ppt - UGent

advertisement
25.11.2008
Onderzoek rekenproblemen/ dyscalculie
Structuur


1 conceptueel kader tav dyscalculie:
ifv beschrijvende diagnostiek
2 nood aan impliciete kennis om
behandelingsgerichte aspect van de
diagnostiek te vatten
Dyscalculie/ rekenstoornissen
Criteria?
REKENPROBLEEM
Rekenstoornis
Rekenmoeilijkheid
PRIMAIR
SECUNDAIR
Dumont
Criteria dyscalculie/ rekenstoornis?
Beschrijvende diagnose



Ernstige ‘achterstand’ op bepaalde
aspecten van het rekenen/wiskunde
Vanuit persoonskenmerken:
‘unexpected underachievement’
(Fletcher, Denton & Francis, 2005)
Het gaat niet om een éénmalig
probleem (didactische resistentie)
Van belang om dit in het achterhoofd te houden: 5 niveaus
Van diagnostiek van dyscalculie (is géén comorbiditeit)
1. Genetisch chromosomaal/etiologische niveau
Vb: Fragiel X, Turner, Velocardiofaciaal syndroom,
afwijking
Loci op chromosoom 7,9,15,22
2. neuro-anatomie
Vb: intrapariëtale probleem
3. neurofysiologie, neurochemie
Vb: EEG/ ERP/ transcraniale magnetische stimulatie
(TMS) afwijking
4. cognitief endofenotype) Vb: V(S)LD
5. klinisch beeld (fenotype)
Vb: dyslexie, dyscalculie,
ADHD,
......
Mentale
getallenrij=weergave
van betekenis
van getallen in de intrapariëtale (geel op figuur) groeve.
Verklaring?
Niveau 5
Voldaan aan
beschrijvende
criteria
Niveau 4
Cognitieve
endofenotypes
Omgeving
School/thuis
Dyscalculie
Modificeerders
aandacht,
intelligentie/
taal/
metacognitie
Verklaring? Subitizeerprobleem? Probleem met mentale getallenrij?
Omgeving
School/thuis
Leerstoornis
Modificeerders
aandacht,
intelligentie/
taal/ spelling/
metacognitie

Subitizing (2 vs.3)

8/12-8/16
Waarom zijn basale
getalvergelijking/subizeerervaringen
van belang?
Triple code model
Problemen met rekentaal
Problemen met TE omkeringen
Drie
3
Dehaene, 1992; Dehaene & Cohen (1992)
Verklaring? Probleem met STM, LTM: oproepen? Onderdrukken?
Omgeving
School/thuis
Leerstoornis
Modificeerders
aandacht,
intelligentie/
taal/spelling
metacognitie
Verklaring? Vertraagde ontwikkeling van cognitieve strategieën,
probleem EF, probleem met visuospatiele vaardigheden
Omgeving
School/thuis
Leerstoornis
Modificeerders
aandacht,
intelligentie/
taal/ spelling/
metacognitie
Verklaring?
Niveau 5
Voldaan aan
beschrijvende
criteria
Omgeving
School/thuis
Leerstoornis
Modificeerders
aandacht,
intelligentie/
taal/
metacognitie
Niveau 4
Cognitieve
endofenotypes
Criteria dyscalculie/ rekenstoornis?
Beschrijvende criteria

Ernstige ‘achterstand’ op tellen/rekenen
Mazzocco,
Devlin, McKenney (2008): 1,2,3de lj
Minstens 2x ≤ pc 1O
MLD
 Nooit ≤ pc 1O
TA
 Bij herhaling pc 11-25
LA
Geary, Hoard, Byrd-Craven, Nugent & Numtee (2007)
 2x ≤ pc 15
MLD
 2x ≤ pc 25
LA
 2x > pc 5O
TA



Persoonskenm: ‘unexpected underachievement’
(Fletcher, Denton & Francis, 2005) vs. Comorb. problemen





17-43% +dyslexie/ 50% spellingsproblemen
20-60% +ADHD
43% +gedragsproblematiek
? + DCD
Didact resist : RTI
(Responsiveness to Intervention) –(Fuchs e.a.,2007)
Verklaring?
Niveau 5
Voldaan aan
beschrijvende
criteria
Niveau 4
Cognitieve
endofenotypes
Omgeving
School/thuis
Leerstoornis
Modificeerders
aandacht,
intelligentie/
taal/
metacognitie
Cognitieve endofenotypes: 4 soorten?

