DE NIEUWE HEREN VAN 1797 DOOR MR. H. C. HAZEWINKEL O P 6 november 1797 trad in Rotterdam een nieuw stadsbestuur op, dat in samenstelling volledig verschilde van dat van de afgelopen jaren, gerecruteerd als dit was uit gematigde patriotten en gezeten burgers, die na de komst van de Fransen in januari 1795 de Oranjegezinde magistraten vervangen hadden. In Frankrijk was na de val van Robespierre in 1794 (de 9de thermidor!) de Republiek weliswaar blijven voortbestaan, maar de gevreesde Conventie verdween, evenals de rechtstreekse invloed van de bevolking op het bestuur. Er voor in de plaats kwamen een door middel van census-kiesrecht verkozen, uit twee kamers bestaande volksvertegenwoordiging: de Raad der Vijfhonderd (Corps Législatif) en de uit 250 leden bestaande Raad der Ouden, die samen de wetgevende macht uitoefenden. De laatste benoemde op voordracht van de Vijfhonderd vijf leden van de uitvoerende macht, het Directoire (doorwerking van Montesquieu's scheiding der machten). Alles, wat aan de gelijkheid herinnerde, werd afgeschaft: de politieke clubs, waaronder die der Jacobijnen, werden gesloten en de godsdienstvrijheid werd hersteld, zelfs de royalisten konden zich weer doen gelden. Het Directoire werd beheerst door Barras, zelf een voormalig Jacobijn, die zich breed maakte, om de vruchten van de revolutie te kunnen genieten, nu de obsessie van het schrikbewind was weggevaagd, maar zich geplaatst zag tussen extremistische stromingen van links en rechts, waar hij, steunend op het leger, doorheen moest trachten te laveren. Zo was de situatie in januari 1795, toen de Franse troepen onder Pichegru de bevroren rivieren van ons land overtrokken, zonder tegenstand van betekenis te ontmoeten, de prins van Oranje naar Engeland vluchtte en de patriotten overal geruisloos de macht konden overnemen. De Fransen zorgden er wel voor, dat alles ordelijk verliep, dat de ultra's geen voet aan de grond kregen en dat in stad en land het gezag in handen kwam van gematigde patriotten, die in hun hervormingseisen op het stuk van gezagscentralisatie weliswaar verder gingen dan de patriottengeneratie van 265