Deze toets gaat over de paragrafen 4.1, 4.2 en 4.3. Lees de toets, voordat je begint met schrijven, eerst goed door. Lees de vragen goed voordat je een antwoord op schrijft. Let ook op de hoeveelheid punten die je voor een vraag kunt krijgen! Dit kan ‘’verraden’’ of je meer dan 1 antwoord moet opschrijven. Je kunt je cijfer berekenen Havo: BH*9/29+1. Vwo: BH*9/36+1 Succes!!! 1. Schrijf van de onderstaande begrippen de betekenis op. Let erop dat het goed lopende zinnen moeten zijn, geen telegram stijl! (10 pnt) - Consul - Pax Romana - Patriciërs - Grieks-Romeinse cultuur - Religie 2. In het jaar 146 v.C. veroverde een Romeins leger Carthago. Door deze overwinning werden de Romeinen heerser over de Middellandse zee. Leg dit uit. (2 pnt) 3. Julius Caesar werd in 44 v.C. vermoord door een groep senatoren. Leg uit waarom zij bang waren voor Julius Caesar? (1 pnt) 4. Waarom waren de boeren erg belangrijk in de Romeinse samenleving? (2 pnt) 5. Maak op je antwoordenvel een driehoek en zet de volgende begrippen in de juist volgorde: Plebejers, Proletariërs, Patriciërs, Slaven. (2pnt) Zijn de volgende beweringen waar of niet waar? 6. Slaven werden ook wel gebruikt als gladiatoren. (1 pnt) 7. Vaak werden Griekse slaven hoogopgeleid en werkten dan als leraar. (1 pnt) 8. Bestuurders zorgden voor brood en spelen, om de proletariërs rustig te houden. (1 pnt) 9. Noem een voorbeeld van zwaar slavenwerk. (1 pnt) 10. Welk woord moet er op de puntjes komen te staan? (1 pnt) Het Romeinse rijk was gigantisch. In dit grote rijk woonden veel verschillende bevolkingsgroepen en al deze bevolkingsgroepen hadden hun eigen gewoonten. Vandaag de dag kunnen we dan ook stellen dat het Romeinse rijk een ………. Samenleving was. Iets wat tegenwoordig nog steeds van toepassing is. 11. Wanneer begon de Pax Romana? (1 pnt) A. Onder keizer Augustus B. Er is nooit vrede geweest in het Romeinse rijk. C. Onder Julius Caesar. D. Toen het Romeinse rijk op z’n grootst was. 12. In het Romeinse rijk was er sprake van twee soorten wetten. Welke twee? (2 pnt) 13. De Romeinse religie kende veel goden. Deze goden hadden allemaal hun eigen betekenis, zo was voor het leger Mars hun oorlogsgod. Terwijl zeelieden wegliepen met Neptunes. Maar wat deden de mensen om deze goden tevreden te houden? (2 pnt) 14. Op de afbeelding hieronder zie je het Pantheon. Het Pantheon is een perfect van de GrieksRomeinse cultuur. Leg dit uit. (2 pnt) De laatste twee vragen zijn voor de Vwo-leerlingen 1. ‘’In het Romeinse rijk bestond er godsdienstige verdraagzaamheid’’. Geef bij deze stelling twee argumenten waarom dit wel of niet zo was. (4 pnt) 2. Geef in eigen woorden weer wat Augustus voor het Romeinse rijk heeft betekend? (3 pnt)