Vragenlijst ketenzorg ziekenhuis Deze vragenlijst is bedoeld om de ketenzorg voor patiënten met een chronische aandoening te verbeteren. Met deze vragenlijst wordt het perspectief van de zorgverleners op de ketenzorg in kaart gebracht. De resultaten uit deze vragenlijst, worden gecombineerd met de resultaten van een uitvraag onder patiënten. Samen geven zij inzicht in de kwaliteit van de geboden ketenzorg. In deze vragenlijst wordt de volgende definitie van ketenzorg van het Ministerie van VWS gehanteerd: Ketenzorg is het samenhangend geheel van zorginspanningen dat door verschillende zorgaanbieders onder een herkenbare regiefunctie wordt geleverd, waarbij de patiënt centraal staat. In de zorgketen bestaan gradaties van eenvoudig en strikt volgtijdelijk tot complexe zorg. Het gaat bij ketenzorg dus zowel om de afstemming binnen het ziekenhuis (2e lijn), als de afstemming tussen het ziekenhuis en andere zorgaanbieders (1e en 3e lijn). Deze uitvraag betreft alleen de ketenzorg voor mensen met [de aandoening]. [In deze vragenlijst focussen we op de samenwerking met de .. lijn en .. lijn] Algemeen 1. Voor welke afdeling van welke zorgorganisatie vult u deze vragenlijst in: 2. Welke instellingen / afdelingen van het ziekenhuis zijn betrokken bij de zorg aan mensen met [de aandoening] (aankruisen wat van toepassing is) Toelichting: de partners die u hier invult, zien wij als ketenpartners Interne ziekenhuisafdelingen, namelijk Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk: 3. Is er een ketentraject/zorgtraject vastgelegd/gedefinieerd voor [de aandoening]? Toelichting: indien u ´ja´ invult, graag de document(en) waarin de ketentraject/zorgtraject is vastgelegd overleggen aan [medewerker patiëntenorganisatie] (aankruisen wat van toepassing is) Nee Ja, met de volgende (interne of externe) ketenpartners: ……………………………………. ……………………………………. 1 Samenwerking in ziekenhuis 4. Is er in het ziekenhuis een structureel overleg met betrokken zorgverleners waarin patiënten met [aandoening] besproken worden? Toelichting: met structureel overleg bedoelen we een overleg dat met vaste frequentie plaats vindt. Nee (ga door naar vraag 10) Ja Wanneer er meerdere van dergelijke overleggen zijn: vul vraag 5 tot en met 9 dan in voor ieder van de overleggen waarin mensen met [aandoening] besproken worden. Vul hier de naam van het overleg in: 1 2. 3. 4. 5. Wat is de frequentie van het overleg? Toelichting: bijvoorbeeld 1 keer per 2 maanden, of 2 keer per 1 week Overleg: keer per week/maand(en)* 1 2 3 4 *doorhalen wat niet van toepassing is 6. Welke zorgverleners nemen deel aan het overleg? Overleg 1.: Overleg 2.: Overleg 3: Overleg 4: 7. Welke patiënten worden besproken in het overleg? Toelichting: u kunt hier aangeven of u alle patiënten bedoeld of een selectie van de patiënten. Denk aan: patiënten met co- of multimorbiditeit, alleen de complexe patiënten, alleen nieuwe patiënten. Overleg 1.: Overleg 2.: 2 Overleg 3: Overleg 4: 8. Worden de uitkomsten van het overleg altijd vastgelegd in het medisch dossier van de patiënt? Overleg 1: Nee Ja, meestal Ja, soms Overleg 2: Nee Ja, meestal Ja, soms Overleg 3: Nee Ja, meestal Ja, soms Overleg 4: Nee Ja, meestal Ja, soms 9. Worden de uitkomsten van het overleg altijd besproken met de patiënt? Overleg 1 Nee Ja Overleg 2 Nee Ja Overleg 3 Nee Ja Overleg 4 Nee Ja 3 Ga na beantwoording van deze vraag door naar vraag 11 10. U geeft aan dat er geen structureel overleg plaats vindt. Kunt u aangeven op welke manier de betrokken zorgverleners met elkaar overleggen over patiënten met [diagnose]? 