B&W.nr.: 05.0481 d.d. 12 april 2005 Integrale schuldhulpverlening in Leiden Onderwerp BESLUITEN Behoudens advies van de commi ssie SWM G 1. 2. 3. 4. de notitie "De omslag van de Stadsbank. De eerste sleutel tot Leidse integrale schuldhulpverlening" in principe vast te stellen behoudens het advies van de OC van de dienst SOZA en daarmee in te stemmen met de omvorming van de Stadsbank Leiden tot een (expertise)bureau Integrale Schuldhulpverlening Leiden; kennis te nemen van het advies van de Cliëntenraad SOZA; de beantwoording van het advies van de Cliëntenraad vast te stellen; dit besluit over de omvorming van de Stadsbank tot een (expertise)bureau Integrale Schuldhulpverlening Leiden ter kennis te brengen van de Raad/raadscommissie SI. Samenvatting: Medio 2004 heeft er een werkconferentie "Naar een integralere schuldhulpverlening in Leiden" plaatsgevonden met alle belangrijke organisaties in Leiden die betrokken zijn bij mensen met schulden. Op deze conferentie is geconstateerd dat de hulp aan mensen met schulden voor verbetering vatbaar was en integraler kon en moest. Als een eerste stap naar een integrale schuldhulpverlening in Leiden zal de Stadsbank Leiden worden omgevormd tot een (expertise)bureau schuldhulpverlening. De Stadsbank zal daarvoor een ontwikkeling doormaken van een schuldregelingsgeoriënteerde kredietbank naar een nieuwe, open en klantgerichte organisatie die zich richt op het begeleiden van mensen met (dreigende) schulden. Door begeleiding centraal te stellen kunnen meer mensen met schulden beter geholpen wordt. Voor de omvorming van de Stadsbank zal een half jaar worden uitgetrokken. RAADSAANBIEDINGSFORMULIER Raadscommissie SI REG.NR: 05.0481 Voorstel van : Remco Peijs B&W Telefoon : 071-5167228 Portefeuillehouder(s): W. de Boer Email : [email protected] Datum B&W : 12—4-2005 Titel: Integrale schuldhulpverlening in Leiden Voorstel: 1. Kennis te nemen van omvorming van Stadsbank naar bureau Integrale Schuldhulpverlening Korte inhoud document: Medio 2004 heeft er een werkconferentie "Naar een integralere schuldhulpverlening in Leiden" plaatsgevonden met alle belangrijke organisaties in Leiden die betrokken zijn bij mensen met schulden. Op deze conferentie is geconstateerd dat de hulp aan mensen met schulden voor verbetering vatbaar was en integraler kon en moest. Als een eerste stap naar een integrale schuldhulpverlening in Leiden zal de Stadsbank Leiden worden omgevormd tot een (expertise)bureau schuldhulpverlening. In bijgevoegde notitie "De omslag van de Stadsbank. De eerste sleutel tot Leidse integrale schuldhulpverlening") is het plan van aanpak hiertoe geschetst. Leiden gaat hiermee haar beschikbare geld en personele middelen veel meer richten op het begeleiden van mensen met (dreigende) schulden in plaats van het vooral trachten te regelen van schulden volgens de gedragscode van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), daar deze methode slechts voor een klein deel van de mensen met problematische schulden soelaas biedt. De Stadsbank zal daarvoor een ontwikkeling doormaken van een schuldregelingsgeoriënteerde kredietbank naar een nieuwe, open en klantgerichte organisatie die zich richt op preventie en op het begeleiden van mensen met (dreigende) schulden. Door begeleiding centraal te stellen kunnen meer mensen met schulden beter geholpen wordt. Voor de omvorming van de Stadsbank zal een half jaar worden uitgetrokken. De Cliëntenraad SOZA geeft in haar advies aan positief te zijn over het omvormen van de Stadsbank tot een expertisebureau (één-loket) voor schuldhulpverlening. De Cliëntenraad heeft in haar advies wel een aantal aandachtpunten aangegeven, die separaat van een antwoord zijn voorzien. Soort onderwerp: (I/M/B) ter kennisname Deadline behandeling raad n.v.t. Financiële consequenties geen Commissie: (naam commissie) Griffie: par. d.d. d.d. (datum commissie) Naam: Gemeenteraad Tst 516 d.d. (datum raad) Emailadres: Cliëntenraad Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Leiden Perzikweg 7 2321 DG Leiden Tel.: (071)5728964 E-mail: [email protected] Website: http://home.tiscali.nl/clientenraad/ 28 maart 2005 (met ingevoegd de reactie van College op 29-3-2005) Integrale schuldhulpverlening in Leiden De omslag van de Stadsbank (opmerkingen en advies) Adviezen staan bij de hoofdstukken 4 en 6. Hoofdstukken 1 en 2. De notitie had niet in deze vorm geschreven hoeven te worden, want de werkconferentie van 2004 heeft genoeg stof opgeleverd. Het is een niet overal even goed geschreven stuk, met een voorwoord dat kennelijk voortkwam uit de wens nog eens een Leidse opdracht te krijgen. Het voorwoord en hoofdstukken 1 en 2 (de helft van de notitie) zijn dan ook overbodig. Een zinsnede als “uit allerlei onderzoeken is gebleken dat (..)” moet uiteraard vergezeld gaan van eind- of voetnoten met bronnen, zodat de lezer de beweringen kan natrekken. Waarom vermeld moet worden dat “Dr. Pleij, een bekende Nederlandse cultuurhistoricus” “op een congres” iets “vertelde”, is onduidelijk, en is zonder bronvermelding sowieso irrelevant. Beide treurigheden staan op blz. 5. Op blz. 6 staat “maatschappelijke en sociale participatie”. Dat is dubbel en overbodig. De notitie staat vol beweringen en uitspraken die niet met noten en bronvermelding worden onderbouwd. Verder blijkt nergens dat de auteur met leden van de doelgroep heeft gesproken, dus waarschijnlijk is dit ook niet gebeurd. Dat is een tekortkoming. De slotalinea van hoofdstuk 2 is merkwaardig en de indruk ontstaat dat de auteur oorzaak en gevolg wel eens verwart. Ook hier ontbreken bronvermeldingen van de uitspraken. Reactie College De Cliëntenraad wijst terecht op het gemis van een aantal bronvermeldingen. Hoewel bronvermeldingen van belang voor een juiste onderbouwing van een stelling, in dit geval het verband tussen schulden en sociale problemen, kan van deze conclusie worden gesteld dat deze als algemeen gedeeld mag worden beschouwd. In bijna alle publicaties van het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening komt dit aspect ook aan de orde. De opmerking van Cliëntenraad over oorzaak en gevolg hierbij is terecht, het gaat hier vaak om een wederkerig proces, soms komen schulden door sociale problemen, maar soms ontstaan sociale problemen juist door schulden. Het College is in tegenstelling tot de Cliëntenraad van mening dat het Plan van Aanpak een makkelijk leesbaar stuk is met een treffende schets van het knelpunt en de oplossingsrichting. Hoofdstuk 3 (integrale schuldhulpverlening) vat in feite samen wat op de werkconferentie ook al te horen was. Er is behoefte aan een laagdrempelige één-loket-instelling voor schuldhulpverlening voor een grotere doelgroep dan die nu bereikt wordt. Het eerste aandachtspunt onder aan blz. 11 komt ietwat merkwaardig over, want voor mensen met een uitkering op minimumniveau is financiële problematiek per definitie een belemmering voor maatschappelijke deelname. Reactie College Het College wijst erop dat hierbij wel gradaties aan te geven zijn. Bij mensen met problematische schulden is de situatie meestal ingewikkelder dan bij iemand met een bijstandsuitkering zonder problematische schulden. Hoofdstuk 4 (implementatie) bouwt voort op de conclusies uit hoofdstuk 3 met de aanbeveling de Stadsbank de één-loketfunctie te geven. Wie zou het anders moeten doen? De Cliëntenraad adviseert hierover positief. De genoemde “taken en producten” van de Stadsbank