gewerkt gaat worden, je als docent het programma en de werkvormen goed onder de knie hebt. Daarvoor dient deze handleiding. 1. Het maken van een account 1. Ga naar www.quizlet.com, dan komt het onderstaande scherm tevoorschijn (2017). 2. Klik vervolgens op de knop ‘Sign up’. Het volgende venster komt dan tevoorschijn → 3. Klik vervolgens op ‘sign up with Google’. Hiermee kan doormiddel van een persoonlijk mailadres of een persoonlijk mailadres een account maken. 4. Vul uw persoonlijke gegevens naar waarheid in. Dit is noodzakelijk om uw account te kunnen herstellen wanneer u uw wachtwoord kwijt bent. 5. In uw mailbox krijgt u een bevestigingsmail met verificatiecode, dit activeert uw account. 6. Wanneer het account is aangemaakt kunt u de eerst volgende keer inloggen via ‘Log in’. 36 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 2. Get Started! Wanneer ingelogd komt het onderstaande scherm naar voren. Dit is het hoofdmenu. Hier staan een reeks acties die ondernomen kunnen worden. Hieronder is een opsomming van mogelijkheden te lezen. Het bijbehorende getal correspondeert met het getal in de afbeelding. 1. Het maken van een zogenaamde ‘Study Set’. Dit is het maken van een lijst met leerstof. a. De knop ‘Create’, deze is te vinden in de taakbalk. Hiermee kan ook een leerlijst worden aangemaakt. 2. Nodig vrienden uit, waaronder ook leerlingen. Dit door middel van mail of URL-link. 3. Your classes ‘Join or create a class’. Hiermee kan een klas worden aangemaakt. Hier kunt u, als docent leerlingen toevoegen aan een te leren lijst. 4. ‘Create a folder’. Hierin kunnen lijsten per onderwerp worden gesorteerd en gearchiveerd. 5. ‘Settings’. Dit is het aanpassen van de persoonlijke instellingen. 6. ‘Search’ het zoeken naar bestaande leerlijsten, dit doormiddel van een zoekopdracht in te geven. ⑥ ①a ⑤ ③ ④ ① ② Let op! Deze handleiding kan ook dienen als hulpmiddel voor de leerlingen bij het werken met het programma Quizlet. In de bijlage is een folder te vinden waarmee leerlingen zelf aan de slag kunnen gaan. Ga daarvoor naar pagina 17 met de instructievideo’s. 37 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 2. Het maken van een leerlijst Nadat het account succesvol is gemaakt en het hoofdmenu is verkend gaan we nu aan de slag met het Quizlet. Dit doen we eerst door een persoonlijke leerlijst te maken. Dit doen we door te klikken op ‘Create a study set’. Zie punt 1 en 7 op de vorige pagina. Klik vervolgens nogmaals op ‘Create a study set’. We kunnen nu bijna de woordenlijst gaan invullen. Op pagina 8 wordt het beginscherm weergegeven. Voordat we kunnen beginnen met het maken van de leerlijst eerst moet nog wat praktische informatie worden ingevuld. Het bijbehorende getal correspondeert met het getal in de afbeelding op pagina 10. 1. De naam/titel van de set. Vernoem hier bijvoorbeeld het vak, hoofdstuk en/of paragraaf. Dit is later van belang. Op basis van de naam van de set kunnen leerlingen deze namelijk terug vinden met behulp van de knop ’Search’. 2. Afhankelijk van welk vak geoefend wordt moet de taal worden ingevoerd. Bijvoorbeeld Nederlands/Duits of Frans/Nederlands. M.a.w. het woord en de vertaling. 3. Nu kunnen de woorden worden ingevuld. Als voorbeeld is het Duitse woord ‘Knoblauch’ en de Nederlandse vertaling ‘knoflook’ ingevuld. Door middel van de toets ‘Tab’ kan er naar de volgende regel worden gegaan. Op deze wijze kan de gehele woordenlijst worden ingevuld. Als hulpmiddel is er een toetsenbord met ‘vreemde’ tekens beschikbaar. Dit kan van pas komen bij het invoeren van ‘vreemde’ talen. 3a. Naast het handmatig invoeren is het ook mogelijk om woordenlijsten vanuit word, Excel of Google doc’s te uploaden. Dit is praktisch wanneer de te oefenen woordenlijst voorhanden is vanuit de methode. 4. Op elke regel waar de betekenis op in te vullen is zijn 3 icoontjes te zien, zie rode vakken. V.l.n.r.: automatische betekenis invullen, het toevoegen van een afbeelding en het toevoegen van spraak. Het automatisch toevoegen van een betekenis kan tijdbesparend werken bij het invoeren van grote woordenlijsten. Afbeeldingen en spraak kunnen 38 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ eventueel worden toegevoegd ter verduidelijking bij het oefenen. Al van deze opties zijn echter niet noodzakelijk. 5. ‘Visible to everyone’, dit zijn twee aanpasbare elementen van de woordenlijsten. Hiermee kan de maker bepalen wie er toegang heeft tot de woordenlijst. Er zijn drie keuzes beschikbaar: vrij, bepaalde klassen, persoonlijk en alleen toegankelijk met wachtwoord. Let op! Deze opties zijn echter in het Engels geformuleerd. 6. Met het blauwgroene vak ‘Create’ wordt de woordenlijst afgesloten en opgeslagen. U wordt direct doorgeleidt naar de oefenpagina. Door middel van de 6 bovenstaande punten wordt de basis weergegeven om een leerlijst aan te maken. Door middel van pijlen zijn nog een aantal details aangegeven. ⑥ ① ③a ⑤ ② ③→ ⑤ ② ④→ - Hiermee wordt de taal aangegeven van een bepaalde woordrij. - Het toevoegen van automatische betekenis, een afbeelding of een spraakopname. - ‘Saved just now’. Hiermee wordt aangegeven dat de woordenlijst tussentijds is opgeslagen. 39 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 3. Het maken en toevoegen van een klas Als docent zijnde wilt u uw leerlingen nu aan het werk zetten met de gemaakte leerlijst. In stap 2 is besproken hoe zo’n leerlijst wordt aangemaakt. Om gemakkelijk uw leerlingen hiermee aan het werk te zetten is het belangrijk om een klas aan te maken. Dit is essentiëel om de resultaten per klas te kunnen vergelijken. 1. De eerste stap is om te klikken op ‘Create a class’. Klik bij het volgende venster nog een keer op de blauwe knop met ‘Create a class’. Zie het rode kader hieronder in afbeelding. 2. Het volgende scherm komt daarna naar voren. Het is belangrijk dat de naam van de klas goed door de leerlingen te herkennen is. Houd deze duidelijk maak deze niet al te gecompliceerd. Bij het intypen van de naam geeft Quizlet allerlei suggesties voor klassen die al bestaan. Deze kunnen we negeren aangezien we een compleet nieuwe klas gaan aanmaken. 