2.6 Gezonde voeding Oriëntatie Frank is al een tijd van school af. Na het vmbo heeft hij nog een paar jaar gestudeerd en is nu assistent-voedingsadviseur. Een mooie baan vindt hij zelf. Hij ontmoet allerlei mensen. De meeste daarvan kan hij helpen om gezonder en verstandiger te gaan eten. Hij vindt dat veel klanten aardig op de hoogte zijn van de basisregels van goede voeding. Dat maakt het uitleggen wat makkelijker. Maar soms is het erg moeilijk om iemand die eigenwijs is, te overtuigen. * voedingsadviseur Voedingsstoffen Voedingsmiddel Voedingsmiddelen bevatten verschillende voedingsstoffen. Maar er is niet één voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen tegelijk levert. Om mensen te helpen bij het samenstellen van de maaltijden is schijf van vijf bedacht. 41 vak 5 vak 1 vak 2 vak 3 vak 4 * Schijf van vijf Voedingsstof - - - In vak 1 vind je groenten en fruit, dat zijn vitamines en mineralen In vak 2 vind je zetmeelhoudende voedingsmiddelen met als belangrijkste voedingsstof: koolhydraten maar ook ijzer en vitamine B zitten er veel in. In vak 3 vind je voornamelijk dierlijke voedingsmiddelen waar de voedingsstof eiwit, ijzer (vooral in vlees) en kalk (vooral in melkproducten) in zitten. In vak 4 vind je olie en boter, de belangrijkste voedingsstof is vet en vitamine A en D. Vak 5 is drinken en bevat de voedingsstof water. Je moet 1,5 liter vocht per dag binnenkrijgen, dat zit ook voor een groot deel in de voedsel. Het is de bedoeling om bij elke maaltijd iets uit ieder vak te kiezen, dan krijg je alle voedingstoffen binnen die je nodig hebt. Uit de vakken 1 en 2 moet je meer eten, dan uit de vakken 3 en 4. 42 Zes voedingsstoffen Er zijn vele soorten voedingsstoffen en allemaal hebben ze hun eigen taak. De 3 B’s: Bouwstof Brandstof Beschermende stof stof Bouwstof soort Brandstof Beschermende stof Vezels Eiwit Water Mineralen Koolhydraten (=suikers + zetmeel) Vetten Vitaminen Mineralen - taak Opbouw, groei en herstel van ons lichaam Energie voor onder andere beweging Bescherming tegen ziektes Goed voor het gebit en de darmwerking Voedingsvezels Voedingsvezels horen niet bij de voedingsstoffen. Toch zijn voedingsvezels heel belangrijk. Ze geven je een lekker voldaan gevoel na het eten. Je krijgt niet zo snel trek in een nieuwe hap. Kauwen op vezelrijk eten is goed voor het gebit. En vezels zorgen voor gezonde darmen. Voedingsvezels komen veel voor in groente en fruit, aardappelen, bruin brood, peulvruchten en noten. * Vezelrijke producten Welvaartziekten In landen waar voedselgebrek dagelijks aan de orde is, kunnen mensen te kort aan voedingsstoffen binnen krijgen. Er ontstaan dan gebrekziekten. In de westerse wereld zijn volop producten te koop. Het zijn er zoveel dat veel mensen verkeerd kiezen en daardoor te vaak, te veel en te vet, te zoet en te zout eten. Mensen wandelen, fietsen en bewegen ook steeds minder. Deze leefstijl heeft tot gevolg dat er een aantal ziekten optreden, die vooral in welvarende landen worden gezien. Daarom heten ze welvaartsziekten 43 Hart- en bloedvaten Teveel schadelijke vetten eten is niet goed voor hart- en bloedvaten. Ongemerkt krijg je ze binnen via koekjes, chips, en snacks. Onverzadigde vetzuren verstoppen de bloedvaten. Tandbederf In snoep en frisdrank zit veel suiker wat slecht is voor het gebit, maar ook het zuur in de drank tast het tandglazuur aan. Overgewicht Kanker Suiker wordt snel opgenomen in het bloed. Die energie moet je wel direct gebruiken anders wordt het omgezet in vet. Ook wanneer de aanvoer van koolhydraten en vetten groter is dan onze behoefte wordt het teveel opgeslagen als onderhuids vet. Te veel suiker en vetten eten kan onder andere leiden tot overgewicht, en dat is weer een belasting voor de organen en gewrichten. Uit onderzoek is gebleken dat veel groenten en fruit eten goed is voor de gezondheid. De kans op bepaalde vormen van kanker en hart- en vaatziekten wordt daardoor kleiner. In de Schijf van 