Het uitzonderingsregime in de gevangenis: vernederend en illegaal Het OIP, de Liga voor Mensenrechten en de Ligue des droits de l’homme zijn verontrust over het bijzonder strikt ‘extra’-regime waaronder bepaalde ‘gevaarlijke’ gedetineerden worden vastgehouden. Er bestaat een zeer grote onduidelijkheid, zowel normatief als in de praktijk, waardoor de kans op misbruik en willekeur reëel is. Als voorbeeld verwijzen we naar de drie gedetineerden in de gevangenis van Brugge, die in afwachting van hun veroordeling worden vastgehouden in onmenselijke en vernederende omstandigheden. Het gaat om drie beschuldigden in het DHKP-C proces. Hun strikt regime loopt sinds 28 februari, intussen dus 8 maanden. Twee van hen gingen daarom in hongerstaking. Pestregime Gevangenen die bestempeld worden als gevaarlijk, worden volledig van de anderen geïsoleerd. Ze mogen aan geen enkele gevangenisactiviteit deelnemen. Ze blijven 23/24u in hun cel en komen er enkel uit om even naar de binnenplaats te gaan, uiteraard alleen. De contacten met de buitenwereld zijn beperkt tot zo goed als niets: geen enkel bezoek is toegestaan behalve dat van hun advocaat. Ook de mogelijkheid om te telefoneren wordt beperkt. Verder is de vertrouwelijkheid van de gesprekken met hun advocaat niet gegarandeerd. Bovendien wordt de overbrenging naar het Justitiepaleis onderworpen aan extra veiligheidsmaatregelen: de gedetineerden zijn dubbel geboeid en dragen een kogelvrije vest van 10.5 kg. Ze worden telkens drie maal volledig uitgekleed en op een onterende manier gefouilleerd. Nog meer verontrustend is de voortdurende observatie waaraan ze zich moeten onderwerpen. Dit maakt elke vorm van intimiteit volstrekt onmogelijk, en belet de gedetineerden zelfs te slapen. Om de dertig minuten wordt het licht aangestoken om na te gaan of de gevangene zich nog in zijn cel bevindt. Het gebrek aan slaap en het isolement brengen desastreuze gevolgen met zich mee voor de mentale en fysieke gezondheid van de gedetineerden (claustrofobie, spasmen, waanzin…). Over deze praktijken is tot vier maal toe een procedure in kortgeding gevoerd. In elke procedure beval de rechter de opschorting van elke maatregel die tot doel of als effect heeft de slaap te verstoren. Het gevangenisbestuur vond hiervoor al snel een oplossing: sindsdien wordt het licht niet meer om de dertig minuten aangedaan maar blijft het gewoon de hele nacht branden. Dit vormt niet alleen een inbreuk op door de grondwet gegarandeerde rechten, maar miskent ook de autoriteit van de rechter en het gezag van gewijsde. Onwettigheid Het moet benadrukt worden dat deze methodes in strijd zijn met de fundamentele rechten en vrijheden die door de Europese Conventie tegen Foltering zijn erkend. Het CPT, het controleorgaan van deze conventie, heeft België al op de vingers getikt voor de afwezigheid van een wettelijke basis voor het bijzonder regime. De gevangenisautoriteiten handelen dus in totale illegaliteit, wat ook door de Belgische rechter vier maal bevestigd werd. Het O.I.P, de Liga en de Ligue veroordelen de afwezigheid van heldere en objectieve maatstaven om een gedetineerde in zo’n strikt detentieregime te houden, het grote verschil in behandeling in de verschillende gevangenissen en tot slot de behandeling zelf, die als onmenselijk en onterend kan worden beschouwd. Jos Vander Velpen, voorzitter Liga voor Mensenrechten Delphine Paci, Présidente de l’OIP Benoît Vander Meerschen, Président de la LDH