SE Thema 4 Erfelijkheid TIP: Lees eerst het onderstaande krantenartikel door. Daarna de vragen 1 t/m 10. Beantwoord daarna de vragen 1 voor 1. Je mag de volgorde zelf bepalen!! Uit Dagblad Trouw: Wetenschap 13 januari 2011 door: Sander Becker Baby in de maak: DNA ouders getest In het VU Medisch Centrum in Amsterdam kunnen paren met een kinderwens zich sinds kort laten testen op dragerschap voor taaislijmziekte. Zo kunnen ze al vóór de zwangerschap nagaan of ze een verhoogde kans lopen om een kind met deze ernstige aandoening te krijgen. Ze kunnen er dan voor kiezen om dit te voorkomen. Bij paren die de test doen, zal in 1 op de 900 gevallen blijken dat beide ouders drager zijn van het gen voor taaislijmziekte. Zelf zijn de volwassenen niet ziek, maar samen hebben ze …. procent kans op een ziek kind. Die aandoening tast de longen en darmen aan en gaat gepaard met groeiachterstanden, handicaps en een voortijdige dood tussen het 30ste en 40ste levensjaar. Paren die dubbel drager blijken, kunnen kiezen uit vier opties. „De eerste is afzien van kinderen”, zegt een van de initiatiefneemsters, klinisch geneticus-in-opleiding Phillis Lakeman. „Ten tweede kunnen ze tijdens de zwangerschap een genetische test op het kind doen, eventueel gevolgd door abortus. Ze kunnen ook donorzaad gebruiken of PGD toepassen.” Dat laatste is een vorm van ivf* waarbij een embryo alleen in de baarmoeder wordt geplaatst als het vrij is van de kwalijke genen. Tot nu toe doen Nederlandse artsen alleen dragerschaptesten voor taaislijmziekte bij families waarin de aandoening voorkomt. Daarmee vinden ze maar het topje van de ijsberg; 85 procent van de zieke kinderen wordt geboren in een familie waarin de aandoening nieuw is. Met een test voor de algemene bevolking valt daarom veel leed te voorkomen, voorspelt de deskundige. De ziekte komt nu vaak pas na de geboorte aan het licht. Lakeman: „Paren zeggen dan tegen ons: ’Waarom hebben jullie ons niet getest?’ ” De belangstelling voor de test zal vermoedelijk toenemen als er tegelijkertijd op meer ziektes kan worden getest. Amerikaanse onderzoekers hebben toekomstige ouders al getest op 448 erfelijke ziektes. © Trouw 2011 Ivf* = in vitrofertilisatie (reageerbuis bevruchting) 1. Is de erfelijke eigenschap voor taaieslijmvliesziekte een dominante eigenschap of een recessieve eigenschap? Verklaar je antwoord (3pnt) 2. Wat is het genotype van de ouders die dubbel drager zijn? (2 pnt)\ 3. Wat is het genotype van een kind dat geboren wordt met taaieslijmvliesziekte? (2 pnt) 4. In de tekst is weggelaten hoeveel % kans er is op een kind dat geboren wordt uit ouders die beide drager zijn, maar de ziekte niet hebben. Hoe groot is die kans in %? Laat via een Punnet diagram ( = kruisingsschema) zien hoe je aan het antwoord bent gekomen. (4 pnt) 5. Hoe groot is de kans op een ziek kind in % als slechts 1 van de ouders drager van het gen is? Laat via een Punnet diagram zien hoe je aan het antwoord bent gekomen. (4 pnt) 6. Uit welke 4 opties kunnen ouders kiezen die dubbeldrager zijn? (1pnt) 7. Leg uit wat PGD is. (1pnt) 8. Noem 1 voordeel van deze techniek (1 pnt) 9. Noem 1 nadeel van deze techniek (2 pnt) 10. Geef je mening: waarom vind jij PGD goed of juist niet goed? Onderbouw je mening met minstens 2 argumenten die jou mening steunen en geef 1 tegenargument op jou mening. (5 pnt) Lees het volgende artikel goed door en beantwoord daarna de vragen. Tachtig procent van het DNA van de mammoet staat op papier. Het is een kladversie, maar genetici dromen al van de herrijzenis van de gigant. Tien jaar geleden leek het nog onmogelijk: het erfelijk materiaal in kaart brengen van een uitgestorven