Rapportage Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem Rapportage Onderwijszorgrofiel Eben Haëzer Woudrichem CBS Eben Haëzer Oude Ban 14 4285 TH Woudrichem versie september 2015 Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 1 Inhoud blz 1. INLEIDING .................................................................................................................................3 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. Aanleiding ...................................................................................................................................... 3 Onderwijszorgprofiel: .................................................................................................................... 3 Doelstelling onderwijszorgprofiel vanuit het referentiekader Passend Onderwijs: ....................... 4 Onderscheiden niveaus van binnen Passend Onderwijs in het onderwijszorgprofiel: ................. 4 Netwerk, smalle of brede zorgschool, inclusieve school. ............................................................. 4 Standaarden basiszorg, breedtezorg en dieptezorg op niveau SWV .......................................... 5 2. ALGEMENE GEGEVENS ......................................................................................................6 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. Contactgegevens .......................................................................................................................... 6 Onderwijsvisie en schoolconcept ................................................................................................. 6 Leerlingaantallen (1 oktobertelling) .............................................................................................. 6 Schoolondersteuningteam: ........................................................................................................... 7 Indicaties en verwijzingen: ............................................................................................................ 7 Inzet formatie ................................................................................................................................ 8 Kenmerken van het schoolgebouw .............................................................................................. 9 3. BASISZORG .............................................................................................................................10 3.1. 3.2. 3.3. Standaarden kwaliteit schoolorganisatie .................................................................................... 10 Standaarden handelingsgericht werken ..................................................................................... 12 Voorzieningen waarvan de school gebruikmaakt ....................................................................... 13 4. (ZORG-)ARRANGEMENTEN SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN ..........................15 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. Algemeen .................................................................................................................................... 15 Leren en ontwikkeling ................................................................................................................. 15 Competenties op de dimensies Relatie, Welbevinden, Ontwikkeling en Veiligheid. .................. 16 Uitkomsten .................................................................................................................................. 16 5. GRENZEN AAN MOGELIJKHEDEN VAN ONS ONDERWIJS ...........................................................19 6. AMBITIES. ............................................................................................................................20 7. BETEKENIS BINNEN SWV IN KADER PASSEND ONDERWIJS. .......................................................22 8. SAMENVATTENDE CONCLUSIES .....................................................................................23 Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 2 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding In het kader van de wet Passend Onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio’s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen binnen de regio. De schoolbesturen zijn hiertoe vertegenwoordigd in het bestuur van het SWV Passend Onderwijs in de regio. Binnen deze regio dient elke school een onderwijszorgprofiel op te stellen, waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs. Tevens geeft de school aan waar haar grenzen liggen en welke de ambities zijn als het gaat om voor zoveel mogelijk kinderen onderwijs te bieden dat past bij hun onderwijsbehoeften. Samengevat geeft het onderwijszorgprofiel een antwoord op de volgende vragen: Wat kunnen we realiseren met ons huidige team? Wat kunnen we realiseren met ondersteuning van externen? Wat willen we op termijn kunnen bieden, daarop gaan we ons ontwikkelen? Voor welke onderwijsbehoeften verwijzen we naar een andere instantie? Waarmee kunnen we andere scholen binnen het SWV helpen? 1.2. Onderwijszorgprofiel: Voor u ligt het onderwijszorgprofiel van basisschool Eben Haëzer uit Woudrichem. De Eben Haëzer maakt deel uit van het SWV Driegang. In sept.