11. Hieronder kunt u eventuele aanvullende opmerkingen met betrekking tot het onderwerp ‘samenwerking ziekenhuizen’ kwijt. Patiëntgerichtheid 12. Worden met patiënten afspraken gemaakt over diens eigen rol en verantwoordelijkheden met betrekking tot de zorg? Toelichting: u kunt hier bijvoorbeeld denken aan aspecten van zelfmanagement, zoals ziektespecifieke kennis en vaardigheden (kennis van aandoening en behandelmogelijkheden, herkennen en monitoren symptomen, omgaan met beperkingen), vertrouwen in eigen kunnen( constructieve houding, keuzes maken, verantwoordelijkheden nemen) en vermogen tot zelfontplooiing (eigen beperkingen kennen en bespreken). Nee Ja, met sommige patiënten Ja, met de meeste patiënten Ja, met alle patiënten 13. Wie maakt deze afspraken met de patiënt? (aankruisen wat van toepassing is) De behandelend specialist De (gespecialiseerd) verpleegkundige De huisarts De revalidatiearts Anders, namelijk: 14. Worden deze afspraken vastgelegd? (aankruisen wat van toepassing is) Nee Ja, in brief/instructie voor patiënt 4 Ja, in het individueel zorgplan van de patiënt Ja, in het medisch dossier van de patiënt Ja, anders, namelijk: Dat verschilt per patiënt 15. Heeft u de indruk dat deze afspraken bekend zijn bij alle betrokken zorgverleners in de keten? (aankruisen wat van toepassing is) Nee Ja, bij: Relevante interne ziekenhuisafdelingen, namelijk: Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk: 16. Hieronder kunt u eventuele aanvullende opmerkingen met betrekking tot het onderwerp ‘patiëntgerichtheid´ kwijt. Taken en verantwoordelijkheidsverdeling 17. Is voor de patiënt (per fase) in de gehele zorgketen vastgelegd welke zorgverlener de inhoudelijk eindverantwoordelijke (hoofdbehandelaar) is voor de zorgverlening? Nee Deels, bij ongeveer …% van de patiënten Ja Weet ik niet 18. Is voor de patiënt (per fase) in de gehele zorgketen vastgelegd welke zorgverlener de zorgverlening aan de patiënt coördineert? Nee Deels, namelijk bij de volgende ketenpartners Ja Weet ik niet 19. Is voor de patiënt (per fase) in de gehele zorgketen vastgelegd welke zorgverlener tijdens kantooruren het aanspreekpunt is voor de patiënt en/of diens naasten, bij vragen en onduidelijkheden? Nee Deels, namelijk bij de volgende ketenpartners Ja Weet ik niet 5 20. Is per patiënt (per fase) in de gehele zorgketen vastgelegd welke zorgverlener of welk organisatieonderdeel, buiten kantooruren aanspreekpunt is voor de patiënt en/of dienst naasten, in acute situaties? Nee Deels, namelijk bij de volgende ketenpartners Ja Weet ik niet 21. Waar is de bovenstaande verantwoordelijkheidsverdeling vastgelegd? 22. Is uw ziekenhuisafdeling op de hoogte van welke taken en verantwoordelijkheden (alle) betrokken ketenpartners hebben ten aanzien van de zorg voor mensen met [aandoening]? Nee Ja, mondeling Ja, schriftelijk 23. Over welke van de volgende aspecten zijn schriftelijke afspraken gemaakt met ketenpartners? Nee Wie het zelfmanagement van patiënten ondersteunt Wie aandoeningspecifieke informatie en educatie aan patiënten geeft Wie patiënten informeert over de organisatie van de keten, keuzemogelijkheden en ondersteuning daarbij Wie patiënten informeert over eventuele kosten binnen de keten en vergoedingen Wie