Hoofdstuk 5 - Edurep Delen

advertisement
Hoofdstuk 5
Seksualiteit
Ongeslachtelijke voortplanting
 1 ouder
 aseksueel
 Ontstaan identieke nakomelingen aan
ouder (DNA)  Klonen
 Voorbeelden:
 Bacteriedeling
 Knollen en uitlopers bij planten (ook stekken)
 Enkele insecten (wandelende tak, bladluis)
 Ook enkele salamanders, hagedissen, slangen
 Meeste soorten kunnen ook gewoon geslachtelijk voortplanten
Ongeslachtelijke voortplanting
Voordelen
Nadelen


 Alle nakomelingen zelfde
eigenschap  kans op
uitsterven indien nadelig
1 ouder nodig
Als eigenschap gunstig
is alle nakomelingen
deze
Geslachtelijke voortplanting
 Seksuele voortplanting
 Nakomeling krijgt helft genetisch materiaal van beide
ouders (zaadcellen en eicellen)
 Nakomelingen uniek
 Niet altijd fysiek contact man en
vrouw (bijv. vissen, planten)
Geslachtelijke voortplanting
Voordeel
Nadeel
 Ontstaan nieuwe
genetische combinaties
 soms gunstig
 Ontstaan nieuwe
genetische combinaties 
ongunstig (ziekte of slechte
aanpassing)
 2 ouders nodig
Ongeslachtelijk
Geslachtelijk
X
Natuurlijke selectie
 Charles Darwin (evolutietheorie)
 Demonstratie
 Nieuwe allelen-combinatie biedt voor en
nadelen bij het overleven in een omgeving.
Is deze eigenschap gunstig  uitbreiden onder soort
 Best aangepaste organisme produceren meeste
nakomelingen = natuurlijke selectie
Seksuele selectie
 Het veroveren van de partner, seksuele selectie, is
voorbeeld van natuurlijke selectie
 Man:
 Vrouw:
Wil zoveel mogelijk genen doorgeven
Wil beste genen ontvangen
Leidt tot imponeergedrag mannetjes (uiterlijk en gedrag)
Veel dieren paartijd
Strijd om de beste genen…
Herten proberen met hun grote gewei het vrouwtje te
imponeren. Dit kan leiden tot een echte strijd tussen
twee mannetjes
Strijd om de beste genen…
De fregatvogel lokt een wijfje met een combinatie van
vorm en kleur. Met zijn zwarte verenkleed valt hij niet zo op.
Maar hij heeft een keelzak die hij tijdens de paartijd
kan opblazen tot een grote rode ballon. De rode kleur is
voor een wijfje belangrijk: fregatvogelmannetjes met een
minder fel gekleurde keelzak zijn meestal in een minder
goede conditie, kunnen last hebben van parasieten of
hebben een ondergeschikte positie. Een wijfje zal daarom
bij voorkeur kiezen voor een felrode ballonman!
Strijd om de beste genen…
Om indruk te maken op een wijfje pronkt
een mannetjespauw uitbundig met zijn lange,
kleurrijke staart
Strijd om de beste genen…
Sommige dieren vertonen alleen in de paartijd bepaalde
kleurvlekken op hun lichaam. De mandril is zo'n dier. Normaal
heeft het gezicht van een mannetjesmandril lichtblauwe en
rozige tinten, maar tijdens de paartijd veranderen deze kleuren
onder invloed van hormonen in felrood en felblauw. Zo heeft zijn
gezicht dezelfde kleuren als zijn geslachtsorganen, wat extra
prikkelend voor een wijfje is.
Strijd om de beste genen…
Een prieelvogelmannetje heeft geen indrukwekkende versieringen
aan zijn lijf die hij mee moet slepen. Om een wijfje te verleiden heeft
hij een andere methode:
Hij bouwt een opvallende baltsplaats waar hij voor gaat staan
zingen en dansen.
Strijd om de beste genen…
Omdat de vlinder 's nachts actief is, kan een deze mot geen
mooie kleuren gebruiken, zoals de dagvlinders, om een wijfje
te verleiden. Daarom lokt een mannetje een wijfje door
feromonen uit te scheiden. Dat zijn geurstoffen die specifiek
bij de partnerkeuze betrokken zijn.
Strijd om de beste genen…
In de paringsperiode maakt het sprinkhaanmannetje hoge, tsjirpende geluiden door met zijn poten tegen
zijn vleugels te wrijven. Zo verspreidt hij een min of meer regelmatige melodie.
Wanneer de liefdeszang binnen het gehoorbereik van een naburig wijfje valt, beantwoordt ze hem door op
een vrouwelijke manier terug te roepen: met een zachter en lieflijker getsjirp. Het sprinkhaanmannetje past
hierop zijn melodie aan: zo ontstaat een vraag-en-antwoord spel
Strijd om de beste genen…
Bij de zeeolifant doen de mannetjes een echt
concurrentiespel. Hier kunnen zelfs slachtoffers bij
vallen. De winnaar paart met alle vrouwtjes
Aparte vormen van voortplanting
Honingbij
Onbevruchte eicel  wordt dar
Bevruchte eicel  wordt werkster
Hermafrodiet
2-slachtig
Wormen, sponzen, slakken
Plantenwereld heel normaal
(stamper/meeldraad)
Seksuele relaties
Polygaam
 1 man, meerdere vrouwen
 Veel zoogdieren (leeuw, chimpansee)
 Man vaak groter dan vrouw (imponeren)
Groepsseks (extreem voorbeeld polygamie)
 Iedereen met iedereen
 Bijv. bonobo’s: alle conflicten afgehandeld met seksueel contact.
Monogaam
 Veel vogels (1 broedseizoen), mens, gibbon
Verder
 Homoseksualiteit o.a. bij bonobo’s, vogels, vissen, reptielen, inktvissen
 Soloseks
Download