Examen VMBO-BB 2010 biologie CSE BB deel 1 van 1 Examenopgaven tijdvak 1 vrijdag 28 mei 13.30 - 15.00 uur 2 Dit examen bestaat uit: - examenopgaven Naam kandidaat ... Kandidaatnummer ... Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 42 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Achter elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. * Noot van Dedicon: De bladzijde-nummers zijn te vinden met de zoekfunctie (Ctr+F). Zoek op het woord bladzijde plus het betreffende nummer, gevolgd door 'enter'. 3 Inhoud Problemen met het gebit 2 Orgaanstelsels van een vogel Vegetarische schnitzel Een longziekte 3 4 5 Een aquarium 6 De huid en de lichaamstemperatuur 6 Het oog 7 Alcohol 8 De nieren 10 Thalassemie 11 De dingo 12 Placenta 14 Schijf van Vijf 16 Het oor 17 Prostaat en plassen 18 Een bacterie-soort 19 De pinksterbloem 20 4 Symbolenlijst ( ronde haak openen ) ronde haak sluiten --> pijl naar rechts = isgelijkteken bt begin tabel et einde tabel 5 bladzijde 2 Meerkeuzevragen: Geef de juiste letter aan. Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. Problemen met het gebit In een artikel staat de volgende informatie: Op verschillende plaatsen in je lichaam komen bacteriën voor. Dat geldt ook voor je mond. Sommige van deze bacteriën krijg je binnen door het ademen. Maar het kan ook via het eten en drinken. Vraag 1: 1 punt Welke cel heeft de kenmerken van een bacterie? (Kies uit: A B C) A celkern, celwand B celkern, geen celwand C geen celkern, celwand 6 bladzijde 3 Vraag 2: 1 punt Door bacteriën in de mond kan het tandvlees ontstoken raken. Bepaalde bloeddeeltjes bestrijden deze bacteriën. Welke bloeddeeltjes zijn betrokken bij het bestrijden van deze bacteriën? (Kies uit: A B C) A bloedplaatjes B rode bloedcellen C witte bloedcellen Vraag 3: 1 punt Om tandbederf tegen te gaan, wordt het gebit soms behandeld met fluor. Welke functie heeft zo'n fluorbehandeling? (Kies uit: A B C) A de speekselproductie verhogen B de voedselresten verteren C het tandglazuur versterken Orgaanstelsels van een vogel Vraag 4: 1 punt In het lichaam van een vogel zijn verschillende orgaanstelsels aanwezig. Drie orgaanstelsels zijn: het bottenstelsel, het verteringsstelsel en het zenuwstelsel. Welk orgaanstelsel geeft stevigheid en welk orgaanstelsel zet voedsel om? (Kies uit: A B C) A het bottenstelsel en het verteringsstelsel B het bottenstelsel en het zenuwstelsel C het verteringsstelsel en het zenuwstelsel 7 bladzijde 4 Vegetarische schnitzel Een vegetariër is iemand die geen vlees of vis eet. In de winkels zijn steeds meer producten te koop die voor een vegetariër geschikt zijn. Zo bestaat er vegetarische schnitzel, die gemaakt wordt van planten. In de afbeelding is een etiket van vegetarische schnitzel weergegeven. vegetarische schnitzel (per 100 gram) energie: 1142 kJ eiwit: 15,5 gram koolhydraten: 14,4 gram vet: 17,0 gram voedingsvezel: 1,0 gram ijzer: 2,1 mg calcium: 120,0 mg ingrediënten (o.a.): olijfolie, aardappelzetmeel, soja-eiwit. Vraag 5: 1 punt Vegetarische schnitzel bevat mineralen. Welke twee mineralen bevat vegetarische schnitzel? (Kies uit: A B C) A calcium en ijzer B calcium en voedingsvezel C ijzer en voedingsvezel Vraag 6: 1 punt Uit welk ingrediënt is het vet van vegetarische schnitzel afkomstig? (Kies uit: A B C) A uit de olijfolie B uit het aardappelzetmeel C uit het soja-eiwit Vraag 7: 1 punt Een deel van de stoffen uit de vegetarische schnitzel moet eerst worden verteerd. Daarna kunnen deze stoffen in het bloed worden opgenomen. Twee stoffen uit de vegetarische schnitzel zijn: eiwitten en vetten. Welke stoffen moeten eerst worden verteerd voordat ze in het bloed worden opgenomen? (Kies uit: A B C) A alleen eiwitten B alleen vetten C zowel eiwitten als vetten 8 bladzijde 5 Vraag 8: 1 punt In welk deel van de darmen worden de meeste voedingsstoffen uit een vegetarische schnitzel in het bloed opgenomen? (Kies uit: A B C) A in de dikke darm B in de dunne darm C in de slokdarm Een longziekte Jordy heeft longemfyseem. Bij deze ziekte gaan de wanden van de longblaasjes stuk. Longblaasjes die stuk zijn, kunnen niet opnieuw aangroeien. Vraag 9: 1 punt Leg uit dat Jordy het door de kapotte longblaasjes snel benauwd krijgt. Vraag 10: 1 punt Welke delen van de longen zorgen voor de uitwisseling van gas? (Kies uit: A B C) A luchtpijp B bronchie C longblaasjes Vraag 11: 2 punten Roken kan longemfyseem veroorzaken. --> Noem twee andere ziekten die het gevolg kunnen zijn van roken. 