Schoolziek Ben je wel eens schoolziek? Dan ben je op een ochtend helemaal niet zoals je anders bent. Het regent buiten en het is koud als je uit bed komt. Ik ben vast ziek, denk je. Ik kan niet naar school. Je moeder vraagt dan wel drie keer: ,,Ben je echt zo ziek dat je niet naar school kunt?” Dat is een moeilijke vraag. Je kunt best overeind blijven zitten in de bank. En je kunt ook best je rekenboek open hebben liggen. Maar echt leren gaat niet. Als je je zo voelt, is alles drie keer zo moeilijk en duurt alles twee keer zo lang. Dan heeft het geen zin. Je leert niks op school als je je zo voelt. ,,Waar heb je dan pijn?” vraagt je vader. Die is altijd onmiddellijk ongerust. Die grijpt meteen naar zijn blauwe boek. Daarin staat alles over kinderziekten. Wel, ‘schoolziek’ staat daar niet in. En je hebt trouwens geen pijn. Misschien een beetje in je hoofd. Omdat je zo moet nadenken bij de vragen van je vader en je moeder. En als je heel goed oplet, voel je wat in je buik. Zo’n ongerust gevoel van: jeetje, nou moet ik toch naar school, maar daar heb ik helemaal geen zin in. ,,Of maak je nu alleen maar flauwekul?” zegt je moeder. Maar als je ziek bent, hoef je toch niet speciaal overal pijn te hebben. ,,Ik haal de thermometer wel even,” zegt je vader. Want hij denkt: als hij koorts heeft, is hij echt ziek. Als je verkouden bent of je hebt een andere ziekte die door bacteriën wordt veroorzaakt, word je warmer. Je hoofd gaat gloeien en je krijgt een koude rug. Met die thermometer kijken ze hoe warm je bent. Normaal is dat zevenendertig graden. Als je heel erg ziek bent, kan het wel veertig graden worden. En als je achtendertig en een half hebt, zegt je moeder: ,,Jij hebt koorts. Blijf jij vandaag maar in je bed.” Als je schoolziek bent, heb je natuurlijk geen koorts. Als je vader niet kijkt, kun je de thermometer tegen de centrale verwarming houden. Niet te lang, anders knapt hij uit elkaar. Je kunt hem ook flink langs je pyjamajas wrijven. Dat gaat ook goed. Als je echt de temperatuur opneemt, moet je de thermometer wel in je mond stoppen. Daar is de temperatuur altijd nog een halve graad hoger dan bijvoorbeeld onder je arm. Ze vragen ook altijd of je wel wilt eten. Als je je boterham ‘s morgens laat staan, zeggen ze: ,,Hij is duidelijk niet in orde.” Maak het maar niet te erg als je schoolziek bent, want anders laten ze de dokter nog komen. En die ziet meteen dat er niets aan de hand is. Dan sta je mooi voor aap. Schoolziek is natuurlijk niet echt ziek. Maar dat is je vader ook niet als hij niet gaat werken omdat hij weer een beetje last heeft van zijn rug. Die wil ook wel eens een dagje lekker thuisblijven.