Zelfredzaamheidscheck Zelfredzaamheid houdt in dat mensen zich

advertisement
Zelfredzaamheidscheck
Zelfredzaamheid houdt in dat mensen zich tijdens het dagelijks leven kunnen redden. Zij weten zich staande
te houden in sociale situaties en kunnen zichzelf goed verzorgen. Zelfredzaamheid is het vermogen van
mensen om een zelfstandig leven te leiden en om eigen problemen op te lossen. Het is het vermogen van
iemand om voor zichzelf te zorgen. Men kan eigen problemen oplossen en gaat zelfstandig door het leven,
ofwel weet zichzelf te redden.
Beperkingen van zelfredzaamheid zijn van invloed op het functioneren van een persoon. Daarom is het goed
een beeld te hebben van de zelfraadzaamheid van personen met een hulpvraag of behoefte. Het resultaat
moet immers aansluiten bij de mogelijkheden en onmogelijkheden van die persoon.
Deze vragenlijst is bedoeld voor consulenten die een snelle inschatting willen maken van de zelfredzaamheid
van de burger en heeft tot doel te achterhalen of de zelfredzaamheid sterk dan wel beperkt is op dit gebied. Na
afloop kan de uitkomst worden benut bij het toeleiden of toewijzen van hulp.
1. Elke thema wordt ingeleid met een korte definitie of uitleg die kan worden gebruikt om uitleg te
geven.
2. Daarna volgt een opsomming van voorbeelden of steekwoorden.
3. vervolgens kan de vraag worden gesteld en een omschrijving worden gemaakt indien van toepassing.
Als een van de voorbeelden van toepassing is kunt u deze markeren.
1
Huishouden:
Met het huishouden doen, worden de activiteiten bedoeld die worden ondernomen om de leefsituatie van één
of meer personen in stand te houden. De leefsituatie zelf wordt dan ook vaak aangeduid als een huishouding.
Het ritme van het huishouden wordt gedicteerd door de dagelijkse beslommeringen, de al dan niet gezamenlijk
genuttigde maaltijden der gezinsgenoten, de jaarlijks terugkerende feesten en feestjes,
schoonmaakwerkzaamheden enzovoort.
Enkele activiteiten binnen het huishouden zijn: wassen van kleding, strijken, afstoffen van meubels, dweilen,
stofzuigen, de boodschappen doen, eten koken, afwassen, ramen lappen, klussen in huis.
2
Algemene dagelijks Levensbehoeften:
Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) zijn de handelingen die mensen dagelijks in het gewone leven
verrichten.
Daaronder vallen: eten, inclusief medicijnen innemen, drinken, in en uit bed komen, in stoelen gaan zitten en
weer opstaan, bewegen, lopen, ontspanning, zinvolle activiteit (hobby, sport), sociaal contact (vriendschappen
maken en onderhouden), seks, aan- en uitkleden, praten, gehoor, plassen, Ontlasting, lichaamswarmte regelen
(bv. kachel hoger/lager kunnen zetten, dunne of dikke kleding uitkiezen), lichamelijke hygiëne, autorijden etc.
3
Mobiliteit
Mobiliteit is het vermogen om je fysiek voort te bewegen. Dit betekent dat mobiliteit alle vormen van
voortbeweging omvat met (bijvoorbeeld rolstoel, of gemotoriseerd voertuig) of zonder hulpmiddel (bijvoorbeeld
lopen).
Bij mobiliteit kunt u denken: Buiten de deur verplaatsen, boodschappen doen, naar een club of vereniging
kunnen, uitgaan
4
Lichamelijk functioneren
Lichamelijk functioneren verwijst naar het kunnen uitvoeren van lichamelijke functies en dagelijkse routineactiviteiten. Voorbeelden hiervan zijn lopen, eten, aan- en uitkleden, tillen, horen en zien, Als er moeilijkheden
bestaan in deze functies of activiteiten, spreken we van lichamelijke beperkingen.
Meestal worden bij lichamelijke beperkingen onderscheiden: gehoorbeperkingen, gezichtsbeperkingen,
mobiliteitsbeperkingen, beperkingen in activiteiten van het dagelijks leven (ook wel afgekort als ADLbeperkingen).
5
Psychisch functioneren
Psychische gezondheid is het vermogen om te gaan met gedachten, emoties en mensen. Het gaat erom of
iemand zich in veel situaties kan redden. Psychisch gezonde mensen zijn over het algemeen tevreden met hun
leven. Ze kunnen omgaan met tegenslagen, ervaren niet te veel druk om te presteren en hebben een
vriendenkring waarin ze zich thuis voelen.
Onderwerpen die iets zeggen over psychisch functioneren zijn; doorzettingsvermogen, hoop, optimisme,
positief denken, kunnen genieten, zelfvertrouwen en kunnen omgaan met tegenlagen.