patiënten informeert over de verantwoordelijkheidsverde ling Wie met patiënten afstemt welke patiëntgegevens gedeeld mogen worden binnen de keten Ja (meerdere antwoorden mogelijk): binnen de met zorg- Binnen de ziekenverleners ziekenhuis huis1e lijn organisati afdeling e met zorgverleners 3e lijn O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O 6 Wie patiënten screent op de behoefte aan psychosociale zorg Wie patiënten in verschillende fasen van het zorgproces begeleidt O O O O O O O O O O 24. Hieronder kunt u eventuele aanvullende opmerkingen met betrekking tot het onderwerp ‘taken en verantwoordelijkheden’ kwijt. Overdracht informatie 25. Is vastgelegd welke zorgverleners toegang hebben tot de medisch dossiers? Nee Ja, alleen zorgverleners binnen het ziekenhuis Ja, zowel zorgverleners binnen het ziekenhuis als daarbuiten Namelijk: 26. Zijn de medisch dossiers (elektronisch) toegankelijk voor de ketenpartners? Het medisch dossier is toegankelijk voor: Met/binnen relevante interne ziekenhuisafdelingen, namelijk: ……………………………….. Ja, elektronisch O Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk: ……………………………….. O O O O O O O Ja, niet elektronisch O O O O O O O O 27. Zijn de medisch dossiers (elektronisch) toegankelijk voor de patiënt? Nee, niet toegankelijk 7 Niet toegankelijk O O O O O O O O Ja, niet elektronisch toegankelijk Ja, elektronisch toegankelijk 28. Is er gegevensuitwisseling mogelijk tussen het Ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS) en de ketenpartners (bijvoorbeeld digitaal verwijzen, elektronisch aanvragen diagnostiek ed.) (aankruisen wat van toepassing is) 29. Heeft het ziekenhuis, samen met andere ketenpartners, een protocol voor de overdracht van medicatiegegevens1 opgesteld, dat gebaseerd is op de richtlijn medicatiegegevens in de keten'2? (aankruisen wat van toepassing is) 'Overdracht van Nee Ja, met: Relevante interne ziekenhuisafdelingen, namelijk: Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk: 30. Het ziekenhuis kan met de huisarts en de zorginstelling waarnaar wordt verwezen afspraken maken over welke informatie overgedragen wordt bij overdracht van een patiënt. Hieronder kunt u per aspect aankruisen met welke ketenpartners uw ziekenhuis mondeling en/of schriftelijk afspraken heeft gemaakt over deze informatieoverdracht. Aspect Huisartsen Revalidatiecentra Verzorgings- en verpleeghuizen Mondeling Schriftelijk Mondeling Schriftelijk Mondeling Schriftelijk De gestelde diagnose O O O O O O Het medisch dossier O O O O O O Het individueel zorgplan3 Het actuele medicatieoverzicht De vastgestelde respons van behandelingen/ O O O O O O O O O O O O O O O O O O 1 Als mogelijke basis voor de protocollen zijn handreikingen voor zes verschillende overdrachtsituaties bij deze richtlijn gevoegd. Zorgaanbieders/zorgverleners kunnen hiervan afwijken als de specifieke lokale situatie dat vraagt. 2 De IGZ handhaaft deze richtlijn sinds 1 januari 2011. Het individueel zorgplan is een plan van en voor de patiënt met doelen en afspraken die zorgverlener en patiënt samen maken. Het plan is schriftelijk (digitaal of op papier) vastgelegd). 3 8 begeleiding Ontslag O O O O O O Bij welke problemen contact op te nemen met het ziekenhuis Met wie contact op te nemen bij bovengenoemde problemen O O O O O O O O O O O O 31. Met welk kwaliteitsmanagementsysteem werkt u op uw afdeling en hoe gebruikt u dit? Toelichting: met kwaliteitsmanagementsysteem bedoelen we het geheel van protocollen en afspraken die ten grondslag liggen aan het proces waarmee de kwaliteit van zorg doorlopend geëvalueerd en verbeterd kan worden. 