[november 2011) heeft het team van de Eben Haezer gewerkt aan het verzamelen en bespreken van gegevens met als doel om meer zicht te krijgen op de huidige en gewenste breedte van het onderwijs en zorgaanbod van de school. Het profiel is tot stand gekomen door het zetten van de een drietaal stappen. Verzamelen van “facts en findings’ omtrent de mate waarin op dit moment passend onderwijs kan worden verzorgd op de Eben Haezer. Het in kaart brengen van de huidige en gewenste situatie door alle teamleden van de Eben Haezer. Het bespreken en vaststellen van de mogelijkheden, grenzen en ambities die het team als geheel ziet. Stappen die we genomen hebben zijn: Sept. 2014 is door alle teamleden een checklist ingevuld( opgesteld vanuit het SWV) om aan te geven waar wij als schoolteam nu staan t.a.v. passend onderwijs. Op welke gebieden zien wij onze kansen en op welke gebieden liggen onze ambities. Welke stappen hebben we genomen en wat staat ons te doen. Bespreking van het SOP dat opgesteld is schooljaar 20111 – 2012. Met elkaar opnieuw vaststellen van de ambities en aanpassen van het Schoolondersteuningsplan voor de periode 2015 – 2019 Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 3 1.3. Doelstelling onderwijszorgprofiel vanuit het referentiekader Passend Onderwijs: De doelstelling van het onderwijszorgprofiel is het vinden van antwoorden op drie kernvragen: 1. In welke mate is de school op dit moment in staat Passend Onderwijs te verzorgen. a. Voor welke kinderen is er al een passend aanbod? b. Voor welke kinderen hebben we een passend aanbod met behulp van externe partners? c. Voor welke kinderen kunnen of willen we geen passend aanbod realiseren? 2. In welke richting wil de school zich ontwikkelen? a. Welke expertise hebben we nu al in huis? b. Voor welke kinderen wordt in de komende periode een aanbod ontwikkeld wat er nu nog niet in voldoende mate is? De antwoorden op vraag 1 en 2 kunnen de school helpen om richting te geven aan het onderwijs- en zorgbeleid in de planperiode 2015-2019. Immers in het profiel is beschreven hoe het onderwijs en de zorg nu vorm hebben gekregen en waar ontwikkelambities liggen om deze verder te verbreden en te verdiepen. U vindt de beschrijving van het huidige onderwijs en zorgaanbod in de paragraaf “basiszorg” De voorgenomen ontwikkelingen van de school zijn verwoord in paragraaf “ ambities”. 1.4. Onderscheiden niveaus van binnen Passend Onderwijs in het onderwijszorgprofiel: In het kader van Passend onderwijs wordt binnen Nederland een onderscheid gemaakt tussen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg: Basiszorg betreft de reguliere onderwijszorg die de school zelf kan bieden. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school heeft om het onderwijs aanbod met behoud van kwaliteit aan te passen aan verschillen in onderwijsbehoeften van kinderen op hun school. Breedtezorg betreft de onderwijszorg die school kan bieden mits er ondersteuning is van externe partners die samenwerken met en in de school. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school kan organiseren om de vereiste deskundigheid te mobiliseren om zodoende de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden, waar te kunnen maken. Dieptezorg betreft de zorg die vorm gegeven wordt door gespecialiseerde voorzieningen binnen het SWV. Wanneer basis- en breedtezorg samen ontoereikend zijn, wordt de verantwoordelijkheid van de school overgedragen aan een andere instantie binnen het SWV, bijvoorbeeld het speciaal (basis-) onderwijs. 1.5. Netwerk, smalle of brede zorgschool, inclusieve school. De mate waarin en de wijze waarop een school in staat is om basiszorg en/of breedtezorg te kunnen realiseren verschilt uiteraard per school. Tal van factoren spelen hierbij een rol. Te denken valt aan verschillen in deskundigheden tussen schoolteams, de mate waarin er sprake is van kinderen die speciale onderwijsbehoeften hebben, de mogelijkheden van het schoolgebouw etc. Om deze verschillen tussen scholen in kaart te brengen binnen een onderwijszorgprofiel, maken we gebruik van het door bureau Sardes in haar notitie “Profielen en indiceren “ aangereikte kader waarmee scholen hun huidige situatie én hun ambitie in beeld kunnen krijgen. In dit kader wordt een onderscheid gemaakt tussen een netwerkschool, een smalle zorgschool, een brede zorgschool en een inclusieve school. Een bewerking van dit kader treft u aan in de bijlage. Met behulp van indicatoren kunnen scholen aangeven hoe het huidige onderwijs en zorgaanbod er uit ziet en hoe dit er over een aantal (4) jaren uit kan komen te zien. Hoe de collega’s van de Eben Haëzer de huidige en de gewenste situatie hebben aangegeven is te lezen in hoofdstuk 4 t/m 8 Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 4 1.6. Standaarden basiszorg, breedtezorg en dieptezorg op niveau SWV Basiszorg Bij het vaststellen van de basiszorg op schoolniveau is er binnen het SWV voor gekozen dat alle scholen moet voldoen aan de standaarden die zijn opgesteld door de PO-raad. Breedtezorg Scholen zullen verschillen in de mate waarin zij in staat zijn een passend onderwijsaanbod te organiseren met behulp van externe deskundigen. Scholen verschillen in hun mogelijkheden om kinderen op te vangen ondersteund door externen. Dieptezorg Hier betreft het leerlingen die niet binnen de (speciale) basisschool opgevangen kunnen worden. Er is ( ook niet met behulp van externen) geen mogelijkheid om af te stemmen op de speciale onderwijsbehoeften van deze groep leerlingen. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 5 2. ALGEMENE GEGEVENS 2.1. Contactgegevens School CBS Eben Haëzer BRIN 06WN00 Directeur Intern begeleider Mevr. G. van Woerkom Mevr. A. de Hoop Adres Oude Ban 14 4285TH Woudrichem Telefoon 0183 309338 E-mail [email protected] Bestuur Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Woudrichem Samenwerkingsverband SWV Driegang 2.2. Onderwijsvisie en schoolconcept Als statement van onze school hebben wij "Hart voor het kind en zorg voor elkaar". Daarmee geven wij aan dat we naast de cognitieve ontwikkeling ook aandacht hebben voor sociale vorming hebben. We bieden een veilige omgeving waar het welbevinden van, en de relatie met kinderen centraal staat. Wij vinden dat een goed schoolklimaat opbrengst verhogend werkt. Bij een kind dat zich veilig en gezien voelt, zal je dat terug zien in zijn resultaten. Daarbij uitgaande van de onderwijsbehoeften van het kind. Met ondersteuning van zowel interne en externe deskundigheid en een actief/onderzoekend team kunnen wij onderwijs verzorgen aan kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Zo hebben wij ervaring om leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum te begeleiden. 2.3. Leerlingaantallen (1 oktobertelling) Aantal leerlingen per 1 oktober 2010 : 261 Aantal leerlingen per 1 oktober2011 : 263 Aantal leerlingen per 1 oktober 2012 : 267 Aantal leerlingen per 1 oktober 2013 : 239 Aantal leerlingen per 1 oktober 2014 : 220 Verklaring van de school: het teruglopend leerling aantal is te wijten aan de vergrijzing/krimp gebied. Leerlinggewichten Het aantal leerlingen met een leerlinggewicht van 0,3 is de laatste jaren procentueel gezien gelijk gebleven. Voor- of vroegschool Bijna alle leerlingen die op school komen hebben voor- en of vroegschoolse educatie genoten, waarbij gewerkt is met een VVE programma. Hierdoor wordt een mogelijke taalachterstand bij de start in onze groepen 1 Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 6 zoveel mogelijk voorkomen. Collega’s van de peuterspeelzaal en kinderopvang, geven aan kleuters die in aanmerking komen voor extra educatie op taal gebied, binnen de kleutergroep extra ondersteuning in de eerte periode na de overgang naar de basisischool. 2.4. Schoolondersteuningteam: In het schoolondersteuningsteam, afgekort het SOT, zitten een orthopedagoog, ambulant begeleider vanuit het SBO , CJG medewerker, Intern begeleider, groepsleerkracht plus de ouders . Als de ouders er niet bij zijn volgt er een terugkoppeling naar de ouders. Vijf keer per jaar komt het SOT bijeen. Wanneer er sprake is van handelingverlegenheid wordt een leerling besproken of er worden leerlingen besproken waarvan wij onze handelingswijze willen delen met het SOT / ouders en leerkracht. Bij het zetten van een volgende stap in het leerproces is het advies van (externe) deskundigen nodig. Wij ervaren de besprekingen met het SOT als prettig een leerzaam. 2.5. Indicaties en verwijzingen: 2011-2012 2012-2013 Aanmeldingen bij PCL - - Verwijzingen SBO - Terugplaatsingen vanuit SBO - Aantal LWOO/Pro beschikkingen 2013-2014 2014-2015 Totaal 2 0 - 2 0 - 0 0 - - Verwijzingen naar SO cluster 1 en 2 - - - - - Verwijzingen naar SO cluster 3 - - - - - Verwijzingen naar SO cluster 4 - - - - - Rugzakjes cluster 1 en 2 2 3 4 3 Rugzakjes cluster 3 - - Rugzakjes cluster 4 - - - - - 4 3 - 3 2 ??? Dyslexieverklaringen Gediagnosticeerde hoogbegaafden - - We hebben de laatste jaren vrijwel geen kinderen verwezen/ met uitzondering van schooljaar 2013-14. Dit is een indicatie dat we goed in staat zijn om kinderen met diverse onderwijsbehoeften passend onderwijs te kunnen bieden. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 7 Leerlingen met een verwijzing of terugplaatsing SBO We hebben in de afgelopen jaren 2 leerlingen doorverwezen naar het SBO. 2011 - 2012 geen lln. 2012 - 2013 geen lln. 2013 - 2014 geen lln. 2014 - 2015 Jan. 2014 - 2 lln. Leerlingen met een verwijzing naar SO of een rugzakje We hebben het laatste jaren weinig leerlingen verwezen naar het SO. In schooljaar 2013-14 waren het 2 lln. We zijn de afgelopen jaren in staat geweest om kinderen met specifieke onderwijsbehoeften goed te begeleiden en op te vangen binnen onze school. Er zijn 4 leerling met een dyslexieverklaring. Er zijn geen leerlingen met een diagnose voor hoogbegaafdheid. 2.6. Inzet formatie Er zitten op dit moment 235 lln. op school ( teldatum 1 okt. waren dat er 220). Groepsgrootte is niet zo eenduidig. De bovenbouw heeft kleinere groepen / onderbouw, op dit moment, vrij grote groepen. Onderwijsassistente twee dagen van de week. Op afspraak preventieve ambulante begeleiding beschikbaar. Frequent ambulante begeleiding voor de lln met rugzak. De school beschikt over een directeur en 3 bouwcoördinatoren die tevens in het management team zitten. 