5, zou vak 1 met de vitaminen en mineralen nog veel groter moeten zijn dan vak 2 met koolhydraten. Koolhydraten zorgen voor stugge vaatwanden en andere ouderdomsziekten. *Eet meer groente en fruit 44 Tussendoortjes De schijf van 5 is een hulpmiddel om alle voedingsstoffen binnen te krijgen die je voor je gezondheid nodig hebt. Sommige vakken zijn klein, zoals die van de voedingsstof vet. Dat betekent dat je er niet zo veel van nodig hebt. Tussendoortjes zoals snoep en snacks staan niet in de schijf van 5. Zij zijn vaak te vet, te zoet of te zout. Vet Vet heb je nodig voor allerlei processen in je lichaam. Eigenlijk kun je vet in twee groepen indelen. Er is vet dat van dieren afkomstig is en vet van planten. Dierlijk vet Dierlijk vet Dierlijk vet, zoals varkens- en rundvet worden al heel lang gebruikt. Daar werd vroeger veel in gebakken. Ook zit dierlijk vet in veel producten zoals in kaas, boter , vlees, koek, chocolade, gebak, kroketten enz. Dierlijk vet is altijd hard. Pas als je dat vet heet maakt, wordt het vloeibaar. Laat je het daarna weer afkoelen, dan wordt het weer hard. Dierlijk vet van het varken en rund is niet zo goed voor je lichaam, omdat er veel verzadigde vetten in zitten. Een uitzondering is vet uit vis. Dit is wél gezond voor het lichaam. 45 Plantaardig vet Onverzadigde vetten Olie Plantaardig vet In veel zaden en vruchten van planten zit olie: vloeibaar vet. Een pinda bijvoorbeeld bestaat voor de helft uit olie. Deze olie kun je eruit persen. Andere voorbeelden van plantaardige oliën zijn sojaolie, zonnebloemolie, olijfolie en palmolie. In dit type vet zitten veel onverzadigde vetten, wat gezond is voor het lichaam. Wil margarine van olie maken, dan moet je de olie eerst harden: omzetten in vast vet. Je kunt namelijk geen olie op je brood smeren. Gehard deze transvetten zijn niet gezond. Welk vet zit nou waarin? Om te weten te komen welke vetten waarin zitten, kun je het volgende ezelsbruggetje gebruiken. Vloeibare vetten zijn onverzadigde (dus goede) vetten. Ook het vet van vis heeft onverzadigde vetzuren. Harde vetten zijn verzadigde (dus slechte) vetten. Hart- en vaatziekten Zetmeel De slechte vetten kunnen zich aan de binnenwand van het bloedvat hechten, zodat het bloedvat op den duur gaat verstoppen. Gevolg: hart- en vaatziekten, zoals hoge bloeddruk en hartinfarct. Zoet Granen, aardappelen en peulvruchten zijn belangrijk voedsel omdat zij brandstof leveren. Het koolhydraat wat daarvoor zorgt heet zetmeel, dit proeft niet zoet. 46 Suiker Tussendoortjes bevatten vaak ook veel brandstof, maar dan in de vorm van vet en het koolhydraat suiker. Energie Als je suiker eet, komt dit binnen een paar minuten in je bloed en geeft het brandstof voor je spieren, als je dit niet direct gebruikt, wordt het al snel in vet omgezet. Een product van zetmeel wordt langzamer afgebroken in het lichaam en geeft dus langzamer energie af. Je kunt dus veel langer van die energie gebruik maken zonder dat het als vet opgeslagen wordt. Koolhydraat Ongezoet Natriumchloride Light Zetmeel is daarom een gezondere koolhydraat voor het lichaam dan suiker. Daarom staan deze producten wel in de schijf van 5 en tussendoortjes niet. Ongezoet Soms staat er op een product ongezoet. Zo’n product kan dan wel suiker bevatten, die er al van nature inzit. De fabrikant heeft er alleen geen extra suiker aan toegevoegd. Zo bevat vruchtensap van nature vruchtensuiker. Zout Het mineraal zit zout (= natrium-chloride) al voldoende in ons eten, je hoeft het dus eigenlijk niet toe te voegen. Toch gebruiken het we het in voedsel om de smaak te verbeteren. Zout moet heel bescheiden gebruikt worden, anders gaat de smaak overheersen. Te veel zout schaadt de gezondheid. Voor mensen met een hoge bloeddruk wordt ook wel zoutarm brood gebakken. Light Vaak werkt de term light heel misleidend omdat het suggereert dat het om een gezond product gaat. De wet zegt bijna niets over light producten waardoor het in de praktijk op allerlei manieren wordt gebruikt: in het ene geval gaat het om minder energie in de vorm van suiker, in het andere geval om minder vet. Een voorbeeld is Lay's light chips. Ondanks het feit dat er minder energie inzit dan in de gewone variant staat deze bol van vet en zout en blijft het dus een ongezond. 