uit de p r a k t ijk Bevlogen werken in een vitale organisatie Veel organisaties houden zich momenteel bezig met reorganiseren en bezuinigen. Het zijn ongekend roerige tijden. Meer doen met minder mensen en middelen is het adagium. Een veelgehoorde leus is ‘Kleine overheid, grote mensen’. Met minder mensen meer realiseren. Dit betekent dat er meer gevraagd wordt van medewerkers. Nienke Huitema & Elsbeth Vogel-de Groot, adviseurs bij Buitenhekplus ij merken in onze adviespraktijk dat de focus op reorganisaties en bezuinigingen niet altijd gepaard gaat met oog voor de ‘zachtere’ (menselijke) factor in organisaties. Toch is het juist nu, in een tijd waarin er meer van medewerkers wordt verwacht qua inzet en flexibiliteit, van belang om te kijken naar wat een organisatie en haar medewerkers nodig heeft om grote uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. In onze visie zijn bevlogenheid en vitaliteit hiervoor sleutelbegrippen. Vitale organisaties met bevlogen medewerkers zijn bewezen succesvoller, innovatiever en productiever. De klanttevredenheid en productiviteit zijn er hoog en het ziekteverzuim laag. De medewerkers zijn er meer betrokken en doen met plezier en energie hun werk en zijn hierdoor duurzamer inzetbaar. W In dit artikel nemen wij u mee in de onderwerpen bevlogenheid en vitaliteit en maken we de vertaling naar de praktijk van uw organisatie. Positieve psychologie voor de probleemgerichte psychologische wetenschap, die zich met name richt op datgene wat niet goed gaat. Definitie bevlogenheid Bevlogenheid wordt gedefinieerd als ‘een positieve toestand van opperste voldoening, die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie’ (Schaufeli & Bakker, 2008). – Vitaliteit is hierbij een kenmerk van bevlogenheid en verwijst naar het bruisen van energie, je fit en sterk voelen en lang en onvermoeibaar met werken door kunnen gaan. Vitaliteit bestaat uit drie pijlers: sociale vitaliteit, mentale vitaliteit en lichamelijke vitaliteit. – Toewijding heeft betrekking op een sterke betrokkenheid bij het werk. – Absorptie verwijst naar het op een plezierige wijze helemaal opgaan in het werk, waardoor de tijd stil lijkt te staan en het moeilijk is om je er los van te maken. Bevlogenheid heeft een positief effect op arbeidsprestaties. Bevlogen medewerkers presteren beter dan nietbevlogen medewerkers. De aandacht voor bevlogenheid en vitaliteit is gelegen in de positieve psychologie. Dit is de wetenschappelijke studie naar menselijke kracht en optimaal functioneren. Deze benadering gaat uit van datgene wat goed gaat, analyseert hoe dit komt en hoe dit verder uitgebouwd kan worden. Deze positieve benadering wordt gezien als een belangrijk alternatief 30 Bevlogenheid wordt positief beïnvloed door organisatiehulpbronnen. Organisatiehulpbronnen verwijzen naar die aspecten in het werk die de taakeisen reduceren, functioneel zijn in het bereiken van werkgerelateerde doelen of persoonlijke groei, ontplooiing en actief leergedrag stimuleren (Bakker, 2009). Wanneer mensen voldoende over deze hulpbronnen beschikken, is hun motivatie groter, gaan zij bevlogen naar hun werk en kunnen zij meer aan. Organisatiehulpbronnen Door in te zetten op organisatiehulpbronnen en op basis hiervan de werksituatie te veranderen via organisatiebrede interventies kan er structureel gewerkt worden aan de bevlogenheid van medewerkers en hun prestaties. In welke organisatiehulpbronnen kunnen organisaties concreet investeren om daadwerkelijk de stap te maken naar bevlogenheid? Drie organisatiehulpbronnen die we in dit artikel willen uitlichten, zijn: bevlogen leiderschap, sturing op resultaten en competenties en Het Nieuwe (samen) Werken. 