Geary




McCloskey




Semantische geheugen DC
Procedurele DC
Visuospatiële DC
Semantische geheugen DC
Procedurele DC
Getallenkennis DC
Hoort Triple Code model hierbij? = verklarend



Problemen met hoeveelheden/ getallenrij
Problemen Arabische getallen
Problemen Getalwoorden
Andere subtyperingen?


Kosc:
verbale DC, lexicale DC, grafische DC, practognostische
DC, ideognostische DC, operationele DC
Njiokiktjien:
centrale DC, DC tgv verstoorde
randvoorwaarden






McCloskey: getalkennisDC, geheugenDC, procedurele DC
Geary: visuo-spatiële DC, geheugen DC, procedurele DC
Rourke: NLD, LH probleem
Van Borsel: semantische DC, logografische DC
Levine: DOF1 (geheugenstoornis), DOF2 (aandachtsprobleem)
Lucas: algoritme probleem, probleem met deductief werken
 Semantische geheugenDC
 Problemen met oproepen van rekenfeiten
 Moeite met taal
 Minder accuraat/ trager in hoofdrekenen
 Onregelmatige reactie tijden
 Trager in snel serieel benoemtaken
ANDERE ONTWIKKELING
Procedurele DC
 Problemen met schriftelijke rekenprocedures
vnl ‘lenen’
 Moeite met complexe stappenplannen en
hoofdrekenen
 Gebruiken van onrijpe strategieën
 Moeite met verstaan van concepten in
procedures
 Moeite met conceptuele kennis, taalbegrip,
passieve woordenschat en verbaal
aangeboden opdrachten
VERTRAAGDE ONTWIKKELING
 Visuospatiële subtype
(vroeger:NLD, nu V(S)LD)
 Moeite met plaatsen op getallenas
 Omkeren van cijfers
 Probleem visuo-spatieel geheugen
 Problemen meetkunde
 Verstoord schatten en vgl hoeveelheden
 Moeite temporele ordening en planning
SVS – VSLD-score

Optellen van de 10 specifieke items:
item 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 12, 15, 16 =
score voor visuospatiële leerstoornis
Basiscut-off: RS = 21
 Komt overeen met Pc 10 (-1.5 SD)
 RS 17 = Pc 3-4 (-2 SD)
 Hoe lager de score, hoe meer
visuospatiële problemen!


Signaal voor visuospatiële leerstoornis
(VSLD) wanneer de VSLD-score < Pc 10
en wanneer verbale score > RU 5 (=
item 1 en 10 optellen).
 GetalkennisDC
 Moeite met abstract getallenbegrip,
verstoorde getallenkennis
 Problemen met getalproductie
 Problemen met vergelijken van
hoeveelheden, ordenen van getallen en
benoemen van getallen
EB (=verantwoord handelen) nodig voor
begeleidingsgerichte aspect van de
diagnostiek
Omgeving
Beschikbare
wetenschappelijke
evidentie
De ‘beste’ keuze
Kenmerken,
noden, voorkeuren
van de ll.
Ervaring en
mogelijkheden
lk./school…
Evidence-based practice
= the integration of the best
available research with clinical
expertise in the context of
patient characteristics, culture
and preferences
Levant, R.F. (2005)
component 2
Beschikbare
wetenschappelijke
evidentie
omgeving
De ‘beste’ keuze
Kenmerken,
noden, voorkeuren
van de ll.
Ervaring en
mogelijkheden
Lk/school/th…
= rekening houden met etnische
diversiteit, individuele verschillen
…(betrokkenheid van ll.bevorderen)
component 3
Beschikbare
wetenschappelijke
evidentie
Omgeving
De ‘beste’ keuze
Kenmerken,
Ervaring en
noden, voorkeuren
mogelijkheden
van de ll.
Lk/school/th. …
Is de lk geschoold in een bep.
aanpak?
Kan hij/zij goed omgaan met
pubers…?
Met tests alleen geraken we er niet.
Er is veel impliciete kennis!



