EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.9.2016 COM(2016) 614 final 2016/0294 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zodat de Verenigde Staten kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL • Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel dient om het standpunt van de Europese Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te bepalen over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing, en om aldus de Europese Unie in staat te stellen dat ontheffingsverzoek te steunen. Indien het verzoek van de VS om een WTO-ontheffing wordt ingewilligd, kan de VS tot en met 31 december 2025 een voorkeursbehandeling geven aan in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal die in het douanegebied van de Verenigde Staten worden ingevoerd. • Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied Niet van toepassing. • Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie Niet van toepassing. 2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID • Rechtsgrondslag Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat wanneer een besluit met rechtsgevolgen moet worden genomen in een krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam, de Raad op voorstel van de Commissie of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid een besluit vaststelt tot bepaling van het standpunt dat namens de Europese Unie wordt ingenomen. De verlening van een ontheffing aan de Verenigde Staten om in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal te mogen voorzien, valt onder die bepaling omdat het besluit wordt genomen door een krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam (de Algemene Raad of Ministeriële Conferentie van de WTO) en van invloed is op de rechten en verplichtingen van de Europese Unie. • Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden) Niet van toepassing. • Evenredigheid Niet van toepassing. • Keuze van het instrument Niet van toepassing. 3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN Niet van toepassing. NL 2 NL 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Niet van toepassing. 5. OVERIGE ELEMENTEN De Commissie zal worden gemachtigd om namens de Europese Unie een positief standpunt in te nemen ten aanzien van het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zodat de VS tot en met 31 december 2025 kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal. De VS verzoekt om een ontheffing van zijn verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de GATT 1994, voor zover dit nodig is voor de preferentiële tariefbehandeling en een preferentieel beheer van kwantitatieve beperkingen op bepaalde producten van oorsprong uit Nepal die aan specifieke criteria voldoen. Volgens de Verenigde Staten worden deze preferenties toegekend om Nepal te ondersteunen bij het herstel na de verwoestende aardbeving en de naschokken in april 2015. De VS verklaart dat deze maatregel voortbouwt op een bestaand kader van programma’s om de economische ontwikkeling van Nepal te ondersteunenen, en een aanvulling zal vormen op de inspanningen om de groei en ontwikkeling in Nepal te bevorderen. Dit nieuwe ontheffingsverzoek van de VS brengt geen economische problemen voor de Europese Unie met zich mee, omdat de preferentiële behandeling naar verwachting geen negatieve gevolgen heeft voor de handel van de EU met het begunstigde land. In het licht van die overwegingen moet de Europese Unie zich in de Algemene Raad van de WTO aansluiten bij de groeiende consensus ten gunste van het ontheffingsverzoek. NL 3 NL 2016/0294 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zodat de Verenigde Staten kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: 1) In artikel IX, leden 3 en 4, van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie ("de WTO-overeenkomst") worden de procedures vastgesteld voor de verlening van ontheffingen van aan een lid door de WTOovereenkomst of andere multilaterale handelsovereenkomsten opgelegde verplichtingen. 2) Overeenkomstig artikel IX, lid 3, van de WTO-Overeenkomst heeft de Verenigde Staten een verzoek ingediend om een ontheffing tot en met 31 december 2025 van de verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994, zodat de VS kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal die worden ingevoerd in het douanegebied van de Verenigde Staten. 3) Het inwilligen van het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zal geen negatieve invloed hebben op de economie van de Europese Unie, noch op de handelsbetrekkingen met de begunstigden van de ontheffing. 4) Daarom moet worden vastgesteld dat namens de Europese Unie in de Algemene Raad van de WTO ten aanzien van het ontheffingsverzoek van de Verenigde Staten een positief standpunt moet worden ingenomen, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Het standpunt dat namens de Europese Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen, is dat zij het door de Verenigde Staten ingediende verzoek om een ontheffing van hun verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 tot en met 31 december 2025, in overeenstemming met de voorwaarden in dat verzoek, steunt. Dit standpunt zal door de Commissie tot uitdrukking worden gebracht. NL 4 NL Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 5 NL