Wat is rechtsextremisme

advertisement
Geschoren, maar niet
over een kam
Rechts-extremisme binnen de
hardcorecultuur
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Geschoren maar niet over een kam
Rechts-extremisme binnen de hardcorecultuur
Tekst
: Gé Grubben
Uitgave
: Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie
Rotterdam, augustus 2006
LBR
Schaatsbaan 51
3013 AR Rotterdam
Het LBR is geopend van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur.
Telefoon:
010 2010201
e-mail:
[email protected]
Fax:
010 2010222
website:
www.llbr.nl
2
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Voorwoord
Rechts-extremisme onder jongeren staat de laatste drie jaar uitgebreid in de publieke
belangstelling. Tal van publicaties over dit verschijnsel zijn verschenen en in menig televisieof radioprogramma is het onderwerp aan de orde gekomen. Deze aandacht is een goede
zaak, maar heeft ook zijn kwalijke kanten. In de media en de volksmond wordt gesproken
over de Lonsdalejeugd. Problemen worden gekoppeld aan een kledingmerk – terwijl al lang
andere merken opgang hebben gemaakt bij de jongeren - en iedere drager van het merk
Lonsdale wordt gezien als een rechts-extremist of neonazi. Hetzelfde geldt voor jongeren
met kale koppen. Deze negatieve associaties hebben een hele jongerencultuur – hardcore –
in een kwaad daglicht gesteld, terwijl de hardcorewereld zich uitdrukkelijk tegen deze
associatie verzet.
Voor het LBR vormde dit de aanleiding om het een en ander op een rijtje te zetten. In
deze publicatie Geschoren, maar niet over een kam Rechts-extremisme binnen de
hardcorecultuur is geprobeerd de aanwezige kennis in- en overzichtelijk te maken en waar
nodig nuanceringen aan te brengen. Dat laatste betekent zeker niet dat er geen problemen
zijn, want alhoewel extreemrechts in georganiseerd verband nauwelijks iets voorstelt in
Nederland, zijn het met name ongeorganiseerde groepen jongeren die met regelmaat voor
problemen zorgen. Problemen waar nodig iets aan gedaan moet worden. Maar daarvoor is
wel kennis van zaken nodig. Het LBR hoopt aan dit laatste bij te dragen met deze publicatie.
Gé Grubben
Beleidsmedewerker LBR
3
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Inhoudsopgave
Inleiding
5
1. Wat is extreemrechts?
7
- 1.1. Een handzame definitie
7
- 1.2. Extreemrechts in Nederland
8
- 1.3. Rechts-extremisme en jongeren
10
- 1.4. Racistisch geweld
10
2. Hardcore als jeugdcultuur
12
- 2.1. Het ontstaan van hardcore
12
- 2.2. Hardcore een jeugdcultuur?
13
3. Rechts-extremisme als subcultuur binnen de hardcorecultuur
15
- 3.1. De geschiedenis van de rechts-extremistische jongerencultuur
16
- 3.2. De geografische spreiding
17
- 3.3. Oorzaken en motieven
18
- 3.4. Naar een profiel
19
- 3.5. Geschoren, maar niet over een kam
20
- 3.6. Nazistische en extreemrechtse symbolen
21
- 3.7. Racistische en extreemrechtse muziek
26
4. Het Nederlandse beleid tegen discriminatie, racisme en rechts-extremisme:
Drie pijlers
28
- 4.1. Wetgeving
28
- 4.2. De infrastructuur
28
- 4.3. Een betrokken overheid en maatschappelijk middenveld
30
5. De reactie op de extreemrechtse hausse
31
- 5.1. De overheid
31
- 5.2. Politie en justitie
32
- 5.3. Jongerenwerk
32
- 5.4. Onderwijs
33
- 5.5. Antidiscriminatieorganisaties
33
- 5.6. Hardcorescene
34
- 5.7. Lonsdale
34
- 5.8. Media
35
- 5.9. Allochtone jongeren
35
- 5.10. Een effectieve aanpak
35
4
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
6. Bestrijden van discriminatie op school
37
- 6.1. Kennisoverdracht
37
- 6.2. Valkuilen
38
- 6.3. Waakzaamheid
39
- 6.4. Van intercultureel onderwijs naar actief burgerschap
39
7. Slotbeschouwing
41
Bijlage: Materialen voor het onderwijs
43
Bronnenoverzicht
46
5
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Inleiding
De laatste jaren is er – terecht – veel aandacht voor de groeiende problematiek van rechtsextremisme onder jongeren in Nederland. De jongeren worden in de media en volksmond
aangeduid als de Lonsdalejongeren. Een benaming die slechts ten dele de lading dekt en
veel jongeren onrecht aandoet. Na de aanslagen in de Verenigde Staten in september 2001
en de moord op de columnist en filmmaker Theo van Gogh in november 2004 werd
Nederland geconfronteerd met een reeks van gewelddadigheden gericht tegen met name
moslims of vermeende moslims. Voor zover bekend waren onder de daders veel jongeren
gelieerd aan het rechts-extremisme of hadden zij sympathieën hiervoor. In deze notitie wordt
nader ingegaan op dit fenomeen. Geprobeerd is om de Nederlandse context helder te
maken en om inzicht te geven in dit fenomeen.