40 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Klik vervolgens op de blauwe knop met ‘Create this class’. Nu komt het volgende, kleinere scherm tevoorschijn. Deze geeft de mogelijkheid om een beschrijving van de klas in te vullen. Daarnaast kan worden aangevinkt of leerlingen andere leerlingen kunnen toevoegen. Als laatste wordt de school toegevoegd, dit is verplicht. Dit kan tevens in de toekomst handig zijn, zo kan leerstof gemakkelijker gevonden worden. Daarmee kan het opnieuw invoeren van leerlijsten worden voorkomen. 3. Na het aanmaken van de nieuwe klas. In dit voorbeeld genaamd klas A123, komt u op het volgende scherm, zie ①. Nu kunnen de leerlingen aan de klas worden toegevoegd. Druk vervolgens op de blauwe knop met ‘+ Add members’, zie het rode kader. Daarna komt u op scherm ②. Het is nu mogelijk om de leerlingen via hun e-mailaders uit te nodigen (zie de knop ‘Send invite’) of door middel van de link, zie hiervoor de knop ‘Copy’. De link kan ② ① bijvoorbeeld via de mail naar elke leerling worden gestuurd of op de ELO worden vrijgegeven. Hiermee kunnen de leerlingen zich voegen bij de klas. 4. Via de blauwe knoppen ‘+ Add a set’ en ‘Add a study set’ (zie de groene kaders hierboven), kunnen de leerlijsten worden toegevoegd. Omdat de leerlingen zijn uitgenodigd voor deze ‘klas’ kunnen de leerlingen deze leerlijsten nu ook zien om hier vervolgens mee aan de slag te gaan. Via het keuze scherm (zie rechts) kunnen leerlijsten worden toegevoegd. Ook hier heeft u de keuze om een bestaande leerlijst toe te voegen of om er een zelf samen te stellen. 41 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 5. Na het toevoegen van de leerlijst komt deze ‘in de klas’ te staan. Deze leerlijst is nu voor alle leden van de klas zichtbaar en beschikbaar om te oefenen. 4. Het oefenen met Quizlet Na het invoeren van de leerlijst en het toevoegen van de leerlingen in een klas is het tijd om te gaan oefenen. Quizlet biedt (momenteel) 6 verschillende vormen aan om te oefenen met de leerstof. Bestaande uit vier werkvormen, te vinden onder het kopje ‘Study’ met de leervarianten 1 tot en met 4 (rood). Daarnaast zijn er twee serious games te vinden onder het kopje ‘Play’. Met behulp van deze serious games kan de geleerde stof worden toegepast in een spelvariant, dit in spelvarianten 5 & 6 (groen). De verantwoording voor deze serious games is te vinden onder de kop ‘Wat is Serious Gaming’? ① ② ③ ④ ⑤ ⑥ Onder de koppen leervormen en serious gaming op de volgende pagina’s is het onderzoek naar de verschillende leerwijzen die Quizlet aanbiedt te lezen. Mede worden de leervarianten toegelicht en waar nodig verantwoord of verhelderd aan de hand van relevante literatuur. Ter verduidelijking wordt het leerproces en het doel van de leervariant uitvoerig beschreven. Deze beschrijvingen hebben het doel om de docent of onderwijzer voldoende te informeren 42 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ over de inhoud van de door Quizlet aangeboden leervarianten. Zodat bekend is waar deze leervarianten voor dienen en het beoogde te behalen doel. Aansluitend op het bovenstaande behandelde onderwerp ‘het oefenen met het programma Quizlet’ worden nu de te gebruiken werk- en leervormen benoemd. Deze worden in deze paragraaf uitgewerkt en toegelicht door middel van literatuur. Dit om een helder beeld te geven voor de docent. Werk- en leervormen van Quizlet Leervarianten 1, 2, 3 & 4 1. Flashcards Ook wel flitskaarten genoemd. De oefening van Quizlet is te vergelijken met de leermethode met het leren door middel van flitskaarten. Deze leervariant is voornamelijk gericht op het herkennen en leren van de stof. Een flashcard bestaat uit een voor- en een achterkant. Eerst wordt het te leren woord of begrip genoemd. Deze wordt door de automatische stem van Quizlet voorgelezen. Daarna, wanneer de leerling denkt de betekenis te weten klik hij rechts onderin op ‘click to flip’. Daarmee kan het antwoord worden gecontroleerd. Van Pinksteren (2014) benoemt de voordelen van het gebruik maken van flitskaarten. Een groot voordeel van het gebruikmaken van Flitskaarten is dat het echt motiverend werkt. Dit omdat de leerlingen duidelijk een voortuitgang kunnen zien in hun leerproces. Flitskaarten zorgen er daarbij voor dat de leerling zijn metacognitie[2] traint. De leerling is daarnaast genoodzaakt om zijn antwoord te vergeten met het antwoord op de flitskaart. Hierdoor moet de leerling, indien nodig, zijn antwoord bijstellen. Flitskaarten zijn geschikt voor zowel visuele, auditieve als kinetische[3] lerende leerlingen. Auditieve leerlingen hebben weinig baat bij de traditionele variant van de flitskaarten. Echter door de spraakfunctie van Quizlet worden hun belangen ook behartigd. Daarnaast biedt Quizlet de flitskaarten aan in een interactieve spelvariant, wat de kinetische lerende leerlingen aanspreekt (Pinksteren, v. 2014). In de bijlagen is een zogenaamde ‘infographic’ te vinden met informatie, voorbeelden en voor- en nadelen van het leren met flitskaarten. 2. Learn Door middel van de oefenvariant ‘Learn‘ wordt de traditionele methode van het leren door te schrijven toegepast. Echter maakt het schrijven nu plaats voor typen. Per onderdeel van de leerlijst wordt de betekenis gevraagd. Ter ondersteuning voor auditieve leerlingen is er hier ook een spraakfuncties beschikbaar. Tijdens het oefenen is er informatie over de voortgang beschikbaar. In de linker kolom kan worden bekeken hoe veel woorden er tot nu toe correct zijn ingevuld. Hierdoor heeft de leerling zicht op zijn leerproces. Het voornaamste doel van de oefenvariant ‘Learn’ is het letterlijk leren van de leerlijst en om de leerstof correct te leren schrijven. Om dat dit leerproces digitaal gebeurt moet het schrijven eigenlijk typen worden genoemd. Hier zitten voor- en nadelen aan. Typen kan het vermogen om informatie op te nemen verminderen. Door te leren door het traditionele schrijven wordt er een groter beroep gedaan op het geheugen en het leervermogen beweert Konnikova (2014). Dit wordt bevestigd door Bloom: schrijven is het handeling van het neerzetten van letters waarbij gefocust wordt op wat belangrijk is. Uit onderzoek blijkt dat bij het schrijven compleet andere processen actief in de hersenen zijn actief dan tijdens het typen. 