reuzendier als de mammoet. Toch publiceert Nature vandaag een eerste, incomplete versie van diens DNA, opgetekend uit de haren van twee diep gevroren exemplaren uit Siberië Zoiets leek een onhaalbare missie omdat DNA zelfs in de permafrost vergaat, in brokken uiteenvalt en vervuild raakt door het DNA van bacteriën en schimmels. Maar met nieuwe technieken lukt het om ook de volgorde van zo’n gefragmenteerd genoom bij stukjes en beetjes in elkaar te passen. Voordeel daarbij was dat het DNA uit geconserveerde haren kwam, die als beschermend hoesje dienen. © Trouw W E T E N S C H A P 20 NOVEMBER 2008 Van onze redactie wetenschap 11. Welk van de twee methodes hierboven afgebeeld, is een vorm van ongeslachtelijke voortplanting? Verklaar je antwoord (3 pnt) 12. In de zaadcel van de mammoet zitten 22 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen bevat de bevruchte eicel die in de olifantkoe wordt geplaatst? (2 pnt) Stel je voor dat het lukt om de mammoet via klonen van een ingevroren cel, weer tot leven te brengen. Stel je voor dat we daarna in staat zijn om de mammoet stier te kruisen met een koe van de Aziatische olifant. We weten uit onderzoek dat kortharig recessief. Na het werpen van een aantal jongen, maakt de dierenarts de volgende stamboom van deze kruisingen. stamboom kruising mammoet x olifant met 3 nakomelingen 13. Is de mammoetstier homozygoot of heterozygoot voor lang haar? Verklaar je antwoord met een kruisingsschema. (3 pnt) 14. Wat is het fenotype van de jonge oliemoeten/mafanten. (1 pnt) 15.Is het mogelijk om Homozygote langharige oliemoeten/ mafanten te kweken? Verklaar je antwoord met een kruisingsschema. (3 pnt) Stel je voor dat we met deze techniek zo ver komen dat we uitgestorven diersoorten weer tot leven kunnen wekken. Sabeltand tijger, de DoDo, de Tasmaanse tijger…… Of denk eens een stapje dichterbij:je hond, kat,of kanarie. Je lievelings oma of opa, of je vader of moeder?, broertje of zusje??........... Stel je voor dat het mogelijk is………. “Nooit meer (uit)sterven” 16. Geef je mening over de stelling: Nooit meer uitsterven? Onderbouw je mening met minstens 2 argumenten die jou mening steunen en geef 1 tegenargument op jou mening. (5 pnt) Geef een juiste omschrijving van, of een ander woord voor de volgende biologische begrippen. (1 pnt per goede omschrijving ) 17. Homozygoot = 18. Intermediair = 19. P generatie = 20. Ongeslachtelijke voortplanting = 21.Geslachtschromosoom = 22. Biotechnologie= 23. DNA = Hierboven zie je een kruising met erwten weergegeven. De volgende vragen gaan over deze afbeelding 24.Wat is in de F3 generatie de verhouding tussen de verschillende fenotype? (2 pnt) 25. Hoe groot is de kans in % dat er uit een kruising van 2 gerimpelde erwten, er een gladde nakomeling ontstaat? Verklaar je antwoord met een kruisingsschema. (3 pnt) Een kweker experimenteert met rode en witte anjers. In de afbeelding hieronder zie je het resultaat van zijn experiment. Hij gaat opnieuw experimenteren en gaat kweken met een roze en een witte bloem. 26. Welke fenotype verwacht hij in de F1 generatie? Verklaar je antwoord met een kruisingsschema. (3 pnt) 27. Welke genotype verwacht hij in de F1 generatie? Verklaar je antwoord met een kruisingsschema. (3 pnt) 28. Welke bloemkleur is dominant? Verklaar je antwoord. (2 pnt) 29. Hoeveel % kans bestaat er dat je uit een kruising van rode en roze anjers, witte anjers krijgt? Verklaar je antwoord met een kruisingsschema. (3 pnt) 30. wat is de meest betrouwbare manier van voortplanten als je roze bloemen hebt en je wilt alleen roze bloemen kweken. Roze bloemen stekken of roze bloemen met elkaar kruizen? Verklaar je antwoord (3 pnt)