Rekentoets - Steunpunt Taal en Rekenen VO

advertisement
Rekentoets
Niveau 3F
Serie 1-2
Instructie:
Dit proefwerk bevat:
1.
Een blad met rekenopgaven zonder rekenmachine
(opgave 1 t/m 4).
2.
Een dubbel vel met de opgaven 6 t/m 30.
3.
Een antwoordenblad voor de opgaven 6 t/m 30.
4.
Een grafische rekenmachine is niet toegestaan!
5.
Een kladblad.
1. Bij aanvang van de toets maken de leerlingen
eerst de rekenopgaven zonder gebruikmaking
van de rekenmachine
Ze krijgen hiervoor 10 minuten “zuivere tijd!”
Leerlingen met een verklaring met dyscalculie
krijgen 5 minuten extra.
2. Nadat de “rekenopgaven zonder
rekenmachine” zijn opgehaald, krijgen de
leerlingen 50 minuten zuivere tijd voor het 2e
deel van de opgaven.
Leerlingen met een dyslexieverklaring of
verklaring met dyscalculie krijgen 10 minuten
extra tijd.
Rekentoets - Niveau 3F
De volgende opgaven mag je uitsluitend zonder rekenmachine uitrekenen!
Je krijgt hiervoor 10 minuten.
 Vul je naam en je klas in en van de opgaven 1 t/m 5 alleen de antwoorden.
Draai daarna het blad om en wacht totdat de docent het opgehaald heeft!
Naam: ________________________________________
Getallen/Verhoudingen
Klas: _______
Rekenopgaven zonder rekenmachine
1
2
35 – 5 × (16 + 14 ÷ 2) =
3
0,46 ÷ 0,023 =
4
Hoeveel % is 12 van 96?
5
476,9 + 14,85 =
 De docent geeft aan wanneer je aan de andere opgaven mag beginnen!
REKENTOETS - NIVEAU 3F
SERIE 1
- 1/4 -
Rekentoets - Niveau 3F
De volgende opgaven mag je met een rekenmachine uitrekenen!
Je krijgt hiervoor 50 minuten.
Getallen
Rekenopgaven waarbij rekenmachine is toegestaan
6
Een pizza wordt uit de vriezer met een temperatuur van -17° gehaald en verwarmd
tot 190°. Wat is het verschil tussen deze temperaturen?
7
Bij het glazenwassersberdrijf “Ruim zicht” rijden 3 ploegen glazenwassers in auto’s
van hetzelfde merk. Deze auto’s rijden 1 liter diesel op 11 km. Gemiddeld rijdt een
ploeg glazenwassers 125 km per dag. Voor de glazenwassers bestaat een week uit
5 werkdagen.
Wat is het bedrijf per week kwijt aan diesel als de dieselprijs € 1,437 per liter is.
Rond af op Euro’s.
8
Jantine heeft een bankrekening met daarop aan het begin van de week € 79,24. Zij
koopt op woensdag een nieuw paar laarzen van € 85,- en een nieuwe spijkerbroek
van € 69,95. Gelukkig wordt op donderdag het loon van € 110,- van haar werk bij de
supermarkt gestort.
Wat is haar saldo op rekening?
Verhoudingen
9
Henk Angenent reed in 1997 de Elfstedentocht in de snelste tijd ooit. Hij reed de
199,6 km in 6 uur en 49 minuten. Wat was zijn gemiddelde snelheid in km/uur.
Rond af op 1 decimaal.
10
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km2 groot en bevat 29 miljoen km3 ijs. Dat is
90% van al het bevroren zoetwaarde op aarde.
Hoeveel km3 zoetwater op aarde is bevroren? Rond af op 1 decimaal.
11
Door de al maar groeiende hertenpopulatie op de Veluwe is het aantal aanrijdingen
in 2009 ten opzichte van het jaar ervoor met een derde toegenomen tot 64.
Hoeveel aanrijdingen vonden er in 2008 plaats?
 Zie volgende pagina
REKENTOETS - NIVEAU 3F
SERIE 1
- 2/4 -
Meten/Meetkunde
12
In een maatkan past precies 23,4 cl. Hoeveel liter is dat?
13
De graansilo op de afbeelding heeft een diameter van 8 meter en
een hoogte van 24 meter tot aan het schuine gedeelte.
De soortelijke massa van haver is 50 kg per hectoliter.
Hoeveel ton haver kan in deze silo worden opgeslagen?
Rond af op hele tonnen.
Omtrek cirkel =  × diameter
Oppervlakte =  × straal2
14
Een klassiek tentje heeft een breedte van 1,5 meter,
is 2,2 meter lang en 75 cm hoog. Het heeft geen
gronddoek.
Hoeveel m2 stof hebben we nodig voor één tent?
Rond af op 1 decimaal.
Verbanden
15
In 2009 stelde het Nibud het gemiddelde gasverbruik voor een flat vast op 800 m3,
voor een gemiddeld huishouden op 1350 m 3 en voor een grote vrijstaande woning
op 2100 m3.
Hoeveel procent gas verbruikt een huishouden in een grote vrijstaande woning
meer ten opzichte van een gemiddeld huishouden? Rond af op 1 decimaal.
16
De weerstand van een draad is omgekeerd evenredig met de doorsnede van een
draad.
Je hebt twee draden. De tweede draad is drie keer zo dik als de eerste draad. Wat
kun je nu zeggen over de weerstand van die tweede draad ten opzichte van de
eerste draad?
17
De formule van Camp kun je gebruiken voor de
wiskundige berekening van de optimale
bestelhoeveelheid Q van een bepaald product bij de
fabrikant ervan.
In deze formule stellen de letters voor:
D = de jaarvraag van het product
F = bestel-/omstelkosten
h = kosten van voorraadhouden als percentage van de prijs
P = prijs van het product
Wat kun je van de optimale bestelhoeveelheid zeggen als de prijs 3 keer zo hoog
wordt? (Rond eventueel af op 1 decimaal.)
Einde van de toets.
REKENTOETS - NIVEAU 3F
SERIE 1
- 3/4 -
Rekentoets - Niveau 3F
Antwoordenblad
Naam: ________________________________________
Klas: _______
Getallen
6
____________________________________
7
____________________________________
8
____________________________________
Verhoudingen
9
____________________________________
10
____________________________________
11
____________________________________
Meten/Meetkunde
12
____________________________________
13
____________________________________
14
____________________________________
Verbanden
15
____________________________________
16
____________________________________
17
____________________________________
REKENTOETS - NIVEAU 3F
SERIE 1
- 4/4 -
Rekentoets - Niveau 3F
Nakijkblad – Serie 1
Een vraag is goed of fout.
Getallen
1
2
-80
3
20
4
11,25
5
491,75
6
207°
7
€ 245,-
8
€ 34,29
Verhoudingen
9
10
11
29,3 km/uur
32,2 × km3 liter
48
Meten/Meetkunde
12
13
14
0,234 l
603 ton graan
5,8 m2
Verbanden
15
55,6 %
16
De weerstand is 3 keer zo hoog.
17
De optimale bestelhoeveelheid is
1,7 × zo klein.
REKENTOETS - NIVEAU 3F
SERIE 1
- 5/4 -
Download