43 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Schrijven zorgt voor meer uitdaging en stimulatie voor verschillende hersengebieden (Lucassen, 2014). Echter is het proces van schrijven erg arbeidsintensief en tijdrovend. Iets wat demotiverend voor de leerlingen kan werken. Het grote voordeel van het typen is dat het erg praktisch is. Het kan op elk moment, zowel op de computer als de smartphone worden gedaan. Het is tevens makkelijk corrigeerbaar en het heeft een versnellende werking op het leerproces (Lucassen, 2014). 3. Spell Het in het vorige benoemde onderdeel ‘Learn’ benoemde probleem wat betreft het leren schrijven van de te leren stof wordt door middel van het onderdeel ‘Spell’ (deels) opgelost. De ‘Spell’ leermethode, wat letterlijk de methode om te leren spellen inhoudt leer de leerling om het te leren woord of begrip correct te leren spellen. Dit wordt doormiddel gedaan van een audiofragment. Door het aanbieden van het geluidsfragment waarop de leerling moet reageren wordt er gebruik gemaakt van reagerend luisteren (Staatsen, 2009). Op deze wijze leert de leerling ook hoe het woord uit behoort te worden gesproken in de vreemde taal. Dit draagt bij aan de klankontwikkeling. Dit kan later van pas komen bij andere vaardigheden zoals luister- en spreekvaardigheid. 4. Test Met de tweede leervariant genaamd ‘Test’ kunnen de leerlingen zichzelf toetsen door middel van een oefentoets. Dit valt te vergelijken met de traditionele schriftelijke overhoring of een diagnostische toets. Deze toets-/ oefenvorm is een manier om de geleerde stof tussentijds en ter afsluiting te evalueren. Dit kan op een formatieve en summatieve wijze van evaluatie. De Test kan formatief worden ingezet. Dit omdat deze gebruikt kan worden om een diagnose te stellen, het leerproces te sturen en of om het leerproces te verbeteren (Staatsen, 2009). Door middel van het maken van de Test kan de leerling zien in welke mate hij de leerlijst beheerst. Deze resultaten kunnen vervolgens met de docent worden geëvalueerd. De resultaten kunnen vervolgens antwoord geven op de vraag of de gestelde doelen wel of niet bereikt zijn. De autonomie (Stevens, 2014) van de leerling is bij het proces van formatief toetsen onmisbaar verklaart Staatsen (2009). 44 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 5. Resultaten Per leerlijst worden de behaalde resultaten bijgehouden. Deze kunnen bekeken worden door naar de desbetreffende leerlijst te gaan, dit kan via het hoofdmenu. Dat scherm ziet er uit als hieronder is weergegeven. Onder de knop ‘More’ is een overzicht van de behaalde resultaten de vinden. Zie hiervoor punt 5. ① ② 1 2 3 4 5 Er worden vervolgens een aantal aspecten van de leerlijst weergegeven. 1. De titel van de leerlijst. 2. De bewerkingsknoppen knoppen. Deze zijn hierboven weergegeven in de blauwe nummers 1 tot en met 5. De knoppen hebben de volgende betekenis/functie(s): 1: Edit – Het bewerken en aanpassen van de leerlijst. 2: Share – Het delen van de leerlijst, met o.a. leerlingen. 3: Add class or folder – Het toevoegen van een klas of een folder. 4: Info – Deze knop verschaft informatie over het de leerlijst. Mede het aantal keren dat deze geoefend is, de taal en het aantal klassen welke aan deze leerlijst gekoppeld zijn. 5: More – Met deze knop kunnen er meerdere acties worden ondernomen. Zoals het kopiëren van de leerlijst, het weergeven van de behaalde resultaten, het printen van deze resultaten, het combineren met andere lijsten, het exporteren van de leerlijst en het insluiten van een URL, dit om de leerlijst te delen via bijvoorbeeld de mail. Als laatste, in het rood weergegeven, kan de leerlijst worden verwijderd. 45 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Instructievideo’s Ter verduidelijking van de handleiding en mede voor de leerlingen zijn er per behandeld onderdeel instructievideo’s gerealiseerd. In deze video’s wordt uitgelegd en geïllustreerd hoe het leren met Quizlet in z’n werk gaat. Per onderdeel zijn er YouTube URL’s toegevoegd, deze leiden u door naar de bij het thema horende video. Veel kijkplezier! 1. Het maken van een Quizlet account https://www.youtube.com/watch?v=LBr0-rlaiGA 2. Het maken van een woordenlijst Het zelf maken van een woordenlijst: https://www.youtube.com/watch?v=17iiSFJkImQ Het kopiëren van een woordenlijst: https://www.youtube.com/watch?v=8SzVwiU21c0 3. Het maken van een klas https://www.youtube.com/watch?v=ws7T1yCVhjA&t=185s 4. Het maken van een folder https://www.youtube.com/watch?v=I--XmVcugbg 5. De oefenmogelijkheden van Quizlet https://www.youtube.com/watch?v=4zSvaWD68QM 6. Het bekijken van resultaten https://www.youtube.com/watch?v=LrQgPvYQ1iA 7. Extra video’s (in het Engels) Praktische informatie: https://www.youtube.com/watch?v=OB0h_FnKW1Q Quizlet als app: https://www.youtube.com/watch?v=uqZBJSOBgd8 46 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Quizlet als app Zowel voor iOS als Google Play is de Quizlet-app beschikbaar. Het is echter essentieel dat de leerlingen een persoonlijk Quizlet-account hebben. Deze is nodig om in te loggen op de app. Deze app biedt leerlingen namelijk de mogelijkheid om overal en altijd de mogelijkheid om te oefenen met de leerstof. Dit bijvoorbeeld even tussendoor tijdens een ritje in de bus of het wachten op een vriend of vriendin. De mogelijkheden zijn eindeloos en compleet zelf in te vullen. Het beste van deze app is dat je geen internet nodig hebt om te kunnen oefenen. De app downloadt automatisch de leerlijsten (dit is de reden dat een persoonlijk account vereist is). Omdat de leerlijsten worden gedownload kunnen de leerlingen op elk gewenst moment oefenen en leren. Hierdoor draagt de toegankelijkheid die deze de app biedt bij aan de mate van herhaling. 47 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bronnenlijst 1. Baddely, A. (1999) The essentials of human memory. Hove: Psychologie Press Ltd. a. Landauer, T. & Bjork, R. (1978). Distributed practise – Pag. 76. 2. Beck, J. C., & Wade, M. (2004). Got game: How the gamer generation is reshaping business forever. Harvard Business School Press. 