nieuwe stijl zijn merendeels voor de hand liggend. De Cliëntenraad pleit er nadrukkelijk voor dat een cliënt één vaste contactpersoon krijgt en met zo weinig mogelijk instellingen te maken krijgt. De Cliëntenraad pleit voor een grote nadruk op preventie. Hierbij zullen mensen ook weerbaar gemaakt moeten worden tegen de geraffineerde verlokkingen van de consumptiemaatschappij. Het is echter niet realistisch te veronderstellen dat dit op lokaal niveau mogelijk is, zonder flankerend landelijk voorlichtingsbeleid en andere regelgeving voor reclame en voor kredietverschaffing. De Cliëntenraad pleit voor het veiligstellen van de toegang tot bancaire faciliteiten (rekening, bankpasje) voor de doelgroepen. Het lijkt de Cliëntenraad onwaarschijnlijk dat een reguliere bankinstelling hierin is geïnteresseerd. Reactie College De komst van een (expertise)bureau schuldhulpverlening is er ook op gericht om te voorkomen dat mensen van instelling naar instelling gaan om hulp te zoeken bij hun schulden, maar dat er één integrale aanpak van de schulden wordt geboden. Een integrale aanpak begint met een vaste contactpersoon bij het bureau Schuldhulpverlening, die waar nodig samen met de klant kijkt of er een andere instelling moet worden betrokken bij het oplossen van de hulpvraag. Voorts vraagt de Cliëntenraad aandacht voor preventie en om het veilig stellen van de toegang tot bancaire faciliteiten voor de doelgroep. Meer aandacht voor preventie is opgenomen in het plan voor het nieuwe bureau schuldhulpverlening. De opmerking van de Cliëntenraad over het veilig stellen van de toegang tot bancaire faciliteiten verwijst naar pagina 14 van het Plan van Aanpak waar wordt voorgesteld om te onderzoeken of de bancaire activiteiten van de Stadsbank ook tot het takenpakket van het nieuwe bureau schuldhulpverlening moeten gaan behoren of dat deze wellicht beter kunnen worden uitbesteed. Dit voorstel tot een verkennende studie is opgenomen, daar in diverse andere steden het bureau schuldhulpverlening soms losstaat van de instantie die sociale kredieten verstrekt, budgetrekeningen administratief verzorgt en schuldregelingskredieten verschaft. Die andere instantie is overigens niet altijd of vaak niet een reguliere bank, maar een andersoortige instelling. De Cliëntenraad plaatst een zeer kritische kanttekening bij het creëren van een samenhang met de reïntegratieketen van SOZA, niet omdat dit op zich een slecht idee is, maar vanwege de partners in die keten. Reïntegratiebedrijven en hun medewerkers kunnen zich niet verheugen in het vertrouwen van de Cliëntenraad. Dit wordt in een andere notitie uitgewerkt. Het gaat hier om kwetsbare doelgroepen, die met kennis van zaken, takt, begrip, enige empathie en goede omgangsvormen moeten worden benaderd. Dit zijn geen eigenschappen waarin de veelal jeugdige onervaren medewerkers van reïntegratiebedrijven over het algemeen uitblinken. De Cliëntenraad denkt niet dat andere instellingen, zoals DZB, het wel kunnen. Er zal dus nog heel goed moeten worden nagedacht. De Cliëntenraad adviseert met dit onderdeel te wachten totdat de juiste partners zijn gevonden. Reactie College Dit commentaar van de Cliëntenraad behelst niet het voorstel tot het omvormen van de Stadsbank, maar een ander onderdeel van het gehele project Integrale en Duale Schuldhulpverlening dat de gemeente Leiden in het kader van experimentsubsidie van het Ministerie van SZW zal uitvoeren. Dit ander onderdeel is gericht op het meer parallel laten verlopen van een schuldhulpverleningstraject en een reïntegratietraject. Het is geenszins de bedoeling de reïntegratiebedrijven een rol te geven in de uitvoering van de schuldhulpverleningstrajecten, maar afstemming tussen beide trajecten, en dus met reïntegratiebedrijven, is belangrijk en noodzakelijk. De opvattingen van de Cliëntenraad ten aanzien van het functioneren van reïntegratiebedrijven zijn bij het College bekend. Het College deelt deze opvattingen over de kwaliteit van reïntegratiebedrijven niet en verwijst daarbij onder meer naar een recent overzicht van de resultaten van de reïntegratiebedrijven die voor de gemeente Leiden werken. Het College onderschrijft wel dat de reïntegratiemarkt nog in beweging is en dat verbeteringsslagen in kwaliteit zeker nog te maken zijn. De signalen van de Cliëntenraad over de aanpak van de reïntegratiebedrijven worden periodiek met de dienst SOZA besproken. De dienst SOZA gebruikt deze signalen bij het optimaliseren van het individueel maatwerk. Hoofdstuk 5 bevreemdt de Cliëntenraad, want het lijkt alsof erom advies wordt gevraagd op een tijdstip waarop al met de implementatie is begonnen. Reactie College De in het Plan van Aanpak opgenomen planning moet gezien worden als een voorstel vanuit de projectleider. Alle acties tussen moment van opstellen van het plan van aanpak en besluitvorming door het College kunnen en zullen slechts van voorbereidende aard zijn. Het besluit van het College, en dus het adviesverzoek aan Cliëntenraad daarvoor, is evenwel het formele beslismoment, waarna definitieve implementatie kan starten. Hoofdstuk 6. De Cliëntenraad ziet de genoemde bedreigingen als realistisch en dringt erop aan hiervan goed kennis te nemen. Een niet genoemd probleem, waardoor de Cliëntenraad aandacht vraagt, is dat van buitenlandse schulden. De schuldeisers hoeven niet altijd ver weg te zijn, want ook met Belgische of Duitse schuldeisers zal het zeer moeilijk zijn om tot overeenstemming te komen, zelfs als de menskracht aanwezig is om dit te kunnen proberen. Reactie College Het College kan zich vinden in deze opmerkingen. EM. Meijer, Namens de Cliëntenraad SOZA “De omslag van de Stadsbank”. De eerste sleutel tot Leidse integrale schuldhulpverlening. Plan van aanpak en implementatievoorstel Westerbeek COD Elly Westerbeek In opdracht van de directeur Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Leiden Inhoudsopgave VOORWOORD ..................................................................................................................................... 8 INLEIDING ........................................................................................................................................... 9 2. INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING: WAT IS HET EN HOE IS HET NU? ............. 10 2.1 DOEL INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING:............................................................................... 10 2.2 DE SITUATIE NU: LANDELIJK EN IN LEIDEN ................................................................................. 10 2.2.1 Schuldregelen ....................................................................................................................... 11 2.2.2. Begeleiding .......................................................................................................................... 11 2.2.3 Budgetbeheer ........................................................................................................................ 11 2.2.4 De WSNP .............................................................................................................................. 12 2.3 CONSEQUENTIES HUIDIGE STAND VAN ZAKEN SCHULDHULPVERLENING LANDELIJK EN IN LEIDEN ............................................................................................................................................... 