Allereerst wordt rechts-extremisme geduid in zijn Nederlandse context. De criteria
voor de kwalificatie van organisaties en personen als rechts-extremistisch worden kort
uiteengezet. Vervolgens is er kort aandacht voor georganiseerd politiek extreemrechts, dat in
Nederland heel beperkt is. Toch zijn grote groepen jongeren als extreemrechts te
kwalificeren en maken zij zich schuldig aan racistisch geweld.
Deze jongeren vinden we met name binnen de hardcorecultuur, de grootste witte
jongerencultuur op dit moment in Nederland. ‘Wat is hardcore?’ en ‘Waar komt het
vandaan?’, zijn vragen die beantwoord worden. De vraag of hardcore te kwalificeren is als
jeugdcultuur wordt bevestigend beantwoord.
In
Rechts-extremisme
als
subcultuur
binnen
de
hardcorecultuur
wordt
achtereenvolgens ingegaan op de geschiedenis van het fenomeen, de geografische
spreiding, oorzaken en motieven en is een poging gedaan een profiel te schetsen van deze
jongeren. In Geschoren, maar niet over een kam wordt gewaarschuwd voor stigmatisering
van Lonsdalejongeren. Aangezien rechts-extreme jongeren zich vaak bedienen van
extreemrechtse symbolen etc. is een uitgebreid overzicht opgenomen van symbolen,
afkortingen en muziek.
In Het Nederlands beleid tegen discriminatie, racisme en rechts-extremisme: drie
pijlers
worden kort
de drie pijlers van het Nederlandse beleid belicht: wetgeving, een
gedegen infrastructuur en een betrokken overheid en maatschappelijk middenveld.
Vervolgens wordt gekeken hoe vanuit verschillende actoren is gereageerd op de
extreemrechtse hausse. Aan bod komen de overheid, politie en justitie, het jongerenwerk,
het onderwijs, antidiscriminatieorganisaties, de hardcorescene, Lonsdale, de media en
allochtone jongeren. Afsluitend is een kader geschetst voor een effectieve aanpak.
In het laatste hoofdstuk wordt nader ingegaan op hoe in het onderwijs wordt
omgegaan met de materie en hoe men er mee om zou kunnen gaan. Er worden succesvolle
6
Geschoren, maar niet over een kam
methodieken en projecten aangehaald,
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
waarvan enkele in een bijlage nader worden
toegelicht, en er wordt gewaarschuwd voor valkuilen.
7
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
1. Wat is extreemrechts?
In dit hoofdstuk geen politicologische uiteenzetting over het fenomeen extreemrechts, maar
een handzame definitie met een beknopte verantwoording daarvoor. In een notendop wordt
vervolgens de actuele situatie van georganiseerd extreemrechts in Nederland gegeven.
Terwijl extreemrechtse organisaties langzaam wegkwijnen nemen de rechts-extreme
sympathieën onder jongeren juist toe. Afgesloten wordt met een definitie van racistisch
geweld. Geweld dat sterk toe is genomen en waarbij veel jongeren betrokken zijn.
1.1. Een handzame definitie
‘Extreemrechts’ en ‘rechts-extremisme’ zijn afgeleid van de klassieke politieke indeling van
politieke ideologieën, waarbij links staat voor progressief en rechts voor conservatief.
Extreemrechts staat dan voor de uiterste rand van het politieke spectrum aan de
rechterzijde. Het begrip wordt niet alleen als synoniem gebruikt voor ideologieën als het
nazisme en fascisme, maar vaak worden ook criticasters van de multiculturele samenleving
of het politieke bestel als zodanig gekwalificeerd. Ten dele is dit het gevolg van het gegeven
dat verschillende definities worden gehanteerd. Maar vaak worden criticasters ook als
zodanig gekwalificeerd om hen monddood te maken of in een kwaad daglicht te stellen.