3. Garris, R., Ahlers, R., & Driskell, J. E. (2002). Games, Motivation, and Learning: A Research and Practice Model. Simulation and Gaming, 33(4), 441-467. 4. Gee, J. P. (2007). What video games have to teach us about learning and literacy. Revised and updated edition. (5th ed.). New York: Palgrave MacMillan. 5. Gentile, D. A., & Gentile, J. R. (2007). Violent Video Games as Exemplary Teachers: A Conceptual Analysis. Journal of Youth and Adolescence, 37(2), 127-141. 6. Huizenga, J., Admiraal, W., Akkerman, S., & Dam, G. T. (2009). Mobile game-based learning in secondary education: engagement, motivation and learning in a mobile city game. Journal of Computer Assisted Learning, 25(4), 332-344. 7. Kennisnet (2009). Vier in Balans Monitor 2009. Zoetermeer: Stichting Kennisnet. 8. Kennisnet (z.j.) Wat weten we over … de effecten van games. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van http://redactie.kennisnet.nl/attachments/session=cloud_mmbase+2195754/Nr._25_Wat_ weten_we_over_Effecten_van_Games.pdf 9. Konnikova, M. & Bloom, P. (2014) Wie schrijft, onthoudt beter. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van http://www.mrtinbeweging.net/sites/default/files/2014%20onderzoek%20Wie%20schrijft, %20onthoudt%20beter.pdf 10. Leemkuil, H., & de Jong, T. (2004). Games en gaming. In P. Kirschner (Red.), ICT in het onderwijs: The next generation. Katern bij Onderwijkundig Lexicon, uitbreiding editie III (pp. 41-63). Alphen aan de Rijn: Kluwer. 11. Leitner , S. (2000) Der weg zum Erflog. Freiburg: Herder Verlag GmbH 12. Leraar24 (2016) Dossier: digitale games in het onderwijs. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van https://www.leraar24.nl/dossier/5920/digitale-games-in-het-onderwijs#tab=0 13. Lucassen, M. (2016) Schrijven of typen, wat is er beter? Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van http://www.vernieuwenderwijs.nl/schrijven-typen-is-er-beter/ 14. Mitchell, A., & Savill-Smith, C. (2004). The use of computer and video games for learning: A review of the literature. London: Learning and Skills Development Agency 15. Pimsleur, P. (1971) The psychology of second language learning: papers from the Second International Congress of Applied Linguistics. London: Cambridge University Press. 16. Pinksteren, v. V. (2014) Waarom zou je flitskaarten gebruiken als leermiddel? Tumult. Geraadpleegd op 6 januari 2017. Van https://www.tumult.nl/infographic-waarom-zou-jeflitskaarten-gebruiken-als-leermiddel/ 17. Prensky, M. (2001). Digital natives, digital immigrants. On the horizon, 9(5), 1–6. 18. Prensky, M. (2006). “Don’t bother me, Mom, I’m learning!” How computer and video games are preparing your kids for twenty-first century success - and how you can help! St. Paul, MN: Paragon House. 19. Sherry, J. L., & Dibble, J. L. (2009). The Impact of Serious Games on Childhood Development. In U. Ritterfeld, M. Cody, & P. Vorderer (Red.), Serious games: Mechanisms and effects. London: Routledge, Taylor & Francis. 48 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ 20. Staatsen, F. (2009) Moderne vreemde talen in de onderbouw. Serious Games – Pag. 185/186 . Bussum: Coutinho. 21. Staatsen, F. (2009) Moderne vreemde talen in de onderbouw. Evaluatie en Beoordeling – Pag. 288, 297, 309, 316/328 . Bussum: Coutinho. 22. Stevens, L. (2014) Pedagogische tact. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. 23. TNO (2013) Effectiviteit van serious gaming in het onderwijs. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van OI_2013_2_Onderzoek_seriousgaming.pdf 24. Veen, W. (2009). Homo zappiens. Opgroeien, leven en werken in een digitaal tijdperk. Amsterdam: Pearson Education. Betekenissen 1. API [1] – Een ‘application programming interface’ (ook wel API genoemd) is een verzameling definities op basis waarvan een computerprogramma kan communiceren met een ander programma of onderdeel (meestal in de vorm van bibliotheken). Van https://nl.wikipedia.org/wiki/Application_programming_interface 2. Metacognitie [2] – Metacognitie is de kennis over de eigen kennis of het weten van het eigen weten. Metacognitie is een belangrijke vaardigheid van een efficiënte leervaardigheid. Als iemand beseft hoe hij/zij kennis opdoet, kan de persoon er zijn leerstrategie op richten. Geraadpleegd op 6 januari 2017. Van https://nl.wikipedia.org/wiki/Metacognitie 3. Leervarianten [3] – Auditief leren is door middel van het horen van en het luisteren naar de te leren stof. Kinetisch leren is leren door middel van te voelen en te doen. Kinetisch lerende leerlingen moeten iets doen met de leerstof, wil deze beklijven. Visueel leren is leren door middel van te zien van de leerstof. Geraadpleegd op 8 januari 2017. Van http://www.ikleerinbeelden.nl/opschool/beelddenkenleren/leerstijlen/leermethoden/ Bijlagen 1. Infographic voor het leren met flitskaarten. http://elearninginfographics.com/why-use-flashcards-as-a-learning-tool-infographic/ 49 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bijlage 4A Datum 10 oktober 2016 Kern Opstartfase Goedkeuring op 14 november 2016 18 oktober 2016 Hoofd- en deelvragen 21 november 2016 6 december 2016 Start praktijkverkenning Kerstvakantie 2016/2017 Trekken conclusies praktijk- en literatuurverkenning. Het formuleren van ontwerpeisen. Goedkeuring op 10 januari 2017 Het realiseren van een conceptversie. Kerstvakantie 2016/2017 Start literatuurverkenning 10 januari 2017 Introductie les Quizlet aan de leerlingen van Schoonoord Doorn. 31 januari 2017 Aanbieden conceptversie aan de opdrachtgever Presenteren van het huidige eindproduct. 