13 3. INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING: DE WENSEN EN DE NIEUWE STIJL IN LEIDEN................................................................................................................................................ 15 4. IMPLEMENTATIE WENSEN EN UITGANGSPUNTEN SCHULDHULPVERLENING NIEUWE STIJL .................................................................................................................................. 17 4.1. DE STADSBANK ALS SCHULDHULPVERLENINGSORGANISATIE ................................................... 17 4.2. DE TAKEN EN PRODUCTEN VAN DE STADSBANK NIEUWE STIJL ................................................. 17 4.3. DE STADSBANK NIEUWE STIJL IN RELATIE TOT DE KETENPARTNERS ......................................... 18 MODEL INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING NIEUWE STIJL .................................... 19 4.4. CONTEXT EN ACHTERGROND STADSBANK ................................................................................. 19 5. IMPLEMENTATIEPLAN: STADSBANK-NIEUWE STIJL..................................................... 21 5.1. FASE 1: DE OMSLAG .................................................................................................................... 21 5.2. FASE 2: DE VERDIEPING .............................................................................................................. 22 6. KANSEN EN BEDREIGINGEN ................................................................................................... 24 7. FINANCIËN EN KENGETALLEN .............................................................................................. 25 Voorwoord Door mijn vak kom ik in zeer veel verschillende gemeenten. Ik ken in veel steden de kortste weg van het station naar het gemeentehuis, de afstand tussen de Kredietbank en het maatschappelijk werk en ik ken in veel steden het adres voor de lekkerste cappuccino. Ik ben de afgelopen 3 weken letterlijk en figuurlijk bezig geweest met de weg te vinden in Leiden. Ik ben verdwaald op weg naar een Raad en Daadwinkel in de Merenwijk, waarbij ik uiteindelijk door 3 zeer vriendelijke voorbijgangers op een bijna dorpse manier begeleid ben naar mijn eindbestemming. Ik heb zingende buschauffeurs meegemaakt en ik heb een kroeg ontdekt waar ze de deur voor mij van het slot deden ’s morgens om 08.00 uur en waar ik een heerlijke kop koffie kreeg. Ik heb gesproken met bezielde, enthousiaste en gedreven hulpverleners die letterlijk vaak niet konden ophouden met het praten over hun vak, hun drijfveren, hun passie en soms ook hun woede als ze in de uitoefening van hun vak beperkt werden door allerlei factoren. Ik ben in Leiden onder de indruk geraakt van de schoonheid van de stad. Van de fijnmazigheid waarin de zorg is geregeld voor een enorme diversiteit aan doelgroepen. Ik heb zelden zo’n warm welkom gekregen bij alle partijen in de integrale schuldhulpverlening, waardoor de afspraken gemakkelijk te plannen waren en ik zelfs in de gelegenheid ben geweest een spreekuur bij te wonen van de Raad en Daadwinkels. Een stad met zoveel bezieling en authentieke zorg voor haar burgers kan niet anders dan (weer) trendsettend worden in de integrale schuldhulpverlening. Simpelweg omdat iedereen die ik heb gesproken wil dat schuldhulpverlening voor alle doelgroepen van kwalitatief hoog niveau is en dat er voor iedereen met financiële problemen mogelijkheden moeten zijn. De combinatie van zo’n eenduidige doelstelling en de betrokkenheid bij de problematiek betekent dat in Leiden een goede basis ligt voor de ontwikkeling en uitvoering van integrale schuldhulpverlening. Elly Westerbeek Februari 2005 Inleiding In de gemeente Leiden is op brede schaal behoefte om te komen tot integrale schuldhulpverlening. Hiertoe is in 2004 gestart met een projectgroep waarin alle relevante actoren op het gebied van zorg en welzijn zitting hebben. In dit kader is medio 2004 een werkconferentie geweest, onder leiding van de gemeente Leiden. Tijdens deze werkconferentie zijn een gezamenlijke visie en uitgangspunten geformuleerd van waaruit integrale schuldhulpverlening gemeentebreed kan worden vormgegeven. Tevens is toen aangegeven dat het grootste knelpunt in de schuldhulpverlening in Leiden is dat alle klanten naar verschillende instanties worden doorverwezen en dat daarover geen duidelijke afspraken bestaan. Tevens is middels een projectplan “Duale en Integrale Schuldhulpverlening DISH Leiden” een aanzet gegeven op welke wijze de vertaling kan plaatsvinden van de visie en uitgangspunten naar de werkwijze en uitvoering van integrale schuldhulpverlening. De directeur van de dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid heeft begin januari 2005 Elly Westerbeek gevraagd een verdere analyse van de huidige situatie in de schuldhulpverlening te maken en op basis hiervan een eventueel gewijzigd voorstel te maken. Deze analyse heeft bestaan uit het voeren van gesprekken met vertegenwoordigers van alle ketenpartners. Na accordering van deze analyse en het voorstel door zowel de gemeente Leiden als de ketenpartners zal zij worden aangesteld als projectleider integrale schuldhulpverlening. Voor u ligt de gemaakte analyse en het plan van aanpak dat op basis daarvan is gemaakt. In dit plan wordt aangegeven dat de eerste stap op weg naar integrale schuldhulpverlening in de gemeente Leiden de omslag van de Stadsbank kan zijn. Door deze organisatie verder te ontwikkelen en te professionaliseren kan een belangrijke eerste aanzet worden gegeven voor integrale schuldhulpverlening. Door de basis structureel te leggen kan van daaruit verder worden gebouwd zodat uiteindelijk de schuldhulpverlening in de gemeente Leiden kan voldoen aan zowel de wensen van de burgers als de gemeente en de instellingen in het veld van zorg en welzijn. In deze notitie worden de achtergronden en uitgangspunten van dit advies gegeven, vervolgens wordt een concreet stappenplan gegeven voor het komende half jaar en wordt in hoofdlijnen aangegeven waaruit de tweede fase kan bestaan. 2. Integrale schuldhulpverlening: wat is het en hoe is het nu? Integrale schuldhulpverlening is al jarenlang het woord voor een effectieve, structurele en intensieve aanpak van de schuldenproblematiek in Nederland. De gecombineerde aanpak van schuldregelen en de begeleiding van schuldenaren bij het voorkomen van nieuwe problemen op financieel gebied kenmerkt integrale schuldhulpverlening. Integrale schuldhulpverlening kan alleen bestaan als een gestructureerde, structurele en intensieve samenwerking plaats vindt tussen schuldregelende, hulpverlenende en uitkeringsverstrekkende instanties. Dit betekent dat verschillende instanties open moeten staan voor elkaar en derden en dat overleg moet plaatsvinden over de hulp- en dienstverlening aan de klant. Het gewenste synergetisch effect dat wordt beoogd met integrale schuldhulpverlening in gemeenten of een regio is tot op heden vaak onvoldoende zichtbaar en merkbaar voor de schuldenaar en het concept van integrale schuldhulpverlening heeft zich tot op heden helaas niet bewezen door middel van aantoonbare en meetbare resultaten. Dit heeft erin geresulteerd dat de aandacht in de schuldhulpverlening landelijk meer en meer is verschoven naar alleen het technisch en meer tastbare en meer zichtbaar te maken deel van de schuldhulpverlening: schuldregelen. Dit beeld is deels ook in de gemeente Leiden zichtbaar. De Stadsbank richt zich grotendeels op schuldregelen volgens de NVVK-methode, waardoor voor veel cliënten geen oplossing kan worden geboden. Voor cliënten die hiervoor niet in aanmerking komen wordt momenteel door de Stadsbank gekeken of middels budgetbegeleiding of budgetbeheer toch oplossingen gegenereerd kunnen worden voor de cliënt. 