Inventarisatie over sociale wijkteams en sociale professionals Auteur(s) Corrie van Dam, Sonja Liefhebber, Paul Vlaar Datum Juni 2014 © Movisie 1 Movisie: kennis en aanpak van sociale vraagstukken Movisie is het landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, sociale zorg en sociale veiligheid. Onze activiteiten zijn georganiseerd in vier actuele programma’s: effectiviteit en vakmanschap, zelfredzaamheid, participatie, veiligheid en huiselijk/seksueel geweld. We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed mogelijk doen. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl. COLOFON Auteur(s): Corrie van Dam, Sonja Liefhebber, Paul Vlaar Projectnummer: P2426 Datum: 19 juni 2014 © Movisie Bestellen: www.movisie.nl Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................................... 2 1 Brancheorganisaties en Beroepsverenigingen.................................................................................. 4 1.1 MOgroep .................................................................................................................................... 4 1.2 Divosa ........................................................................................................................................ 5 1.3 Verdiwel ..................................................................................................................................... 7 1.4 Beroepsverenigingen BVjong en NVMW ................................................................................... 7 2 Kennisinstituten en advies- en onderzoeksbureaus .......................................................................... 9 2.1 Nederlands Jeugd instituut (NJi) ................................................................................................ 9 2.2 Movisie ..................................................................................................................................... 11 2.3 Vilans ....................................................................................................................................... 13 2.4 Kenniscentrum Wmo en Wonen Noord Holland ...................................................................... 14 2.5 Platform31................................................................................................................................ 16 2.6 Stichting Vraagwijzer Nederland .............................................................................................. 17 2.7 Verwey-Jonker Instituut ........................................................................................................... 20 2.8 Raad voor de Volksgezondheid ............................................................................................... 21 3 Samenwerkingsverbanden .............................................................................................................. 23 3.1 Transitiebureau Wmo .............................................................................................................. 23 3.2 Wmo werkplaatsen .................................................................................................................. 24 3.3 Actieprogramma professionalisering W&MD ........................................................................... 25 3.4 Schakels in de wijk................................................................................................................... 26 4 Overheid en onderwijs ..................................................................................................................... 27 4.1 Ministerie van BZK ................................................................................................................... 27 4.2 Universiteit Tilburg / Tranzo ..................................................................................................... 29 4.3 Universiteit Twente .................................................................................................................. 29 1 Inleiding Het programma Sociaal Werk in de Wijk (SWW) wil een impuls geven aan de versterking van de professionele kwaliteit van het sociaal werk in de eerste lijn. Veel partijen en organisaties leveren vanuit hun expertise en doelstellingen een bijdrage aan de ontwikkeling van wijkgericht werken (sociale wijkteams) en de ‘nieuwe sociale professional’. De initiatieven hebben soms echter weinig verbinding met elkaar. Ter ondersteuning van het consortium Sociaal Werk in de Wijk heeft Movisie Vakmanschap in beeld gebracht welke partijen en organisaties een rol hebben bij de positionering en profilering van de sociale professional in de eerste lijn, en welke zich daarbij ook richten op sociale wijkteams. Hoe zijn we te werk gegaan? We hebben eerst een selectie gemaakt van partijen waarvan wij al wisten dat zij activiteiten ondernemen op het onderwerp. Vervolgens zijn we via internet, nieuwsbrieven, attenderingen, et cetera gaan zoeken naar hun lopende activiteiten en hebben we contactpersonen en documenten op een rij gezet. Dit leverde ook informatie op over nieuwe partijen waaraan wij in eerste instantie niet hadden gedacht. Vervolgens hebben we de lijst met partijen uitgebreid en een tweede zoekronde uitgevoerd. Ter aanvulling hebben we in een aantal gevallen via de contactpersonen nog een extra informatieronde gehouden. Bij onze zoektocht vonden we veel informatie over het onderwerp. Sommige informatie had direct een relatie met de rol van de sociale professional in de eerste lijn en de sociale wijkteams. Andere informatie liet alleen zijdelings de raakvlakken zien. Informatie waarvan wij vonden dat ze relevant en vernieuwend is, hebben we opgenomen. Het resultaat van deze zoektocht vindt u in dit rapport. We realiseren ons terdege dat de gevonden informatie tijdsgebonden is en dat er bijna iedere week weer nieuwe informatie verschijnt. Toch hopen we dat dit rapport voor dit moment een overzicht biedt van verschillende partijen en organisaties met relevante informatie over de rol van de sociale professional in de eerste lijn en de sociale wijkteams. Het rapport is als volgt ingedeeld. In respectievelijk hoofdstuk 1, 2, 3 bespreken we de verschillende rollen en bijdragen van brancheorganisaties en beroepsverenigingen, de kennisinstituten en advies/onderzoeksbureaus en van enkele samenwerkingsverbanden. Tot slot geven we in hoofdstuk 4 informatie weer vanuit de overheid en het onderwijs. Meer info? Stuur een mail naar [email protected] 2 3 1 Brancheorganisaties en Beroepsverenigingen 1.1 MOgroep Algemeen De MOgroep is de landelijke brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (W&MD). De MOgroep behartigt de belangen van de ondernemers in W&MD en treedt op als werkgeversorganisatie. MOgroep heeft bijna 750 leden en vertegenwoordigt daarmee meer dan 80% van het veld van organisaties die werken in Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. De MOgroep volgt de ontwikkelingen op het terrein van W&MD op de voet en participeert in verschillende netwerken, samenwerkingsverbanden en werkgroepen, onder andere op het gebied van sociaal werk in de wijk en de rol en positie van de sociaal werkers daarin. Op hun website is informatie te vinden vanuit overheden, maar ook vanuit veldpartijen. Contactpersoon Edwin Luttik, senior adviseur professionalisering en opleiding, [email protected] 030 – 721 0 734 Activiteiten Campagne: Sociaal Werk doe je met Sociaal werkers! Volgens de MOgroep zijn Sociaal werkers de verbindende factor tussen zorg, onderwijs, wonen, welzijn en werk. Hun grootste kwaliteit is dat ze mensen helpen om op eigen benen te staan en mee te doen in de samenleving. Hun inzet bespaart de samenleving jaarlijks miljoenen. Aan de hand van 10 redenen om voor sociaal werk te kiezen motiveren zij deze stelling. Op de speciale actiewebsite www.sociaalwerkers.nl is een gratis toolkit beschikbaar met campagnematerialen om zelf aan de slag te gaan: posters, korte animatiefilmpjes, teksten, flyers en meer. Ontwikkeling functieprofiel CAO welzijn generalist De MOgroep laat een onderzoek uitvoeren naar de behoefte aan het ontwikkelen van een functiebeschrijving van de generalist voor het functieboek CAO welzijn. Verwachting is dat medio 2014 een functieprofiel in concept gereed is. Deelname in Consortium Sociaal Werk in de Wijk De MOgroep neemt deel in het consortium, naast tien werkveldinstellingen W&MD, Inholland en Movisie. 