Als het niet zo goed gaat kan er sprake zijn van spanningen, slapeloosheid, stress, nergens zin in hebben,
dingen niet voor elkaar krijgen.
6
Cognitief functioneren
Cognitief functioneren betreft het geestelijk vermogen en heeft betrekking op het denkproces en het
verstandelijke vermogen. De mate waarin we in staat zijn om kennis en informatie op te nemen en te
verwerken. Het kan ook staan voor kennis, een overtuiging, denkvermogen, het vermogen om dingen te leren,
onthouden en uitwisselen van kennis.
Onderwerpen die bij cognitief functioneren horen zijn: kennis of intellect, leren, kennen, overdenken,
onthouden, verbanden leggen , waarnemen, denken, taal, bewustzijn, geheugen, aandacht en concentratie.
7
Sociaal netwerk sociale steun
Onder een sociaal netwerk verstaan we mensen in onze omgeving die veel voor ons betekenen. (familie,
vrienden en kennissen) Zo’n netwerk ontstaat geleidelijk, breidt zich uit en krimpt soms ook weer in. Het is een
golfbeweging. Sociale netwerken zijn belangrijk voor het welbevinden (geluk) en geven steun.
Mensen uit ons netwerk hebben invloed op: ons zelfvertrouwen, onze toekomstverwachtingen, onze waarden
en normen, de structuur in ons leven, onze cultuur, etc.
8
Dagbesteding
Dagbesteding is de hoeveelheid van dagelijkse activiteiten waarmee iemand doelbewust betaald of onbetaald
zijn of haar dagen invult.
Voorbeelden van dagbesteding zijn: werk, school, vrijwilligerswerk, stage, vereniging, club, activiteiten of
trainingscentrum, vrijetijdsbesteding.
9
Woonsituatie / Huisvesting
De woonsituatie zegt iets over de toestand waarin in iemand woont. Van een passende woonsituatie spreken
we als de voorzieningen in om huis aansluiten bij de omstandigheden zoals gezinssamenstelling. Woonsituatie
en gezinssituatie hebben ook te maken met positie in de buurt, kwaliteit van het huis, geschikte ruimte.
Bij woonsituatie kunt u denken aan; tocht, vocht, veiligheid, voldoende ruimte, gehorigheid, toegankelijkheid,
bereikbaarheid, buurt, buren, tuin etc.
10
Financiën
Financiën is hetgeen betrekking heeft op geld en geldzaken.
Onderwerpen die bij financiën horen zijn: inkomen, uitkeringen, kunnen rondkomen, kunnen betalen van
rekeningen en boodschappen, schulden, alimentatie, boetes, deurwaarder etc.
11
Huiselijke relaties
Huiselijke relatie gaat over de omgang tussen gezinsleden. Het gaat over sfeer in huis en of een relatie tussen
gezinsleden wel of niet onder druk staat van spanningen, agressie of geweld.
Als het niet goed gaat denken we aan: ruzie, schreeuwen, schelden, gooien, slaan, schoppen, etc.
12
Verslaving
Het niet kunnen beheersen van de drang tot het gebruik van die middelen waarvan iemand afhankelijk wordt.
Verslaving wordt het meest geassocieerd met alcoholmisbruik, roken en gebruik van drugs, maar verslaving
komt niet alleen voor bij het gebruik van roesmiddelen, maar kan ook van toepassing zijn op bijvoorbeeld
gamen.
Voorbeelden van verslavingen zijn: gokverslaving, gameverslaving, seksverslaving, stimulerende middelen,
zoals amfetamine en cocaïne, verdovende middelen, zoals alcohol en opium en
Bewustzijnsveranderende of in de volksmond geestverruimende middelen, zoals LSD. Denk ook aan
medicijnverslaving.
13
Maatschappelijke participatie
Participatie betekent actieve deelname en gaat over de manier waarop iemand aan de samenleving meedoet
en kan meedoen. Het tegenovergestelde noemen we sociale uitsluiting. dat is dat iemand wordt uitgesloten van
sociale activiteiten. Daarvan is soms bijvoorbeeld sprake bij mensen met een functiebeperking (gehandicapten)
of iemand die tot een minderheid behoort.
Denk bij maatschappelijke participatie aan: Geïsoleerd van de samenleving of juist heel actief meedoen ,
vrijwilligerswerk, verenigingen, clubs, etc.
14
Justitie en politie
Met justitie bedoelen we de overheidsfunctie die belast is met de handhaving van het recht, met name het
strafrecht. Het is een verzamelnaam voor alle functies die zich binnen de overheid bezighouden met de
handhaving van wet- en regelgeving. De politie heeft drie duidelijke taken: hulpverlening aan de burgers,
handhaving van de openbare orde en opsporing van strafbare feiten.
Denk bij justitie en politie aan; overlast, overtredingen, misdaden boetes, gevangenisstraf, politiecontacten,
etc.
Download