2.1 Doel integrale schuldhulpverlening: Aangezien integrale schuldhulpverlening voor 100% wordt betaald door overheidsgeld is het van belang het maatschappelijke doel hiervan voortdurend helder te houden. Uit allerlei onderzoeken is gebleken dat schulden en financiële problemen een oorzaak kunnen zijn van werkloosheid, echtscheiding, sociale uitsluiting en isolement, psychische problemen en (leer)problemen van kinderen. Gelet op het maatschappelijke belang van (arbeids)participatie door alle doelgroepen, zijn problematische schulden een belemmering voor elke gemeente om hun doelstellingen op het gebied van zorg, welzijn, reïntegratie en zelfs veiligheid op straat te behalen. Dit betekent dat het fenomeen “schulden” van burgers op zichzelf geen maatschappelijk probleem vormt. Dr. Pleij, een bekende Nederlandse cultuurhistoricus vertelde laatst op een congres over dit onderwerp dat we snel moeten ophouden te proberen om Nederland schuldenvrij te krijgen. Dat zou in zijn optiek een rechtstreekse route zijn naar ontkenning van onze culturele achtergrond van ondernemers. Een en ander impliceert dat in de uitvoering van integrale schuldhulpverlening een vertaalslag gemaakt moet worden van de gemeentebrede en maatschappelijke doelen en de individuele leerdoelen per cliënt. Schuldhulpverlening moet dus niet gericht zijn op het zo snel mogelijk schuldenvrij krijgen van de client, maar moet erop gericht zijn om de cliënt te leren omgaan met zijn financiële situatie, waarbij hij/zij uiteindelijk geen belemmeringen (meer) ervaart bij… Deze vertaling naar operationeel niveau leidt tot de volgende doelstelling voor integrale schuldhulpverlening: “Begeleiden van mensen met (door henzelf ervaren) financiële problemen naar een situatie waarin de financiën en/of financiële huishouding geen belemmeringen meer oplevert voor maatschappelijke en sociale participatie” 2.2 De situatie nu: landelijk en in Leiden De afgelopen weken is gesproken met vertegenwoordigers van de volgende instellingen in Leiden: Stadsbank (management- en operationeel niveau) Stichting MDMH De Binnenvest GGD (en meldpunt) Raad en Daadwinkels (management- en operationeel niveau) Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Uit deze gesprekken kan een beeld worden gegeven van de huidige situatie op het gebied van integrale schuldhulpverlening in de gemeente Leiden. Dit is onderverdeeld per product binnen dit vakgebied en wordt naast de situatie op landelijk niveau gelegd. 2.2.1 Schuldregelen Schuldregelen in het minnelijk traject vindt landelijk momenteel plaats door instanties die zijn aangesloten bij de NVVK. Zij werken volgens strikte regels die zijn vastgelegd in de gedragscode. Schuldregelen op deze wijze gaat ervan uit dat schuldenaren gedurende drie jaar maximaal aflossen aan alle schulden. Alle restschuld die na drie jaar nog openstaat wordt vervolgens kwijtgescholden. Dit kan alleen als alle schuldeisers van een schuldenaar akkoord gaan met de regeling. Dit wordt in de gemeente Leiden uitgevoerd door de Stadsbank, tevens NVVK-lid. Schuldregelen op deze wijze kent landelijk de volgende resultaten1: Aanmeldingen: 100% Uiteindelijk getroffen minnelijke regelingen: 5-10% Voor een aantal cliënten is na de uitval in veel gevallen een WSNP-aanvraag nog mogelijk en wordt eventueel het budgetbeheer nog voortgezet. In de gemeente Leiden zijn de slagingscijfers van schuldregelen te vergelijken met het landelijk beeld. Dit betekent dat in de huidige opzet de Stadsbank voor slechts een klein percentage van alle aanvragen iets kan doen. De meeste aanvragen voldoen niet aan de strikte criteria van de NVVK en worden gedurende een bepaalde periode begeleid, waarna daarna gekeken wordt of alsnog aan de criteria voldaan kan worden. Cliënten die voldoen aan de voorwaarden en waarvoor een schuldregeling wordt geprobeerd te treffen worden vaak geconfronteerd met de situatie dat crediteuren niet akkoord gaan. Na een traject van maanden zijn zij dan alsnog genoodzaakt een aanvraag voor de WSNP te doen. Alle klanten die worden afgewezen bij de Stadsbank komen bij diverse instanties in de stad terecht, waardoor een versnipperd en onoverzichtelijk beeld ontstaat voor de schuldhulpverlening in Leiden. 2.2.2. Begeleiding Uitgangspunt van integrale schuldhulpverlening is dat de oorzaak van de schulden en financiële problemen de kern vormt tot de oplossing. Dit betekent dat alleen het regelen van de schulden symptoombestrijding en oplossingsgericht is en daarmee slechts een zeer beperkte bijdrage levert aan duurzaamheid, reïntegratie en bewustwording en daarmee aan de doelstelling van integrale schuldhulpverlening zoals geformuleerd in 2.1 Budgetbegeleiding vormt de kern van de schuldhulpverlening, aangezien dit proces noodzakelijk is om uiteindelijk voor individuele klanten en daarmee gemeentebreed daadwerkelijke veranderingen te realiseren. Schuldregelen is een instrument dat als hulpmiddel vervolgens kan worden ingezet. Momenteel ligt in de gemeente Leiden de nadruk op schuldregelen. Begeleiding vindt alleen plaats aan doelgroepen die te maken hebben met meerdere problemen, waardoor ze in behandeling zijn bij andere hulpverlenende instanties. In de praktijk bestaat er niet of nauwelijks samenhang tussen het product schuldregelen en de eventuele begeleiding. Binnen de Stadsbank wordt budgetbegeleiding in sommige gevallen ook aangeboden voor cliënten die niet kunnen voldoen aan de voorwaarden van de NVVK. Echter, de medewerkers van de Stadsbank zijn momenteel gebonden aan de regelgeving van de NVVK rondom schuldregelen. Eventuele creatieve oplossingen voor de schulden kunnen zij op deze wijze niet genereren. 2.2.3 Budgetbeheer Budgetbeheer is een hulpmiddel in de schuldhulpverlening. Het dient vanuit de integrale schuldhulpverleningsoptiek alleen te worden ingezet bij een bepaalde mate van financiële onzelfredzaamheid van de schuldenaar. Met de inzet van budgetbeheer worden de financiën van een schuldenaar tijdelijk beheerd door een daarvoor bevoegde instantie, zodat de schuldenaar meer financiële rust krijgt. Tevens kan een dergelijke relatieve rustperiode van budgetbeheer in veel gevallen worden aangegrepen om achterliggende immateriële oorzaken die (mede) hebben bijgedragen aan ontstane schuldensituatie aan te pakken en beheersbaar te maken. Nadat immateriële problematiek beheersbaar is 1 Resultaten in de schuldregeling zijn zeer omstreden. Deze cijfers zijn gebaseerd op de registratie van een aantal grote schuldeisers. De officiële cijfers van de NVVK zijn anders en komen op een hoger slagingspercentage uit. geworden of mogelijk zelfs is weggenomen door de immateriële hulpverlening kan de schuldenaar gaan werken aan zijn financiële gedrag en daarmee werken aan een positieve uitstroom uit het budgetbeheer. De inzet van budgetbeheer is door de verschuiving naar het schuldregelende deel van de schuldhulpverlening meer en meer een hulpmiddel geworden voor schuldregelen. De praktijk van alledag is dat landelijk gezien budgetbeheer wordt ingezet om een schuldregeling te laten slagen. Er wordt te weinig aandacht geschonken aan de tijdelijkheid