4 1.2 Divosa Algemeen Divosa is de Nederlandse vereniging van gemeentelijke managers op het terrein van participatie, werk en inkomen. Divosa wil dat iedereen aan de samenleving deelneemt, het liefst door te werken. De vereniging ondersteunt haar leden bij deze missie. Dit doet Divosa door te lobbyen, het ondersteunen van professionele netwerken en het brengen van kennis en inspiratie. Contactpersoon Marcel van Druenen, Projectleider Vakmanschap [email protected], 06 - 55 88 45 06 Activiteiten Programma Impuls vakmanschap en effectiviteit Het wordt steeds belangrijker dat sociale diensten aantoonbaar effectief werken. Dat vereist vakmanschap: een methodische aanpak en lerend vermogen. In het programma Effectiviteit & Vakmanschap werken VNG en Divosa met het ministerie van SZW aan onderbouwd en transparant werken in de re-integratiesector. Het programma is eind 2011 van start gegaan. Doel is onder meer het vergroten van de effectiviteit en professionaliteit van de professionals in de uitvoering. In het programma Effectiviteit & Vakmanschap werken uitvoerders, management en wetenschappers aan het onderzoeken en beschrijven van de praktijk en het delen van kennis. Dit gebeurt met het onderbouwen van methoden (wetenschappers), werkwijzers (klantmanagers), organisatieontwikkeling (leidinggevenden) en professioneel besturen (burgemeesters, wethouders en raadsleden). Het programma loopt in 2012 en 2013, met uitloop naar 2014. Vakmanschap is geagendeerd binnen de sociale diensten en de kennisontwikkeling en - deling wordt goed opgepakt. Ook is de Beroepsvereniging voor Klantmanagers (BvK) opgericht. In 2014 wil Divosa zich verbreden door nadrukkelijk samen op te trekken met Cedris (Brancheorganisatie voor sociale werkgelegenheid en arbeidsintegratie) en SBCM. SBCM richt zich op de Sociale Werkvoorziening. De plannen voor 2014 houden ook in dat Divosa het methodisch werken van hun medewerkers verder wil versterken door het aanbieden van trainingen en werkwijzers. Daarnaast willen ze het aantal leden van de beroepsvereniging verder uitbreiden. Ook gaan zich richten op gemeenten om professionalisering op de agenda te krijgen. Activiteiten die ze zoal gaan ondernemen zijn: Het doorontwikkelen van VakwerkSZ als digitale portal. Hun digitale leeromgeving verder vormgeven. Ontwikkelen van trainingen en werkwijzers over gesprekstechnieken, omgaan met mensen met psychiatrische problematiek, et cetera. 5 Meer informatie: http://www.divosa.nl/dossiers/vakmanschap Samenhang 3 decentralisaties Wie als sociale dienst nog iets wil betekenen voor kwetsbare groepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, moet op zoek naar de dwarsverbanden tussen de Participatiewet, de Wmo en de jeugdzorg. Voor sociale diensten ziet Divosa vooralsnog de volgende winstpunten die zij in samenwerking met hun partners uit zorg en welzijn verder kunnen uitwerken: 1. Er is winst te halen - in geld, maar ook in prestaties en menselijk geluk - als maatschappelijke professionals bij het uitvoeren van verschillende regelingen intensiever samenwerken voor klanten met meervoudige problematiek. Denk aan een gezamenlijke diagnose en aanpak. 2. Gemeenten moeten vaker een beroep doen op de eigen kracht van mensen. 3. Er zit een overlap in de doelgroep van de arbeidsmatige Awbz-dagbesteding en de sw-beschut werk. De decentralisaties bieden gemeenten de ruimte om dit beter in te richten. 4. Gemeenten kunnen mensen met een uitkering als vrijwilliger inzetten voor het voorzieningenpakket van de Wmo. Zo betekenen ze iets voor anderen en leveren ze een tegenprestatie voor hun uitkering. 5. Gemeenten kunnen aanbieders van zorg- en welzijnsactiviteiten en andere diensten vragen om leerwerkplekken of banen voor mensen met een uitkering (social return on investment). Meer informatie: : http://www.divosa.nl/dossiers/samenhang-3-decentralisaties Divosa zal zich de komende tijd ook oriënteren op de vraag in hoeverre medewerkers van sociale diensten ook deel kunnen nemen aan sociale wijkteams. Hiervoor is contact gelegd met Marjet van Houten van Movisie. Documenten over decentralisatie Gemeenten staan aan de vooravond van een grote, drieledige decentralisatieoperatie. Hierbij willen ze meer samenhang aanbrengen tussen de beleidsterreinen van werk/participatie, inkomen, zorg en Jeugdzorg. In de publicatie Bouwstenen voor het sociale domein, kennis voor de verknoping van zorg, participatie en werk wordt in kaart gebracht hoe gemeenten die samenhang kunnen vormgeven. Daarvoor is de al beschikbare kennis op een rij gezet, met de nadruk op wat relevant is voor sociale diensten (participatie en activering). Ze gaan na welke implicaties de bevindingen hebben, en formuleren aanbevelingen om de beleidsaanpak in het lokale sociale domein te verbeteren. Ze gebruiken hierbij praktijkvoorbeelden van gemeenten die al stappen naar een integraal sociaal domein hebben gezet. http://www.divosa.nl/publicaties/divosa-verkenning-bouwstenen-voor-het-sociale-domein 6 1.3 Verdiwel We hebben contact gehad met Kees Neefjes. Hun doelgroep is die van directeur-bestuurders. Als zij het over professionals hebben, gaat het bijvoorbeeld over de aansturing daarvan. Maar altijd vanuit het perspectief van de directeur-bestuurder. 1.4 Beroepsverenigingen BVjong en NVMW Algemeen De BVjong heeft als doel: het bewaken, versterken en stimuleren van het kinder- en jongerenwerk in Nederland, alsmede het behartigen van de belangen van de beroepsgroep in het algemeen en de voorwaarden waaronder de professie kan worden uitgeoefend in het bijzonder. Ze ondersteunen kinder- en jongerenwerkers bij hun werk. NVMW is het platform en het netwerk van ruim 4000 maatschappelijk werkers en andere aangesloten sociale professionals. Ze vertegenwoordigt het maatschappelijk werk in alle sectoren en lobbyt mee aan diverse beleidstafels en in projecten en werkgroepen. Ze verzorgt nascholing en heeft verschillende werkgroepen. Beide verenigingen beschikken over een beroepsprofiel en hebben eigen beroepscodes en een beroepsregistratie, die de positie van hun beroepsgroepen ondersteunen. Contactpersonen NVMW: Machteld Beun, beleidsmedewerker [email protected] BVjong: Henk Geelen, secretaris [email protected] Activiteiten Zowel BVjong als NVMW participeren actief in allerlei samenwerkingsverbanden, netwerken en projectgroepen op het gebied van de rol van de sociale professional in de eerste lijn en in sociale wijkteams. Op hun eigen sites is geen specifieke informatie van henzelf hierover te vinden. Wel staan er veel nieuwsberichten van andere partijen over dit thema. Ook bij navraag zijn er geen recente stukken van henzelf verschenen over de rol van de sociale professional in de eerste lijn. Documenten over beroepscode Maatschappelijk werkers hebben al vanaf 1962 een eigen beroepscode, die sindsdien drie keer is herzien; de laatste keer in 2010. Lees hier de Beroepscode voor de maatschappelijk werker. Sociaal agogisch werkers beschikken sinds 2009 over een eigen beroepscode. Lees hier de Beroepscode voor de sociaal agogisch werker. 