1 Bevlogen leiderschap De eerste organisatiehulpbron die wij onderscheiden, is bevlogen leiderschap. Bevlogenheid in organisaties ontstaat daar waar mensen zich bewust zijn van wat hen bevlogen maakt en men elkaar inspireert en stimuleert om bevlogen te zijn. Bevlogenheid werkt aanstekelijk. Mensen kunnen elkaar enthousiasmeren en beter laten presteren. Dit geldt in het bijzonder voor iemand in een leidinggevende positie. Als leidinggevende heb je een voorbeeldfunctie. Zijn of haar enthousiasme kan worden overgedragen op anderen, die deze bevlogenheid weer over kunnen dragen op elkaar. Bevlogen leiderschap gaat uit van vrijheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen geven. Een bevlogen leider geeft zijn medewerkers de vrijheid en het vertrouwen om de eigen verantwoordelijkheid te nemen en zelf invulling aan de werkzaamheden te geven. Vertrouwen geven en uitstralen en echt durven loslaten, zodat medewerkers in hun kracht komen, initiatieven durven te nemen en te ontplooien dragen bij aan een bevlogen organisatie. In een workshop over bevlogenheid die wij recentelijk gegeven hebben aan een groep trainees kwamen onder andere de elementen visie, overtuiging, inspiratie, betrokkenheid, successen delen en vieren, feedback en coaching naar voren als belangrijke elementen waardoor zij bevlogen worden van hun leidinggevende (www.buitenhekplus.nl/nieuws/ workshop-bevlogen-werken-in-eenvitale-organisatie). 2 Sturing op resultaten en competenties Een tweede organisatiehulpbron die wij onderscheiden, is sturing op resultaten en competenties. Medewerkers worden gestimuleerd en gemotiveerd door autonomie en het zelf verantwoordelijk zijn voor een bepaald (eind)resultaat. Door mensen verantwoordelijk te maken voor een bepaald resultaat en ze het vertrouwen te geven dat zij dit resultaat neer kunnen zetten, worden mensen uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. 31 Het geeft energie om verantwoordelijkheid te nemen en het motiveert om een concrete bijdrage te leveren en te weten hoe deze bijdrage leidt tot het behalen van hogere (afdelings- en organisatie) doelen. Dit maakt mensen betrokken bij de organisatie. Samen afspraken maken en elkaar hier op aanspreken op een positieve manier daagt mensen uit, zonder dat dit verlammend hoeft te werken. Belangrijk hierbij is om te kijken naar de competenties die nodig zijn om een bepaald resultaat te behalen. Wat heeft de medewerker in huis om dat resultaat te behalen? Hoe kunnen deze sterke punten verder worden uitgebouwd en ontwikkeld? En hoe kunnen verschillende mensen elkaar hierin aanvullen? Het benadrukken en uitbouwen van reeds bestaande competenties en deze verder ontwikkelen, geeft energie. Dit is vaak succesvoller dan de nadruk te leggen op niet-aanwezige (en soms moeilijk te ontwikkelen) competenties. Centraal hierbij staat het (ontwikkel)gesprek. Sturing op resultaat kan verzanden in afrekenen op resultaat. Tussentijdse toetsing moet niet gebeuren als vorm van controle, maar vanuit oprechte interesse in het pad dat de medewerker bewandelt om tot een bepaald resultaat te komen en het mogelijk verbeteren hiervan. Van de manager vraagt dit een houding die gericht is op de individuele behoefte van de medewerker. De centrale vraag vanuit de manager wordt dan: hoe kan ik mijn medewerker faciliteren om te komen tot het maximale resultaat? Ook van de medewerker vraagt dit een bepaalde houding, waarin hij verantwoordelijkheid moet nemen. Hij zal de inschatting moeten maken of het afgesproken resultaat realistisch is en zich bewust moeten zijn van zijn eigen mogelijkheden en beperkingen. Van hem wordt verwacht dat hij als dit nodig is ook om hulp moet kunnen vragen en op tijd moet aangeven als een bepaald resultaat toch niet gehaald kan worden. Vanuit de medewerker wordt de centrale vraag: hoe kan ik mijn manager betrekken bij en informeren over de stand van zaken met betrekking tot het te behalen resultaat? 