van zowel het beheer als de schuldregeling, waardoor veel schuldenaren na drie jaar wellicht (tijdelijk) schuldenvrij is, maar nog geen enkel inzicht hebben in of bewustzijn hebben van hun gedrag rondom geld en financiën. Voor de helderheid kun je dit vergelijken met hulpverlening aan verslaafden. Als drugsverslaafden drie jaar lang geïsoleerd worden van alle vormen van drugs, bijvoorbeeld bij opsluiting en verder geen aandacht wordt besteed aan hulpverlening die gericht is op de oorzaken en functie van de verslaving voor de cliënt, zal de cliënt snel na de opsluiting (bijvoorbeeld bij stress of spanning) weer naar de drugs grijpen. In de verslaafdenzorg is dit bekend, in de schuldhulpverlening wordt nog te weinig gedaan aan deze inzichten. In de gemeente Leiden is ditzelfde beeld te zien. Budgetbeheer wordt uitgevoerd door de Stadsbank. Het product is goed en degelijk vormgegeven en voorziet in een grote behoefte in de stad. Voor doelgroepen van bijvoorbeeld de Binnenvest is budgetbeheer noodzakelijk en wellicht zelfs levenslang van belang. Tegelijkertijd wordt budgetbeheer door de Stadsbank vrijwel standaard als voorwaarde gesteld voor elke schuldregeling en aanvraag, dit is in het verleden door de leiding van de Stadsbank bepaald en vastgesteld. Dit is voor de handliggend in de huidige werkwijze, aangezien uitgegaan wordt van een schuldregeling in plaats van de leerbaarheid en ontwikkeling van de klant. Gekoppeld aan de beschreven doelstelling van integrale schuldhulpverlening is budgetbeheer een hulpmiddel en een goed instrument om voor mensen tijdelijk een rustperiode te genereren. Echter, budgetbeheer is op lange termijn alleen effectief als het wordt ingezet als onderdeel van totaal uitgezet traject van integrale (schuld-)hulpverlening. In historisch perspectief kan gemeld worden dat zo’n 10 tot 15 jaar geleden budgetbeheer slechts zelden werd ingezet. Alleen voor doelgroepen uit de verslavingszorg, psychiatrie en dak- en thuislozen was dit beschikbaar. In deze periode kwamen minnelijke schuldregelingen gemakkelijker tot stand (slagingen van 40-60%) en waren cliënten met begeleiding uiteindelijk volledig in staat om zelfstandig alle rekeningen te betalen en ook alle aflossingen te verzorgen. Als prikkelende stelling wordt hier geponeerd dat in de afgelopen jaren de cliënten niet dommer zijn geworden, maar dat binnen de context van de schuldhulpverlening uitgegaan wordt van andere doelen. Tevens zijn de schulden in verhouding tot de inkomsten hoger geworden en zijn schuldeisers kritischer gaan kijken naar de kwaliteit van het schuldregelen. 2.2.4 De WSNP Sinds ruim zes jaar bestaat in Nederland de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) . Deze wet regelt dat schuldenaren onder strikte voorwaarden na drie tot vijf jaar een schone lei krijgen en een schuldenvrije toekomst kunnen hebben. De WSNP is vorig jaar geëvalueerd en aan de hand van deze evaluatie is een aantal wetswijzigingen voorgesteld. In hoofdlijnen bestaan de wijzigingen uit de volgende punten: toelating tot de WSNP is een gunst, geen recht; er wordt gewerkt met “ hard and fast rules” voor de schuldenaren; er komen meer absolute weigeringsgronden tot toelating in de WSNP; de schuldenaar moet aantoonbaar “saneringsrijp” zijn. De belangrijkste voorgestelde wijzigingen die direct gevolg hebben voor het minnelijk traject zijn: de invoering van een rechterlijk bevel aan schuldeisers om in te stemmen met een minnelijke schuldregeling zodat toelating tot de Wsnp-regeling niet meer nodig is, een accentverschuiving van facultatieve naar imperatieve rechterlijke afwijzingsgronden; het vervangen van een aantal afwijzingsgronden door toelatingsvoorwaarden waarvan de schuldenaar moet aantonen dat hij daaraan voldoet; Dit betekent concreet dat de WSNP voor steeds minder mensen toegankelijk wordt en dat meer schuldenaren dan voorheen een beroep doen op het minnelijk traject. Dit houdt in dat de belasting van het huidige minnelijk traject (nog) groter zal worden. 2.3 Consequenties huidige stand van zaken schuldhulpverlening landelijk en in Leiden De huidige gang van zaken in de schuldhulpverlening heeft grote consequenties. Schuldregelende organisaties zijn het landelijke aanspreekpunt als het gaat om schuldhulpverlening en creëren daarmee landelijk een scheef en soms onjuist beeld met betrekking tot vakgebied en mogelijkheden van de integrale schuldhulpverlening. In de gemeente Leiden wordt momenteel de Stadsbank gezien als de instantie voor schuldhulpverlening. Doordat de Stadsbank momenteel alleen schulden kan en mag regelen vanuit de NVVK-regelgeving en er nog geen structureel beleid is gemaakt als het gaat om de overige in 2.2. geformuleerde producten wordt er nog niet geheel vorm en inhoud gegeven aan de integrale schuldhulpverleningsgedachte. Er bestaat zowel landelijk als in Leiden geen uniforme gedachte over wat schuldhulpverlening is en waar schuldhulpverlening eindigt en immateriele hulpverlening begint. Hierdoor verzanden doorverwijzingen, ontstaan wrijvingen, onduidelijkheden en blijft schuldhulpverlening steken bij schuldregelingen. Er komt met de invoering van de wijzigingen in de WSNP een grotere belasting van de minnelijke schuldhulpverlening, aangezien minder aanvragen door de WSNP worden gehonoreerd. Schuldeisers gaan steeds minder vaak akkoord met een minnelijk schuldregelingsvoorstel. Zij twijfelen aan de professionaliteit en geloofwaardigheid van de schuldregelaars, aangezien zo’n groot percentage voorstellen uiteindelijk niet doorgaat en aangezien schuldeisers twijfelen aan de toetsing van het menselijke aspect bij een aanvraag. Alleen schuldenaren met problematische schulden worden geholpen. Cliënten met financiële problemen of zorgen kunnen onvoldoende terecht bij de schuldhulpverlening . Immers, schuldregelen is alleen mogelijk bij problematische schulden en volgens de gedragscode van de NVVK. Dit betekent dat mensen die op tijd om hulp vragen net zo lang moeten wachten totdat het echt erg wordt. Pas dan is er eventueel een oplossing voor handen. In Leiden meldt deze groep zich momenteel bij andere instellingen. Doordat de inhoudelijke deskundigheid op het gebied van schulden en financiële aspecten niet bij alle instellingen even goed is ( schuldhulpverlening is immers een vak) kunnen cliënten adviezen krijgen die niet aansluiten bij de situatie. Hiervan zijn voorbeelden genoemd en gezien bij de inventarisatieronde langs alle instanties. Schuldhulpverlening is momenteel slechts beschikbaar voor een zeer beperkte doelgroep, namelijk die groep die in staat is om binnen zeer korte tijd te voldoen aan de strikte toelatingseisen voor schuldregelen. Schuldenaren die een aanvraag doen bij de schuldhulpverlening hebben vaak te maken met spanning, stress of trauma. In deze situatie kunnen mensen niet binnen korte tijd, zonder ondersteuning, alle papierhandel op orde krijgen. Dit is namelijk juist één van hun problemen: ze hebben moeite met omgaan met geld en administratie. Voor deze groep mensen is geen adequate ondersteuning en begeleiding. In de schuldhulpverlening wordt deze groep vaak afgewezen wegens “onvoldoende motivatie”. Deze situatie is tevens in de gemeente Leiden zichtbaar. De Stadsbank wijst cliënten in een aantal gevallen wel op mogelijke ondersteuning zoals bijvoorbeeld de Raad en Daadwinkels. Naast bovengenoemde punten zijn tevens gehele doelgroepen aan te wijzen waarvoor