Impliciete kennis wordt in het onderwijs/gezondheidszorg
zelden benut
Die impliciete kennis is echter aanwezig bij een aantal
actoren waar tot nu toe niets mee gedaan werd
 Leerling: wat is moeilijk/niet moeilijk, wat helpt, …
 Ouders: hebben al een heel traject afgelegd
 Leerkracht: wat helpt bij die lln/ bij de meeste
lln/STICORDI…
 Zorgcoördinator: wat helpt/niet…
 Therapeuten
Nood aan een mixed design (tests + impliciete kennis
bevragen)
Kwalitatief onderzoek + tests:
Leerling
Ouders
Lk/ Zorgcoördinator/ CLB
tests vanuit 4 cognitieve fenotypes:
hoofdrekenen, getallenkennis,
automatisatie van rekenfeiten, SVS
Spellen
vaak comorbide
problemen
J. Geelhoed & P. Reitsma, 2000
Lezen
Een minuut test (EMT)
Brus & Voeten (1999)
KLEPEL
(van den Bos e.a., 1993)
Concreet



interview bij kinderen en hun
ouders
interview bij zorgcoördinatoren en
de CLB-medewerker (samen)
tests lezen, spellen (comorbiditeit),
rekenen (cognitieve fenotypes)
Interview
Interview
Diepteinterview
CLB medewerker
Zorgcoördinator
leerlingen
ouders
Leraar wiskunde
Diepteinterview
Rekenen, lezen, spellen
testen
Interview kinderen/ouders
ALGEMEEN
Zichzelf voorstellen, gezinssituatie, hobby’s , medicatie? …
Historiek problemen …
ZELFBEELD
Goede/zwakke kanten …
IMPACT OP TOEKOMSTPERSPECTIEF
Beroep later?
HOE KIJKT MEN NAAR WISKUNDE OP SCHOOL
Perceptie wiskunde op school: leuk/moeilijk ...
ZIJN ALLE DEELHANDELINGEN VAN HET REKENEN GETROFFEN?
Kloklezen, hoofdrekenen, tafels, getallenkennis, visuospatiële vaard.? Breuken…
IMPLICIETE KENNIS VAN WAT HELPT EN WAT NIET HELPT
Geschiedenis hulp/comorbide problemen/ welke aanpak slaat aan/slaat niet aan? …
HOE KIJKT MEN NAAR LEREN LEREN/ HUISWERK
Aanpak huiswerk (leren leren)
Interview ‘opnemen’
Bv. interview mama Stefanie
Interview opnemen

Bv. interview Stefanie (ll. met
rekenproblemen)
Transcriberen interviews
bv. Interview mama Stefanie
Interview ouder
… Als je nu drie dingen zou moeten opnoemen waar Stefanie goed in is, wat zou je zeggen?
Waar ze goed in is?
Ja. Drie dingen.
Taal, schooltaal… euh… ik moet wel denken,ze. Op de computer is ze ook wel redelijk goed. Is er dan nog iets? Ah, kaarten.
Als je nu drie dingen zou moeten opnoemen die niet zo goed lukken, wat zou je zeggen?
Rekenen alleszins al, euh niet goed… ja… het instuderen van lessen heeft ze vree veel tijd nodig. En haar grote mond houden als ik iets
zeg, is ze ook niet goed in.
…Wat vindt zij leuk aan wiskunde op school?
Ze maakt vree graag bewerkingen.
En wat vindt ze minder leuk aan wiskunde op school?
Meetkunde en metend rekenen omdat ze dat heel slecht kan.
Wat is er gemakkelijk of moeilijk in de rekenles/wiskundeles?
Ik zou het eigenlijk niet weten. Cijferen, maar ja, zij zegt dat. Ik zou het niet weten.
Oké. Wat heeft men al geprobeerd om het rekenen/wiskunde gemakkelijker te maken?
Geprobeerd… eum… als Stefanie problemen heeft met iets dat ze niet begrijpt ofzo, dan zou ik haar dat soms vragen aan de juffrouw.
Meestal leggen ze het dan nog eens uit op school.
En wat lukt volgens jou en wat niet?
Eum… die dingen… vorig jaar was dat met een andere juffrouw. Ze hadden zo gelijk een beetje bijles ofzo van juffrouw Jacqueline op
school en dat hielp wel. En zo herhaling en dingen, lessen zo.
…Oké. Kan Stefanie goed het uurwerk lezen?
Nee.
Kan ze dan op tijd zijn?
Ze kan wel op tijd zijn, maar ik moet haar dan wel specifiek zeggen van 13u25 thuis. Ze moet het echt wel kunnen zien, op haar GSM
ofzo, van dan moet ik thuis zijn.
…Aan welk beroep denk je voor later voor Stefanie?
Ik weet het echt niet. Zij wil iets doen met masseren, maar ik weet tot nu toe… ik denk dat het zal afhangen van de testen en zo.
En op basis van interesses dat ze heeft, over wat praat ze dan? Zo van later zou ik…?Awel, ze zou vree graag iets doen met masseren of
model zijn, als ze haar lijntje houdt.
Wat doe je? Luisteren & zoeken naar
betekenis in de ‘citaten’