1 ... 2 ... 9 bladzijde 6 Een aquarium Twee vissen en een waterplant bevinden zich in een aquarium. Regelmatig wordt de hoeveelheid koolstofdioxide in het water bepaald. Vraag 12: 1 punt Wat gebeurt er met de hoeveelheid koolstofdioxide in het water? (Kies uit: A B C) A stijgt B blijft gelijk C daalt De huid en de lichaamstemperatuur Vraag 13: 1 punt In de huid komen onder andere bloedvaten en talgklieren voor. Welke daarvan spelen een directe rol bij de regeling van de lichaamstemperatuur? (Kies uit: A B C) A alleen de bloedvaten B alleen de talgklieren C zowel de bloedvaten als de talgklieren 10 bladzijde 7 Het oog Vraag 14: 1 punt Op welke plaats in het oog wordt traanvocht gemaakt? (Kies uit: A B C) A traanklier B traanbuis C hoornvlies Vraag 15: 1 punt Als we over een oog praten, hebben we het dan over een cel, een orgaan of een organisme? (Kies uit: A B C) A over een cel B over een orgaan C over een organisme Vraag 16: 1 punt Door gebrek aan vitamine A in het voedsel kan nachtblindheid ontstaan. Bij nachtblindheid werken de zintuigcellen in het oog niet goed. Op welke plaats in het oog bevinden deze zintuigcellen zich? (Kies uit: A B C) A in het hoornvlies B in het netvlies C in het vaatvlies 11 bladzijde 8 Alcohol Uit onderzoek blijkt dat veel jongeren regelmatig alcohol gebruiken. In de onderstaande tabel is het percentage jongens en meisjes weergegeven dat de laatste vier weken een of meerdere keren alcohol heeft gedronken. bt De tabel bestaat uit 3 kolommen: Kolom 1: leeftijd Kolom 2: procent meisjes dat de laatste vier weken alcohol heeft gedronken Kolom 3: procent jongens dat de laatste vier weken alcohol heeft gedronken 11; 8; 18 12; 8; 14 13; 20; 24 14; 35; 35 15; 55; 55 16; 68; 60 17; 72; 78 18; 74; 78 et Vraag 17: 1 punt Hoeveel procent van de meisjes van 13 jaar heeft de laatste vier weken alcohol gedronken? Vraag 18: 1 punt Op welke leeftijd is het percentage drinkende meisjes hoger dan het percentage drinkende jongens? 12 bladzijde 9 Vraag 19: 1 punt Hoe heet het bloedvat dat bloed vervoert van de lever naar het hart? (Kies uit: A B C D) A aorta B darmader C longader D onderste holle ader Vraag 20: 1 punt Waar in het lichaam wordt alcohol vooral afgebroken? (Kies uit: A B C D) A in de hersenen B in de lever C in de maag D in de nieren Vraag 21: 1 punt Soms kun je ruiken dat iemand alcohol gedronken heeft. Dit gebeurt als alcohol het lichaam via bepaalde organen verlaat. Welke organen worden hier bedoeld? (Kies uit: A B C) A de longen B de nieren C delen van de huid 13 bladzijde 10 De nieren Vraag 22: 1 punt Wat is de functie van de nier? (Kies uit: A B C D) A opnemen van zuurstof B uitscheiden van afvalstoffen C omzetten van voedingsstoffen D verteren van voedsel Vraag 23: 1 punt Als de nieren niet goed werken, kan een kunstnier soms hulp bieden. Een kunstnier is een apparaat dat het bloed van een patiënt schoonspoelt. Wat verwijdert een kunstnier uit het bloed? (Kies uit: A B C) A alleen afvalstoffen B alleen onverteerde voedselresten C zowel afvalstoffen als onverteerde voedselresten 14 bladzijde 11 Thalassemie Vraag 24: 1 punt Thalassemie is een ziekte van de rode bloedcellen. Welke kenmerken heeft een rode bloedcel? (Kies uit: A B C) A bolvormig zonder celkern B onregelmatige vorm met celkern C rond en ingedrukte vorm zonder celkern Vraag 25: 1 punt Door thalassemie kunnen de rode bloedcellen hun taak minder goed doen. Wat is dan het gevolg? (Kies uit: A B C) A een vermindering van de afweer B een vermindering van het vervoer van voedingsstoffen C een vermindering van het vervoer van zuurstof 15 bladzijde 12 De dingo Dingo's zijn honden die in Australië in het wild leven. Ze kunnen ongeveer 20 kg zwaar worden. Dingo's leven meestal in groepen. Zo'n groep dingo's jaagt samen op andere dieren. Zo kunnen ze bijvoorbeeld gemakkelijk een kleine kangoeroe vangen. Vraag 26: 1 punt Is de dingo een consument, een producent of een reducent? Gebruik hierbij de bovenstaande informatie. (Kies uit: A B C) A een consument B een producent C een reducent Vraag 27: 1 punt Welk type kiezen heeft de dingo? Gebruik hierbij de bovenstaande informatie. (Kies uit: A B C) A knipkiezen B knobbelkiezen C plooikiezen Als een dingo gerend heeft, hijgt hij met de tong uit de bek. Zo raakt het dier het teveel aan warmte kwijt. Dit hijgen is ook een vorm van ademhalen. Vraag 28: 1 punt Geef de naam van de ademhalingsorganen van een dingo. 