7 Jeugdzorgwerkers beschikken sinds 2011 over een eigen beroepscode, die is ontwikkeld in het kader van de professionalisering van de jeugdzorg. Lees hier de Beroepscode voor de jeugdzorgwerker. BVjong heeft op verzoek van het ministerie van VWS een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheid en het draagvlak voor de invoering van een landelijke beroepscode en beroepsregistratie voor professionele kinder- en jongerenwerkers. Met bijna 100 uitvoerende werkers is voorjaar 2014 gesproken, meer dan 200 werkers reageerden op de oproep een enquête in te vullen. De vaststelling van een beroepscode wordt omarmd. Beroepsregistratie wordt veelal ook door de werkers gewenst, onder de voorwaarden dat de kosten binnen de perken blijven, en het geheel niet te bureaucratisch wordt. Deskundigen, partners en stakeholders zijn geconsulteerd. Hun meningen komen deels overeen, maar variëren op specifieke aspecten. Een rapport dat een goede weergave geeft voor de wens tot verdere professionalisering en verbetering van de positionering van het vak: http://www.bvjong.nl/images/eindrapport%20brede%20verkenning%20beroepscode%20en%20beroep sregistratie%20-bvjong-%20%202014-def.pdf Tijdens de landelijke studiebijeenkomst “Beroepscode! Registratie? van de BVjong op 24 januari 2014, is de conceptberoepscode besproken. Op de aansluitende algemene ledenvergadering van BVjong is de beroepscode kinder- en jongerenwerk vervolgens vastgesteld door de aanwezige leden. Link: http://www.bvjong.nl/images/beroepscode%20bvjong%202014%20def.pdf NVMW en BVjong hebben daarnaast het Movisie document Competenties Maatschappelijke ondersteuning onderschreven en onder hun respectievelijke achterban gepromoot. 8 2 Kennisinstituten en advies- en onderzoeksbureaus 2.1 Nederlands Jeugd instituut (NJi) Algemeen Het Nederlands Jeugdinstituut is het landelijk kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken. Het ondersteunt beroepskrachten, organisaties en gemeenten om de kwaliteit van de jeugdsector te verbeteren. Contactpersoon Dossier Wijkteam: Pink Hilverdink, [email protected] (030) 230 65 30 Activiteiten Effectiviteit en vakmanschap In dit thema is het verbeteren van de effectiviteit en de kwaliteit van het aanbod van de eerstelijnshulp en gespecialiseerde jeugdhulp het doel. Daarbij gaat het er om de vakbekwaamheid van uitvoerenden te vergroten. Het versterken van evidence based werken van het aanbod en van de professionals, gebeurt door het aanbieden van interventies en instrumenten, richtlijnen en competentieprofielen. De nadruk ligt op effectieve jeugdhulp, in jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, jeugd-ggz/KJP en jeugdzorglvb. In 2014 krijgt het evidence based werken in de nieuwe eerste lijn, CJG, wijkteams, veel aandacht. Ook werken ze aan het effectiviteitsvraagstuk in de praktijk en in lokaal beleid. De integrale jeugdhulp in het kader van de transformatie van het stelsel wordt gevolgd en onderzocht en daar waar nodig verbeterd. Initiatieven gericht op het vergroten van de kosteneffectiviteit van speciale jeugdhulp worden gebundeld. Eerstelijnsjeugdhulp NJi ontwikkelt kennis over inrichtingsvraagstukken van de eerstelijnsjeugdhulp, bijvoorbeeld hoe wijkteams gevormd kunnen worden of hoe het CJG er uit moet komen zien en over de effectiviteit daarvan in het licht van de beoogde resultaten. En zij richten zich op de professionaliseringsvraagstukken van de eerstelijnshulp, de generalist jeugd &gezin. De kennispraktijk vraagstukken die daarmee samenhangen zijn: Hoe kan effectief de eigen kracht van jeugdigen, opvoeders en het sociale netwerk, waaronder ook de beroepsopvoeders in de pedagogische basisvoorzieningen (zoals scholen en peuterspeelzalen) worden versterkt, met als doel problemen zoveel mogelijk in het alledaagse (daar waar ze gesignaleerd worden) op te lossen; Hoe kan effectief antwoord worden gegeven op de meest voorkomende opvoed- en opgroeivragen en problemen waarmee jeugdigen en opvoeders worstelen; 9 Hoe kan effectief de toegang, in combinatie met de schakelfunctie tussen eerstelijns- en speciale tweede- en derdelijnszorg worden georganiseerd, en tijdig effectieve speciale zorg worden ingeschakeld? Daarnaast is er aandacht voor de nieuwe competenties die de transitie en transformatie van professionals vraagt, met name rondom samenwerken in wijkteams in de eerstelijnsjeugdhulp. Generalistisch werken In de transitie naar een jeugdzorg die meer gericht is op preventie, ondersteuning van gezinnen en uitgaan van eigen kracht van gezinnen, is een belangrijke rol weggelegd voor generalisten. Dat zijn professionals die naast de jongeren en hun ouders gaan staan en een vertrouwensrelatie weten op te bouwen. Het idee is dat door de inzet van generalistenproblemen minder snel 'medicaliseren', dat er een betere samenwerking rond gezinnen ontstaat en dat er meer zorg op maat wordt geleverd. Uit de eerste ervaringen met generalistisch werken (zie 'Generalistisch werken rondom jeugd en gezin' hieronder) is gebleken dat een lokaal team van jeugd- en gezinsgeneralisten het merendeel van de vragen en problemen omtrent opvoeden en opgroeien kan oppakken. Wijkteams Het NJi heeft op haar site een dossier over Wijkteams. In dit dossier biedt het NJi een eerste overzicht van de opzet en werkwijzen van de wijkteams en van instrumenten en praktijkvoorbeelden. Het online dossier is een ontwikkeldossier. Het NJi wil dit dossier nadrukkelijk met professionals verder ontwikkelen. Op Kennisnet Jeugd is een werkgroep Wijkteams gekoppeld aan dit online dossier. Professionals, beleidsmakers en anderen in en rond de jeugdsector worden uitgenodigd om te reageren. Hiermee krijgt het dossier de komende tijd verder gestalte als een kennispraktijknetwerk. Link: http://www.nji.nl/nl/Actueel/Nieuws-van-het-NJi/Nieuw-dossier-Wijkteams-online Documenten over de generalist Generalistisch werken rondom jeugd en gezin. Een analyse van ontwikkelingen, taken en competenties Factsheet De jeugd- en gezinsgeneralist als spil in het nieuwe jeugdstelsel. Generalistisch werken rondom jeugd en gezin . Dutch generalist approaches and child welfare transformation through Nordic eyes. Engelstalige factsheet over een internationale kennis- en ervaringsuitwisseling tussen de gemeenten Haarlem en Apeldoorn en Scandinavische 'social work'-experts. 10 2.2 Movisie Algemeen Movisie richt zich als kennisinstituut op kennis en aanpak van sociale vraagstukken. Met de decentralisaties van de AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet en Passend onderwijs komt de regie over het sociale domein grotendeels bij gemeenten te liggen. Op veel plaatsen willen gemeenten de eerste lijn versterken door de inzet van sociale wijkteams. Wat is een sociaal wijkteam? Wat komt er kijken bij het inrichten van een sociaal wijkteam? Wat maakt een team effectief? En hoe kunnen effecten worden gemonitord? Movisie adviseert, onderzoekt en traint gemeenten én sociale professionals bij het inrichten, functioneren en monitoren van sociale wijkteams. Als kennisinstituut ontwikkelt Movisie, samen met de Hogeschool InHolland in SWW, kennis over en voor sociale wijkteams. In nauw samenspel met de opdrachtgever wordt antwoord gegeven op vragen als: Hoe richt je een multidisciplinair team in, rekening houdend met de belangen van de organisaties die de professionals leveren? Welke samenstelling (grootte, disciplines, competenties) is optimaal? En welke organisatievorm is ideaal (zelfsturend, met een regisseur, enzovoort)? Hoe maakt de opdrachtgever gebruik van de inzichten van Welzijn Nieuwe Stijl om met wijkteams de transities onder de knie te krijgen? Wat zijn financiële en organisatorische consequenties? Wat zijn de effecten van een wijkteam? Contactpersonen Matthijs Terpstra, [email protected] 030 789 20 61 Hilde van Xanten, [email protected] 030 789 21 67 Activiteiten Functioneren sociaal wijkteam De reflectietool ‘De eigen kracht van je wijkteam’ geeft zicht op de motivatie, netwerken, zeggenschap en kracht van alle teamleden. Door de uitkomsten van de reflectietool onderling te bespreken kunnen afspraken gemaakt worden over wat door wie aangepakt moet worden. 