Pax Romana 30v.Chr tot 192 na Chr. Pax Romana • Lange periode van vrede en welvaart in een groot deel van Europa en het Middellandse zeegebied Landbouw, handel en nijverheid bloeiden, steden groeiden • Meeste mensen werkte in de landbouw • Grootgrondbezitters woonden meestal in de stad en zaten in het bestuur • Door de toegenomen veiligheid en dezelfde munt kwam de handel tot bloei • Door toename handel nam nijverheid toe • Het aantal inwoners in steden name toe Romanisering • Steeds meer inwoners van het rijk kregen burgerrecht. • Er moest dan wel sprake zijn van romanisering • Maar het belangrijkste was dat het rustig bleef • Leger droeg bij tot romanisering Opdracht 10 • Blz 90 lb • Blz 58 wb Godsdienst, opvoeding en onderwijs • Verering Romeinse goden en trouw aan Rome hoorden bij elkaar. • Naast verering van Romeinse goden mochten inwoners ook andere godsdienst hebben. • Regering bemoeide zich niet met onderwijs • Rijke jongens kregen onderwijs Bouwwerken, beeldende kunsten • Veel naar voorbeeld Grieken • Vernieuwingen zoals bogen en koepels • Romeinse kunstenaars wilden niet mooiere lichamen beeldhouwen maar realistische Taal en literatuur • Latijn werd de taal in veel provincies • Nog steeds taal in wetenschap • Bekende schrijvers werden in het hele rijk gelezen Het recht • Nog steeds van invloed • Belangrijke ideeën: Alles rechten en plichten in wetten vastgelegd Alle wetten voor iedereen gelijk