3 februari 2017 Aanpassen en afronden. Inlevermoment op 3 februari 2017 Onderdeel Onderzoeken van een probleemstelling. Formuleren van onderzoeksvragen. Het formuleren van hoofd- en deelvragen. Onderzoek binnen de school. Het bevragen van de doelgroep. Onderzoek op het gebied van relevante literatuur, gerelateerd aan de huidige probleemstelling. Het trekken van een conclusie aan de hand van de verkenningsonderdelen. Het formuleren van ontwerpeisen. Aan de hand van de ontwerpeisen en de wensen van de opdrachtgever wordt er een conceptversie gerealiseerd. Het geven van een introductie les, dit op basis van de gerealiseerde conceptversie. Het presenteren en evalueren van het gerealiseerde eindproduct. Het aanpassen van de conceptversie op basis van de gegeven feedback. De aangepaste versie op basis van de evaluatie. Het inleveren van het uiteindelijke eindproduct. Met wie? Opdrachtgever en HUbegeleider Akk. Opdrachtgever en HUbegeleider Doelgroep Opdrachtgever HU-begeleider Opdrachtgever en HUbegeleider Opdrachtgever en HUbegeleider Opdrachtgever en HUbegeleider Opdrachtgever Doelgroep Opdrachtgever Doelgroep Opdrachtgever Doelgroep 50 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bijlage 4B Checklist ontwerpeisen Ontwerpeis 1 In de handleiding moet duidelijk het nut van het gebruiken van het digitale leermiddelen worden beschreven. Deze ontwerpeis bewaakt de doelstelling van de handleiding. Dit om ervoor te zorgen dat de handleiding doeltreffend is en voor de docent uitvoerbaar is. Dit voor zowel het aanbieden van de digitale ondersteuning als het toetsen van het leerproces. Ontwerpeis 2 Het digitale leermiddel, opgenomen in de handleiding moet de leerlingen uitdagen, hierbij valt de te denken aan de aspecten competentie en autonomie (Stevens, 2014). Dit aspect is essentieel voor de mate van succes van het uiteindelijk ontwikkelde product, dit wordt tevens benoemt in de literatuurstudie. Door de leerlingen uit te dagen tot leren zal het eindproduct eerder een succes worden dan wanneer niet aan de basisbehoefte van de leerlingen wordt voldaan. Ontwerpeis 3 In de handleiding moeten diverse leermogelijkheden naar voorkomen waar de leerlingen gebruik van kunnen maken. Uitgeschreven moet in de handleiding worden welk specifiek doel de aangeboden leermogelijkheden hebben. Deze worden tevens in de handleiding zijn verantwoord. Ontwerpeis 4 In de handleiding moet worden benoemd hoe de docent zicht houdt op de voortgang van de leerling. In de handleiding moet niet alleen het principe van het leerproces en het werken hieraan worden opgenomen. Maar ook hoe docenten de door de leerlingen behaalde resultaten kunnen terugvinden. Het is echter uiteindelijk aan de docent zelf wat ze hiermee doen. Ontwerpeis 5 De handleiding moet er tijdloos en aantrekkelijk uit zien. De handleiding moet namelijk ook de docenten uitdagen tot implementatie en uitvoer. Daarnaast is de handleiding niet vastgesteld voor een specifieke periode, daarom moet deze ook voor toekomstige docenten begrijpelijk zijn. Iedereen moet met de handleiding kunnen werken. Ontwerpeis 6 De handleiding moet voor iedereen begrijpelijk zijn. De uitleg is duidelijk geformuleerd. De zinsopbouw moet correct en helder zijn. Daarnaast is de theorie toegelicht met relevante afbeeldingen. Deze worden versterkt met instructievideo’s, welke ook onderdeel zullen vormen van de handleiding. 51 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Overige bijlagen bijbehorende het beroepsproduct Quizlet als introductie les, verkorte handleiding voor de leerling 52 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Contractformulier Beroepsproduct Profiel van het project Register volgnummer Geplaatst op Jaar 9050 3-2-2017 2016-2017 Type onderwijs Vak Type project n.v.t. n.v.t. Beroepsproduct 2 (jaar 3) Gegevens student Naam: Joris Meijer Studentnummer: 1635259 Adres: Amstel 196 Postcode en plaats: 3961 HM Wijk bij duurstede Telefoonnummer: +31-0615610740 Email: [email protected] Gegevens opdrachtgever School: OSG Schoonoord, (Frans van Dijklaan) Adres: Frans van Dijklaan 2 Postcode en plaats: 3941 KD, Doorn Contactpersoon Naam: Sanne Dalhoeven Telefoonnummer: Email: [email protected] Gegevens project Titel: Quizlet en leerling zelfstandigheid. Probleemstelling Het realiseren van handvatten bij het implementeren van een digitaal leermiddel, genaamd Quizlet. Dit leermiddel is ter ondersteuning van het zelfstandig leerproces van de leerling. Eindproduct Een docenthandleiding welke inzicht geeft in de mogelijkheden van het digitale leermiddel Quizlet. Eisen Mate van functionaliteit en inzetbaarheid. Begeleiding Gedurende de periode Studie en Werk 3A, door middel van persoonlijk contact. Jaar en datum afsluiting 2017 - Februari In tweevoud opgemaakt te (plaats): Doorn op (datum): 2 februari 2017 Naam opdrachtgever: Sanne Dalhoeven Naam student: Joris Meijer Handtekening opdrachtgever: Handtekening student(en): 53 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Leerverslag Beroepsproduct 2 Beroepsproduct 2 Ontwikkeld door Joris Meijer, studentnummer 1635259 Begeleidt door HU-docent Tinie Mars Begeleidt door Sanne Dalhoeven namens Schoonoord Mavo, Doorn Stageschool: OSG Schoonoord Mavo – Locatie Doorn (Frans van Dijklaan) Datum: 3 februari 2017 Dossier kennisbasis #9050 Versie: 2.5.1 Hogeschool Utrecht, Instituut Archimedes – Faculteit Educatie 54 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Inleiding In mijn persoonlijk leerwerkverslag beschrijf ik hoe mij ontwikkeld heb gedurende het werken aan beroepsproduct 2. Allereest beschrijf ik mijn leerresultaten. Dit op de gebieden van het werken aan het beroepsproduct, het onderzoekend handelen en het rapporteren. Daaropvolgend beschrijf ik mijn werkwijze deze periode en hoe ik mijn tijd heb ingedeeld. Als afsluiting heb ik een conclusie getrokken wat betreft het gehele proces tot het opstellen van het beroepsproduct. Leerresultaten 1. Tijdens het proces heb ik kritisch na leren denken over het formuleren van hoofd- en deelvragen. Ik ben mij ervan bewust geworden dan een goed geformuleerde vraag essentieel is voor het verloop van het proces en de kwaliteit van het product. 2. Tijdens het werken aan het beroepsproduct heb ik mijn kennis verbreedt op basis van het gekozen onderwerp. Hierbij heb ik veel opgestoken van de gedane literaire studie. 3. Ik heb met meerdere partijen samengewerkt. Tijdens deze samenwerking heb ik veel gegevens verzameld en deze verwerkt. Hiermee had ik voorheen nog geen ervaring. 