11 Op de themasite www.sociaalwerkindewijk.nl geeft Movisie in aanvulling op de reflectietool veel meer tips. Advies en trainingen rondom sociale wijkteams Movisie biedt trainingen en advies op het gebied van sociale wijkteams. Bijvoorbeeld ‘Netwerken en samenwerken in de wijk’ voor professionals, waarin wordt gewerkt aan het vergroten van de effectiviteit in netwerken en samenwerkingsrelaties in de wijk. Ook voor het starten met nieuwe sociale wijkteams of voor het versterken van de kwaliteit van het werk van een bestaande sociale wijkteam is er een training: Competenties van professionals in sociale wijkteams . Kijk hier voor een compleet overzicht van trainingen. Leerpakket Wmo-competenties Met het Leerpakket Wmo-competenties kunnen sociale professionals op een praktische en laagdrempelige manier aan de slag om hun vaardigheden, houding en kennis (competenties) te vergroten die passen bij het werken volgens de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl. Het leerpakket bestaat uit tien modules, die ieder één van de Wmo competenties behandelt. Hieronder staan de tien modules van het leerpakket, met in elke module één Wmo competentie. Daarmee kunnen professionals in teamverband en vervolgens individueel, direct digitaal of hard copy aan de slag. 1. Hoe verhelder ik vragen en behoeften? 2. Hoe versterk ik eigen kracht en zelfregie? 3. Hoe word ik meer zichtbaar en ga ik op mensen af? 4. Hoe stimuleer ik verantwoordelijk gedrag? 5. Hoe stuur ik aan op betrokkenheid en participatie? 6. Hoe verbind ik gezamenlijke en individuele aanpak? 7. Hoe werk ik samen en versterk ik netwerken? 8. Hoe beweeg ik mij in uiteenlopende systemen? 9. Hoe doorzie ik verhoudingen en anticipeer ik op veranderingen? 10. Hoe benut ik mijn professionele ruimte en ben ik ondernemend? Enkele documenten over sociale wijkteams Dé blauwdruk of dé standaard voor het ideale sociale wijkteam bestaat niet. De opzet van een sociaal wijkteam blijft maatwerk. Wel heeft een sociaal wijkteam over het algemeen ‘een zorgcomponent, een ondersteuningscomponent en een samenlevingsopbouwcomponent. Het doel is wijkbewoners te 12 activeren, te helpen participeren en hen te ondersteunen in hun sociaal en maatschappelijk functioneren.’ (Samenwerken in de wijk, 2013). Het is belangrijk om bij de inrichting van een dergelijk team een aantal uitgangspunten in acht te nemen. Lees het artikel ‘Naar een succesvol sociaal wijkteam: dé blauwdruk bestaat niet’ voor meer informatie over deze randvoorwaarden. In veel gemeenten wordt al gewerkt met sociale wijkteams. Lees de online publicatie Aan de slag met sociale wijkteams. Tips en ervaringen uit de praktijk van Lelystad, Groningen, Venlo en Utrecht. 2.3 Vilans Algemeen Vilans richt zich als kennisinstituut op de langdurende zorg. Steeds meer mensen doen een beroep op de langdurende zorg. Betaalbare en goede zorg is dus belangrijk, net als een waardevol leven. Vilans helpt (zorg)organisaties en professionals om de langdurende zorg te vernieuwen en te verbeteren. Contactpersonen Rian van de Schoot, expert wijkgericht werken [email protected] 06 - 22 81 0708 Barbara de Groen, expert wijkgericht werken [email protected] (06) 2281 0632 Jeroen Schumacher, expert zorgmedewerker 3.0 [email protected] (030) 789 24 71 Activiteiten Wijkgericht werken De verzorgingsstaat is voorbij. Mensen moeten meer voor zichzelf en voor elkaar zorgen. Dicht bij huis, in wijk of dorp, in samenwerking met professionals. Vilans begeleidt gemeenten en aanbieders van zorg en welzijn in deze nieuwe wijkgerichte aanpak voor zorg en ondersteuning. Gemeentes en zorgaanbieders willen daarnaast hun wijkteams klaarstomen voor 2015, zodat zij burgers ondersteunen naar meer zelfredzaamheid en eigen kracht. Vilans begeleidt de ontwikkeling en implementatie. Themadossier wijkgerichte zorg Op het kennisplein Chronische Zorg van Vilans staat het themadossier over Wijkgerichte Zorg. Dit dossier gaat over samenwerken op het gebied van zorg, welzijn, wonen en sport. Het doel ervan is om de gezondheid en participatie in de wijk te bevorderen. In het online dossier staat een introductie op Wijkgerichte Zorg. Wat is het, waarom is het nodig en wat levert het op? Alle feiten staan op een rijtje, zoals: wat is belangrijk in de samenwerking, en welke samenwerkingsvormen zijn er mogelijk? Daarnaast staan ook publicaties en links voor meer achtergrondinformatie op: http://www.kennispleinchronischezorg.nl/kcz/Dossiers/Wijkgerichte-zorg.html 13 Zorgmedewerker 3.0 De zorg verandert voortdurend. De zorg van nu én in de toekomst vraagt nogal wat van helpenden en verzorgenden. Niet alleen de inhoud van het werk verandert, maar ook de organisatie van de zorg, in samenwerking met anderen. Vilans ondersteunt helpenden en verzorgenden van nu én straks om goede en verantwoorde zorg te geven, met aansprekende korte filmpjes en concrete werkopdrachten. Voorbeelden zijn: 6 ezelsbruggetjes voor een goede dialoog Flyer voorstelling Familiefabels 5 tips voor de nieuwe zorgprofessional De nieuwe zorgmedewerker. Weet voor wie je er bent! Documenten over wijkgericht werken 2.4 Quickscan toekomstscenario's gemeenten 08-05-2014 Eerste lijn belangrijke partner in wijkgericht werken 23-04-2014 Infographic Hervorming zorg en ondersteuning 22-04-2014 Rapportage onderzoek lokale samenwerkingsvormen 21-02-2014 Toekomstbestendige dagactiviteiten in groepsverband 18-02-2014 Een inloopfunctie in de wijk opzetten 18-02-2014 Kenniscentrum Wmo en Wonen Noord Holland Algemeen Het Kenniscentrum Wmo en Wonen biedt gemeenten in Noord-Holland een platform voor laagdrempelige kennisuitwisseling. Het doel is dat ‘leren’ en ‘kennis delen’ deel uitmaken van de dagelijkse werkpraktijk rondom de Regionale Sociale Agenda. In opdracht van de provincie NoordHolland richten zij zich in het bijzonder op bestuurders, beleidsmakers en uitvoerders van gemeenten die in regionaal verband samenwerken. Contactpersonen Kenniskring sociale wijkteams : Carla Kolner, [email protected] 06 – 1137 8378 Kenniskring en Integraal project De Kanteling: Dessie Lividikou, [email protected] / 023 – 5143 847 Kanteling zorgprofessionals: Alexandra Benning, [email protected] / 023 – 5143 054 14 Activiteiten Kenniskring sociale wijkteams Ook in de kleine kernen moeten gemeenten straks 'klaarstaan' als de transities in het sociale domein een feit zijn. Anders dan in de grootstedelijke gebieden kennen kleine kernen minder gezinnen met multiproblematiek. Daarentegen is er vaker sprake van specifieke problematiek rondom jongeren. Verder spelen problemen als ontgroening en vergrijzing, krimp, afbreuk van voorzieningen, en het afbrokkelen van 'oude' sociale netwerken en 'naboarschap' die vele dorpen tot nu toe kenmerkten. Doel van de kenniskring is: het geven van een kwaliteitsimpuls aan de verkenning en mogelijke ontwikkeling, en implementatie en monitoring van de sociale wijkteams binnen de provincie NoordHolland. Activiteiten zijn: kennisuitwisseling, toepassing van kennis, methodieken en instrumenten: 'lichte' implementatiehulp (ook d.m.v. huiswerkopdrachten en faciliteren van kennisdeling via een digitaal platform), experts uitnodigen, adviesgesprekken op maat, tussentijdse rapportages, werkbezoeken. Monitoring: interviews met deelnemende gemeenten, indicatoren ontwikkelen. Kennisverspreiding: conferentie en e-book. Het lectoraat Maatschappelijk Werk van Hogeschool Inholland is betrokken. Kanteling zorgprofessionals 2014 Dit project is een vervolg op het project ‘Kanteling van professionals in zorg en welzijn’ uit 2012. Binnen dat project wordt een visie op het gekantelde