16 bladzijde 13 Vraag 29: 2 punten Ademhalen is een levenskenmerk. --> Schrijf nog twee levenskenmerken op die bij een dingo kunnen voorkomen. 1 ... 2 ... Vraag 30: 1 punt In een boek staat: Soms hebben boeren in Australië last van dingo's. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een schaap, dat rustig gras eet, wordt aangevallen. Vooral als een groep dingo's een schaap grijpt, is er al gauw weinig van zo'n dier over ... Welke voedselketen wordt hier beschreven? (Kies uit: A B C) A dingo --> schaap --> gras B gras --> dingo --> schaap C gras --> schaap --> dingo 17 bladzijde 14 Placenta In een boek staat: Tijdens de zwangerschap neemt het gewicht van de placenta snel toe. bt De tabel bestaat uit 2 kolommen: Kolom 1: zwangerschap Kolom 2: gewicht placenta 10 weken; 25 gram 24 weken; 225 gram 40 weken; 475 gram et Soms groeit de placenta op een verkeerde plaats in de baarmoeder. Deze ligt dan onderin de baarmoeder. Vraag 31: 1 punt De geboorte van een kind met een placenta op de 'verkeerde' plaats gaat moeilijk. --> Leg dit met de bovenstaande informatie uit. Vraag 32: 1 punt Noem een taak van de placenta. Vraag 33: 1 punt Waarmee is de baby met de placenta verbonden? 18 bladzijde 15 Vraag 34: 1 punt Bloed wordt vanuit de baarmoeder via de placenta naar de nieren gevoerd. Het bloed komt dan onder andere door de aorta. Geef de naam van het bloedvat dat het bloed vanuit de aorta naar de nieren voert. 19 bladzijde 16 Schijf van Vijf Vraag 35: 1 punt Irmke eet twee bruine bolletjes met boter en rookvlees. Ook drinkt zij een glas thee. Uit welk vak van de Schijf van Vijf ontbreekt er iets bij deze maaltijd? (Kies uit: A B C D E) A uit het vak brood, granen en aardappelen B uit het vak dranken C uit het vak groente en fruit D uit het vak vetten en oliën E uit het vak zuivel, vlees en vis 20 bladzijde 17 Het oor Vraag 36: 1 punt Het oor bestaat uit verschillende delen. Welk deel verbindt de mondholte met de keelholte? (Kies uit: A B C) A het evenwichtsorgaan B de buis van Eustachius C het slakkenhuis Vraag 37: 1 punt De delen van het oor hebben verschillende taken. Welk deel van het oor geeft impulsen door? (Kies uit: A B C) A de oorschelp B de gehoorzenuw C een gehoorbeentje 21 bladzijde 18 Prostaat en plassen Veel oudere mannen hebben problemen met plassen. Dit komt meestal doordat de prostaat groter is geworden. De prostaat ligt onder de urineblaas. Vraag 38: 1 punt Produceert de prostaat spermacellen? En produceert de prostaat zaadvocht? (Kies uit: A B C) A alleen spermacellen B alleen zaadvocht C zowel spermacellen als zaadvocht Vraag 39: 2 punten P Welke buis vervoert zaad vanuit de zaadbal naar de penis? Q Welke buis vervoert urine door de penis? P = ... Q = ... Vraag 40: 1 punt Leg uit dat plassen moeilijker wordt als de prostaat groter wordt. Gebruik de informatie uit de tekst. 22 bladzijde 19 Een bacterie-soort Vraag 41: 1 punt Een groep bacteriën die door celdeling uit één bacterie is ontstaan, noemt men een bacteriekolonie. Als de omstandigheden gunstig zijn, kunnen bacteriën zich zeer snel delen. Bij een bepaalde bacteriesoort kan er elke tien minuten een celdeling plaats vinden. Op deze manier ontstaat uit die ene bacterie een kolonie. Uit hoeveel bacteriën kan deze kolonie dan maximaal bestaan na 40 minuten? (Kies uit: A B C D) A 1 B 2 C 4 D 8 23 bladzijde 20 De pinksterbloem Vraag 42: 1 punt De pinksterbloem is een plant die je soms in weilanden vindt. Tijdens de bloei heeft deze plant paarse bloemen. De pinksterbloem kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten. Met welk deel kan de pinksterbloem zich geslachtelijk voortplanten? (Kies uit: A B C) A bloem B blad C wortelstok Einde 24