2 intern begeleiders die tevens remedial teacher zijn. groepsleerkrachten. De formatie is 12 FTE De inzet die aanwezig is in de school wat betekenen zij voor de mogelijkheden die de school ziet ten aanzien van passend onderwijs? Ontwikkeling van de leerkracht staat hierin centraal in de vorm van o.a. scholing. Onze ontwikkeling in het team is gericht op: Klassenmanagement. Doorgaande lijnen van de zowel de vakgebieden als op soc. em. gebied, afstemmen en regelmatig bespreken. Lesdoelen bepalen, benoemen, bespreken en zichtbaar maken. Werken met taakbrieven ( dagtaak,weektaken ). Gedrag binnen de school, afstemmen/ pedagogisch schoolklimaat afstemmen. Met elkaar in gesprek over schoolklimaat, scholing t.a.v. school-pedagogisch klimaat. Ouderbetrokkenheid zien als meerwaarde ten aanzien van de ontwikkeling van de leerlingen. Betrokkenheid zien als opbrengst verhogend. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 8 Opbrengsten niet alleen zien in cijfers maar zien in de totale ontwikkeling. Talenten van leerlingen zien en delen 2.7. Kenmerken van het schoolgebouw Er is ruimte in een groep voor 1-op-1 begeleiding X Er is ruimte op de school voor 1-op-1 begeleiding X Er is een prikkelarme werkplek * leerl. kunnen in de gang werken / volgens schema x Er is ruimte voor een time out X De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor bewegings en leerbehoeften (fysio, schooltuin, etc.) x Inrichtng van de lokalen Goed Werkruimte waarover leerlingen beschikken Goed Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? We hebben een invalidentoilet en brede deuren. Daarnaast hebben we 1-op-1 ruimtes en hebben we ook de deskundigheid in huis om leerlingen op deze plekken goed onderwijs te bieden. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 9 3. BASISZORG 3.1. Standaarden kwaliteit schoolorganisatie Onderstaand schema geeft aan hoe de school zichzelf beoordeelt op een aantal standaarden uit het toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs. zwak voldoende De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden x 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. X 2.4 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. x 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. x 4.5/6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. x goed x 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. x 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. X 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. X 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. X 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. X 7.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van x Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 excellent 10 genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. x X Opmerking t.a.v. punt 4.5/6 X Bij ongevallen maken we gebruik van een vastgesteld protocol. Een formulier wordt door de leerkracht en de ouders ingevuld. Ongevallen registratie formulier. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de voor de zorgleerlingen. X zorg 8.3 De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. X 8.5 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. X 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. X 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. X 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. X 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. X 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. X x x Aanvullend voor SBO S7.3 De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. S7.4 De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. Bron: Toezichtkader PO 2009 (zie bijlage 2). IJkpunten voor basiszorg in het primair onderwijs, C.J.M. Hoffmans Pagina 11 X Opm. 8.5 -niet van toepassing voor ons. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 11 Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? We zorgen met elkaar voor een goed pedagogisch klimaat, waarin alle kinderen zich op passende wijze kunnen ontwikkelen. Bij de instructie en verwerking houden we rekening met de verschillen tussen de kinderen. Met behulp van onze ib-ers signaleren we vroegtijdig welke kinderen iets anders/extra’s nodig hebben: dit vertalen we dan in ons handelen binnen de groep. We vinden dat het evalueren, planmatig werken en borgen van het onderwijsleerproces onze verbeterpunten zijn. We evalueren wel, maar nog te oppervlakkig. Hierdoor hebben we te weinig zicht of ons handelen voor kinderen met extra, andere onderwijsbehoeften welke een ontwikkeling door maakt die passend is. 3.2. Standaarden handelingsgericht werken Onderstaand schema geeft weer in hoeverre de school op dit moment handelingsgericht werken heeft ingevoerd. zwak voldoende Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen, o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen. x Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen. x Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders en collega’s. x Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. x Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen. X Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak. X Leerkrachten benoemen hoge, reële SMARTI-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s. X Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk X Woudrichem september 2015 excellent x Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer goed x 12 een individuele leerling beschrijven. Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider. x De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. x Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt. x Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? We werken volgens de principes van HGW. We ontwikkelen steeds meer kennis en vaardigheid om de onderwijsbehoeften in kaart te brengen en er naar te handelen. We differentiëren binnen de methode op niveau maar ook op grond van onderwijsbehoeften. We zijn een betrokken team met een groot hart dat van en met elkaar wil leren. Voor de meeste vakgebieden worden groepsplannen opgesteld en passend bij de onderwijsbehoeften van de leerling. 3.3. Voorzieningen waarvan de school gebruikmaakt Zorg in de school zelf Time out x Schakelklas Hoogbegaafdengroep – plusklas Observatieklas Preventieve ambulante begeleiding x Autiklas Voorschool (VVE) x Zorg om de school heen van onderwijs- en ketenpartners Samenwerkingsverband PO (ib netwerken) X SBO X (V)SO Rec 1,2,3,4 X SWV VO x Lokale overheid x Bureau jeugdzorg x Centrum Jeugd en Gezin X GGZ x Leerplicht x Peuterspeelzaal, kinderopvang, x Buurtregisseur, politie Club en buurthuiswerk Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem x september 2015 13 Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Het samenwerken met PAB-ers is goed gepland. Zij ondersteunen ons in “Hoe om te gaan met kinderen met specifieke onderwijsbehoeften”. We merken de laatste tijd dat we de bovenstaande instanties veel meer nodig hebben. Daarom schakelen we deze instanties in om mee te kijken naar wat de leerling en wat wij (als school of als individuele leerkracht) nodig hebben. Door deze samenwerking kunnen we meer kinderen passend onderwijs kunnen bieden. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 14 4. (ZORG-)ARRANGEMENTEN SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN 4.1. Algemeen In het April zorgprofiel wordt gewerkt met beschrijvingen van leerlingen op 5 onderwijsdomeinen. De domeinen worden hieronder beschreven. Per onderwijsdomein zijn kindbeschrijvingen voorgelegd van kinderen uit de onderbouw en uit de bovenbouw. In elke kindbeschrijving ligt er een accent voor de onderwijsbehoeften van de leerling in dat betreffende domein. De 5 domeinen zijn in de praktijk vaak minder makkelijk te scheiden, omdat ze elkaar wederzijds beïnvloeden. Het gaat in de beschrijving dan ook om een accent en niet om een exclusieve omschrijving. 4.2. Leren en ontwikkeling De omschrijvingen bevatten kenmerken van de leerling die de ontwikkeling en het leren bemoeilijken en die niet hoofdzakelijk toe te schrijven zijn aan de andere vier domeinen. Te denken valt aan leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden c.q stoornissen, zoals bijvoorbeeld dyslexie. Fysiek/ medisch De omschrijvingen bevatten een meer rechtstreekse relatie tussen de lichamelijke kenmerken van de leerling (en de medische consequenties) en de onderwijsbehoeften van deze leerling. Hierbij gaat het om lichamelijke of verstandelijke beperkingen. Sociaal-emotioneel / gedrag De omschrijvingen bevatten gedrag van de leerling dat ervoor zorgt dat de leerprocessen belemmerd worden. De gedragsmoeilijkheden/ stoornissen zorgen er in meer of mindere mate voor dat de leerling niet optimaal aan de leerprocessen kan deelnemen. Werkhouding De omschrijvingen bevatten moeilijkheden met de vaardigheden van de leerling om aandachtig en betrokken aan de leerprocessen deel te nemen. De oorzaken hiervan zijn uiteraard divers. Thuissituatie De omschrijvingen bevatten belemmeringen in de thuissituatie. De omstandigheden belasten de leerling zodanig dat speciale onderwijsbehoeften ontstaan om de leerprocessen op gang te brengen en te houden. Nadat alle betrokkenen het instrument hebben ingevuld, zijn er vier analyses gemaakt: 1. Een beeld van de school als geheel 2. Een beeld van het management 3. Een beeld van de collega’s werkzaam in de onderbouw 4. Een beeld van de collega’s werkzaam in de bovenbouw De analyses geven een antwoord op de vraag in hoeverre het schoolteam van Eben Haëzer in staat is een passend aanbod te bieden op het genoemde onderwijsgebied. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 15 A. Wij zijn in staat een passend aanbod te ontwikkelen (groen). B. Wij willen een passend aanbod ontwikkelen, maar hebben daarbij ondersteuning en/of professionalisering voor nodig (geel). C. Nee, wij verwijzen door naar een ander school (rood) 4.3. Competenties op de dimensies Relatie, Welbevinden, Ontwikkeling en Veiligheid. Bij de afname van het instrument zijn ook de competenties in kaart gebracht die nodig zijn om passend onderwijs te verzorgen. Deze competenties zijn onder te brengen in de volgende dimensies: Relatie De mate van betrokkenheid op en verbondenheid met de leraar en medeleerlingen. In de relatie ligt de mogelijkheid van leren met en van elkaar door samenwerken of feedback. Gerichtheid van de leerling op de ander maakt leren mogelijk door de inzet van spiegelneuronen in het brein. Voor de leraar ligt in de relatie de mogelijkheid tot pedagogische invloed. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar geen relatie met de leerling is, kan de school geen passend onderwijs organiseren. Welbevinden De mate waarin de leerling zich vrij, sociaal-emotioneel veilig en plezierig voelt in de schoolomgeving. Onbehagen, van welke aard ook, zorgt voor een bedreigd gevoel in leer- en ontwikkelingstaken. De reactie hierop legt eerder een accent op "overleven", dan op ontwikkelen. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar een gebrek aan welbevinden is, kan de school geen passend onderwijs organiseren. Ontwikkeling De mate waarin de leerling voortgang maakt in leer- en ontwikkelingstaken. De waargenomen ontwikkeling door de leerling zelf en de ervaren waardering hiervoor, zijn de brandstof voor betrokkenheid op de eigen ontwikkeling. De mate waarin de school haar begeleiding kan afstemmen op verschillen in ontwikkeling van haar leerlingen, bepaalt voor een groot deel de zorgbreedte van de school. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar onvoldoende ontwikkeling waarneembaar is, kan de school geen passend onderwijs organiseren. Veiligheid De mate van fysieke veiligheid van de leerling zelf, de medeleerlingen en de leraar. Deze kan direct in het geding zijn bij bijvoorbeeld agressie, of indirect door bijvoorbeeld gebrek aan inzicht bij de leerling. De emotionele veiligheid is bij de dimensie welbevinden benoemd. Indien er structureel en schijnbaar onomkeerbaar onveilige situaties ontstaan, kan de school geen passend onderwijs organiseren. 4.4. Uitkomsten Er is een verschil hoe onze directie/IB en onze onder- en bovenbouw naar de mogelijkheden, grenzen en ambities van de school kijken bij de domeinen sociaal-emotioneel en werkhouding: Directie/ib zien bij alle domeinen te ontwikkelen competenties daar waar de bovenbouw deze alleen ziet bij het domein fysiek/medisch en onderbouw bij fysiek/medisch én sociaal emotioneel. Onze bovenbouw geeft aan zich in alle gevallen competent te voelen, onze onderbouw en directie/ib geven aan hier nog competenties te willen ontwikkelen. Tijdens de plenaire bespreking hebben we besproken in hoeverre de bovenbouw zich overschat, en directie/ib het team onderschat. Aan het eind van de middag constateerden we dat de verschillende beelden rond de te ontwikkelen competenties uiteindelijk dicht bij elkaar bleken te liggen. Wij, als Eben Haëzer, werden ons bewust van “het geheim” van onze school: tijdens alle gesprekken constateerden we een onderling gevoel van veiligheid en een enorme bereidheid van ons allen om vragen en zoektochten met elkaar te delen en te bespreken. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 16 Leren en ontwikkeling Meer dan de helft van ons team geeft aan dat zij zich, rekeninghoudend met alle dimensies, in staat voelt-de leerlingen op te vangen. Door : het voeren van gesprekken met kinderen, uitgaan van kansen kinderen inzicht te laten krijgen in elkaars kwaliteiten creëren we een klimaat, waarbij leren passend is, bij elk kind. we volgen de ontwikkeling in de onderbouw rond ontluikende geletterdheid en gecijferdheid goed. het andere gedeelte van ons team geeft aan de kinderen hierin te kunnen begeleiden mits met ontwikkeling/ondersteuning. Deze ondersteuning wordt gegeven door de ib-er, waarmee we gezamenlijk een OPP opstellen. Ook overleggen we met de ouders om het OPP passend te maken bij onze kinderen. wens Tijdens de plenaire bespreking hebben we besproken dat we behoefte hebben aan collegaspecialisten op het gebied van taal,rekenen en lezen. Indien we meer didactische kennis in huis hebben, kunnen we nog beter afstemmen op kinderen die iets extra’/anders nodig hebben. fysiek en medisch We kunnen zowel kinderen met een licht lichamelijke beperking (slechthorend) opvangen op de school als ook kinderen met een eigen leerlijn. Bij deze laatste groep gebruiken we externe deskundigheid (mytylschool) en extra handen in de klas zoals stagiaires oas. De onder- en bovenbouw verschillen in de mate waarin zij het team competent zien op dit domein. Tijdens de plenaire bespreking constateerde de bovenbouw dat de kinderen in de bovenbouw redzamer/zelfstandiger zijn dan in de onderbouw waardoor de leerkrachten in de bovenbouw meer ruimte ervaren om aan deze speciale onderwijsbehoeften tegemoet te kunnen komen. Sociaal-emotioneel Ons team is verdeeld over de mate waarin we ons competent achten op dit domein. De bovenbouw acht zich competenter dan de onderbouw en directie/ib aangeeft. Tijdens de plenaire bespreking benoemen we de bescheidenheid van de collega’s uit de onderbouw; de ib-ers zien zeer veel reeds ontwikkelde competenties binnen dit domein. Het is mooi te constateren dat we op dit domein al veel kinderen passend onderwijs kunnen bieden. En ook bieden we een veilig klimaat voor kinderen en collega’s met een goede onderlinge communicatie, overdracht, positieve feedback, ouder-kind-gesprekken. De aanwezige methodes bieden ons voldoende ondersteuning. Op dit moment is er niet voldoende professie in school om binnen de school een ‘sova training’ aan te bieden. Leerlingen volgen een SOVA training via het CJG. Werkhouding Ons team kan goed om gaan met kinderen, die specifieke onderwijsbehoeften hebben op het gebied van hyper activiteit. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 17 We hebben een stijl ontwikkeld waarbij momenten van succes benadrukt wordt, momenten van rust gecreëerd worden, weerstand omgebogen wordt en feedback wordt gegeven zowel aan onze kinderen als aan onze leerkrachten. We krijgen van externe deskundigen functionele kennis van leerprocessen, waardoor wij ons competenter voelen en op het gebied van werkhouding passend onderwijs kunnen bieden. Wij zien wel dat de problematiek rond het gedrag complexer is geworden. Wij maken gebruik van externe deskundigheid die meekijken met de begeleidng in de groep. Thuissituatie Wij bieden ook de ouders een veilig klimaat, waarin we constructieve gesprekken met elkaar hebben. Hierbinnen bespreken we op welke wijze we het kind zijn/haar verantwoordelijkheid geven. Als we vragen hebben krijgen we ondersteuning van het interne ondersteuningsteam, schoolondersteuningsteam, CJG (centrum jeugd en gezin), jeugdhulpverpleegkundigen. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 18 5. GRENZEN AAN MOGELIJKHEDEN VAN ONS ONDERWIJS Wij, Eben Haëzer verzorgen onderwijs aan leerlingen met uiteenlopende onderwijs- en zorgbehoeften. Tijdens de nabespreking van de 2e bijeenkomst constateren we dat we eigenlijk voor elk kind gebeld mag worden. We willen er voor elk kind zijn! Soms is dat toch niet mogelijk: de balans in de groep is daarbij het uitgangspunt. Hieronder geven we onze grenzen aan. Leren en ontwikkelen We kunnen veel kinderen op vangen, maar ervaren een grens bij kinderen, waarbij ,ondanks opgenomen in interne zorgstructuur, we langdurig geen ontwikkeling zien op het gebied van met name lezen/rekenen/taal. Het opstellen van een goed OPP en hiermee in de groep aan de slag, is in ontwikkeling Fysiek medisch Op dit moment ervaren we geen grenzen op het gebied van fysiek medische vraagstukken. Leerlingen met zware medische klachten (doof, blind, veel lichamelijke verzorging nodig) vragen zoveel extra van ons dat dan de balans in de groep, graadmeter voor de grens, niet meer in evenwicht is. We spreken met elkaar uit, dat we bij twijfel over deze balans, we het kind altijd opnemen maar met ouders en ondersteuners opnieuw kijken of deze leerling bij ons op zijn/ haar juiste plek zit. Werkhouding en soc. emotioneel Op het gebied werkhouding en sociaal emotioneel voelen we een grens als de veiligheid van de groep en de leerkracht in het geding is. Een andere grens ervaren we bij “het geluk van het kind”. Als het kind ,ondanks externe hulp, zich niet “happy” bij ons voelt en we geen passende ondersteuning kunnen bieden. Thuissituatie Bij thuissituatie ervaren we een grens in de situatie waarbij onze samenwerking met ouders dusdanig verstoord is, dat de ontwikkeling van kind en groep stagneert. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 19 6. AMBITIES. waar willen we naartoe werken waar willen we ons verder in verdiepen waar werken we naar toe in de komende jaren. Wij, Eben Haëzer, zijn een school die door onze kennis en ervaring beschikt over een breed aanbod voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Wij leren veel van en met elkaar (zoals we uit de verschillende gesprekken concludeerden). We hebben ons eensgezind uitgesproken ons te willen ontwikkelen als een brede zorgschool. Verder invoeren van HGW met de nadruk op beschrijven van onderwijsbehoeften/speciale onderwijsbehoeften Specialisten op het gebied van rekenen,taal en lezen. Er is inmiddels een leescoördinator binnen het team. Doel- en opbrengstgerichter werken, geïntegreerd in groepsplannen Meer differentiatie op basis van onderwijsbehoeften Toepassen van leerlijnen om SMARTI-doelen te bepalen Werkhouding: Kinderen meer betrekken bij hun eigen leerproces door concrete en inhoudelijke doelen samen met de kinderen te formuleren. Doelen zichtbaar maken. We willen de leerstof voor de kinderen hanteerbaar en betekenisvol maken/ leerlingen betrekken bij hun leerproces. We willen leerlingen succeservaringen laten opdoen / zichtbaar maken en positieve feedback. We willen passende hoge verwachtingen hebben rond de resultaten van de kinderen. We willen sociale en persoonlijke talenten van de kinderen inzetten bij de samnwerkingsopdrachten. We willen de persoonlijke talenten delen met anderen uit de groep of school. Sociaal emotioneel/ gedrag: We willen tijdig hulp inroepen van externe deskundigen bij verschillende gedragsvragen om de beste aanpak te realiseren voor een kind. Zoals b.v. hulp van Steunpunt Autisme. Ontwikkelen van een doorgaande lijn op soc. em. gebied. We willen de deskundigheid van externe sova-trainers inzetten ter ondersteuning van de lln. en ouders en leerkrachten We willen de kennis die de school heeft op sociaal emotioneel gebied “warm houden” en borgen. We willen samen met het kind concrete sociale vaardigheden kunnen bepalen, die het kind met steun van de leerkracht gaat oefenen(kindplan)/in gesprek met de leerling-ouderskindplan opstellen Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 20 Fysiek en medisch: Ons in blijven zetten voor externe deskundigheid- tips van ambulante begeleiding Ons klassenmanagement is zo georganiseerd dat bepaalde kinderen instructie op eigen niveau krijgen en rustig kunnen werken met eigen opdrachten passend bij hun onderwijsbehoeften of leerlijn. We willen een groepsklimaat creeren waarin kinderen als “maatjes” met elkaar samenwerken. Gezien het bebouw zijn kleine aanpassingen nodig voor leerlingen in