sociale domein opgesteld, waarin de gekantelde benadering wordt beschreven. Verder gaan ze na of binnen West-Friesland één methodiek kan worden gebruikt voor het vormgeven van de kanteling, worden best practices verzameld en netwerken opgericht waarin de West-Friese methodiek verder uitgewerkt wordt. Documenten over sociale wijkteams ‘Eerste verkenning sociale wijkteams Noord-Holland’. Deze verkenning biedt een eerste overzicht en inzicht in de verschijningsvormen van sociale teams in verschillende Noord-Hollandse gemeenten. Er zijn hoge verwachtingen van het herschikken van de sociale infrastructuur met behulp van deze teams, maar tegelijkertijd is er erg veel onduidelijkheid over doel, compositie en werkwijze. Dat geldt zowel voor gemeenten, maatschappelijke organisaties, professionals, als voor de provincie, en niet in de laatste plaats ook voor burgers. In opdracht van twaalf gemeenten in Noord-Holland organiseert en coördineert het Kenniscentrum Wmo en Wonen samen met Inholland en ondersteund door DSP-groep, een Kenniskring Sociale wijkteams. De kenniskring wordt mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Holland. Om de Kenniskring inhoudelijk voor te bereiden, is tussen november 2012 en april 2013 een inventarisatie uitgevoerd onder de deelnemende gemeenten aan de Kenniskring. Deze rapportage geeft een indicatieve stand van zaken rond de formatie van sociale teams in relatie tot de tweedelijns transities en de verschuivende 15 opdrachten in het kader van de Wmo en de rol die gemeenten -in het bijzonder de sociale teamsdaarin spelen. In 2013 en 2014 wordt verder gebouwd aan deze verkenning en wordt deze voorzien van aanvullingen, aanscherpingen en lessen op basis van de opgedane ervaringen. Inventarisatie gaat ook specifiek in op de rol van de sociale professional. http://www.wmowonen-nh.nl/files/2013/verkenning-sociale-teams-noord-holland-maart-2013 Artikel over eigen kracht en de professional: an inconvenient relation door Evelien Vos: http://www.wmowonen-nh.nl/uitgelicht/2018is-de-gezondheidszorg-bezig-met-het-winnen-van-devorige-oorlog-2019/?searchterm=professional Ondersteuning dichter bij burgers: sociale wijkteams als oplossing: http://www.wmowonen-nh.nl/uitgelicht/ondersteuning-dichtbij-burgers-sociale-wijkteams-als-oplossing/ 2.5 Platform31 Algemeen Platform31 is een kennis- en netwerkorganisatie voor stedelijke en regionale ontwikkeling. Platform31 ondersteunt professionals en organisaties bij sociale, economische en ruimtelijke vraagstukken met praktijkgerichte kennis en relevante netwerken. Samen met partners ontwikkelt Platform31 kennis in wetenschappelijk onderzoek, praktijkexperimenten en netwerken. Deze kennis verspreiden ze zowel breed in de vakwereld, als gericht in opleidingen, congressen en excursies. Contactpersoon Helga Koper, [email protected] 06 35 11 58 14 Activiteiten Op de website staat het werkplan Goed Leven van 2013. Mogelijke doorlopers in 2014 die relevant voor SWW zijn: G32 Stedennetwerk (thema’s transities) Zelfredzame wijk Leerkring sociale wijkteams Onderzoek intergenerationele mantelzorg onder allochtonen Wijkinvesteringszones Onderzoek verschuivingen tussen professionals en vrijwilligers in de sociale sector. Recent zijn onderzoeken verschenen (meer essays) naar de veranderende rol van welzijnsinstellingen (DOCK Rotterdam, Amsterdam, Zaanstad, Haarlem) en naar netwerkzorg in de netwerksamenleving. 16 Leerkring Sociale Wijkteams (uit activiteiten overzicht 2013) Interactieve leeromgeving waarin met ruim 30 steden (G32/G4) gewerkt werd aan het verkennen, spiegelen, verdiepen en formuleren van antwoorden op vraagstukken rond sociale wijkteams. In de sociale (wijk)teams of integrale (wijk)teams, worden de al dan niet manifeste behoefte(n) van ‘de burger’, of het gezin, vanuit verschillende invalshoeken opgepakt, met het doel om een betere leefsituatie te bereiken. De steden geven zo vorm aan de veranderende relatie tussen de burger en de lokale overheid, waarbij zich verschillen voordoen op onderdelen, bijvoorbeeld in de rol die bestaande lokale partners in sociale domein in dat proces spelen. In dat proces is het bedoeling te komen tot een nieuwe werkwijze. Door verschillen in visie en praktische uitgangspunten zijn gevarieerde keuzes gemaakt. Overeenkomstige elementen zijn er in elk geval ook: namelijk de intentie tot integrale aanpak én de inbedding in een specifiek werkgebied. Programma Sociaal 2014 over sociale wijkteams Ontwikkeling effect- en prestatie indicatoren. Hoe stuur je op kwaliteit en meet je resultaten in de nieuwe inrichting van het sociale domein, bijvoorbeeld bij sociale wijkteams? Onderzoek versterking sociale structuur. In dit onderzoek, met inbreng vanuit de leerkringen sociale wijkteams, wordt in kaart gebracht hoe sociale wijkteams zijn ingericht in verschillende steden, en hoe ze opereren. Toepassing analyse instrument sociale wijkteams. Geen wijk en sociaal vraagstuk is gelijk. Welke afwegingen moet je maken om daar maatwerk in te bieden? Project ‘Samenredzaamheid in de doe-democratie’. Inzicht in nut en effect van verschillende projecten samenredzaamheid. Regionale 3D safari + kijkje in de keuken stage. De decentralisaties brengen gemeenten in contact met vele nieuwe partners; leer die wereld kennen door een dag mee te lopen. Document over sociale wijkteams Werken met sociale wijkteams: regie als evenwichtskunst. 2013 http://www.platform31.nl/blogs/werkenmet-sociale-wijkteams-regie-als-evenwichtskunst 2.6 Stichting Vraagwijzer Nederland Algemeen Stichting VraagWijzer Nederland is kennispartner van gemeenten, woningcorporaties en organisaties voor welzijn en zorg. Zij dragen hun kennis over door het uitvoeren van onderzoek, het ontwikkelen van beleid, het geven van advies en ondersteuning en het trainen van medewerkers. De overheidsprogramma's De Kanteling, Welzijn Nieuwe Stijl en Antwoord© zijn leidraad voor de activiteiten. 17 Contact [email protected] 071 - 542 98 63 Activiteiten Sociale wijkteams In veel gemeenten worden op dit moment sociale wijkteams gerealiseerd. In deze teams gaan generalisten aan de slag om ondersteuning te bieden aan de kwetsbare burgers in een bepaald gebied. Stichting VraagWijzer Nederland biedt ondersteuning bij het realiseren van sociale wijkteams. Scholing van de leden van het sociaal wijkteam is uitermate belangrijk voor het slagen van het project. Stichting VraagWijzer Nederland heeft een selectie gemaakt van belangrijke trainingen om professionals tot generalisten op te leiden. Hierbij is zoveel mogelijk uitgegaan van lokaal aanbod. Enkele trainingen kan VraagWijzer verzorgen. Hieronder een voorbeeld van een scholingsplan. scholingsplan voor sociale wijkteams Ondersteuningsmogelijkheden voor sociale wijkteams VraagWijzer biedt ondersteuning op de volgende onderwerpen: 1. Visiebijeenkomst 2. Beleidsontwikkeling of een exploratieve start? 3. Projectgroep begeleiding 4. Projectleiding of projectondersteuning 5. Projectproducten VraagWijzer realiseert onder meer de volgende producten: het plan van aanpak, de visie, het conceptueel kader, het bedrijfsplan, het programma van eisen voor de locatie voor het sociale wijkteam, het functieprofiel voor de medewerker van het sociaal wijkteam en de methodiek voor het sociale wijkteam. 