Het voert te ver om de hele definitiekwestie hier te behandelen. Dit neemt niet weg
dat extreemrechts als zodanig toch gedefinieerd moet worden, om uiteindelijk te bepalen of
en in welke mate er sprake is van rechts-extremisme onder jongeren. Een bijkomend
probleem is dat de termen ‘extreemrechts’ en ‘racistisch’ vaak door elkaar worden gebruikt
ter kwalificatie van groepen en personen. Bij de kwalificatie van een politieke partij of
organisatie is dit doorgaans niet zo’n probleem, omdat de professionele criteria voor het
duiden
van
politieke
overeenstemmen.
organisaties
als
extreemrechts
dan
wel
racistisch
nauw
In Politiek racisme uit 1994 stellen de auteurs dat de begrippen
extreemrechts en racistisch voor politieke partijen als synoniem gebruikt kunnen worden1.
Alhoewel de criteria door de jaren heen zijn bijgesteld gaat dit nog steeds grotendeels op
voor politieke organisaties. Echter de begrippen zijn niet geheel synoniem aan elkaar. Met
name bij individuen en kleine groepen moet voorzichtigheid worden betracht. Extreemrechts
is een politiek begrip, terwijl racisme een veel breder spectrum omvat.
Hier is gekozen voor een viertal criteria. Criteria die ook door professionele
organisaties worden gebruikt en die in dit kader zonder meer volstaan. Wil een partij of
1
Politiek racisme: Oorzaken, denkbeelden en bestrijding Elbers, F. e.a. Stg. Burgerschapskunde,
Leiden 1994.
8
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
organisatie de kwalificatie ‘extreemrechts’ krijgen en verdienen, dan dient er sprake te zijn
van de volgende kenmerken:

Een nationalistische of West-Europese oriëntatie gericht op cultuurbehoud. Het
volkseigene wordt centraal gesteld en burgers van buiten het cultuurgebied worden
gezien als representanten van een andere cultuur die een bedreiging vormen voor de
Nederlandse dan wel West-Europese cultuur. Multiculturaliteit wordt afgewezen en
(gedwongen) assimilatie nagestreefd, daar waar mensen niet geweerd of uitgezet
kunnen worden.

Een prominente plaats van de ‘allochtonenproblematiek2’ in de propaganda, waarbij veel
aandacht wordt geschonken aan (vermeende) wandaden van allochtonen en
discriminatie en geweld tegen allochtonen worden ontkend.

Autoritaire trekken en kritiek op de parlementaire democratie. Een sterke aversie tegen
linkse en ‘allochtonenvriendelijke’ politici. De andere partijen, neergezet als de heersende
macht, zouden de ‘eigen bevolking’ (lees de witte dominante groep) structureel
benadelen.

Connecties van de partij en / of individuele leden met andere rechts-extreme, racistische,
nazistische of fascistische organisaties.
Het gaat er niet om dat een partij voldoet aan een of meerdere maar aan alle criteria, wil die
partij terecht rechts-extreem genoemd worden. Een partij als de Partij voor de Vrijheid van
Geert Wilders mag aan de hand van deze criteria niet als extreemrechts gekwalificeerd
worden. Hetzelfde geldt voor politieke formaties als Lijst Pim Fortuyn of Leefbaar Rotterdam.
1.2 Extreemrechts in Nederland
2
Allochtoon is een formeel begrip binnen Nederland. Eenieder die zelf, behalve als beide ouders
Nederlander zijn, of waarvan een van de ouders in het buitenland is geboren is allochtoon. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen Westerse allochtonen (EU-burgers en mensen afkomstig uit de rijke
industrielanden) en niet-Westerse allochtonen (met name burgers uit Turkije, Noord-Afrika, Suriname
en Zuid-Amerika, de Nederlandse Antillen en vluchtelingen en asielzoekers). Echter in de volksmond
en media wordt het met name gebruikt voor het duiden van etnische minderheidsgroepen.
Tegenhanger van het begrip ‘allochtoon’ is het begrip ‘autochtoon’, dat staat voor alle uit in Nederland
geboren ouders geboren burgers. In de volksmond wordt het begrip synoniem gebruikt voor het
betitelen van de witte, dominante meerderheid.
