Samenvatting van het Jaarverslag Discriminatie-Diversiteit van het Centrum voor Gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding 2012 Gemakkelijk leesbaar Inhoudstafel Inhoudstafel ........................................................................................................... 2 1 Hoofdstuk 1 – Focus : Leeftijd, beschermings- of uitsluitingscriterium ? ..... 3 2 Hoofdstuk 2 : Cijfers ....................................................................................... 8 2.1 3 Discriminatie........................................... Error! Bookmark not defined. Hoofdstuk 3 : Thematische dossiers ............................................................... 9 3.1 Werk : ‘discriminerende’ belaging op het werk ....................................... 9 3.2 Onderwijs ................................................................................................ 10 3.2.1 « Meten is weten », ook in het Vlaams onthaalonderwijs ............... 10 3.2.2 Discriminatie op school in perspectief geplaatst in de Franse gemeenschap ................................................................................................. 11 3.3 Huisvesting : lokale verankering ............................................................ 11 3.4 Seksuele geaardheid : homofoob geweld ............................................... 12 3.5 Handicap : inclusief onderwijs ............................................................... 13 Overzicht van de meldpunten voor racisme en discriminatie ............................. 15 Colofon ................................................................................................................ 22 De twee di-woorden die belangrijk zijn in dit jaarverslag Discriminatie : onderscheid maken tussen mensen of tussen groepen van mensen Diversiteit : afwisseling. Alle mensen zijn verschillend. (Gelukkig maar, zo wordt het nooit saai.) Discriminatie-Diversiteit : wanneer mensen die anders zijn, niet dezelfde kansen krijgen. 1 Hoofdstuk 1 – Focus : Is leeftijd een reden om te beschermen of uit te sluiten? De Europese Unie besliste: ‘2012 wordt het jaar voor “Actief ouder worden”. En dat werd het. Actief ouder worden wil zeggen dat je je manier van leven niet veel verandert. Je wordt ouder maar je blijft reizen, werken of sporten. Daarom heeft het Centrum in 2012 veel gewerkt rond leeftijd. Daarom ook schreef het Centrum de “Focus” van zijn jaarverslag 2012 over leeftijd. Er wordt om veel redenen gediscrimineerd. Bijvoorbeeld omdat iemand een andere huidskleur heeft. Of een handicap. Discrimineren op leeftijd is net iets anders. Iedereen verandert in zijn leven van leeftijd. Maar we veranderen niet van huidskleur. Veel mensen vinden dat discriminatie van oudere of jongere mensen minder erg is dan discriminatie van homoseksuelen of van mensen met een andere huidskleur. Zij zeggen dat iedereen eerst jong is en dan ouder wordt. Iedereen zal dus ondervinden wat er leuk en minder leuk is aan jong zijn. Iedereen zal ook ervaren welke mooie en minder mooie kanten oud zijn heeft. Iedereen zal dus in zijn leven dezelfde voor- en nadelen ondervinden. Maar klopt dit wel? Jongeren mochten en konden in 1950 andere dingen dan jongeren vandaag. En de ouderen van vandaag mogen en kunnen ook andere dingen dan de ouderen binnen 50 jaar. Dus zeggen dat iedereen door ouder te worden dezelfde rechten krijgt, is niet juist. Leeftijd en macht Leeftijd wordt gebruikt om te beslissen wie macht heeft over wie: volwassenen beslissen voor kinderen. Vroeger was dit het geval met