6. Teambuilding, trainingen en intervisie Voordat het sociale wijkteam aan de slag gaat én tijdens de uitvoering van de werkzaamheden is het van groot belang om voldoende aandacht te besteden aan: - Teambuilding - Training vraagverheldering Welzijn Nieuwe Stijl - Training methodisch werken voor sociale wijkteams - Intervisie 7. Kennis delen en vermenigvuldigen Stichting VraagWijzer Nederland wil de opgedane kennis en ervaring van eigen en andere projecten delen en vermenigvuldigen. Pamela van der Kruk maakt in het landelijke leernetwerk van Achter de Voordeur/MPG van het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie kennis met Daniël Veth en zijn visie op de veranderingen. De aanbeveling voor de projectleiders en kwartiermakers in andere gemeenten is 18 om kennis te nemen van 'De Rotonde van Hamed' en 'Het rendement van zalmgedrag, de projectencarrousel ontleed'. Documenten over sociale wijkteams Hoe wordt een sociaal wijkteam gerealiseerd? Voorbeeld functieprofiel van de generalist Samenvatting Sociale wijkteams in ontwikkeling Aanbevelingen Sociale wijkteams in ontwikkeling Programma van Eisen ICT voor sociale wijkteams Rapportage ICT voor sociale wijkteams 19 2.7 Verwey-Jonker Instituut Algemeen Het Verwey-Jonker Instituut bestudeert actuele, publieke, sociaal-maatschappelijke onderwerpen. Ze doen dat voor het openbaar bestuur, voor maatschappelijke organisaties, en voor al dan niet georganiseerde burgers. Contactpersonen Professionalisering: Astrid Huygen, [email protected] Projectleider Wmo to go: Monique Stavenuiter, [email protected] Activiteiten Professionalisering De samenleving verandert snel en professionele behoeften veranderen mee. Het welzijnswerk en de zorg- en dienstverlening zien zich voor de taak gesteld aan te sluiten bij maatschappelijke behoeften, bij beleidsontwikkelingen, bij wensen van burgers en professionals. Wat zijn de gevolgen van deze steeds nieuwe beroepseisen voor professionals op uitvoerend, middenmanagement en bestuurlijk niveau? Competenties Het Verwey-Jonker Instituut ondersteunt professionals en organisaties die zich willen toerusten voor de steeds nieuwe vragen vanuit de samenleving. Het instituut kan op verschillende niveaus iets betekenen bij dit proces van professionalisering: wat betreft competentieontwikkeling, kennisontwikkeling, positionering en profilering. Door het doen van verkenningen kan het instituut een strategische rol vervullen. Daarnaast richt zij zich op de verantwoordingsplicht van sociale professionals. Ten slotte kan het instituut uitvoerende professionals ondersteunen in hun dagelijkse praktijk. Dit doet VJI door onderzoek, praktijk en beleid te verbinden in bijvoorbeeld wijklabs of lerende netwerken. Onderzoek Binnen het thema Professionalisering doet VJI onder meer onderzoek naar: Strategische verkenningen: Over de schutting kijken. Intergemeentelijk leren rond de Wmo en armoedebestrijding Positionering en profilering: Strategische kennis voor de wijk Professionalisering welzijnswerk, maatschappelijk werk, jongerenwerk: Sociale professionaliteit in beweging Verantwoordingsplicht van sociale professionals: Maatschappelijk Rendement Analyse Sociaal Raadslieden 20 Uitwisseling van capaciteitsgerichte benaderingen: Goud in de buurt Wmo tot go De website Wmo to go is een gezamenlijk initiatief van het VJI en het ministerie van VWS. Wmo to go biedt via verschillende wegen gratis ondersteuning met kennis op maat bij het ontwerp, de uitvoering en de evaluatie van het Wmo-beleid. De informatie op deze website is gebaseerd op het onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut de afgelopen vijf jaar in opdracht van VWS heeft verricht. Het ministerie financiert de website en kennis op maat. Thema's op Wmo to go zijn: Samenwerken Eigen kracht Bestuurskracht Transities Participatie Link: http://www.wmotogo.nl/ Documenten over sociale wijkteams en professionalisering Meere, F. de, Hamdi, A (2013), De opkomst van sociale wijkteams. Verwachtingen en rendement. http://www.verwey-jonker.nl/vitaliteit/publicaties/lokaal_sociaal_beleid/de-opkomstvan-sociale-wijkteams. Meere, F. de, Hamdi, A. & J. Deuten (2013), Het is de integrale aanpak die werkt. Evaluatie na één jaar Utrechtse Buurtteams Krachtig. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Meere, F. de, Hamdi, A. & J. Deuten (2013), Waarom zouden wijkteams beter en goedkoper zijn? Sociale vraagstukken, 10 september 2013. Marissing, E. van, Huygen, A. & K. van Vliet (2012), Sociale professionaliteit in beweging. Lessen uit drie voorbeeldpraktijken. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, Wmo kenniscahier 11. http://www.verweyjonker.nl/vitaliteit/publicaties/professionalisering/sociale_professionaliteit_in_ beweging 2.8 Raad voor de Volksgezondheid Algemeen De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg is een onafhankelijk adviesorgaan voor parlement en regering. Het zet zich in voor de volksgezondheid en voor de kwaliteit, de toegankelijkheid en doelmatigheid van de gezondheidszorg. De raad brengt hierover strategische adviezen uit. Het stelt haar kennis beschikbaar aan de zorgsector. 21 Contactpersoon F.J. (Flip) van Sloten [email protected] 070 - 340 7113 Documenten over de wijkprofessional De wijkprofessional. Specialist met generalistische competenties. Auteur: Lieke Oldenhof, MA & MSc De wijkprofessional (pdf – 464KB) Achtergrondstudie bij het advies Gemeentezorg (pdf – 835KB) De generalistische wijkprofessional is bij veel gemeenten in opkomst. Gemeenten stellen functieprofielen op van ‘de generalist’ die burgers op nieuwe manieren ondersteunt. Dit gebeurt niet meer door taken over te nemen of ‘te zorgen voor’, maar door eigen regie te stimuleren en het netwerk te betrekken bij de oplossing van problemen. De generalist is daarnaast van alle markten thuis (wonen, welzijn, zorg, inkomen) en kan alle doelgroepen op integrale wijze ondersteunen (jong en oud, zonder en met beperking). Maar bestaat deze ‘super’generalist eigenlijk wel? En is een generalistische professional altijd wenselijk, of is er voor ondersteuning aan burgers met multiproblematiek ook een taakverdeling nodig tussen specialistische professionals? In een recente studie van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg geeft promovenda Lieke Oldenhof antwoord op deze vragen. Zij liep mee met Sociale Wijkteams en Vraagwijzers (Wmo-loketten). Op basis van observaties en interviews komt zij tot de conclusie dat ‘de generalist’ niet bestaat en ook niet per definitie wenselijk is. In sociale wijkteams en Vraagwijzers werken in de praktijk meestal specialistische professionals: o.a. juridische medewerkers, opbouwwerkers, maatschappelijk werkers, zichtbare schakels. Bovendien blijkt dat een bepaalde mate van taakverdeling tussen specialistische professionals ook nodig is voor goede ondersteuning: niet de opbouwwerker maar de wijkverpleegkundige kan bijvoorbeeld het beste wondverzorging doen. In de studie wordt de discussie daarom omgedraaid. De wijkprofessional is in eerste instantie specialist, maar ontwikkelt wel generalistische competenties. Voorbeelden van deze generalistische competenties zijn generalistische vraagverheldering, het aanspreken van eigen regie en het betrekken van het sociale netwerk. Er worden in de studie verschillende aanbevelingen gedaan aan gemeenten om deze generalistische competenties verder te bevorderen. Contactpersoon: Lieke Oldenhof, [email protected] . Andere achtergrondstudies over de wijkprofessional Van zorgcoöperaties tot sociale wijkteams (pdf – 421KB) Beleidsidealen in de praktijk (pdf – 238KB) Van rol naar bekostiging in 3D (pdf – 667KB) Effectieve decentralisatie? (pdf – 2MB) 22 3 Samenwerkingsverbanden 3.1 TransitieBureau Wmo Algemeen Het TransitieBureau bestaat uit medewerkers van het ministerie van VWS en de VNG en vertegenwoordigers van de gemeenten Boxtel, Groningen en Amsterdam. Het TransitieBureau zoekt actief samenwerking met gemeenten, aanbieders en cliëntenorganisaties, vanuit de gedachte dat een gezamenlijke aanpak essentieel is om de decentralisatie(s) te doen slagen. ‘Coalitiedenken’ noemt het TransitieBureau dit. Bert Holman (VWS) is voorzitter van het TransitieBureau. Bob van der Meijden (VNG) is vicevoorzitter. Contact: TransitieBureau Wmo 070-340 6100 Activiteiten Naar een nieuw werkplan Wmo 2015 Het werkplan