1 Module Toetsdatum: Onderwerp: AH Gs 212003 2 Tijd: SE -toets e 5 uur Lokaal: 210 Pd: Aantal: 1 190400 9 Ordenen Aan het begin van de toets iedere leerling twee proefwerkblaadjes geven s.v.p. Bron 1: een modern schoolboek (In deze bron heb ik expres de alineaverdeling weggehaald) Rusland werd rond 1900 geregeerd door een tsaar, die samen met een bovenlaag van adellijke grootgrondbezitters en met steun van de Russische Orthodoxe Kerk een enorme massa van arme boeren onderdrukte. Industrie was er nauwelijks. Een op het Westen gerichte elite van burgers wilde dat er een eind kwam aan de absolute macht van de tsaar. Toen Rusland in 1905 een oorlog verloor van Japan, dwongen ze de tsaar om een parlement in te stellen Helaas kreeg dit parlement, de Doema, weinig te vertellen. Daarnaast probeerden allerlei revolutionaire groepen van vooral studenten de regering van de tsaar aan het wankelen te brengen door aanslagen en andere acties. In februari 1905 werden mensen die tegen honger en armoede demonstreerden door troepen van de tsaar beschoten, de beruchte bloedige zondag. De Eerste Wereldoorlog brak in 1914 uit en verliep rampzalig voor Rusland. Het vertrouwen in de tsaar daalde snel. Vele boeren werden soldaat, zodat de landbouwproductie daalde en de broodprijzen stegen. In 1917 liep een staking tegen hoge voedselprijzen uit op een revolutie. In deze Februarirevolutie werd de tsaar afgezet door een revolutie. Er ontstond er een machtsstrijd tussen de liberale, westers georiënteerde Voorlopige Regering en de sovjets, raden waarin de revolutionaire studenten de boventoon voerden. De Russische tegenstand in de oorlog tegen Duitsland en Oostenrijk verzwakte. Op het platteland joegen de boeren de edelen weg en begonnen de grond onder elkaar te verdelen. Vele edelen vluchtten het land uit. Door de versnippering van de grond daalden de landbouwopbrengsten nog verder. In het najaar grepen de sovjets, waarin Lenin’s communisten in de meerderheid waren, de macht via de Oktoberrevolutie. Lenin opende meteen vredesonderhandelingen met de Duitsers en Oostenrijkers en sloot in maart 1918 vrede. De strijd tegen de tegenstanders van het communisme zorgde voor nog meer geweld en hongersnood. In 1921 waren alle tegenstanders verslagen. De communisten verboden de Russisch Orthodoxe Kerk; kerken werden afgebroken. Lenin voerde de Nieuwe Economische Politiek in, die boeren, ambachtslieden en winkeliers de kans gaf om weer een bedrijf te beginnen. Daardoor begon de landbouwproductie weer te groeien, totdat in 1928 Stalin met zijn collectivisatie begon. Opdrachten 1 a 4 pnt De begrippen periode – kenmerk – continuïteit horen bij elkaar. Leg uit waarom. b 2 pnt Leg het verband uit tussen de begrippen periode en belangrijke gebeurtenis. 2 Maak op het model je eigen tijdbalk van de Russische geschiedenis tussen 1900 en 1928. Gebruik de informatie uit de bron. Doe het zó: a 10 pnt Zet alle gebeurtenissen uit de tekst bij 2a in de verticale vakken (blaadje kwartslag draaien) op de goede plek; zet in het kleine vakje bovenaan een jaartal. Je mag in twee vakken naast elkaar hetzelfde jaartal zetten. b 10 pnt Doe het volgende eerst op een kladblaadje. Maak in de tabel onder 2b economisch-sociale en politieke perioden door verticale strepen te zetten. Schrijf kenmerken in de perioden die je aangeeft. Je mag ook twee economisch-sociale of politieke ontwikkelingen boven elkaar zetten. 2 3 a b 4 a b 3 pnt Politieke ontwikkelingen hebben soms economische gevolgen Geef een voorbeeld van zo’n verband uit de tekst 3 pnt Economische ontwikkelingen hebben soms politieke gevolgen Geef een voorbeeld van zo’n verband uit de tekst In de tijdbalk bij opdracht 2 werd niet gevraagd naar culturele ontwikkelingen. Geef een definitie van cultuur Noem een culturele ontwikkeling uit de tekst en geef aan waarom het een culturele ontwikkeling is. 3 Naam: Klas: DIT BLAD INLEVEREN!!!! Rusland 1900 – 1930 1900 Jaar: 2a 2b Econ. Sociaal Politiek 1905 1910 1915 1920 1925 1930 4