geslacht: mannen beslisten toen voor vrouwen. En dat is nog altijd zo voor handicap: veel mensen vinden dat we voor personen met een handicap moeten zorgen en in hun plaats moeten beslissen. Terwijl personen met een handicap evenveel rechten hebben als anderen. Ze mogen hun eigen beslissingen nemen. Dus waarom niet ook jongeren en ouderen? Wanneer is iets discriminatie op leeftijd? Leeftijd dient soms om te discrimineren en uit te sluiten. Maar soms dient leeftijd ook om te beschermen. De rechten van kinderen zijn een goed voorbeeld : kinderen worden beschermd omdat ze zwakker zijn. Maar vaak zijn kinderen ook uitgesloten: kinderen mogen bijvoorbeeld niet stemmen. Kinderen moeten ook gehoorzamen aan volwassenen. De hele maatschappij draait rond leeftijd: rond ouders en hun kinderen. Kinderen worden anders behandeld dan volwassenen. Maar wanneer gebeurt dit om hen te beschermen? En wanneer om hen uit te sluiten? Discriminatie op leeftijd is moeilijk te bepalen. Individuele of collectieve rechten ? Er zijn de individuele rechten : de rechten die we allemaal hebben, onze rechten als persoon. Maar er is ook het algemeen belang. Het belang van de maatschappij. De collectieve rechten. Deze twee staan soms tegenover elkaar: de rechten van een persoon zijn soms in strijd met het maatschappelijk belang. Maar dit is niet altijd het geval: soms zijn de individuele rechten van mensen gelijk aan het belang van de maatschappij. Veel mensen vinden leeftijd een cijfer dat veel zegt over een persoon. Zij vinden dat iedereen naargelang zijn leeftijd andere dingen leuk vindt. In dit idee komt ook iedereen aan de beurt: de tijd van de jongeren zal nog komen en de tijd van de ouderen is bijna voorbij. Jongeren kunnen nog wachten om sommige rechten te hebben. Ouderen mogen niet klagen omdat zij al alles hebben mogen doen. Leeftijd gebruiken in de wetten en regels is heel gemakkelijk. Leeftijd is zeer handig om te zeggen wie wel of niet iets mag doen. Leeftijdsgrenzen zijn dus heel duidelijk. Daardoor kunnen we ruzies vermijden. Op het werk bijvoorbeeld, worden er vaak leeftijdsbarema’s gebruikt. Dit wil zeggen dat de mensen meer verdienen wanneer ze ouder worden. Het is heel gemakkelijk om zo het loon van de werknemers te bepalen. Niemand krijgt voorrang omdat het voor iedereen dezelfde regel is. En het is gemakkelijk omdat we veronderstellen dat oudere mensen meer weten en dus beter werken. Maar zijn deze leeftijdsbarema’s wel de beste oplossing? Is het wel de beste manier om te zien hoeveel iedereen moet verdienen? Het zou beter zijn om te meten wat iedereen moet verdienen. Maar het is heel moeilijk om dat te meten. Het is gemakkelijk te bewijzen dat leeftijdsgrenzen raar zijn. We moeten bijvoorbeeld op pensioen als we 65 jaar zijn. Dat wil dus zeggen dat we vinden dat mensen te oud zijn om te werken als ze 65 zijn. Maar waarom zijn we op 64-jarige leeftijd nog niet te oud? Sommige mensen kunnen ook na die leeftijd werken. Andere mensen hebben veel vroeger al gezondheidsproblemen. De maatschappij besliste op welke leeftijd iedereen moet stoppen met werken. Het is dezelfde regel voor iedereen en dat is het beste. Maar het is waarschijnlijk niet het beste voor iedereen. Leeftijdsgrenzen beperken ook onze persoonlijke vrijheid. Door de leeftijdsgrenzen kunnen we niet altijd kiezen wat we doen. De maatschappij geeft het signaal dat we op elke leeftijd sommige dingen mogen doen, maar andere dingen niet. We moeten naar school gaan als we jong zijn. Maar als we lessen willen volgen wanneer we ouder zijn, mag