voor de komende periode wordt aangepast aan de actuele ontwikkelingen en behoeften die in het veld leven. Het centrale instrument daarbij is het stappenplan voor de transitie dat voor gemeenten en aanbieders is ontwikkeld, en op website staat. Het TransitieBureau Wmo ontwikkelt het werkplan in nauw overleg met gemeenten, aanbieders en cliëntorganisaties. In het najaar 2014 spreekt het TransitieBureau met hen over de nieuwe Wmo, het transitieproces en de daarbij benodigde ondersteuning die het TransitieBureau Wmo kan bieden. Dit moet de basis vormen van het nieuwe werkplan Wmo 2015, dat rond oktober 2014 zal verschijnen. De ondersteuning zal zich in ieder geval richten op belangrijke onderwerpen als de overgangsrechten, het nieuwe persoonsgebonden budget, sociale wijkteams, regionale samenwerking, en vernieuwing van het aanbod. Hieronder vindt u, ter overbrugging tot aan het nieuwe werkplan, een tussentijdse update van de activiteiten van het TransitieBureau Wmo, waarmee het veld wordt ondersteund bij het vormgeven van de nieuwe verantwoordelijkheden en activiteiten in het kader van de nieuwe Wmo. Daarbij streeft het TransitieBureau Wmo waar mogelijk samenhang na tussen de drie decentralisaties: jeugdzorg, participatiewet en maatschappelijke ondersteuning, alsmede de veranderingen in passend onderwijs. Enkele thema’s waarin het sociale wijkteam expliciet wordt genoemd: Toegang Samen met het Wmo-projectleidersnetwerk, het TransitieBureau Jeugd en het traject Participatiewet ontwikkelt het TransitieBureau ondersteuning voor gemeenten op het gebied van toegang. Er is specifieke aandacht voor de mogelijkheden en onmogelijkheden van sociale wijkteams, integrale toegang, het bijscholen van gespreksvoerders, toegang in de Wmo 2015 en het gebruik van ICT- 23 instrumenten. Voorbeelden van ondersteuning zijn handreikingen, bijeenkomsten, bijscholing, elearning en de Wmo-werkplaatsen (waar ook de verbinding wordt gelegd tussen HBO’s en ROC’s). Ondersteuningsprogramma sociale wijkteams Samen met gemeenten ontwikkelt het TransitieBureau een breed ondersteuningsprogramma voor de doorontwikkeling en professionalisering van wijkteams onder de hoede van ZonMw. Een kwartiermaker is aangesteld om alle bestaande kennis en ondersteuningsaanbod op te halen. Sturing en bekostiging Het TransitieBureau ondersteunt bij de aansturing en bekostiging van sociale wijkteams en tweedelijnszorg (rapporten en bijeenkomsten) en ondersteunt bij sturing op outcome. Zie voor het gehele overbruggingsplan van het Transitiebureau: http://www.invoeringwmo.nl/sites/default/files/Naar%20een%20nieuw%20werkplan%20Wmo%202015. pdf Document over sociale wijkteams Eindhoven, Enschede, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad hebben een notitie gemaakt over hun ervaringen bij het inrichten van sociale wijkteams. Handreiking Sociale Wijkteams in ontwikkeling. 3.2 Wmo werkplaatsen Algemeen Er zijn inmiddels 13 Wmo werkplaatsen operationeel. De eerste zeven (Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Eindhoven, Nijmegen, Twente, en Groningen) hebben een uitgebreide opdracht om gewenste innovaties ten behoeve van de huidige en de nieuwe Wmo te onderzoeken, te ontwikkelen en te implementeren in zowel het werkveld als in het beroepsonderwijs. De tweede tranche (Haarlem, Den Haag/Leiden, Breda/Den Bosch, Limburg, Zwolle/Lelystad, Friesland) heeft een meer beperkte opdracht, namelijk het implementeren van de beoogde vernieuwingen. De formule is dat het lectoraat trekker is van de werkplaats en dat gemeenten en instellingen uit de regio als convenantpartner de maatschappelijke agenda vaststellen en deze in co-creatie uitvoeren. Elke onderzoekswerkplaats heeft vijf projecten met een looptijd van 2012 t/m 2015 ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling. Alle werkplaatsen hebben twee of drie implementatietrajecten. In de eerste periode (2009 t/m 2011) waren de werkplaatsen sterk gefocust op hun regio. In de huidige periode worden kennis en resultaten op 24 bepaalde thematieken gezamenlijk ontwikkeld en gedissemineerd. Ook zijn er diverse verbindingen met de kennisinstituten (vooral Movisie, maar ook Vilans en NJi). De gezamenlijke thema’s zijn: 1. Monitoring van gevolgen transities voor cliënten, mantelzorgers, vrijwilligers en professionals 2. Eenzaamheidsvraagstukken / handelingskader voor identificeren van eenzaamheid 3. Verwachtingen en effecten van sociale wijkteams 4. Professionaliseringsvraagstuk sociale wijkteams 5. Gevolgen transities voor kwetsbare jongeren 6. Legitimiteit sociale professies en governance 7. Ondersteunen van informele zorg en sociale netwerken 8. Lerend werkend, action learning 9. Implementatiestrategieën 10. Technologische innovatie 11. Evalueren / effectencalculator De eerste reeks werkplaatsen verspreidt haar informatie via de regionale websites en de landelijke site www.wmowerkplaatsen.nl Medio dit jaar verschijnen facts & figures, waarin alle gegevens van de werkplaatsen makkelijk vindbaar moeten zijn. De verbinding tussen de Wmo-werkplaatsen ligt vooral bij de twee thema’s rond de sociale wijkteams (zie 3 en 4 hierboven). In de persoon van associate lector Ard Sprinkhuizen is er een connectie tussen het programma SWW en de Wmo-werkplaatsen. Ook lopen er verbindingen van Movisie naar de werkplaatsen via Paul Vlaar/Thea Meinema, senior adviseurs. 3.3 Actieprogramma professionalisering W&MD Algemeen Het actieprogramma is in het leven geroepen om de professionalisering van het sociaal werk in het perspectief van Welzijn Nieuwe Stijl en de drie transformaties actief te ondersteunen. In het actieprogramma nemen deel: MOgroep, ABVAKABO/FNV en CNV Publieke Zaak, NVMW, BVjong, Mbo-raad en Sac HSAO van de Hbo-raad, en het wordt ondersteund door Movisie. In het actieprogramma komen de verschillende professionaliseringsinitiatieven bij elkaar, vindt afstemming plaats en wordt de besluitvorming gecoördineerd over richtinggevende documenten, zoals bijvoorbeeld de set van 10 competenties. Contactpersonen Edwin Luttik, [email protected] Harry Hens, [email protected] Thea Meinema, [email protected] 25 3.4 Schakels in de wijk Algemeen In 2009 ging, in opdracht van de ministeries BZK en VWS, het landelijk programma ‘Zichtbare schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’ bij ZonMw van start. Het programma omvatte 96 uitvoeringsprojecten in het land en is 31 december 2012 gestopt. Na deze datum zijn de middelen gedecentraliseerd naar het gemeentelijk niveau. In het programma werden tevens diverse ontwikkelingsondersteunings- en onderzoeksprojecten uitgevoerd. De uitvoeringsprojecten richten zich op de extra inzet van wijkverpleegkundigen en de verbreding van hun functie, voornamelijk in achterstandswijken. De verbreding van de functie van wijkverpleegkundige houdt in dat zij niet alleen geïndiceerde zorg verleent, maar samenhangende en integrale zorg op het gebied van preventie, zorg, wonen en welzijn. Dat wil zeggen dat wijkverpleegkundigen zichtbaar en gemakkelijk benaderbaar aanwezig zijn, en handelend en coördinerend optreden in de wijk. Documenten over de wijkverpleegkundige Op de site van ZonMw staan verschillende publicaties over de wijkverpleegkundige zichtbare schakels: http://www.zonmw.nl/nl/programmas/programma-detail/zichtbare-schakel-de-wijkverpleegkundige-vooreen-gezonde-buurt/publicaties/ We noemen er hier enkele: 1. Expertise gebied wijkverpleegkundige .Mariska de Bont e.a. Van der Weij drukkerijen BV Hilversum 2012 2. Maatschappelijke Business Case Verpleegkundige Praktijk van de Zorg Groep Almere 2013. http://www.zorggroepalmere.nl/media/category/Disciplines/Thuiszorg/mBC%20verpleegkundig e%20praktijk%20def%20versie%202.pdf 3. Zorgpaden handleiding voor de eerstelijns gezondheidszorg http://eerstelijnszorgpaden.nl/ 4. Tal van verslagen uit verschillende steden zoals Rotterdam, Den Haag et cetera. 