een rolstoel. Thuissituatie: We willen nog meer constructief samenwerken met ouders vanuit het gezamenlijk belang van het kind door zowel ondersteunend als grenzenstellend te zijn. We willen “oudervertelmomenten” organiseren op school. We willen een “open uitstraling” als school door meer informele info waarin de ouders op de hoogte gesteld worden over wat er leeft op school. Ouders meenemen is de plannen rond hun kind. Leren en ontwikkeling: We willen goede en zinvolle opdrachten voor met name kinderen met een leerachterstand bedenken. We willen kind meer kunnen bieden dan we nu doen in ons basisaanbod door ons basisaanbod te verrijken! We willen waarderen waar kinderen sterk in zijn en hen daarin uitdagen. We willen in relatie tot de tussendoelen effectieve werkvormen organiseren die passen bij het thema. Deze thema’s moeten i.v.m. doorgaande lijn, schoolbreed afgestemd worden. We willen de inhoud van de leerlijnen kennen en toepassen. Op basis hiervan een passend onderwijsaanbod kunnen organiseren,zodat kinderen aan onderliggende vaardigheden kunnen werken. NU OVER 4 JAAR Smalle zorgschool Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Brede zorgschool Woudrichem Brede zorgschool september 2015 21 7. BETEKENIS BINNEN SWV IN KADER PASSEND ONDERWIJS. De school geeft aan voor elk kind gebeld te kunnen worden. Op basis van “balans in de groep” wordt gekeken of plaatsing mogelijk is. Leren en ontwikkeling: Op school is ervaring rondom met kinderen met aan autisme verwant stoornissen en voortvloeiende onderwijsbehoeften van kinderen. De school kan daarover ervaringen delen en informatie verstrekken Fysiek en medisch: Sociaal emotioneel: Werkhouding: De school heeft ervaring in het creëren van een veilig en op kansen gebaseerd klimaat. Thuissituatie: De school heeft ervaring met constructieve communicatie met ouders. Procedure Wanneer de school gebeld wordt of er plek is voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften zal er in alle gevallen een intakegesprek plaats vinden met directeur en ib. Vervolgens zal in overleg met het team besproken worden of de expertise in het team toereikend is. Daarnaast wordt bekeken of de balans van de groep, waarin de leerling geplaatst wordt, gewaarborgd blijft. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 22 8. SAMENVATTENDE CONCLUSIES We voldoen aan de basiszorg. Onze opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van onze leerlingenpopulatie verwacht mag worden. We zijn een school, met een goed samenwerkend team, en we willen er zijn voor alle kinderen,wat goed te zien is aan ons geringe aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs. Wij zijn in staat een veilig klimaat te creeren voor zowel kinderen als collega’s. Hierdoor leren we veel van en met elkaar: we delen veel ervaringen met elkaar en bespreken onze vragen puzzels. We zien ons zelf als een school die momenteel tussen smalle - en brede zorgschool inzit. Tijdens de 2e bijeenkomst hebben we ons unaniem uitgesproken om ons te willen ontwikkelen tot een brede zorgschool! We hebben de beschikking over onderwijsassistent(en) en een gepensioneerde leerkracht. Ook hebben we de beschikking over een aantal staigiaires die ingezet kunnen worden voor ondersteuning in de diverse groepen.. Om meer tegemoet te komen aan specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van leren en ontwikkelen, willen we meer specialisten binnen ons team hebben op het gebied van rekenen en taal. Op het gebied van lezen hebben we een leescoördinator in ons team. Hierdoor kunnen we met kennis van de leerlijnen, meer SMARTI doelen voor en met de kinderen stellen. Wanneer we vastlopen in onze aanpak zoeken we ondersteuning van externe deskundigen. Dit hebben we o.a. georganiseerd in het goed functionerende interne zorgteam, waarbij ook externe deskundigen aansluiten. Het gebouw is ruim heeft een invalidetoilet en brede gangen en deuren. Op het gebied van handelingsgericht werken gaan we verder met het invoeren van groepsplannen voor spelling en begrijpend lezen. Hier binnen gaan we doel – en opbrengstgerichter werken. Met name het meer differentiëren op basis van onderwijsbehoeften willen we verder ontwikkelen, om meer kinderen passend onderwijs te kunnen bieden. Het meer gebruiken van de deskundigheid van de ouders (vertel-het-maarmomenten) en deze zien als partners (weekbrieven uitgeven) in onze school, zullen we ook de komende jaren verder ontwikkelen. Zoals beschreven hierboven hebben we de ambitie om uit te groeien naar een brede zorgschool waarbinnen kinderen onderwijs geboden kan worden passend bij de individuele ontwikkeling. We hebben de laatste jaren vrijwel geen leerlingen meer doorverwezen naar het SO, is een aanwijzing voor onze ambitie en ontwikkeling. We hebben veel ontwikkelpunten voor onszelf geformuleerd, en hierin zie je onze “leerhonger en leergierigheid ”. Grenzen aan de mogelijkheden in het kader van passend onderwijs ervaren we vooral grenzen in het domein fysiek/medisch (zwaar medische klachten) en sociaal emotioneel en werkhouding (welbevinden en veiligheid, ook voor de groep). We merken op dat de balans in de groep, graadmeter voor onze grens, dan niet meer in evenwicht is. Onderwijszorgprofiel Eben Haëzer Woudrichem september 2015 23