dat vaak niet. Studies van het Centrum Het Centrum deed enkele studies over leeftijdsdiscriminatie. De eerste studie is “Meten van discriminatie op het werk”. In deze studie gingen we na of mensen op het werk gediscrimineerd worden om hun leeftijd. De studie toont dat mensen vanaf 45 jaar een grotere kans hebben om gediscrimineerd te worden op het werk. Gediscrimineerd zijn, wil zeggen dat men minder kansen krijgt dan een andere persoon. . Het HR-personeel (dat zijn de mensen die beslissen of kandidaten een job krijgen of niet) geeft toe dat oudere mensen minder kansen krijgen. Ze zeggen ook dat oudere mensen minder vormingen mogen volgen. Dat wil zeggen dat veel bedrijven vinden dat mensen boven 45 jaar te oud zijn om te leren. Het Centrum deed ook een rondvraag : “Te jong? Te oud? Vooroordelen over leeftijd op het werk.” Een vooroordeel is een idee dat iemand heeft over een mens of een groep mensen zonder die goed te kennen. Voor deze rondvraag stelde men werknemers van alle leeftijden vragen. Het resultaat van de rondvraag is dat iedereen vooroordelen heeft. Veel mensen hebben bijvoorbeeld het vooroordeel over ouderen dat ze niet gemakkelijk nieuwe dingen leren. Mensen denken ook vaak dat ouderen niet van verandering houden en dat ze trager werken. Maar er zijn ook positieve vooroordelen. De meeste mensen denken bijvoorbeeld dat ouderen betrouwbaar en rustig zijn en dat ze graag anderen helpen. De peiling toont dat het belangrijk is om ouderen en jongeren samen te laten werken. Zo zullen ze minder vooroordelen hebben over de anderen. De peiling toont ook dat veel mensen leeftijdsdiscriminatie normaal vinden. Dit bewijst dat leeftijdsdiscriminatie nog niet genoeg gekend is. De dossiers van het Centrum Veel mensen bellen het Centrum omdat ze zich gediscrimineerd voelen door hun leeftijd. Soms is dat op het werk: iemand krijgt een job niet omdat hij of zij te jong of te oud is. Soms gaat het over problemen met verzekeringen of met huisvesting. Oudere mensen kunnen soms geen appartement huren omdat de eigenaars bang zijn dat ze het niet zullen kunnen onderhouden. Het Centrum wil dat de maatschappij nadenkt over hoe we de leeftijd gebruiken om onderscheid te maken. Te vaak verliezen mensen een grondrecht omwille van hun leeftijd. Wanneer een regel discriminerend is, wordt die dikwijls aangepast door een nieuwe discriminatie in te voeren. Een voorbeeld: mensen ouder dan 45 jaar hebben het vaak moeilijk om na ontslag opnieuw werk te vinden. Dus verplichtte België de bazen om outplacement te voorzien voor 45-plussers die ze ontslaan. Outplacement is wanneer iemand hulp krijgt om een nieuwe job te vinden na zijn ontslag. Maar outplacement kost veel geld. Daardoor zijn veel bedrijven bang om ouderen aan te nemen. Want als die persoon niet goed werkt, zal het duur zijn om hem te ontslaan door het verplichte outplacement. Het Centrum vindt dat outplacement verplicht zou moeten zijn voor àlle ontslagen. 2 Hoofdstuk 2 : Cijfers In 2012 ontving het Centrum 4.226 meldingen van discriminatie. Het aantal meldingen stijgt elk jaar. De meeste dossiers gaan over discriminatie op basis van ras: huidskleur, nationaliteit, herkomst, enz. Het aantal dossiers over godsdienst is het sterkst gestegen. Er zijn ook veel meer dossiers over het inkomen/het vermogen dan vorig jaar. Dit zijn vaak dossiers over huisvesting: eigenaars weigeren bijvoorbeeld om hun appartement te verhuren aan personen die leven van het OCMW of van een tegemoetkoming voor handicap. Het Centrum heeft ook meer dossiers geopend over