de schuldhulpverlening momenteel geen oplossing kan bieden, waardoor schuldenaren uit deze doelgroepen vrijwel standaard worden afgewezen. Voorbeelden van deze doelgroepen zijn: o Jongeren onder de 21 jaar o Psychiatrische patiënten o Verslaafden o Vluchtelingen zonder definitieve verblijfsstatus o Dak- en thuislozen Voor deze groepen zijn in Leiden vrijwel geen mogelijkheden als het gaat om financiële hulpverlening. Budgetbeheer kan worden aangeboden, alle aspecten rondom schulden van deze doelgroepen kunnen niet worden aangepakt, gelet op de stringente voorwaarden vanuit de NVVK. Concluderend kan worden gesteld dat de schuldhulpverlening landelijk en in Leiden momenteel alleen toegankelijk is voor een zeer beperkte doelgroep. Alle overige schuldenaren worden afgewezen, of vallen zelf uit doordat zij al merken dat de aangeboden vorm van oplossing niet bij hen past. Er wordt namelijk maar één vorm van oplossing aangeboden, namelijk schuldregelen. Dit is merkwaardig, aangezien de problematiek zeer complex, divers en gevarieerd is. Schuldenaren die geen ondersteuning krijgen lopen een aantoonbaar groter risico op meerdere problemen, zoals werkloosheid of moeilijk aan het werk komen, relatieproblemen, psychosociale problemen, dakloosheid, misbruik sociale voorzieningen, criminaliteit, overlast en sociaal isolement. Benadrukt wordt dat de Stadsbank Leiden binnen de gegeven omstandigheden waarin enige wisselingen van de leiding zijn geweest en binnen de beleidsbeslissing om alleen te werken vanuit de NVVK-gedachte, toch in staat is geweest voor veel inwoners van Leiden een grote rol van betekenis te spelen. Doordat deze activiteiten echter nog niet formeel zijn vastgesteld en ook niet meetbaar gemaakt zijn komt dit nog onvoldoende tot uiting in de cijfers en kengetallen van de Stadsbank. 3. Integrale schuldhulpverlening: de wensen en de nieuwe stijl in Leiden Aan de hand van de gesprekken die zijn gevoerd kunnen de volgende gezamenlijke doelstellingen en wensen worden geformuleerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Komen tot een kenniscentrum van schuldhulpverlening in de gemeente Leiden, dat zowel eerstelijns beschikbaar is voor cliënten en als ondersteuning kan dienen voor overige hulpverleners; Een organisatie voor schuldhulpverlening waar op maat en creatief cliënten geholpen worden met alle aspecten van hun financiële huishouding. Een schuldhulpverleningsorganisatie die op preventief gebied activiteiten kan ontwikkelen en uitvoeren, liefst ook gedifferentieerd op doelgroepen zoals bijvoorbeeld jongeren. Een laagdrempelige, klantgerichte en op samenwerking ingestelde organisatie met één contactpersoon en een goede bereikbaarheid. De schuldhulpverleningsorganisatie moet direct klanten kunnen aannemen en geen wachtlijst hebben. Liefst moet de schuldhulpverleningsorganisatie naar de wijken toe en uit het “kasteel komen” (letterlijk citaat). Veel instanties willen graag geschoold worden door de schuldhulpverleners om te weten wat zijzelf wel en vooral niet kunnen en moeten doen op dit gebied. Een zeer groot deel van alle mensen in Leiden die een beroep doen op hulp- en dienstverlening zoals de GGZ, sociale dienst, verslavingszorg, vluchtelingenwerk, jeugdzorg en opbouwwerk kampt tevens met schulden en financiële problemen. De kennis van materiële hulpverlening is bij deze hulpverlenende instanties vaak beperkt. Van hieruit kan worden geredeneerd dat de schuldhulpverlening een zeer belangrijke functie moet en kan vervullen binnen het geheel van hulpverlening in een gemeente of regio. Tevens kan gesteld worden dat mensen die zich aanmelden bij (schuld) hulpverlening hiervoor zelf een goede reden hebben. Van groot belang is daarom dat uitval in de hulpverlening zo klein mogelijk moet zijn, aangezien de mensen die zich aanmelden een belangrijk signaal afgeven dat ze het zelfstandig even niet redden. Het is aan de creativiteit en professionaliteit van de hulpverlening in het geheel, om ervoor te zorgen dat de begeleiding op die manier wordt aangeboden die aansluit bij de vraag van de klant. Het is gelet op de Leidse wensen van belang dat de schuldhulpverlening ervoor zorgdraagt dat de uitval in het hulpverleningstraject zo goed als nihil is en dat met de klant samen wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn en waarmee hij echt geholpen zou zijn. Daarnaast moet nadrukkelijk worden onderkend dat schuldregelen volgens de NVVK-methode en de WSNP slechts voor een beperkte groep mensen toegankelijk is. Het is aan de schuldhulpverlening om voor de andere groep creatieve oplossingen te vinden of deze groep te ondersteunen om uiteindelijk wel in aanmerking te komen voor een schuldregeling met finale kwijting. Bij integrale schuldhulpverlening nieuwe stijl in Leiden kunnen de volgende concrete achtergrondgedachten worden geformuleerd: Doel van schuldhulpverlening: mensen begeleiden naar een leven waarin financiële problematiek geen belemmering hoeft te zijn voor maatschappelijke deelname. Schuldhulpverlening moet een toegankelijke vorm van hulpverlening zijn, zonder voorwaarden voor cliënten. De hulpverlening is cliëntgericht en gericht op de mogelijkheden van een cliënt. De schuldhulpverlening fungeert als een spin in het web tussen alle verschillende hulpverlenende instanties en creëert –waar noodzakelijk- voor verschillende doelgroepen verschillende trajecten, mogelijkheden en diensten op het gebied van financiële hulpverlening. Voorbeelden van “ speciale” doelgroepen zijn: psychiatrische patiënten, verslaafden,. (probleem-)jongeren, dak- en thuislozen en ouderen. De expertise voor hulpverlening aan deze doelgroepen is aanwezig in de gemeente. Van belang is om deze expertise te combineren met de expertise van de financieel hulpverleners en gezamenlijk te kijken welk traject mogelijk en wenselijk is voor de cliënt, zodat alle aspecten van de hulpvraag van de cliënt meegenomen kunnen worden in een integraal traject. Uitgangspunt is dat alle schulden van schuldenaren 100% worden afbetaald middels een betalingsregeling. Deze betalingsregeling wordt getroffen door de financiële hulpverlener. Schuldregelen tegen finale kwijting is een optie voor een klein percentage van de schuldenaren die aan zeer strenge voorwaarden kunnen en willen voldoen. Dit wordt alleen aangevraagd voor schuldenaren die hiervoor “ rijp” zijn en in staat zijn om te leven in een dergelijk strikt regime. Schuldregelen tegen finale kwijting wordt uitgevoerd door NVVK-leden en middels de WSNP. Budgetbeheer wordt alleen uitgevoerd bij een duidelijke indicatie, gezamenlijk met een trajectplan waarin wordt beschreven wat de indicatie is en op welke wijze een cliënt wordt begeleid naar een zelfstandig financieel huishouden. 4. Implementatie wensen en uitgangspunten schuldhulpverlening nieuwe stijl Op basis van de visie, wensen en geformuleerde doelstellingen van zowel de gemeente Leiden als de overige partijen binnen het veld van integrale schuldhulpverlening is gekeken op welke wijze deze het best vertaald kunnen worden naar een model in Leiden. Bij het komen tot een voorstel is gekeken naar de volgende criteria: Praktische haalbaarheid Snelheid Commitment van de instanties en partijen Financiën De inventarisatie is in een tijdsbestek van 4 weken gedaan, deze criteria zijn met name op basis van de kennis en expertise van de projectleider en alle andere betrokkenen getoetst. 