4. Daarbij heb ik van methodes gebruik gemaakt die ik voorheen nog niet in de praktijk had gebracht. Zoals het geven van een demo-les. 5. Ik heb eerder gerapporteerd aan de groep. Tijdens de presentatie en evaluatie waren er vanwege de hoge mate van interesse veel gegadigden aanwezig. Dit was een onverwachte ontwikkeling, hiermee heb ik getracht adequaat om te gaan. Dit met positief resultaat. Werkwijze en tijdsbesteding 1. Ik ben gestart met een systematische aanpak met een strakke planning. Echter kwam deze al gauw in het geding wanneer er onderdelen niet op tijd werden behandeld. Dit omdat er zaken tussen kwamen die prioriteit vereisten. Hierdoor was de planning niet meer relevant. 2. In de kerstvakantie heeft er een tweede opstart plaatsgevonden wat betreft de planning. Deze is ruimer opgezet, waardoor de gestelde doelen in dit geval wel haalbaar waren. 3. In totaal ben ik elke week wel een uur bezig geweest met het beroepsproduct. Dit bestaande uit het overleggen met de opdrachtgever, het bijwonen van bijeenkomsten en het doen van praktijk- en literatuurverkenning. Conclusie Persoonlijk vond ik dit beroepsproduct een stuk lastiger dan beroepsproduct 1. Mede omdat in dit geval een generiek, oftewel een organisatorisch probleem is aangepakt. Hierdoor was het naar mijn gevoel soms een abstract geheel. Dit veranderde echter toen ik daadwerkelijk in de praktijk hiermee aan de slag ging. Daarnaast had ik met veel verschillende actoren te maken die mij steunden in het onderzoek en mij goed hebben geholpen. Daar ben ik dan ook dankbaar voor. Echter heb ik buiten mijn opdrachtgever en Schoonoord Doorn om, tot mijn spijt weinig feedback gehad van medestudenten. Halverwege het proces werd het leerteam ook gehalveerd. Hier heb ik voornamelijk de laatste periode last van gehad. Hier ligt voor mij een aandachtspunt voor beroepsproduct 3. Al met al denk ben ik tevreden over het proces tot opstellen van. Dit wordt versterkt door de positieve beoordeling van mijn opdrachtgever. 55 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bijlagen Bijlage 1 – Beoordelingsadvies opdrachtgever Naam student: Joris Meijer Studentnummer: 1635259 Naam opdrachtgever: Sanne Dalhoeven E-mailadres: [email protected] De uitvoering van het projectwerk De opdracht is goedgekeurd door de opdrachtgever. De ontwerpeisen zijn onderbouwd vanuit de praktijkverkenning. De ontwerpeisen zijn onderbouwd vanuit de literatuurverkenning. Het onderwerp voldoet aan de opdracht. De ontwerpeisen zijn goed gekeurd door de opdrachtgever. Het beroepsproduct voldoet aan de ontwerpeisen. Het beroepsproduct in is in de school gepresenteerd. Ja/nee Datum Ja 14 november 2016 Ja Ja Ja Ja 10 januari 2017 Ja Ja 31 januari 2017 De kwaliteit van het beroepsproduct Score: mee oneens 1 2 3 4 5 mee eens Het beroepsproduct is bruikbaar in de dagelijkse praktijk van de school en heeft daadwerkelijk iets bijgedragen aan de schoolontwikkeling. Het beroepsproduct is inhoudelijk en didactisch van goede kwaliteit. De handleiding bij het beroepsproduct geeft toekomstige gebruikers een goede ondersteuning bij het gebruik. De student heeft gedurende het project regelmatig gecommuniceerd met betrokkenen in de school. De student heeft zich gehouden aan de afgesproken tijdsplanning en deze waar nodig in overleg bijgesteld. De betrokkenen waren enthousiast naar aanleiding van de presentatie van het product en (bij bp3) ook naar aanleiding van de presentatie van het evaluatieonderzoek. Score 5 5 5 4 5 4 Toelichting opdrachtgever Naar mijn mening zit het beroepsproduct uitstekend in elkaar, het is voor een ieder goed toe te passen. De teksten zijn helder geschreven, illustraties verduidelijken of ondersteunen wat er in de tekst genoemd wordt. Doordat er meermaals naar literatuur verwezen wordt voelt het geheel betrouwbaar en onderbouwd aan. De handleiding biedt voor zowel nieuwe Quizlet-gebruikers als mensen die al bekend zijn met Quizlet handvatten. De handleiding is overzichtelijk, handig en goed toe te passen. Het uiteindelijke beroepsproduct is van zodanige kwaliteit dat het zeker een plek gaat krijgen in ons onderwijs! 56 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Beoordelingsadvies opdrachtgever (O. / V. / R.V. / G / Z.G. / U.) Zeer Goed! Handtekening voor 2 februari 2017 akkoord opdrachtgever Mw. S. Dalhoeven Namens OSG Schoonoord Mavo, Doorn Handtekening voor akkoord student 2 februari 2017 Joris Meijer Uitvoerder namens Hogeschool Utrecht en OSG Schoonoord Mavo, Doorn 57 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bijlage 2 – Urenverantwoording Onderdeel Inleiding tot het beroepsproduct en het onderzoek Het verkennend onderzoek Praktijkverkenning Literatuurverkenning Ontwikkeling van het beroepsproduct Presenteren en evalueren Rapporteren en reflecteren Plenaire bijeenkomsten Specifiek In gesprek gaan met de opdrachtgever. Het schrijven van de opzet en inleiding tot het onderzoek. Het vastleggen van de probleemstelling. Daarbij het ontwerpen van onderzoeksvragen en deelvragen. Het overleggen met de opdrachtgever: het verkennen van het probleem. Het opzetten van het verkennend onderzoek. Wat ga ik doen? Plan van aanpak bepalen, literaire studie praktijkonderzoek in de school. Het afnemen van enquêtes onder leerlingen en docenten. Het vastleggen van deze bevindingen waaronder het observeren en het in gesprek gaan met docenten. Het verwerken van de onderzoeksresultaten in het projectverslag. Het onderzoeken van relevante literatuur en deze onderzoeksresultaten vast te leggen. Het verwerken van de onderzoeksresultaten in het projectverslag. Aan de hand van de onderzoeksresultaten en de ontwerpeneisen van de opdrachtgever het ontwikkelen van het beroepsproduct. Later aan de hand van de feedback is het beroepsproduct doorontwikkeld. Het resultaat van ontwikkeling presenteren aan de opdrachtgever. Het verwerken van de feedback en het aanpassen van het product hierop. Het schrijven van een projectverslag en terugblikken op het ontwikkelingsproces. Om dit uiteindelijk ter beoordeling aan te bieden. Het bijwonen van bijeenkomsten op Hogeschool Utrecht + het overleggen, bespreken en peer-feedback door medestudenten. Gewerkte uren ± 10 ± 10 ± 25 ± 30 ± 25 ± 15 ± 15 ± 10 58 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Bijlage 3 – Werkboek Gegevens