Temperatuur opnemen De temperatuurregulatie in het lichaam is een van de belangrijkste mechanismen die de interne functies van het lichaam in stand houden. De lichaamstemperatuur geeft de verhouding weer tussen de warmte die het lichaam produceert en de warmte die het afgeeft. De temperatuur varieert gedurende een etmaal. Gewoonlijk is hij ‘s morgens het laagst en’s avonds het hoogst. Kinderen hebben in de regel een iets hogere en ouderen een lagere dan de gemiddelde volwassenen. Zware lichamelijke arbeid, sterke emoties maar bijvoorbeeld ook voedselopname werken verhogend op de lichaamstemperatuur. De omgeving heeft ook grote invloed op de lichaamstemperatuur. Het meten en registreren van de lichaamstemperatuur is vooral van belang als er verhoging of extreme verlaging is ontstaan, of kan ontstaan, ten gevolge van bijvoorbeeld infecties, of aandoeningen van de hersenen, waarbij het warmtecentrum geprikkeld wordt. Een voorbeeld van extreme verlaging is bijvoorbeeld onderkoeling van een zorgvrager tijdens een operatie. Bijzonderheden Men kent de volgende begrippen en bijbehorende waarden: - Ondertemp (hypothermie): tot 36,1 ◦C - Normale lichaamstemperatuur: 36,5 ◦C tot 37,5 ◦C - Verhoging of subfebriele temperatuur: 37,5 ◦C tot 38 ◦C - Koorts: 38 ◦C en hoger - Hyperthermie: 40 ◦C en hoger. Tegenwoordig gebeurt het meten van de temperatuur steeds meer op indicatie. Men neemt dan dagelijks temperatuur op, of enige malen per dag of één of meer keer per week/maand, volgens afspraak en naar eigen inzicht. Het spreekt vanzelf dat de temperatuur gemeten wordt indien de zorgvrager zich niet lekker voelt. - De temperatuur kan op verschillende plaatsen gemeten worden, bijvoorbeeld in het rectum, in de oksel, in de mond of in het oor. - Gebruik zo mogelijk een digitale elektronische thermometer omdat deze thermometer voor het milieu het minst belastend is. - De kwikthermometer, die steeds minder vaak wordt gebruikt, bestaat uit een langgerekt glazen buisje, voorzien van een schaalverdeling in graden Celcius. In de buis bevindt zich een kolom kwik die uitzet onder invloed van warmte. Het kwik loopt bij afkoeling niet automatisch terug door de nauwe meetbuis en moet dus worden afgeslagen. Het kwik uit de kwikthermometer is belastend voor het milieu. - De oorthermometer wordt steeds meer gebruikt omdat die een veilige en snelle meting garandeert. De meter moet zorgvuldig in het oor gebracht worden totdat hij past. Het is een digitale meter met een venster waarop je de temperatuur na 3 minuten kunt aflezen, Bij de oorthermometer wordt om hygiënische redenen gebruik gemaakt van een speciaal opzethoesje, dat de top van de meter beschermt. - Op de temperatuurlijst moet worden aangegeven of er rectaal, axillair, oraal of in het oor gemeten is. Leerdoel Men kan in 10 minuten een rectale, axillaire, orale of oormeting uitvoeren volgens de richtlijnen van het protocol. Doel Het objectief waarnemen van de lichaamstemperatuur van een bewoner. Indicatie Zorgvragers ▪ met een infectieziekte ▪ met wonden ▪ die een hartinfarct hebben gehad ▪ bij wie bloedingen optreden ▪ die geopereerd zijn (i.v.m kans op infecties) Contra-indicatie - afhankelijk van de methode van de meting ▪ niet rectaal meten bij zorgvragers met afwijkingen van de anus (aambeien, na operatie, diaree, bijv. bij kraamvrouwen of bij rectumcarcinoom) ▪ niet axillair meten Bij zorgvragers die sterk vermagerd zijn (ondertemperatuur, verward) ▪ niet oraal tempen Bij zorgvragers die verward zijn of een aandoening in of aan de mond hebben, ook niet bij kinderen ▪ niet in het oor Bij een ontsteking in de uitwendige gehoorgang Potentiële complicaties - kruisinfectie - rectale bloedingen (in geval van rectaal meten) - in meeste gevallen bij aambeien Opmerkingen: Kwikthermometers mogen met ingang van 01-01-2003 niet meer worden gebruikt. Voorbereiding: Vooraf overwegen welke thermometer (digitaal, kwik, ondertemperatuurmeter) je gebruikt, waar je meet en waarom. Bij de thermometer passend hoesje Steritemp. gebruiken. 1. Rectaal 2. Axillair RECTAAL - Bewoner voorlichten. - Benodigdheden klaarzetten. - 1 thermometer - 1 tube vaseline - Witte watten en alcohol 70% - 1 hoesje Steritemp. - Benodigdheden klaarleggen bij de bewoner. - Papier en pen. AXILLAIR - Bewoner voorlichten. - Benodigdheden klaarzetten. - Handdoek voor het drogen van de oksel - 1 thermometer. - Witte watten en alcohol 70% - 1 hoesje Steritemp. - Benodigdheden klaarleggen bij de bewoner. - Papier en pen. Uitvoering: Rectaal - Bedgordijnen sluiten - Panty/ pantalon naar beneden halen, plus onderbroek en eventueel incontinentiemateriaal. - Bewoner op linkerzij laten liggen. - Digitale thermometer instellen. - De thermometer in het hoesje doen. - Vaseline op de punt van het hoesje rondom aanbrengen. - De thermometer voorzichtig in de anus brengen. - Zonodig de thermometer vasthouden. - De digitale thermometer in de anus laten tot je een piepje hoort Axillair - Als de bewoner op is, de bewoner naar de slaapkamer brengen of en plaats waar de privacy gewaarborgd is. - Bewoner ontspannen houding aan laten nemen. - Digitale thermometer instellen. - De thermometer in het hoesje doen - Breng de thermometer in de okselholte. Het kwik reservoir moet hierbij naar het hoofd van de bewoner wijzen. - De digitale thermometer in de oksel laten tot je een piepje hoort. Nazorg: - Het hoesje van de thermometer verwijderen. - Aflezen van de temperatuur. - Meld de zorgvrager hoe hoog de temperatuur is - Reinig de thermometer met alcohol 70% - Gebruikte materialen opruimen - Was de handen Verslaglegging - Rapportage datum, tijdstip, temperatuur op de temperatuurlijst en de manier waarop gemeten is, z.n. aan arts doorgeven Bron: Vaardigheden basisverpleegkunde tweede herziene druk 2004