26 4 Overheid en onderwijs 4.1 Ministerie van BZK Algemeen Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de coördinatie van de drie transities. Contactpersoon Integrale aanpak: Jeanet Zonneveld, [email protected] 06 83 21 54 78 Collegiale professionalisering: Nevien Akbasoglu, BZK Activiteiten Programma Integrale aanpak Het programma Achter de voordeur/ Multiproblem gezinnen is omgedoopt tot het programma Integrale Aanpak. Het programma heeft een netwerk van zo’n 200 gemeenten om zich heen verzameld, dat gebruik maakt van de ontwikkelde kennis rond ADV/MPG en die deze kennis doorvertalen naar sociale wijkteams. Programma “Gemeenten van de Toekomst’ Het programma Integrale aanpak maakt deel uit van het BZK programma Gemeenten van de Toekomst. Met dit programma ondersteunt het ministerie van BZK gemeenten. De ambitie is om alle initiatieven en ontwikkelingen rond de decentralisaties onder één paraplu te brengen, zodat zij elkaar maximaal kunnen versterken en gemeenten hun werkzaamheden binnen het sociaal domein in samenhang kunnen organiseren. Het programma stelt de gemeenten centraal en richt zich op colleges van B&W, gemeenteraden en ambtelijke organisaties. Zij kunnen het programma actief benaderen, maar er gaan ook accountmanagers naar gemeenten en samenwerkingsverbanden toe. 'Gemeenten van de Toekomst' biedt een webplatform voor gezamenlijke visie- en scenarioontwikkeling en het delen van ervaringen, expertise en netwerken. Een pool van deskundigen helpt gemeenten en samenwerkingsverbanden op verzoek, in korte tijd, op specifieke aandachtsgebieden. Hierbij wordt ook het ondersteuningsaanbod van de VNG en de ministeries van VWS en VenJ (transitiebureaus Jeugd en Wmo) en SZW betrokken. Gemeenten kunnen op het platform alles vinden over de drie decentralisaties, zoals goede voorbeelden, expertteams, regionale en landelijke bijeenkomsten, handreikingen en allerlei andere relevante documenten. 27 Professionalisering Van professionals op lokaal niveau worden in de nieuwe situatie andere kwaliteiten en vaardigheden verwacht. De nieuwe werkwijze richt zich vooral op het creëren van het gewenste effect in plaats van het uitvoeren van een procedure of een werkwijze. Leidinggevenden staan voor de opgave om de muren tussen de verschillende gemeentelijke sectoren te doorbreken, om de nieuwe werkwijze voor hun professionals op uitvoerend niveau mogelijk te maken. Minder specifieke budgetten, meer integrale visie, sturen op effecten zijn thema’s die daarbij een rol spelen. Daarnaast is een belangrijk aspect het krijgen van ruimte om tot vernieuwing in de aansturing van maatschappelijke instellingen over te kunnen gaan. Niet alleen sturen op processen en resultaten, maar samen zoeken naar manieren die het beste effect teweegbrengen. BZK heeft onlangs het initiatief genomen tot het ontwikkelen van een programma voor de deskundigheidsbevordering van rijks- en gemeenteambtenaren ten behoeve van de transities. Er komt een breed programma ‘Collegiale professionalisering’, een vorm van action learning, dat wordt ondersteund door ECLO (deskundigheidsbevordering binnen BZK) met daarna masterclasses voor het topmanagement van gemeenten (gemeentesecretarissen, directeuren bedrijfsvoering, hoofden beleidsafdelingen) en nog een masterclass transitiemanagement. Samengevat bestaat het pakket uit: Masterclasses voor transitiemanagers Mastercircle (cyclus van intensieve intervisie voor managers om doorbraken te realiseren in complexe opgaven). Intercollegiale professionalisering (niemand kan ons zoveel leren als wij elkaar). Movisie en VJI zijn uitgenodigd om op de meer inhoudelijke onderdelen input te leveren. Een eerste pilot vindt plaats vanaf april 2014 met de gemeente Kampen als casus. Movisie heeft de afspraak gemaakt om het Competentieprofiel Generalist van BZK en de 10 competenties vanuit het Actieprogramma Professionalisering als complementair en niet als concurrerend te presenteren. Het eerste betreft vooral de persoonskenmerken van professionals in wijkteams (durf, vasthoudendheid, creativiteit), terwijl de tweede beroepsinhoudelijk is geformuleerd, als addendum op geldende beroeps- en competentieprofielen. Documenten over de generalist, sociale wijkteams en werken achter de voordeur Competentieprofiel Generalist. TMA teamprofiel best persons . Wijland Advies en Coaching & Wijland Advies en Coaching. 2012 http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-enpublicaties/rapporten/2012/07/02/competentieprofiel-generalist/competentieprofiel-generalist-obv-tmamethode.pdf 28 Meta analyse MKBA’s sociale (wijk)teams. Integrale aanpakken vergeleken in termen van kosten en baten. LPBL: Veroni Larsen, Merei Lubbe en Lauri de Boer. In opdracht van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Januari 2014 http://www.lpbl.nl/contentimage/LPBL%20Meta%20analyse%20MKBAs%20SWT%20en%20MPG%20v 2101%20DEF.pdf In het e-book De praktijk als landingsbaan is te lezen hoe de aanpak 'Achter de Voordeur' toegepast kan worden in de praktijk. Dit e-book is een vervolg op het e-book Aan de slag achter de voordeur. van het ministerie van BZK vanuit het landelijk project aanpak Achter de Voordeur/Multi Probleem Gezinnen. Het is gemaakt in opdracht van het ministerie van BZK en het ministerie van VWS. http://www.wmowonen-nh.nl/files/2013/ebook-achter-de-voordeur-de-praktijk-als-landingsbaan 4.2 Universiteit Tilburg / Tranzo Op de site zijn alleen enkele documenten gevonden. Documenten over sociale wijkteams en de wijkverpleegkundige Sociale wijkteams. Hoe brengen we de preventie en zorg dichter bij de burger? Gemeente Tilburg http://www.tilburguniversity.edu/upload/c30ecb65-cf7c-45ef-aa2c62e06a757db7_presentatie%20sociale%20wijkteams%2010feb2014.pdf De wijkverpleegkundige in ’s-Hertogenbosch. Vergelijkend onderzoek naar twee werkwijzen van de wijkverpleegkundige ‘Zichtbare schakel’. Maart 2013 https://www.tilburguniversity.edu/upload/a43242f1-da6a-4d98-94ad-2e7a9a61a9e5_rapport.pdf 4.3 Universiteit Twente Algemeen De activiteiten rondom de wijken zijn ondergebracht bij de Vakgroep Public Management van de Universiteit Twente. Contactpersoon Mirjan Oude Vrielink, [email protected] , (053 - 489 3238 / 3280) 29 Activiteiten Wijkcoaches In de periode 2009-2011 heeft de gemeente Enschede in de wijk Velve-Lindenhof een experiment uitgevoerd met een vernieuwde manier van integrale ondersteuning van bewoners door wijkcoaches. De vakgroep bestuurskunde van de UT heeft onderzoek uitgevoerd naar de uitvoering en het succes van deze werkwijze. De documenten bevatten de resultaten van de deelonderzoeken en er is een overkoepelende samenvatting beschikbaar. Eindrapportage Samenvatting Eindrapportage Cliënten Eindrapportage Organisaties Eindrapportage Sociale stijging Eindrapportage Wijkniveau Notitie effect- en inzetstudie wijkcoaches Tussenrapportage evaluatie wijkcoaches Lopend onderzoeksproject (2012-2014) Mirjan Oude Vrielink is als onderzoeker aangesteld binnen een tweejarig onderzoek naar de inrichting en organisatie van sociale wijkteams. De centrale vraag van het onderzoek is: “Welke inrichting en organisatie kennen de sociale teams in de onderzochte steden, en welke belemmeringen of dilemma’s doen zich voor bij het inrichten en/of doorontwikkelen van de teams?” Het onderzoek vindt plaats in het kader van het programma Kennis voor Krachtige Steden (2e ronde) van Platform31 en wordt uitgevoerd onder leiding van dr. Henk van der Kolk en dr. Pieter-Jan Klok. De universiteit werkt hierbij in een consortium samen met drie koplopersteden – Enschede, Leeuwarden en Zaanstad – BMC en Saxion Hogeschool. Documenten over wijkcoaches Zie http://www.utwente.nl/mb/pa/research/completedprojects/wijkcoaches voor de onderzoeksrapportages. 30 31