Lakeien van de macht Op 27 november 2006 gaf ik een lezing in de prachtige Petrus en Paulusvesting van Sint Petersburg. In 1703 hebben duizenden dwangarbeiders op bevel van tsaar Peter de Grote in het moeras aan de monding van de Neva uit het niets deze stad gebouwd. Het is een statement tegen de voormalige hoofdstad Moskou én naar de wereld: Sint Petersburg wordt het venster op het Westen. Als teken van de nieuwe tijd breekt tsaar Peter met oude tradities. Huizen worden van steen in plaats van hout en er komen kaarsrechte boulevards. De architecten van deze grootschalige onderneming haalt de tsaar uit Italië. Onder het bewind van zijn dochter Elisabeth worden kerken en paleizen met veel pracht en praal gerealiseerd. De architectuur moet de grootsheid van het Russische rijk uitstralen. De bouwwoede van tsarina Catharina (1762-1796) overtreft alles. Zij wil Sint Petersburg de allure van een wereldstad geven. Haar neef tsaar Alexander I (1801-1825) kiest voor een stijl met strakke lijnen en heldere vormen. Het zijn de hoogtijdagen van het classicisme in de architectuur. In de periode daarna zijn het de grote Russische schrijvers zoals Aleksandr Poesjkin, Fjodor Dostojevski, Nikolaj Gogol, Lev Tolstoi en Josif Brodski die Sint Petersburg legendarisch maken. Zij wonen in en rond de stad die het toneel vormt van hun verhalen. In de 19e eeuw worden aan de deftige straten, statige pleinen en protserige gebouwen nieuwe wijken toegevoegd voor de arme plattelandsbevolking die naar de stad trekt. Het zijn trieste, grauwe wijken met nauwe straten, huurkazernes en donkere binnenplaatsen. Vanaf die periode is Sint Petersburg de stad van arm en rijk, de stad waar opstanden en revoluties zullen ontstaan. De adel wordt vanaf 1917 onteigend en hun paleizen worden in gebruik genomen als kantoren, musea, tehuizen of kommoenalka’s met per kamer een gezin. Dat Sint Petersburg nu de grootste oude binnenstad van Europa heeft is te danken aan Lenin, die in 1918 Moskou weer tot hoofdstad uitroept. Daarmee wordt de stad gespaard voor de socialistische stedenbouw zoals die in Moskou te zien is. Kerken worden niet opgeblazen maar krijgen een andere bestemming. Als Poetin in 2000 aan de macht komt, wil hij zijn vervallen geboortestad redden. Het nieuwe hoofdkantoor van staatsgasconcern Gazprom, de grootste gasproducent van de wereld en de trofee van het nieuwe Rusland, moet het economische symbool van Sint Petersburg worden. Het symbool van macht is hoogte: Gazprom wil een toren van 320 meter! Zeven internationaal vermaarde architecten worden uitgenodigd om deel te nemen aan de competitie, slechts één weigert. In verwarring aanschouw ik de tentoonstelling van de plannen van Rem Koolhaas, Herzog en De Meuron, Massimiliano Fuksas, RMJM, Daniel Libeskind, en Jean Nouvel. Tot mijn verbijstering zie ik alleen megalomane ontwerpen. Dit kan je deze stad toch niet aandoen? Deze plannen passen misschien in Dubai of Beijing, maar toch niet in een unieke, culturele stad die als het Venetië van het noorden wordt beschouwd? Begin december hoor ik dat het Britse bureau RMJM heeft gewonnen. De prijsvraag is omgeven van protesten. De architecten Norman Foster, Kisho Kurokawa en Rafael Viñoly zijn uit de jury gestapt. De Russische architecten federatie kondigt aan het plan te zullen boycotten. Negentig procent van de bevolking is tegen de aantasting van de skyline van hun geliefde stad. Russische intellectuelen geven aan dat het ontwerp de architectonische harmonie van de stad zal verstoren. Unesco dreigt haar restauratiesubsidies voor de stad stil te leggen. En wat hoor je van die zes architecten, die allen tot de culturele elite van de wereld behoren? Niets, zij zwijgen. Zij zijn alweer op zoek naar de volgende rijke opdrachtgever. Architecten als de lakeien van de macht. Van een culturele elite zou je anders mogen verwachten.