9
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Sinds de Tweede Wereldoorlog is het een komen en gaan geweest van extreemrechtse
formaties. Vele van hen waren een kort bestaan beschoren en doorgaans hebben ze alleen
geopereerd in de politieke marge. Het hoogtepunt bereikte extreemrechts in de negentiger
jaren, toen de Centrumdemocraten een korte periode met drie vertegenwoordigers in de
Tweede Kamer zaten en evenals de Centrumpartij ’86 tal van vertegenwoordigers hadden in
de gemeenteraden.
Extreemrechts ziet zich geconfronteerd met een doorlopend dilemma. Het onverholen
uitdragen van hun ideologie stuit op grote maatschappelijke weerstanden en met regelmaat
op juridische barrières. Aan de andere kant leidt het streven naar maatschappelijke
acceptatie door middel van een gematigde publieke opstelling tot vervreemding van de
(potentiële) leden. Dit dilemma en persoonlijke tegenstellingen tussen leiders leiden met
regelmaat tot breuken en afsplitsingen. Alle pogingen de krachten te verenigen zijn tot op
heden mislukt.
Op dit moment telt Nederland een aantal extreemrechtse politieke partijen. De
belangrijkste zijn: de Nederlandse Volks-Unie, een partij die nauw samenwerkt met Duitse
kameraden, maar slechts enkele tientallen leden heeft; de Nationale Alliantie (NA),
en
Nieuw Rechts (NR). NR is opgericht door Michiel Smit, ex-gemeenteraadslid te Rotterdam.
Hij kwam in de gemeenteraad als kandidaat van Leefbaar Rotterdam, de partij van wijlen
Pim Fortuyn, maar moest vanwege zijn banden met racistische en extreemrechtse partijen
en groepen de fractie verlaten. NR is de enige partij die bij de gemeenteraadsverkiezingen in
2006 een zetel wist te behalen en wel in Ridderkerk. Maar deze partij kampt met grote
financiele problemen en heeft bijvoorbeeld zijn internetsite stop moeten zetten. Bij NR en de
NA is het aantal leden sowieso met tientallen gedaald na de tegenvallende resultaten van de
gemeenteraadsverkiezingen.
Naast deze drie politieke partijen bestaan er nog een paar kleinere groepen en
gelegenheidsorganisaties variërend van nazistisch tot extreem nationalistisch, zoals
Voorpost, de Nationalistische Volks Beweging en Vereniging van Nederlandse Nationalisten.
Deze groepen bestaan vaak maar uit een handje vol leden en hun invloed wordt vaak
overschat.
Opvallender is de opkomst van activistengroepen met vaak jeugdige rechtsextremisten: radicale actiegroepen zoals Blood & Honour traditional en Aktiefront. Blood &
Honour Traditional telt maximaal 200 leden en bij Aktiefront wordt het ledental geschat op
ongeveer 70. Hun achterban bestaat vooral uit tieners en twintigers.
Vooral internet zou bij kunnen dragen aan de groeiende populariteit onder jongeren
van deze organisaties. Dagelijks surfen duizenden Nederlanders over rechts-extremistische
sites als stormfront.org en holland-hardcore.com. Met name de laatste wordt voornamelijk
door jongeren bezocht. Soms komen ze er binnen op zoek naar andere hardcoreliefhebbers,
10
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
niet wetend dat de site andere intenties heeft. Menigeen blijft er hangen en laat zich
meesleuren. De discussies en bijdragen van jongeren op dit soort sites liegen er niet om,
maar omdat ze in het buitenland gehost worden, zijn ze nauwelijks aan te pakken.
Extreemrechts is als politieke stroming echter nog steeds niet van belang en de
verwachting is ook niet dat daar binnen afzienbare tijd verandering in zal komen. Dit is niet
het gevolg van het hiervoor aangehaalde dilemma, maar veeleer het gevolg van de
gewijzigde opstelling van de andere politieke partijen. Die opstelling heeft bijvoorbeeld geleid
tot een van de strengste toelatingsregimes in Europa.
1.3. Rechts-extremisme en jongeren
De laatste jaren is er in Nederland een opleving van rechts-extremistische uitingen onder
jongeren. De problematiek van extreemrechtse, racistische jeugdculturen de zogenaamde
Lonsdale-jongeren, elders wordt daar uitgebreid op teruggekomen3, had in Nederland nog
niet eerder zo’n omvang als recent het geval is. Het probleem van deze jongerengroepen is
niet zozeer gelegen op het vlak van politieke mobilisatie. Wervingspogingen van meer
georganiseerde rechts-extreme formaties onder deze jongeren leverden tot dusverre relatief
weinig resultaat op.