homofoob geweld. Homofoob geweld is wanneer iemand verwijten of slaag krijgt omdat hij homo is. Of omdat zij lesbienne is. Het Centrum opent ook steeds meer dossiers over haatboodschappen op sociale media. Dit gaat bijvoorbeeld over mensen die op Facebook zeggen dat alle moslims weg moeten uit België. De helft van de dossiers gaat over werk of over goederen en diensten (huisvesting, verzekeringen, banken, enz.). In 2 van de 5 dossiers vindt het Centrum dat er echt sprake is van discriminatie. Maar heel vaak is dat moeilijk te bewijzen. Per 3 dossiers is er één waarover het Centrum niet genoeg informatie heeft om goed te kunnen oordelen. Deze cijfers zeggen niet echt hoeveel echte gevallen van discriminatie er zijn. Veel slachtoffers kennen het Centrum niet. Of ze durven het Centrum niet te bellen. Of ze vrezen dat het toch niets uitmaakt. Het Centrum wil dat iedereen die zich gediscrimineerd voelt, het Centrum belt. 3 Hoofdstuk 3 : Thematische dossiers 3.1 Werk : ‘discriminerende belaging’ op het werk Belaging is wanneer iemand steeds opnieuw gepest wordt. Discriminerende belaging is net als andere belaging. Slechte grapjes en stoute opmerkingen die steeds herhaald worden. Het verschil is dat het slachtoffer gepest wordt omdat hij of zij ‘anders’ is: bijvoorbeeld omdat hij homo is, een vreemdeling is of een handicap heeft. Het gaat dus om pesten om persoonlijke kenmerken. Persoonlijke kenmerken zijn zaken die iemand niet zelf kiest. Je handicap, je huidskleur, je seksuele voorkeur, daar kies je niet zelf voor. Als men altijd mopjes of opmerkingen maakt over die persoonlijke kenmerken, dan is dit discriminerende belaging. Het Centrum krijgt hier veel meldingen over. Grenzen aan humor op het werk ? Humor is heel belangrijk. We gebruiken vaak humor om stress te verminderen. Maar soms zijn grapjes over collega’s ook kwetsend. Niet iedereen lacht om dezelfde dingen. En soms denkt men een grapje te maken, maar gaat men eigenlijk te ver: er is een wettelijke grens die we niet mogen overschrijden. Om slachtoffers beter te beschermen, stelt het Centrum enkele oplossingen voor. Sensibiliseren – informeren – vorming geven Sensibiliseren betekent ‘gevoelig maken voor’. Sensibiliseren rond discriminatie betekent dus de aandacht vestigen op discriminatie, waardoor mensen beseffen hoe ernstig dat is. Veel slachtoffers en getuigen van discriminerend pestgedrag weten niet waar ze een klacht kunnen indienen. Nochtans doen de overheid, de werkgevers, de vakbonden, verenigingen, enz. veel moeite om iedereen goed te informeren. Er moeten dus nog meer vormingen zijn voor alle mensen die slachtoffers begeleiden. Slachtoffers helpen Het Centrum raadt werknemers die pestgedrag ondervinden aan om schriftelijk klacht in te dienen bij de preventieadviseur van hun bedrijf. De vakbonden of het Centrum kunnen het slachtoffer ook helpen. Samen kunnen ze mee helpen zoeken naar een oplossing. Sociaal overleg De invoering van maatregelen tegen belaging en discriminatie is goed voor alle mensen. Werkgevers en vakbonden kunnen dit samen doen door sociaal overleg. Het best zijn maatregelen die belaging voorkomen. 