Architecture and social change Slechts weinigen zullen tegenspreken dat de inrichting van de ruimte invloed heeft op het sociale leven dat zich hierin afspeelt. Ondanks die schijnbare evidentie is de sociale dimensie van ruimte een thema waar slechts een relatief beperkt aantal architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten zich expliciet en actief mee bezighouden. Maar uitgedaagd door de huidige driedubbele (economische, ecologische en demografische) crisis, ontstaat er binnen de discipline steeds meer ruimte voor kritische (zelf)reflectie. Wat is in de huidige, complexe en gefragmenteerde samenleving de rol, functie en verantwoordelijkheid van ontwerpers? Als reactie op architectuur en ontwerp ten dienste van sterk commercieel of politiek gestuurde ontwikkelingen, is er een groeiende tegenbeweging aan het ontstaan die het algemene, publieke belang terug bovenaan de agenda wil plaatsen. Voor zover deze rijk geschakeerde beweging te typeren valt, lijkt de basishouding eerder bescheiden idealistisch te zijn. Dit, in tegenstelling tot gelijkaardige, sociaal geïnspireerde bewegingen uit het verleden, die achteraf sterk bekritiseerd zijn omwille van een eenzijdige fysisch-wetenschappelijke benadering (in de periode van het modernisme), of naïef populisme (gedurende de jaren '60 - '70). De tijd dat architecten dachten dat ze met 'goed ontwerp' of 'de wensen van de mensen' de wereld konden redden, lijkt voorgoed achter ons te liggen. Wel is er een hernieuwd, optimistisch geloof dat architectuur kan werken als katalysator van sociale verandering. Het spectrum van huidige architectuur-, stedenbouw- en landschapsarchitectuurpraktijken waarin (al dan niet expliciet) gefocust wordt op 'het sociale' is breed. Dat gaat van ontwerp-activisme, over het schrijven van kritische manifesten, de creatie van ruimtelijke rituelen in het landschap, het bedenken van tijdelijke interventies in transformatiegebieden, tot het opzetten van allerhande coproducties bij herontwikkelingsprojecten. Als er al een gemeenschappelijke deler is, dan is dat het trans- en multidisciplinaire karakter van de samenwerkingen, die bureaus, collectieven of individuen vaak op maat van de gelegenheid en de context aangaan. Niet zelden maken kunstenaars en sociale wetenschappers mee deel uit van het team. Ook de achterliggende leidmotieven kunnen sterk uiteen lopen. Hieronder volgt een voorzichtige poging tot synthese. In de huidige constellaties gaat het vaak om een combinatie van de hieronder opgesomde motieven, maar dat hoeft niet noodzakelijk zo te zijn. Terugkerende thema's zijn: - een streven naar een radicale verbetering van woon-, werk- en leefomstandigheden, door innovatieve en alternatieve denkpistes te exploreren binnen ruimtelijk ontwerp. Op die manier een antwoord proberen bieden op specifieke, hedendaagse condities en tegemoet komen aan de grote maatschappelijke uitdagingen op dit vlak: migratie, vergrijzing, toenemende bevolkingsaantallen, wisselende gezinssamenstellingen, verschuivende tijdsbestedingspatronen, grotere woon- en werkafstanden, toegang tot werk, voorzieningen en woningen, multiculturele tolerantie, gemeenschapsvorming, enz. - het herdenken van de rol van architectuur en ruimtelijk ontwerp in het algemeen. De positie van architecten en ontwerpers wordt gezien binnen een ruimere, sociale context. Er ligt een sterke nadruk op het proces en de totstandkoming van ruimtelijke ontwikkelingen. In plaats van oplossingen te bedenken voor op voorhand vastgestelde problemen, wordt een collectief en kritisch denkproces opgestart over hoe, voor wie en door wie de ruimte kan verbeterd worden. Ontwerpers worden tijdelijke actoren in lokale sociale processen en initiëren nieuwe sociale netwerken. - een meer inclusieve benadering ten opzichte van ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent in de eerste plaats dat ook de gewoontes, gevoeligheden, noden en ambities van bewoners en gebruikers mee opgenomen worden in het ontwerp. Ook 'zachte', niet meetbare eigenschappen als de symbolische betekenis van ruimte, het collectief geheugen van een plek of mogelijkheden voor ruimtelijke toe-eigeningspraktijken worden mee in rekening gebracht. Er worden uiteenlopende methodes en technieken toegepast die toelaten om de veelheid aan manieren waarop mensen zich uitdrukken over de kwaliteit van hun ruimte zichtbaar te maken, te lezen en te begrijpen, zoals antropologische observaties en interviews, creatieve mapping-technieken en participatief ontwerp. Op die manier kunnen zowel uiteenlopende representaties van de ruimte (zoals mentale kaarten, graffiti, kindertekeningen, foto's, films, enz.) als verhalen en vertogen worden geïntegreerd. - aandacht voor maatschappelijke emancipatie. Door te focussen op meer welzijn en 'empowerment' van kwetsbare groepen die doorgaans uitgesloten worden, kunnen participatieve ontwerpprocessen een bijdrage leveren tot het veranderen van sociale verhoudingen binnen onze maatschappij. Dit betekent dat ontwerpers actief inzetten op 'capacity building', door bewoners en gebruikers te ondersteunen en begeleiden bij het verbeteren van hun leefomgeving en relevante partijen te betrekken zodat de implementatie van de gewenste oplossingen verzekerd wordt. Met deze lezingenreeks wil Stad en Architectuur deze hernieuwde aandacht van architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten en kunstenaars voor de sociale dimensie van ruimte in de schijnwerpers zetten. Tegelijkertijd heeft deze reeks ook als doel om zowel de sprekers als het publiek uit te dagen tot uitwisseling, debat en reflectie over de uitdagingen en de struikelblokken in dergelijke maatschappelijk geïnspireerde ontwerppraktijken. (Marleen Goethals & Els Vervloesem, juni 2013)