Wat is het probleem volgens
ll/ouders problKindgeen probl.
probl
Ouders
geen
probl
verder

Wat helpt volgens ll/ouders
Kind
Helpt niet
helpt
helpt
Ouders
helpt
niet
We bekijken ook volgende topics:
ZELFBEELD
ATTRIBUTIE (intern/extern, stabiel/niet stabiel..)
IMPACT OP TOEKOMSTPERSPECTIEF
HOE KIJKT MEN NAAR WISKUNDE OP SCHOOL
ZIJN ALLE DOMEINEN VAN REKENEN GETROFFEN ?
IMPLICIETE KENNIS WAT HELPT/ HELPT NIET
METACOGNITIE/ HOE LEREN LEREN/ HUISWERK?
1: Oorzaken rekenproblemen?
Stressoren
Erfelijkheid
Factoren
Kennis
Consequen
ties
Life-events
Vaardigheden
Beliefs
Gedrag
Biopsychosociaal perspectief
Persoonlijkheid
Erfelijkheid
Zelfbeeld
Schoolaanpak
Socioeconomische status
Neuropsychol.
Beschadiging
Coping
Shopping
hulpverlening
REKEN
PROBLEEM
Wisk.angst
Catastroferen
Hinder
Sociale steun
Vermijding
Citaten mama Stefanie (11j):
neuropsychologische beschadiging


…”Langzaam, zo een beetje op het
gemak bijleren omdat ze een letsel
heeft. De mentale toestand staat ze
op drie jaar, vier jaar in plaats van
acht.”
Oorzaak: letsel
2: Gevolg van rekenprobemen?
Stoornis
GEDRAG: rekenproblemen
Consequenties
Mechanisme:
Operante
Conditioneren
C+/C-
Consequenties


Hoe help je haar dan? “Gelijk dat ik zeg, maakt ze haar
huiswerk eerst alleen. En als er dan iets is, gelijk met taal of
met wiskunde van ‘mama, ik begrijp dat niet’ of ‘ik kan dat
niet’, dan leg ik haar uit met één voorbeeldje hoe ik het
zou doen en dan laat ik haar het volgende doen, dus dat ik
kijk en meestal is ze er dan wel mee weg.”
Kun je goed op tijd zijn als je ergens naartoe moet gaan?
Ja, maar mijn mama legt dan uit van om dat uur en dat uur
moet je thuis zijn, want ik ben ook ne keer bij mijn vriendin
gegaan en mama zei van je moet om vijf uur terug zijn en ik
wist dat niet zo goed en dan heeft een andere mevrouw mij
geholpen.
3:Stoornis gerelateerde “beliefs”
Informatie
Hypervigilantie
“Is er gevaar?”
Catastroferen
Wat kan ik eraan doen?
Sense of control
Neuropsych.
Gedrag
Probl. Catastroferen
Angst
Citaat: angst? fobie?
“Kun je iets vertellen over vorige schooljaren? Hoe verliep school dan?”
“Goed. Ik had veel vriendinnen, ze praten altijd met mij.”
“En jouw vakken, ging dat goed?”
“Ja, behalve mijn rekenen ging niet goed en Frans redelijk. “
“Doe je graag wiskunde op school?”
“Ja, maar ook een beetje nee, omdat ik het niet zo goed kan. “
“Oké. Wat vind je leuk aan wiskunde?”
“Dat ik cijferen kan doen, want cijferen ben ik echt goed in en euh… en
ja… soms die centen en al… zo optellen met elkaar en van die dingen. “
“Wat vind je minder leuk aan wiskunde?”
“Metend rekenen en meetkunde. En ook soms een keer dat van de… ja..
ja, eigenlijk niets. “
“Wat is er makkelijk of moeilijk in de wiskundeles?”
“Makkelijk cijferen en centen optellen en al, en moeilijk is metend
rekenen. “…
Vermijden of persisteren?
Probleem met rekenen
Catastroferen - Angst
Vermijden van falen
Vermijden van rekenactiviteiten
+ intact zelfbeeld
Doorgaan
Verder proberen/ Persisteren
Is er vermijden?
Is er doorgaan? Bv. extra oefenen …
“Ja. Ken je snel je tafels?”
“Ja.”
“Kun je me eens vertellen hoe je dat doet?”
“Meestal hebben we zo kaartjes gekregen van de meester of juffrouw
en dan oefen ik soms een keer op mijn tafels en ook op de computer
heb ik daar een cd-rom voor om tafels te oefenen.“
‘aangepast’ vrees-vermijdingsmodel
Stoornis
HANDICAP
DEPRESSIE
GEEN HANDICAP
VERMIJDINGSGEDRAG
REMEDIËRING WISK.
ERVARING VAN BEPERKINGEN
EXPOSURE
+STICORDI
WISKUNDE-ANGST/VREES,
FAALANGST
CATASTROFEREN
ZIEN ALS UITDAGING
Vlaeyen et al., Pain, 1995
Quote/ citaat ‘zien als uitdaging’