3.2 Onderwijs 3.2.1 « Meten is weten », ook in het Vlaams onthaalonderwijs Leerlingen die net zijn verhuisd uit een ander land, kunnen in Vlaanderen aparte lessen volgen. Deze leerlingen moeten eerst het Nederlands leren. Soms moeten ze ook zaken leren die ze in hun thuisland niet hebben geleerd. Daarom hebben ze aparte klassen. Maar dat is niet verplicht. Sommige scholen laten die kinderen in de gewone klas, met de andere leerlingen. Dan krijgen ze wel extra lessen om het Nederlands te leren. Niemand weet hoeveel kinderen uit andere landen er in de ‘gewone’ klassen zijn. Niemand weet wat die kinderen worden als ze klaar zijn met de school. Als we niet weten wat er met hen gebeurt, is het moeilijk om te zeggen of die speciale klassen hen hebben geholpen. We moeten dus beter meten welke leerlingen naar welke klas gaan. We moeten ook kunnen meten wat die leerlingen later worden. 3.2.2 Discriminatie op school in perspectief geplaatst Het Centrum krijgt vaak meldingen over discriminatie op school. Maar het Centrum kan niet altijd iets doen met die klachten. Het is vaak heel moeilijk om de discriminatie te bewijzen. En heel vaak zegt de wet niet genoeg of er discriminatie is of niet. Want discriminatie gebeurt vaak in het geniep en in alle stilte.. Leerlingen van vreemde herkomst worden sneller verwezen naar het technisch of het beroepsonderwijs. Sommige scholen ontmoedigen ouders om hun kind in een bepaalde school in te schrijven. Ze zeggen: Uw kind gaat dit niet aankunnen. Terwijl dat kind best slim is en veel kans heeft om te slagen. Ook dit is een vorm van discriminatie. 3.3 Huisvesting : lokale verankering Sommige gemeenten willen dat de sociale woningen enkel voor mensen zijn die sterke banden hebben met de gemeente. Sterke banden betekent bijvoorbeeld dat de persoon al werkt of woont in de gemeente. Of dat zijn kinderen naar school gaan in de gemeente. Of dat hij een tegemoetkoming krijgt van het OCMW van de gemeente. Een OCMW is een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. Deze sterke banden noemt men ook ‘lokale verankering’. Het Centrum krijgt regelmatig vragen over de lokale verankering. Steeds meer gemeenten gebruiken de lokale verankering om te beslissen wie een sociale woning mag krijgen. Sommige gemeenten geven enkel sociale woningen aan mensen die hun lokale verankering kunnen bewijzen. Andere gemeenten hebben een puntensysteem om te bepalen wie recht heeft op een sociale woning. Als iemand genoeg punten heeft, dan kan hij een sociale woning vragen. De lokale verankering is dan één van de elementen die recht geeft op punten. In sommige gemeenten moet je zelfs een lokale verankering hebben om een woning te mogen kopen. De lokale verankering gebruiken om te zien wie een woning mag hebben, is niet altijd een probleem. Maar als de lokale verankering te belangrijk is, kan het als discriminatie beschouwd worden. De mensen die het meest nood hebben aan een sociale woning, hebben er dan misschien geen recht op. Sommige gemeenten gebruiken de lokale verankering om te voorkomen dat er teveel vreemdelingen komen wonen. Nochtans is het recht op wonen heel belangrijk. We moeten dus altijd goed opletten dat de lokale verankering voor de goede reden wordt gebruikt. 3.4 Seksuele geaardheid : homofoob geweld Al sinds enkele jaren zien de politie en het Centrum het aantal meldingen van homofoob geweld stijgen. Homofoob geweld is wanneer iemand beledigingen, slagen of verwondingen krijgt omwille van zijn seksuele geaardheid. Maar we weten niet hoeveel gevallen van homofoob geweld er elk jaar zijn. Veel slachtoffers dienen geen klacht in bij de politie of het Centrum. Ze denken dat het nutteloos is, dat de politie de daders toch niet zal vinden. Soms willen ze niet dat iemand weet dat ze homoseksueel zijn. Of ze zijn zelf bang van de politie. Sommigen kennen het Centrum niet en weten niet waar ze klacht kunnen indienen. Bovendien noteert de politie niet altijd goed de meldingen. Het is heel