Politiek gezien mogen deze jongeren en extreemrechtse groeperingen dan nauwelijks
een rol van betekenis spelen, maatschappelijk doen ze dat wel. Of zoals de Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) het stelt: “Het probleem van deze jongeren is
vooralsnog dus niet gelegen op het vlak van politieke mobilisatie hoewel zij in potentie wel
een electoraal reservoir voor rechts-extremistische partijen in Nederland kunnen vormen. De
grootste dreiging voor de Nederlandse democratische rechtsorde zit op dit moment vooral in
het bestaan van een breed sociaal maatschappelijk probleem waar in een sfeer van frustratie
over de Nederlandse multiculturele samenleving zowel van autochtone als van allochtone
zijde interetnische confrontaties worden uitgelokt. Voortdurende en heftige interetnische
confrontaties kunnen op termijn een bedreiging vormen voor de cohesie in de Nederlandse
samenleving.”4
1.4. Racistisch geweld
Hiervoor is reeds aangegeven dat extreemrechtse jongeren vaak betrokken zijn bij
interetnische confrontaties. Niet altijd zijn zij de initiatiefnemers hiervan. Met regelmaat zijn
3
Zie hoofdstuk 3.
“Lonsdale-jongeren” in Nederland Feiten en fictie van een vermeende rechts-extremistische
subcultuur, AIVD, Den Haag 2005.
4
11
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
het groepen allochtonen die de confrontatie zoeken. Deze aanvaringen beperken zich niet
alleen tot de straat, maar vinden bij tijd en
wijle ook plaats binnen scholen en
jongerencentra. Daarnaast maken deze extreemrechtse jongeren zich regelmatig schuldig
aan racistische (gewelds)delicten5.
Onder racistisch geweld versta ik in navolging van Van Donselaar en Rodrigues6:
‘Geweld: gedrag waarbij de ene partij de andere partij opzettelijk schade toebrengt, of ermee
dreigt dat te doen, en waarbij dit gedrag hoofdzakelijk is gericht op fysieke aantasting van
objecten en / of personen.
Racistisch geweld: die vorm van geweld waarbij de slachtoffers of doelwitten zijn uitgekozen
vanwege hun etnische, raciale, etnisch-religieuze, culturele of nationale herkomst.’
Na de moord op filmmaker en columnist Theo van Gogh werd Nederland geconfronteerd met
een grote geweldsgolf. Scholen en moskeeën werden in brand gestoken of dat werd
geprobeerd. Personen werden belaagd en gemolesteerd. Burgers werden bedreigd. Het
totale aantal voorvallen te relateren aan de moord op Van Gogh is moeilijk aan te geven.
Van Donselaar en Rodrigues kwamen op bijna tweehonderd voorvallen uit, maar nuanceren
dat aantal nu, mede omdat landelijke politiediensten tot ongeveer vijfhonderd voorvallen
kwamen. Soortgelijke zaken deden zich ook voor na de aanslagen van 11 september.
De aanslagen lokten ook tegenreacties uit. Zo werd onder andere na de moord op
Van Gogh geprobeerd een aantal kerken in brand te steken. Het gevaar van alle
geweldsdelicten schuilt niet zozeer in de delicten op zich – die natuurlijk ten strengste
afgekeurd dienen te worden en onacceptabel zijn – maar veeleer verscherpen zij de
tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen. Etnische groepen en met name moslims voelen
zich niet meer veilig en radicale moslims legitimeren er hun opstelling mee en vergoelijken
ten dele hun wandaden ermee. Ieder voorval bestendigt de wij-zij-tegenstelling.
5
Veelal zijn de daders van bijv.aanslagen, brandstichtingen en bedreigingen niet bekend. Echter
opvallend is, dat daar waar de daders wel bekend zijn, zij vaak behoren tot de rechts-extreme
jongerencultuur. Zeker in de geweldsgolven na 11 september en de moord op Theo van Gogh.
6 Monitor racisme en extreem-rechts. Zesde rapportage. Van Donselaar en Rodrigues, Anna Frank
Sichting / Universiteit Leiden, 2004.
12
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
2. Hardcore als jeugdcultuur
In dit hoofdstuk licht ik het ontstaan van hardcore kort toe en zet ik kort uiteen waarom we bij
hardcore kunnen spreken van een jeugdcultuur.