Invullen door de student Gegevens student Naam: Joris Meijer Studentnummer: 1635259 HU-mail als google-account: [email protected] Gegevens opdrachtgever / werkbegeleider Gegevens hu-docent Naam: Sanne Dalhoeven Naam: Tinie Mars School: Schoonoord Mavo, Doorn Vakgroep: Frans Schoolmail als google-account: HU-mail als google-account: [email protected] [email protected] Gegevens leerteam Naam: Moni Rensen HU-mail als google-account: [email protected] 59 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ A – Het onderwerp en de opdracht Het onderwerp dat de student in de komende tijd gaat verkennen is Digitale leermiddelen en leerling zelfstandigheid Het probleem dat opgelost moet worden is en/of het doel dat de school heeft met de opdracht en/of de behoefte die de school heeft, is De mate van inzetbaarheid van digitale leermiddelen, de kennis van het docententeam en het gebrek van leerling zelfstandigheid in de onderbouw. De onderzoeksvraag luidt Hoe kunnen leerlingen op Schoonoord Doorn in de onderbouw digitaal ondersteund worden bij het zelfstandig leren? De opdrachtgever staat het volgende product voor ogen NB de verkenning kan leiden tot een enigszins ander product, dat goedgekeurd wordt door de opdrachtgever, zie D samenvatting verkenning en ontwerpeisen. Een middel om de implementatie van digitale leermiddelen te verduidelijken. De implementatie van dit leermiddel heeft een positief effect op de zelfstandigheid van de leerlingen. Van de student wordt verwacht met de volgende personen op school samen te werken Opdrachtgever, vakgroepen Duits, Frans, Engels, Nederland … en de leerlingen. Bespreekpunten leerteam Hoe gemotiveerd begin je aan deze cursus op schaal van 1-10, welke ervaringen neem je mee van voorgaande beroepsproducten? Welke tips heb je voor elkaar? Wat verwacht je van je leerteamgenoten? Hoe gaan jullie contact houden en/of op welke momenten buiten de lessen om, komen jullie samen? Bespreek je eerste ideeën voor de invulling van het beroepsproduct. Welk onderwerpen spelen op dit moment in je school en in hoeverre sluit het onderwerp van je keuze aan bij de eisen voor dit beroepsproduct? Geef elkaar feedback op de voorlopige hoofdvraag. Geeft deze vraag voldoende richting aan je project? Feedback leden leerteam Het onderwerp is duidelijk en de mate van uitvoerbaarheid is realistisch. Daarnaast sluit het onderzoek aan bij de huidige beroepspraktijk. Het gelegde fundament voor het onderzoek is sterk, maar wel erg compact. 60 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Feedback hu-docent / opdrachtgever (feedbackmoment 1) Aanpassen van de leervraag, let goed op dat je niet je onderzoek al te veel stuurt met de geformuleerde hoofdvraag. Hierdoor bestaat er een grotere kans dat het onderzoek mislukt en niets oplevert. Hou de hoofdvraag binnen de kaders, maar perk deze niet te veel in. Het moet wel een onderzoek blijven. Eigen aandachtspunten Houd tijdsplanning strak in de gaten. Ga niet te klein werken, geen retorische vragen. Tot Slot Datum beoogde afronding beroepsproduct: 10 januari 2017 (conceptversie) Datum beoogde afronding projectverslag: 27 januari 2017 Opdrachtgever is akkoord met de opdracht Student is akkoord met de opdracht Naam: Sanne Dalhoeven Naam: Joris Meijer Datum: 14 november 2016 Datum: 14 november 2016 Registratie kennisbank Archimedes op datum: 3 februari 2017 Het projectnummer op de kennisbank Archimedes is: 9050 B – Opzet praktijkverkenning Deelvragen Respondenten en/of onderzoeksmaterialen Onderzoeksinstrumenten De inzet van digitale leermiddelen tijdens het leerproces, waarom? Enquêteren van de doelgroep. Waaronder docenten en leerlingen. Enquête Diagramweergave Hoe leren leerlingen thuis voor een taalvak? Persoonlijke gesprekken voeren met betrokken actoren. Beschrijving van de bevindingen. Hoe is het gesteld met de kennis en de bevindingen op het gebied van digitale leermiddelen en het leerproces op Schoonoord Doorn? Enquêteren van de doelgroep. Waaronder docenten en leerlingen. Enquête Diagramweergave 61 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Feedback leerteam Erg beknopt maar compleet. Relevant voor het onderzoek. Feedback HU-docent / opdrachtgever (onderdeel feedbackmoment 2) Let goed op de verwerking van deze gegevens. Let op de verhouding kwantiteit en kwaliteit. Vind hier een juiste verhouding in. C – Opzet literatuurverkenning Deelvragen Zoektermen Bronnen De inzet van digitale leermiddelen tijdens het leerproces, waarom? Digitale leermiddelen en inzet Leraar24 (2016) Dossier: digitale games in het onderwijs. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van https://www.leraar24.nl/dossier/5920/digitalegames-in-het-onderwijs#tab=0 21st century skills Digitale leermiddelen en opdrachtverwerking Wat is serious gaming? Serious gaming 21st century skills Zie bronnenlijst … TNO (2013) Effectiviteit van serious gaming in het onderwijs. Geraadpleegd op 15 januari 2017. Van OI_2013_2_Onderzoek_seriousgaming.pdf Zie bronnenlijst … Hoe kunnen zelfstandig leermomenten op school het beste worden benut? Leerling zelfstandigheid op school Hoe zit de relatie tussen leerlingen en zelfstandig leren? Leerling zelfstandigheid buiten schooltijd Stevens, L. (2014) Pedagogische tact. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Zie bronnenlijst … Stevens, L. (2014) Pedagogische tact. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Zie bronnenlijst … Feedback leerteam Zeer relevante literatuur benut vanuit verschillende bronnen. Dit kijkende naar de het bronnenoverzicht in de bronnenlijst. Feedback HU-docent / opdrachtgever (onderdeel feedbackmoment 2) Let er op dat de literatuur relevant blijft voor het onderzoek. Vaak als er veel te vinden is, is niet altijd alles bruikbaar. Filter goed de gevonden bronnen. Let ten alle tijden goed op de APA-normen. 