belangrijk dat de politieagent opschrijft dat het om homofobie gaat. Anders zal de dader niet op de juiste manier gestraft worden. Het Centrum kan de slachtoffers ondersteunen. Het kan slachtoffers informeren over hun mogelijkheden. Het kan ook zeggen waar het slachtoffer medische of psychische hulp kan krijgen. Het kan het slachtoffer helpen om een juridisch dossier op te bouwen. Het Centrum heeft ook veel partners om goed te werken tegen homofobie. De politie is één van de belangrijkste partners. Het Centrum geeft een vorming over homofobie in de school voor politieagenten. Zo weten alle nieuwe agenten hoe ze slachtoffers van homofoob geweld moeten opvangen. België is één van de enige Europese landen die zo’n vorming heeft. Maar naast de politie moeten nog veel andere partners werken tegen homofobie. Eigenlijk moeten we al in de kleuterschool leren wat homoseksualiteit is. We zouden al op school moeten leren dat sommige jongens verliefd worden op jongens. En dat meisjes ook verliefd kunnen worden op meisjes. Zo zal later niemand nog een probleem hebben met homoseksualiteit. 3.5 Handicap : inclusief onderwijs Het VN-Verdrag over handicap zegt dat we een inclusieve maatschappij moeten hebben. Dat betekent dat iedereen gelijkwaardig moet kunnen deelnemen aan de maatschappij. Personen zonder handicap even goed als personen met een handicap. Het is heel belangrijk dat ook het onderwijs inclusief is. Kinderen kunnen dan ontdekken dat personen met een handicap mensen zijn gelijk de anderen. Zo zullen ze het later normaal vinden om collega’s met een handicap te hebben. Kinderen met een handicap hebben dus het recht om te gaan naar de school die zij willen. Net als andere kinderen. Het VN-Verdrag stelt dat kinderen met een handicap recht hebben op redelijke aanpassingen. Redelijke aanpassingen zijn aanpassingen in een gewone school, zodat kinderen met een handicap er les kunnen volgen. De decreten (wetten) van de gewesten en gemeenschappen zeggen dat ook. Maar de onderwijswereld lijkt niet klaar voor het inclusief onderwijs. Te veel kinderen volgen het bijzonder (buitengewoon) onderwijs. En steeds meer kinderen worden verwezen naar het bijzonder onderwijs. Ouders van kinderen met een handicap vinden bijna nooit een plaats voor hun kind in een gewone school. Teveel scholen weigeren om redelijke aanpassingen uit te voeren. Nochtans verplicht de wet om deze aanpassingen te doen. Het Centrum vindt dat het onderwijs meer moeite moet doen om het onderwijs inclusief te maken. De scholen, de leerkrachten en de ouders moeten samen oplossingen vinden. Nieuwe onderwijzers moeten leren werken met kinderen met een handicap. De scholen moeten meer steun krijgen om het onderwijs inclusief te maken. De infrastructuur (het gebouw, de klaslokalen, de inrichting, … ) van alle scholen moet aangepast worden. Maar dat is een werk van heel lange adem. Het Centrum publiceert in de lente van 2013 een brochure over inclusief onderwijs. Deze brochure werd geschreven na heel veel discussies. Tijdens deze discussies ontdekte het Centrum vooral dat veel mensen te weinig weten over inclusief onderwijs. In deze brochure legt het Centrum uit dat kinderen recht hebben op inclusief onderwijs. En dat de scholen redelijke aanpassingen moeten doen. De brochure is voor leerkrachten, leerlingen, ouders en voor schooldirecties. De brochure geeft ook voorbeelden van redelijke aanpassingen. Overzicht van de meldpunten voor racisme en discriminatie Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Koningsstraat 138 - 1000 Brussel 