4.1. De Stadsbank als schuldhulpverleningsorganisatie De huidige situatie en werkwijze van de Stadsbank is in hoofdstuk 2 beschreven en is gelegd naast de landelijke actualiteit in dit werkgebied. Wanneer de werkwijze van de Stadsbank wordt vergeleken met de wensen, visie en uitgangspunten in Leiden zijn grote verschillen zichtbaar. De huidige werkwijze van de Stadsbank voldoet niet meer, gelet op het beperkte aantal resultaten en mogelijkheden. Dit betekent dat momenteel goed opgeleide schuldhulpverleners veelal bezig zijn met de frustrerende taak om cliënten af te wijzen en vooral geconfronteerd worden met de onmogelijkheden binnen hun organisatie. Tevens wordt binnen de Stadsbank al veel gedaan aan begeleiding en andere creatieve oplossingen, dit is echter nog te weinig zichtbaar in cijfers, getallen en de beschrijving van de formele werkwijze. Voorgesteld wordt derhalve om de Stadsbank om te laten kantelen van een meer klassieke, schuldregelings georiënteerde bank, naar een meer open en klantgerichte organisatie. Met deze omslag kan een win-win situatie ontstaan op meerdere fronten: Er wordt invulling gegeven aan de jarenlange gemeentebrede roep om één loket voor schuldhulpverlening; Er wordt tegemoet gekomen aan de wensen van de Stadsbank medewerkers die aangeven dat binnen de Stadsbank een koers en kaders vastgelegd moeten worden en dat de organisatie toe is aan doorontwikkeling en verdere professionalisering; Gelet op de steun van dit plan bij alle partijen en de medewerkers van de Stadsbank is het plan relatief snel uit te voeren en kunnen de eerste stappen al spoedig worden gezet; Er wordt gebruik gemaakt van een bestaande organisatie. 4.2. De taken en producten van de Stadsbank nieuwe stijl De taken en producten van de Stadsbank nieuwe stijl worden in dit voorstel in elk geval: Aanmelding en intake integrale schuldhulpverlening Budgetbegeleiding Financieel advies en schuldregeling Preventie Kenniscentrum voor andere hulpverleners en instanties met betrekking tot financiële vraagstukken Innoveren en uitvoeren van trajecten voor bijzondere doelgroepen Samenhang creëren met de reïntegratieketen van Sociale Zaken. Afspraken maken met lokale en regionale schuldeisers Initiërend in beleid en ontwikkelingen rondom schuldhulpverlening Budgetbeheer De uiteindelijke regie blijft in deze opzet uiteraard bij de directeur Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid. Voorgesteld wordt om tijdens de omslag te onderzoeken of het wenselijk is de bancaire taken van de Stadsbank zelf te blijven uitvoeren of dat het aantrekkelijker is deze uit te besteden. De omslag van de Stadsbank naar een schuldhulpverleningsinstantie is een ingrijpende omslag. Voorgesteld wordt om het eerste half jaar de focus hierop te leggen. Vervolgens kan kan worden begonnen met de verbinding leggen met de instanties als Stichting MDMH, Binnenvest en de Raad en Daadwinkels. Tijdens het eerste half jaar zal de ingestelde projectgroep met enige regelmaat bij elkaar komen om het proces van de omslag zo transparant mogelijk te houden en om alle nieuwe werkprocessen af te stemmen met die van de andere instanties. 4.3. De Stadsbank nieuwe stijl in relatie tot de ketenpartners Gelet op de het belang van de integrale benadering en de wens van alle ketenpartners in de gemeente Leiden om middels samenwerking te komen tot een kwalitatieve hoogstaande vorm van schuldhulpverlening is het belangrijk om na de totstandkoming van de Stadsbank nieuwe stijl de samenwerking met de ketenpartners gestructureerd vorm en inhoud te geven. Daarbij is de Stadsbank nieuwe stijl het kenniscentrum voor schuldhulpverlening, preventie, budgetbegeleiding, schuld- en betalingsregelingen. Vanuit dit kenniscentrum kunnen zowel burgers met financiële problemen zich melden en kunnen tevens hulpverleners uit de gemeente terecht met vragen over de schuldenproblematiek van hun cliënten. De schuldhulpverlenende instantie (Stadsbank nieuwe stijl) zal met alle partners samenwerkingsafspraken maken waarbij gebruik gemaakt kan worden van de bestaande expertise in de stad op het gebied. Deze samenwerking kan totstandkomen als de Stadsbank nieuwe stijl is gerealiseerd en zal waar (financieel) mogelijk worden gebaseerd op de door de ketenpartners geformuleerde wensen en behoeften als het gaat om schuldhulpverlening. De uiteindelijke regie over deze samenwerking zal worden gevoerd door de sectordirecteur van de dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid. Er wordt gekoerst op het volgende model integrale schuldhulpverlening: Model integrale schuldhulpverlening nieuwe stijl Parnassia, Rijngeest GGD: begeleiding klant/ dossier voor financieel hulpverlener Binnenvest, jeugdzorg, thuiszorg, raad en daadwinkels,ouderenwerk, etc MDMH Financieel hulpverleners (Stadsbank nieuwe stijl) Taken: Begeleiding schuldenaren voor, tijdens en na betalings- en schuldsanering. Zowel individueel als groepsgewijs Treffen betalingsregelingen voor eigen klanten en klanten van ketenpartners Crisisinterventies Ontwikkelen en uitvoeren gedifferentieerde schuldregelingen voor bijzondere doelgroepen Klant en dossier schuldregelingsrijp maken waar mogelijk Afspraken maken met lokale en regionale schuldeisers Resultaten: Eerdere aanpak van schulden middels betalingsregelingen; Middels begeleiding meer schuldenaren begeleiden richting schuldsanering Door geïntegreerde aanpak met ketenpartners meer kansen voor bijzondere doelgroepen Schuldregelen finale kwijting NVVK (alleen dossier) WSNP 4.4. Context en achtergrond Stadsbank De Stadsbank kent als organisatie een turbulent verleden. De afgelopen jaren zijn veel wisselingen geweest in de leiding van de organisatie. De afgelopen twee jaar is in afwachting van de Sozamorfosa de functie van leidinggevende niet structureel ingevuld. Dit betekent dat de medewerkers van de Stadsbank gedurende twee jaar zelfstandig de organisatie hebben gerund. Meerdere malen heeft het team in deze periode aangegeven dat deze wijze van opereren knelpunten oplevert, er geen (nieuw) beleid kan worden vastgesteld en dat daarmee uiteindelijk een “ stuurloos” gevoel is ontstaan. Het is van belang te melden dat binnen dit gegeven de Stadsbank in staat is geweest de dienstverlening binnen de vastgestelde NVVK richtlijnen op een goed peil te houden en dat door de organisatorische situatie eventuele innovatie en vernieuwingen niet mogelijk waren. Met name door dit verleden en deze achtergrond is het van belang de begeleiding, coaching en sturing van het team de komende periode centraal te stellen en met name te kijken welke activiteiten al werden opgepakt en uitgevoerd en deze vervolgens te formaliseren en te structureren. 