47 2.6 Vragen bij Gezonde Voeding LOB Leg in je eigen woorden uit wat een voedingsadviseur doet. ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. Vraag 1 De maaltijdschijf bestaat uit 5 vakken. Noem bij elk vak twee voedingsmiddelen die er in thuis horen: Vak 1: vitamines en mineralen ……………………………………en……………………………….. Vak 2: koolhydraten ……………………………………en………………………………. Vak 3: eiwitten ………………………………..…..en………………………………… Vak 4: vetten ……………………………………en………………………………… Vak 5: vocht ……………………………………en………………………………… Vraag 2 a. Schrijf de drie B’s op. b. Noteer achter de elke B de juiste voedingsstoffen. B……………………………. …………………………………… …………………………………… …………………………………… B……………………………. 48 …………………………………… …………………………………… B……………………………. …………………………………… …………………………………… Vraag 3 In welke vakken van de schijf van 5 kom je voedingsvezels veel tegen? ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. Vraag 4 Noem drie redenen waarom het eten van voedingsvezels belangrijk is. 1……………………………………………………………………. 2……………………………………………………………………. 3……………………………………………………………………. Vraag 5 Waarom staan tussendoortjes niet in de schijf van vijf? ……………………………………………………………………. Vraag 6 Welke welvaartsziekten kennen wij in Nederland? ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. Vraag 7 Door welke verkeerde voedingsgewoonten komen die welvaartziekten? ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. 49 8. In welke twee groepen kun je vet indelen? ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… 9. Maak een keus uit: ongezond, gezond, verzadigd, onverzadigd. In dierlijk vet vind je veel (a) vet, dat is over het algemeen (b) voor je lichaam. Je kunt beter plantaardig vet in je voeding gebruiken omdat er meer (c) vet in zit. a……………………………………………………………………… b……………………………………………………………………… c……………………………………………………………………… 10. Plantaardig vet is meestal vloeibaar. a. Waarom kun je plantaardig vet toch op je boterham smeren? ……………………………………………………………………… b. Dit vet is wel / niet gezond. 11. Uit welke twee voedingsstoffen haalt je lichaam energie? ………………………………..en…………………………………… 12. Welke soort koolhydraat zit voornamelijk in het vak van de schijf van 5. ……………………………………………………………………… 50 13. Hieronder staat het etiket van Honey Nut cornflakes. Kellogg’s HONEY NUT CORNFLAKES Kellogg’s Voor 100 g Energie 390 kcal (1650 kJ) HONEY Eiwitten 7 g Verteerbare Koolhydraten 82 g NUT waarvan: CORNFLAKES - totaal suikers 33 g - zetmeel 49 g IN DE OVEN GEBAKKEN MAISVLOKKEN MET HONING EN Vetstoffen 3.5 g STUKJES PINDA waarvan verzadigde 0,7 g Voedingsvezels 3 g Mineralen Natrium 0,6 g IJzer 7,9 mg Ingrediënten Vitaminen Maïs, bruine suiker, B1 1,0 mg pinda’s (7%), suiker, B2 1,0 mg honing (2%), moutaroma, B3 10 mg zout Dit pak bevat ongeveer 8 porties van 30 g a. Op het etiket staat de samenstelling van het product. Welke 2 koolhydraten bevat dit product? ………………………………………………………………………. b. Bereken de hoeveelheid onverzadigde vetstoffen. ………………………………………………………………………. c. Uit welk ingrediënt in de Honey Nut Cornflakes komen de onverzadigde vetstoffen? ………………………………………………………………………. d. Een pak cornflakes bevat 8 porties van 30 gram. Bereken de inhoud van dit pak. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 51 14. Noem een nadeel voor de gezondheid bij het gebruik van teveel zout? ………………………………………………………………………. 15. Wat is het verschil tussen het Vinkje met de groene- en met de blauwe cirkel? ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 16. Hoe komt het dat er ook goede producten zijn zonder het Vinkje? ………………………………………………………………………. 17. Wat zijn de richtlijnen voor gezonde voeding. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………. 52