02/212 30 00 – 0800/12 800 www.diversiteit.be [email protected] Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen Ernest Blerotstraat 1 – 1070 Brussel 02/233 40 27 – http://igvm-iefh.belgium.be [email protected] Lokale meldpunten in Vlaanderen: alle discriminatiegronden Meldpunt Discriminatie Aalst Hoveniersplein 1 - 9300 Aalst 053/73 23 39 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Antwerpen Sint-Jacobsmarkt 7 - 2000 Antwerpen 0800/94 843 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Brugge Kerkhofstraat 1 - 8200 Brugge 050/40 73 99 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Genk Stadsplein 1 - 3600 Genk 089/65 42 49 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Gent Keizer Karelstraat 1 - 9000 Gent 09/268 21 68 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Hasselt Groenplein 1 - 3500 Hasselt 011/23 94 72 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Kortrijk Grote Markt 54 - 8500 Kortrijk 056/27 72 00 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Leuven Prof. van Overstraetenplein 1 - 3000 Leuven 016/27 26 00 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Mechelen Maurits Sabbestraat 119 - 2800 Mechelen 015/29 83 38 mailto:[email protected]@mechelen.be Meldpunt Discriminatie Oostende Hospitaalstraat 35 - 8400 Oostende 059/40 25 83 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Roeselare Zuidstraat 17 - 8800 Roeselare 051/26 21 80 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Sint-Niklaas Grote Markt 1 - 9100 Sint-Niklaas 03/760 91 00 - [email protected] Meldpunt Discriminatie Turnhout Campus Blairon 200 - 2300 Turnhout 014/40 96 34 - [email protected] Espaces Wallonie Espace Wallonie Arlon Place Didier 42 - 6700 Arlon T 063/43 00 30 - [email protected] Espace Wallonie Eupen Gospertstrasse 2 - 4700 Eupen T 087/59 65 20 – 0800/11 902 - [email protected] Espace Wallonie La Louvière Rue de Bouvy 7 - 7100 La Louvière T 064/23 79 20 - [email protected] Espace Wallonie Bergen Rue de la Seuwe 18-19 - Ilot de la Grand'Place - 7000 Mons T 065/22 06 80 - [email protected] Espace Wallonie Namen Rue de Bruxelles 20 - 5000 Namur T 081/24 00 60 - [email protected] Espace Wallonie Nijvel Rue de Namur 67 - 1400 Nivelles T 067/41 16 70 - [email protected] Espace Wallonie Doornik Rue de la Wallonie 19-21 - 7500 Tournai T 069/53 26 70 - [email protected] Espace Wallonie Verviers Rue Xhavée 86 (entrée visiteurs) - Rue de Jardon 41 (adresse postale) - 4800 Verviers T 087/44 03 50 - [email protected] Espace Wallonie Charleroi Rue de France 3 - 6000 Charleroi T 071/20 60 80 - [email protected] Espace Wallonie Luik Place Saint-Michel 86 - 4000 Liège T 04/250 93 30 - [email protected] Regionale Integratiecentra (Centres Régionaux d'Intégration) in Wallonië Centre d'Action Interculturelle de la Province de Namur Rue Docteur Haibe 2 - 5002 Saint-Servais 081/73 71 76 - www.cainamur.be Centre Régional d'Action Interculturelle du Centre Rue Dieudonné François 43 - 7100 Trivières 064/23 86 56 - www.ceraic.be Centre Régional d'Intégration de Charleroi Rue Hanoteau 23 - 6060 Gilly 071/20 98 60 - www.cricharleroi.be Centre Interculturel de Mons et du Borinage Rue Grande 56 – 7330 Saint-Ghislain 065/61 18 50 - www.nosliens-cimb.be Centre Régional d'Intégration du Brabant Wallon Rue de Mons 17/1 - 1480 Tubize 02/366 05 51 - www.cribw.be Centre Régional pour l'Intégration des Personnes Etrangères ou d'Origine étrangère de Liège Place Xavier Neujean 19b - 4000 Liège 04/220 01 20 - www.cripel.be Centre Régional de Verviers pour l'Intégration