3 Het Nieuwe (samen)Werken Een derde organisatiehulpbron die wij onderscheiden, is het Nieuwe (samen)Werken. Het Nieuwe Werken sluit aan bij het geven en nemen van eigen verantwoordelijkheid en het sturen op resultaat. Belangrijke kenmerken van Het Nieuwe (samen) Werken zijn het plaats- en tijdsonafhankelijk werken, waarbij een andere manier van sturing past: sturing op prestatie (resultaat) in plaats van presentie (aanwezigheid). Medewerkers krijgen zo meer regelvrijheid om voor zichzelf de optimale balans tussen werk en privé te creëren. Voor veel mensen is een belangrijke voorwaarde om hun werk goed en met plezier te kunnen doen, dat het thuis goed geregeld is. Om er te kunnen zijn wanneer dit nodig is (zowel qua werk als privé). Dit kan gaan om de zorg voor een (of meerdere) kind(eren), maar ook voor een ander (bijvoorbeeld mantelzorg). Regelvrijheid geeft medewerkers de mogelijkheid om de verschillende verantwoordelijkheden goed te kunnen combineren en dit maakt ze duurzamer inzetbaar. Het Nieuwe Werken vergroot de autonomie en regelvrijheid van de medewerker, wat een positieve invloed heeft op hun bevlogenheid. Op deze wijze levert Het Nieuwe Werken een belangrijke bijdrage aan het zijn van een bevlogen en duurzame organisatie. Ons advies hierin is: zorg voor inspirerende ontmoetingen en stimuleer het gesprek over Het Nieuwe (samen)Werken. Bevlogen organisatie Bovenstaande organisatiehulpbronnen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een verandering van de organisatie om te komen tot een bevlogen en vitale organisatie. Om quick wins te behalen als het gaat over bevlogenheid is het belangrijk om te beginnen met kleine stappen. Benoem concrete, niet te hoge doelen om bevlogenheid te bevorderen en vier kleine successen. Een handreiking om bevlogenheid te vergroten: – Analyseer wat er in de organisatie aanwezig is op bovengenoemde organisatiehulpbronnen. Kent de organisatie bevlogen leiders? Op welke wijze wordt er gestuurd? En is er ruimte voor Het Nieuwe (samen)Werken? – Formuleer (sub)doelen en benoem bevlogen sleutelfiguren Stel de vraag: wat willen we als organisatie bereiken? Wat vinden we belangrijk op het gebied van bevlogenheid? En op welke organisatiehulpbronnen willen we inzetten? Zijn er in de organisatie sleutelfiguren, mensen die opvallen door hun bevlogenheid en anderen hierin mee kunnen nemen? Benoem doelen op het niveau van organisatie, afdeling en individu. – Benoem wat goed gaat en vier het behalen van (sub)doelen. Maar hoe kun je als medewerker of leidinggevende nu meteen concreet aan de slag met bevlogenheid? Evident is dat enthousiast (samen)werken productiever, effectiever en leuker is, maar hoe kun je meteen met kleine stapjes aan de slag? Zoals gesteld, begint bevlogenheid daar waar mensen zich bewust zijn van wat hen bevlogen maakt en men elkaar inspireert en stimuleert om bevlogen te zijn of te worden. Dit betekent voor iedereen weer wat anders. Ons advies is: ga met elkaar in gesprek! Heb oog voor elkaar en heb ook oog voor jezelf. Om met elkaar te groeien naar een bevlogen organisatie is het belangrijk dat mensen perspectief hebben binnen of buiten hun functie. Het hebben van een doel, een stip op de horizon, het werk doen dat jou gelukkig maakt, is een belangrijke voorwaarde. Belangrijke vragen hierbij zijn: zit je op je plek? En zo ja: voor hoe lang? Zo nee: waar wil je naartoe? Voor een leidinggevende is het de uitdaging om echt oog te hebben voor je medewerker en aan te sluiten bij de persoonlijke doelen en het perspectief van de medewerker. Blijf je medewerkers prikkelen om na te denken over hun werk. Als je zo oog hebt voor je medewerkers kun je je organisatie optimaal inrichten met maximaal gebruik van een ieders kwaliteiten. Kleine stappen leiden zo op den duur tot grote veranderingen. Wij wensen een ieder toe bevlogen te werken in een vitale organisatie! Bronnen • Bakker, A.B. (2009). Bevlogenheid in organisaties. Een model om bevlogenheid te bevorderen. Opleiding & ontwikkeling, pp. 15-19. • Bakker, A.B. (2009). Bevlogen van beroep. Rede in verkorte vorm uitgesproken ter gelegenheid van het aanvaarden van het ambt van hoogleraar in de Arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 5 juni 2009. • Bakker, A.B. & Demerouti (2008). Towards a model of work engagement. Career Development international, 13, pp. 209-223. • Bakker, A.B. & W.B. Schaufeli (2008). Positive organizational behavior: Engaged employees in flourishing organisations. Journal of Organizational Behavior, 29, pp. 147-154. Volg ons op www.buitenhekplus.nl 32