62 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Eigen aandachtspunten Een goede verwerking van de bronnen in de literatuurstudie. Let goed op het gebruik van citaten tegenover bronvermeldingen. Dit vanwege plagiaat. D – Samenvatting verkenning en ontwerpeisen De verkenning heeft de volgende conclusies opgeleverd Deelvraag Kort antwoord De inzet van digitale leermiddelen tijdens het leerproces, waarom? Digitale leermiddelen kunnen leerlingen uitdagen en tot leren aanzetten wanneer juist ingezet. In dit laatste ligt de taak van de docent. Hoe leren leerlingen thuis voor een taalvak? Voornamelijk op huiswerkinstituten volgens oude methodes. Zoals overschrijven en doorlezen … Hoe is het gesteld met de kennis en de bevindingen op het gebied van digitale leermiddelen en het leerproces op Schoonoord Doorn? Dit is beperkt en erg verdeeld. Sommige docenten hebben enige kennis van digitale leermiddelen maar hebben beperkte kennis van de implementatie hiervan. Deze gegevens zijn er afhankelijk van de vakgroep. Wat is serious gaming? Serious gaming is een gametechnologie met een innovatieve vorm van ICT-toepassingen die door een aantal speciaal ontwikkelde specifieke eigenschappen een meerwaarde hebben voor verbetering van het onderwijs. Hoe kunnen zelfstandig leermomenten op school het beste worden benut? Dit door leerlingen tijdens dit soort momenten te voorzien van uitdagende en tot de verbeelding sprekende leerstof. Hoe zit de relatie tussen leerlingen en zelfstandig leren? Van een relatie kan gesproken worden wanneer er voldaan wordt aan de basisbehoeften van de leerling. Dan pas kan er aangezet worden tot zelfstandige kennisverwerving. 63 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ De volgende ontwerpeisen worden aan het product gesteld … Deze ontwerpeisen worden onderbouwd met de volgende argumenten … Ontwerpeis 1 In de handleiding moet duidelijk het nut van het gebruiken van het digitale leermiddelen worden beschreven. Deze ontwerpeis bewaakt de doelstelling van de handleiding. Dit om ervoor te zorgen dat de handleiding doeltreffend is en voor de docent uitvoerbaar is. Dit voor zowel het aanbieden van de digitale ondersteuning als het toetsen van het leerproces. Ontwerpeis 2 Het digitale leermiddel, opgenomen in de handleiding moet de leerlingen uitdagen, hierbij valt de te denken aan de aspecten competentie en autonomie (Stevens, 2014). Dit aspect is essentieel voor de mate van succes van het uiteindelijk ontwikkelde product, dit wordt tevens benoemt in de literatuurstudie. Door de leerlingen uit te dagen tot leren zal het eindproduct eerder een succes worden dan wanneer niet aan de basisbehoefte van de leerlingen wordt voldaan. Ontwerpeis 3 In de handleiding moeten diverse leermogelijkheden naar voorkomen waar de leerlingen gebruik van kunnen maken. Uitgeschreven moet in de handleiding worden welk specifiek doel de aangeboden leermogelijkheden hebben. Deze worden tevens in de handleiding zijn verantwoord. Ontwerpeis 4 In de handleiding moet worden benoemd hoe de docent zicht houdt op de voortgang van de leerling. In de handleiding moet niet alleen het principe van het leerproces en het werken hieraan worden opgenomen. Maar ook hoe docenten de door de leerlingen behaalde resultaten kunnen terugvinden. Het is echter uiteindelijk aan de docent zelf wat ze hiermee doen. Ontwerpeis 5 De handleiding moet er tijdloos en aantrekkelijk uit zien. De handleiding moet namelijk ook de docenten uitdagen tot implementatie en uitvoer. Daarnaast is de handleiding niet vastgesteld voor een specifieke periode, daarom moet deze ook voor toekomstige docenten begrijpelijk zijn. Iedereen moet met de handleiding kunnen werken. Ontwerpeis 6 De handleiding moet voor iedereen begrijpelijk zijn. De uitleg is duidelijk geformuleerd. De zinsopbouw moet correct en helder zijn. Daarnaast is de theorie toegelicht met relevante afbeeldingen. Deze worden versterkt met instructievideo’s, welke ook onderdeel zullen vormen van de handleiding. Feedback leerteam De geformuleerde ontwerpeisen zijn aansluitend op alle facetten van het onderzoek. Feedback HU-docent / opdrachtgever (feedbackmoment 3) De ontwerpeisen zijn duidelijk geformuleerd en afgebakend. Wanneer aan deze ontwerpeisen wordt voldaan bestaat er de mogelijkheid dat een kwalitatief goed product wordt afgeleverd. 64 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’ Het product moet op school aan betrokkenen gepresenteerd zijn op 31 januari 2017 Opdrachtgever is akkoord met het ontwerp Naam: Sanne Dalhoeven Student is akkoord met het ontwerp Naam: Joris Meijer Datum: 10 januari 2017 Datum: 10 januari 2017 E – Verslag voortgangsbespreking met leerteam en HU-docent opdrachtgever Tot nu toe loop het project op schema. Er is voldaan aan de vorige stappen. Probeer dit zo vol te houden, het geformuleerde hoofd- en deelvragen zijn relevant en kwalitatief in orde. F – Deelverslag Feedback leerteam Heel erg uitgebreid. Ondersteund het onderzoek goed. Veel literaire bronnen van goede kwaliteit. Soms erg technisch, probeer hier duidelijkheid in te creëren. Feedback HU-docent / opdrachtgever (feedbackmoment 4 ) Let op spelling, grammatica en zinsopbouw. Hierdoor wordt het soms erg onduidelijk terwijl erg goede bronnen zijn gebruikt. Zorg voor betrouwbare bronnen en een correcte vermelding hiervan. Probeer alleen bronnen te gebruiken die relevant zijn voor het onderzoek! Eigen aandachtspunten Idem als de gegeven feedback. G – Opzet overdracht en evaluatie op je school De overdracht en evaluatie heeft de volgende opzet In ieder geval zullen de opdrachtgever en de vakgroep Duits bij de overdracht en evaluatie aanwezig zijn. Daarnaast is het voor iedereen die tijd heeft toegankelijk. De presentatie wordt gegeven in de docentenkamer met behulp van het presentatieprogramma Emaze. Dit zal plaatsvinden op dinsdag 31 januari tussen het 3e en het 4e uur. Het evaluatie-instrument bevat de volgende onderdelen (verwachting, ontwerpeisen, bruikbaarheid beroepsproduct Dit bestaat uit een checklist van de opdrachtgever. Bestaande uit de voorheen geformuleerde ontwerpeisen. Bespreking van het beoordelingsadvies door de opdrachtgever heeft de volgende inzichten opgeleverd Aanpassingen in zinsopbouw, spelling en lay-out. Verder waren de opdrachtgever en het publiek erg enthousiast. Het eindproduct zal daadwerkelijk worden gebruikt in de onderwijspraktijk. 65 Projectverslag Beroepsproduct 2 ‘Digitale ondersteuning en leerling zelfstandigheid’