32. Is dit kwaliteitsmanagementsysteem (deels) afgestemd op eventuele kwaliteitsmanagementsystemen van uw ketenpartners? (aankruisen wat van toepassing is) Nee Ja, met: Relevante interne ziekenhuisafdelingen, namelijk: Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk: 33. Evalueert u vanuit de afdeling de ketenzorg? Nee (ga door naar vraag 43) Ja, 34. Met welke ketenpartners evalueert u de ketenzorg? 35. Hoe vaak wordt de ketenzorg geëvalueerd? 9 Minimaal jaarlijks Ad hoc Andere frequentie, namelijk: 36. Is vastgelegd wie binnen het ziekenhuis verantwoordelijk voor de evaluatie van de ketenzorg? Nee Ja, namelijk: 37. Hoe wordt de ketenzorg geëvalueerd? (aankruisen wat van toepassing is) Aan de hand van klachten, fouten of bijna-ongelukken betreffende de keten Aan de hand van de CQI ziekenhuiszorg Aan de hand van eigen klanttevredenheidsonderzoek betreffende de ketenzorg Aan de hand van de uitkomsten van vastgestelde indicatoren Anders, namelijk aan de hand van 38. Zijn patiënten betrokken geweest bij de evaluatie van de ketenzorg? (aankruisen wat van toepassing is) Nooit Soms Meestal Altijd Patiënten uit eigen populatie ziekenhuis O O O O De cliëntenraad/ Patiënten Advies Raad O O O O [Patiëntenorganisatie] O O O O [Zorgbelang] O O O O Andere patiëntengroepen, namelijk: ……………………………. O O O O 39. Hoe zijn de patiënten betrokken bij de evaluatie van de ketenzorg? 40. Welke ketenpartners zijn betrokken bij de gezamenlijke evaluatie van de ketenzorg? (aankruisen wat van toepassing is) Geen De volgende ketenpartner(s): Relevante interne ziekenhuisafdelingen, namelijk: Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk: 41. Is er vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de gezamenlijke evaluaties? (aankruisen wat van toepassing is) 10 Relevante interne ziekenhuisafdelingen, namelijk: Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk 42. Hieronder kunt u eventuele aanvullende opmerkingen met betrekking tot het onderwerp ‘overdracht informatie’ kwijt. Afsluiting 43. Heeft u, naar aanleiding van deze vragenlijst, nog aanvullingen over hoe zorg binnen de keten georganiseerd is, dan kunt u deze hieronder kwijt. 44. Welke mogelijkheden ziet u om de ketenzorg verder te ontwikkelen / implementeren? 45. Welke belemmeringen ziet u om de ketenzorg verder te ontwikkelen / implementeren? 11 46. Heeft u nog opmerkingen betreffende deze vragenlijst, dan kunt u deze hieronder kwijt. Einde van de vragenlijst, hartelijk dank voor het invullen. Toelichting: Bij de vragen 2, 15, 17 t/m 20, 23, 26, 28, 29, 32, 39 en 41 kan de patiëntenorganisatie die deze vragenlijst voorlegt aan het ziekenhuis de antwoordcategorie aanpassen naar de bij de ketenzorg betrokken partners op de volgende wijze: o Minimaal: Nee Ja, binnen het ziekenhuis Ja, met/in (zorgverleners) 1e lijn Ja, met 2e lijn Ja, met/in (zorgverleners) 3e lijn o Eventueel uitbreiden met: Met/binnen relevante interne ziekenhuisafdelingen, namelijk … Huisartsen Zorggroepen Revalidatiecentra Verpleeg- en verzorgingshuizen Thuiszorg Hospices Anders, namelijk … Nee o Tussenvorm: Alleen ketenpartners waarvan vooraf is vastgelegd zat zij relevant zijn of waarop gefocust wordt in zorgverbeteringstraject. 12