5. Implementatieplan: Stadsbank-nieuwe stijl 5.1. Fase 1: de omslag Deze fase kan worden vertaald naar deelproject 1 uit de indiening project SHV agenda voor de toekomst G 26. Wat Indienen plan van aanpak, bespreking, goedkeuring en aanpassing Wie Projectleider, Directeur Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid en projectgroep integrale schuldhulpverlening Kick off team Stadsbank Projectleider, Directeur Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid, team Stadsbank Opstellen nieuwe Projectleider samen met werkprocessen ingesteld intern projectgroep, met tussentijdse toetsing directeur en projectgroep Vaststellen Projectleider en opleidingsbehoefte leidinggevende (interne Stadsbank t.b.v. omslag projectleider) Aan de hand van omslag Projectleider en interne maken en uitvoeren van projctleider communicatieplan ten behoeve van burgers, instanties en pers (inclusief naamstelling, briefpapier, officiele opening etc.) Opstellen Projectleider en interne huisvestingseisen voor projectleider nieuwe organisatie Wanneer Februari 2005 Resultaat Goedgekeurd en breed gedragen plan van aanpak voor 6 maanden Februari 2005 Commitment team op omslag, uiteenzetten van komend proces Operationele vertaling van omslag Onderzoek wel of niet uitbesteden bancaire n schuldregelende taken volgens de NVVK Maart-mei 2005 Projectleider, samen met ingestelde interne projectgroep Maart-juni 2005 Maart 2005 Opleidingsplan en uitvoering Mei 2005 Communicatieplan ter toetsing voor directeur en projectgroep en uitvoering Maart/april 2005 Input voor breed huisvestingsplan Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Compleet advies voor directeur. Wat Aan de hand van nieuwe werkprocessen afspraken maken met/contacten leggen met regionale en lokale schuldeisers Maken van prognose aantal aanvragen structureel, bepalen caseload en formatieve behoefte, personele invulling definitief Voorlichtingsdagen voor medewerkers instellingen uit zorg en welzijn, sociale zaken en raad en daadwinkels Opleveren compleet draaiboek schuldhulpverlening nieuwe organisatie en benodigde financiële middelen Opening stadsbank nieuwe stijl Eerste klanten nieuwe stijl Wie Projectleider, samen met ingestelde interne projectgroep Wanneer Mei/juni 2005 Resultaat Convenanten en vastgelegde afspraken Projectleider, interne projectleider, directeur. Mei/juni 2005 Compleet personeelsplan voor invulling nieuwe organisatie Projectleider en medewerkers Stadsbank Mei/juni 2005 Start van synergie tussen schuldhulpverlening en zorg en welzijn Projectleider Juli 2005 Draaiboek, uitgangspunten, vertrekpunt voor fase 2 Wethouder Juli 2005 Juli 2005 5.2. Fase 2: de verdieping In deze fase komt de innovatie tot stand als het gaat om de speerpuntdoelgroepen die zijn genoemd in de indiening project SHV agenda voor de toekomst G 26. De benodigde financiële middelen en andere randvoorwaarden zullen worden beschreven in het draaiboek dat in juli 2005 wordt opgeleverd. Bekeken kan worden of in het kader van de innovatie 1 of meerdere pilotprojecten gestart kunnen worden om de resultaten en effecten te meten. Tevens kunnen in deze fase geopperde ideeën nader worden onderzocht en uitgewerkt. Dit zijn ideeën als spreekuren bij de Raad en Daadwinkels, maatschappelijk werkers van MDMH en schuldhulpverleners in één team laten samenwerken, huisbezoeken in samenwerking met het meldpunt van de GGD en spreekuren voor consulenten van de Binnenvest. Uitgangspunt hierbij is het model zoals omschreven in hoofdstuk 4. Indien in fase 1 de omslag sneller verloopt dan gedacht, kan een aantal van deze ideeën al eerder worden meegenomen. Tevens zal in deze fase de omslag van de Stadsbank een verdieping moeten krijgen. Er wordt gewerkt in de nieuwe stijl en werkenderwijs zullen zaken bijgesteld moeten worden en kunnen producten doorontwikkeld worden. Op voorhand is al te zeggen dat het in deze fase van zeer groot belang is dat de nieuwe organisatie een sterk en krachtig leiderschap kent die de continuïteit, doorontwikkeling en samenwerkingsverbanden kan sturen. Het proces van de omslag kan op inhoudelijke aspecten redelijk snel plaatsvinden. Echter, de diepere culturele aspecten binnen de organisatie en de daadwerkelijke verandering in denken heeft veel tijd, zorgvuldige begeleiding en een lange adem nodig. 6. Kansen en bedreigingen Bovenbeschreven ideeën, uitgangspunten, visie en implementatievoorstellen hebben een grote kans van slagen, gelet op de opvallende eensgezindheid in de gemeente op het gebied van visie en doelstellingen. Tegelijkertijd kent elk proces beren op de weg die te voorspellen zijn en waarop geanticipeerd kan worden. De kansen en bedreigingen worden hier uiteen gezet. Helaas is het nog niet zover dat alle onverwachte beren tevens beschreven kunnen worden. Dan is het een kwestie van improviseren, creatief blijven en altijd teruggrijpen op de geformuleerde doelen en uitgangspunten… Kansen Gezamenlijkheid in doelstellingen en uitgangspunten Bereidheid Stadsbank tot omslag Sociale en maatschappelijke relevantie van schuldhulpverlening, de mogelijkheid tot koppeling aan onderwerpen als reïntegratie. Inzet te komen tot een structurele vorm van schuldhulpverlening, waarbij begonnen wordt met kleine stapjes. Bedreigingen Veranderingsbereidheid van medewerkers Stadsbank, gelet op turbulente tijden in het verleden. Van belang hierbij is dat het team voortdurend betrokken wordt in het gehele proces, dat afspraken worden nagekomen en dat gemerkt wordt dat er daadwerkelijk iets gebeurt. Als nu een proces wordt ingezet waarbij daarna de nieuwe organisatie geen sterk leiderschap krijgt kan op voorhand worden aangegeven er beter niet aan te beginnen. Veranderingsvermogen van medewerkers Stadsbank. De functie-inhoud van de medewerkers zal sterk wijzigen. Nu kan aan de hand van strakke criteria beoordeeld worden wat wel en niet kan. In de nieuwe functie wordt van medewerkers meer agogische en mensgerichte inzichten verwacht op basis waarvan ze trajectplannen en doorverwijzingen kunnen baseren. Tevens wordt maatwerk en creativiteit verwacht. Het is op voorhand niet duidelijk of alle medewerkers hieraan kunnen voldoen. Van belang is dit met name in de opleidingsbehoefte goed te omschreven en de ontwikkelpunten voor het team en de medewerkers te blijven monitoren. Reorganisatie Sociale Zaken en gemeente Leiden. Door de veelheid aan veranderingen binnen de sector en de gemeente Leiden is het van belang de verschillende processen helder te houden en te blijven bewaken dat deze elkaar versterken in plaats van belemmeren. Toename aanvragen. Bij de realisatie van een laagdrempelige voorziening bestaat het risico van “ten onder gaan aan eigen succes”. Dit betekent dat de voorziening dermate snel bekend wordt dat meer mensen zich sneller aanmelden. Een situatie die gelet op de wens tot preventie en vroegsignalering prettig is. Tegelijkertijd kan dit betekenen dat met name in de eerste periode deze aanwas een bedreiging kan vormen voor de continuïteit. Van belang is dan ook na fase 1 direct helder te maken met hoeveel formatie hoeveel aanvragen verwerkt kunnen worden en wat de extra kosten bij extra aanvragen worden. Door deze transparantie kan voortdurend bekeken worden door de gemeente of ze extra middelen willen (en kunnen) inzetten en wat dit vervolgens oplevert. 7. Financiën en kengetallen De additionele kosten voor de eerste fase kunnen vrijwel worden gedekt met de reeds begrootte kosten voor de externe projectleider. De bijkomende kosten in deze fase kunnen zijn: Extra opleidingen die niet in te passen zijn in de begrootte 20 uur per week externe inzet. Dit zal separaat in het opleidingsplan worden meegenomen als hiervan sprake is. Kosten voor communicatie. Dit kunnen kosten zijn als eventueel een nieuw logo, nieuw drukwerk, nieuw foldermateriaal etc. Deze kosten worden meegenomen in het communicatieplan. Het aantal burgers dat behoefte heeft aan een loket voor integrale schuldhulpverlening is momenteel niet duidelijk, gelet op de huidige versnipperdheid van aanvragen. Het maken van een inschatting voor fase 2 is daarom op voorhand niet mogelijk. Het overzicht daarvan zal aan het eind van fase 1 worden gegeven.