des Personnes Etrangères ou d'Origine étrangère Rue de Rome 17 - 4800 Verviers 087/35 35 20 - www.crvi.be Meldpunten: seksuele geaardheid Alliàge En Hors-Château 7 - 4000 Liège 04/223 65 89 - www.alliage.be Arc-en-Ciel Wallonie En Hors Château 7 - 4000 Liège 04/222 17 33 - www.arcenciel-wallonie.be çavaria Kammerstraat 22 - 9000 Gent 09/223 69 29 - www.cavaria.be Regenbooghuis Brussel Kolenmarkt 42 - 1000 Brussel 02/503 59 90 – www.rainbowhouse.be Tels Quels Kolenmarkt 81 - 1000 Brussel 02/512 45 87 - www.telsquels.be Meldpunten: handicap en gezondheidstoestand AFRAHM (Association francophone d'aide aux Handicapés mentaux) Albert Giraudlaan 24 - 1030 Brussel 02/247 60 10 - www.afrahm.be Altéo Haechtsesteenweg- PB 40 - 1031 Brussel 02/246 42 26 www.alteo-asbl.be Association socialiste de la personne handicapée Sint-Janstraat 32-38 - 1000 Brussel 02/515 02 65 – www.asph.be Brailleliga Engelandstraat 57 - 1060 Brussel 02/533 32 11 - www.brailleliga.be Federatie van Vlaamse Dovenorganisaties Stropkaai 38 - 9000 Gent 09/224 46 76 - www.fevlado.be Fédération Francophone des Sourds de Belgique Van Eyckstraat 11A/4 - 1050 Brussel 02/644 69 01 – www.ffsb.be Handiplus Jardins de Fontenay - Veldstraat 67 - 1040 Brussel 02/646 34 76 - www.handiplus.com Inclusie Vlaanderen Albert Giraudlaan 24 – 1030 Brussel 02/247 28 20 - www.inclusievlaanderen.be Katholieke Vereniging Gehandicapten Arthur Goemaerelei 66 - 2018 Antwerpen 03/216 29 90 - www.kvg.be Ligue des Droits de l'Enfant Hunderenveld 705 - 1082 Brussel 02/465 98 92 - www.ligue-enfants.be Directie-generaal voor Personen met een Handicap Kruidtuinlaan 50 bus 150 - 1000 Brussel 0800/987 99 – www.handicap.fgov.be Nationale Vereniging voor Hulp aan Verstandelijk Gehandicapten Albert Giraudlaan 24 - 1030 Brussel 02/247 60 10 - www.nvhvg.be Œuvre nationale des aveugles Daillylaan 90-92 - 1030 Brussel 02/241 65 68 - www.ona.be Sensoa Kipdorpvest 48a - 2000 Antwerpen 03/238 68 68 - www.sensoa.be Vlaamse Diabetes Vereniging vzw Ottegemsesteenweg 456 - 9000 Gent 09/220 05 20 - www.diabetes-vdv.be Vlaamse Federatie Gehandicapten Sint Jansstraat 32-38 - 1000 Brussel 02/515 02 62 - www.vfg.be Vlaamse Liga Tegen Kanker Koningsstraat 217 - 1210 Brussel 02/227 69 69 - www.tegenkanker.be Meldpunten: werk ABVV Hoogstraat 42 - 1000 Brussel 02/552 03 45 - www.abvv.be ACLVB Poincarélaan 72-74 - 1070 Brussel 02/558 51 50 - www.aclvb.be Actiris Loket discriminatie bij aanwerving Antwerpselaan 26 - 1000 Brussel 02/505 79 00 - 02/505 78 78 - www.actiris.be ACV Haachtsesteenweg 579 - 1030 Brussel 02/508 87 11 - www.acv-online.be Colofon Gemakkelijk te lezen Samenvatting van het Jaarverslag Discriminatie/Diversiteit 2012 Brussel, mei 2013 Uitgever en auteur: Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Koningsstraat 138, 1000 Brussel T: 02 212 30 00 F: 02 212 30 30 [email protected] Verantwoordelijke uitgever: Jozef De Witte Ce rapport est aussi disponible en français. Het Centrum juicht de verspreiding van kennis toe, maar dringt aan op respect voor de samenstellers en auteurs van alle bijdragen in deze publicatie. Haar als informatiebron gebruiken is alleen toegestaan met vermelding van auteur en bron; de teksten, foto’s, tekeningen of andere auteursrechtelijke beschermde elementen geheel of gedeeltelijk reproduceren, verkopen, publiceren, aanpassen mag alleen met de schriftelijke toelating van het Centrum. Wilt u het beeldmateriaal in deze publicatie gebruiken, neem dan contact op met het Centrum of rechtstreeks met de copyrighthouder vermeld in dit colofon.