“Is het erg om dyscalculie te hebben? Voor mij
persoonlijk niet, ik zie er de uitdaging wel van in en ik
beleef er een groot plezier aan om die uitdaging en
integraal deel van mijn persoonlijkheid met anderen te
delen en hen de wegen vol hindernissen en soms
onoverkoombare barrières te laten zien. Wat niet
wegneemt dat dat niet altijd zonder de nodige
frustraties en teleurstellingen kan. Ook voor mij zijn er
momenten dat ik de handdoek in de ring wil gooien.
Soms gebeurt dat ook. Daartegenover staan echter de
zoete momenten van succes, een euforie die niet te
beschrijven is en die het allemaal de moeite waard
maken. Dat dit laatste een voorrecht is en niet een
vanzelfsprekendheid, daar ben ik mij terdege van
bewust”
4: Wat helpt? Accomodatie/
assimilatie/ STICORDI
Ervaringen
met rekenen
van elke dagToch willen
Aanvaarden
‘niet kunnen’
+ accomodatie
Bv. ZRM
Hulp vragen
‘kunnen’
+ assimilatie
Bv.
Meer oefenen
Op de computer
Lager leren
Extra bijles
Wisselwerking tussen assimilatie en accomodatie
DPM: Familie dynamiek
Kind met leerproblemen
Restorationorientation
Lossorientation
Broers/zussen
Ouders
Lossorientation
Restorationorientation
Restorationorientation
Lossorientation
♂♀
Lkn/ zorgcoördinator/
CLB medewerker
Citaat ‘hulp vragen’(acc.) + ‘gewoon
leren’ / ‘meer tijd nemen’(ass.)
“Kun je goed tabellen lezen?” “Tabellen? Eum…”
“Of kaarten uit je atlas verstaan, lukt dat goed?”
“Ja, soms. Het is te zien welke kaart dat het is eigenlijk.”
“En die tabellen, lukt dat goed?” “Nja, redelijk toch.” “Kun je me eens
vertellen hoe je dat doet?” “Gewoon als ik euh…” “Die tabellen
lezen?” “Ik lees dat wel gewoon en dan doe ik soms zo… vraag ik
het aan mijn papa en dan leer ik dat gewoon.”
“Kun je goed betalen en omgaan met getallen?” “Ja.” “Hoe doe je
dat?” “Ja… gewoon…” “Lukt dat goed om met briefjes te betalen en
met muntstukken?” “Ja. Soms duurt het langer als het met grote
briefjes zijn dan met kleine briefjes.” “Ja.” “Als je wisselgeld
terugkrijgt ofzo.” “Ja.” “Of als je moet denken hoeveel je moet
betalen. Dat is allemaal gemakkelijk… meestal met die briefjes, da
gaat wel, maar dan duurt dat veel langer om na te denken.”
Analyses

NVivo8: analyse diepte-interviews



Wat is het probleem volgens wie?
Wat helpt volgens wie? Inventarisatie
STICORDI maatregelen
SPSS:




Vgl Jongens/ meisjes
Correlatie rekenen, lezen, spellen
Correlatie soorten rekentests
Kijken of er subtypes zijn
 KRT-H, KRT-G, TTR, SVS
Download