13
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
2.1. Het ontstaan van hardcore
Het begon allemaal in een homoclub, The Warehouse in Chicago. Begin jaren tachtig mixte
Frankie Knuckles met behulp van een sampler stukken Philadelphiasoul, disco met
synthesizermuziek van onder andere de Duitse formatie Kraftwerk. De toegevoegde beats
gaven de muziek een opzwepend karakter. De muziek en de speciale geluids- en
lichteffecten brachten bezoekers in trance. De muziek werd snel populair en bezoekers
vroegen in andere clubs om: ‘The sound they play down the House.’ De term house was
geboren.
In die zelfde periode ontstond in de Motown-stad, Detroit, de techno. Deze muziek
stond haaks op de soul, die tot dan toonaangevend was geweest in Detroit. Draait het bij de
soul allemaal om de melodie, bij de techno werd de melodie naar de achtergrond geschoven
en de bass centraal gesteld. Net als de house haalde de techno zijn inspiratie bij de elektro,
van onder andere Kraftwerk en New Order, vandaan.
Via Ibiza, waar diskjockeys in 1986 de nieuwe sounds ontdekten, kwam de muziek in
Londense clubs terecht en daar werd het een groot succes. De muziek verspreidde zich al
snel over heel Groot-Brittannië en het Europese vasteland. Eind jaren tachtig werden in
Nederland de eerste party’s georganiseerd in lege fabriekshallen en werd house onderdeel
van het vaste repertoire van bestaande clubs.
Al snel kwam er een schisma binnen de Nederlandse housewereld. Een deel van de
liefhebbers vond de muziek te soft. Het moest harder en sneller. De clubs hielden vast aan
de mellow house, waardoor de liefhebbers van harder en sneller hun eigen feesten gingen
organiseren. De New Beat – het begrip gabberhouse zou pas later zijn intrede doen – een
snoeiharde beat op een strakke en sobere vierkwartsmaat, was geboren. De bakermat van
deze nieuwe sound lag in Rotterdam. Volgens Ter Bogt was dit niet toevallig. 7 De
gabberhouse geeft uitdrukking aan het aloude cliché van artistieke, extravagante
Amsterdammers tegenover de hard werkende Rotterdamse arbeiders. De gabberhouse was
dan ook vooral bij de working class-jongeren populair. Jongeren die zich afzetten tegen de
arrogante en hooghartige houding van de Amsterdamse scene.
De permanente wedijver tussen Rotterdam en Amsterdam heeft de gabbers ook hun
naam opgeleverd. De populaire Amsterdamse diskjockey K.C. the Funkaholic noemde in een
interview de Rotterdamse variant ‘van die gabbermuziek’. De Rotterdammers voerden
vervolgens de term gabber Bargoens voor kameraad/vriend als geuzennaam.
7
One Two Three Four … Popmuziek, jeugdcultuur en stijl T. ter Bogt, Utrecht 1997
14
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Rond 1995 bereikte de gabberhouse zijn hoogtepunt. In 1998 is ‘gabber’ bijna geheel
van het toneel verdwenen. Met name de commercie zou debet zijn aan de neergang van de
gabberhouse. Er werden gabberparty’s voor kleuters georganiseerd. De kindergabber was
geboren met Malle Gabbers, Gabberpappa’s en de koopvideo Hakkûh & Flippûh, een soort
instructieband voor kinderen, hoe je gabber moet worden. De harde kern van de gabbers
gaat weer underground.
Begin 2000 komt gabber weer terug, maar nu onder de naam hardcore. Hardcore is
een verzamelnaam voor verschillende genres oftewel substijlen, zoals: Early Rave,
Oldschool, Darkcore en Terror. Oldschool gaat tot zo’n 160 beats per minuut (bpm) terwijl
Terror boven de 200 bpm gaat.
2.2. Hardcore een jeugdcultuur?
Alvorens deze vraag te beantwoorden, moet eerst de vraag ‘Wat is jeugdcultuur?’
beantwoord worden. Binnen de sociale wetenschappen wordt het leven van de mens
verdeeld in tijdsperioden. Tot ongeveer zijn / haar twaalfde is iemand kind en daarna breekt
de adolescentie aan die dan ongeveer tien jaar duurt. Tot de adolescentie worden de
normen en waarden van kinderen in sterke mate bepaald door de ouders, daarna neemt de
invloed van de peergroup toe. De adolescentieperiode is ook de periode waarin we
jeugdculturen onderscheiden. Alhoewel sommige jonge meisjes bijvoorbeeld helemaal
idolaat zijn van K3, zich identificeren met een van de zangeressen, onder een K3-dekbed
slapen etc., spreken we bij kinderen niet van jeugdculturen.
In navolging van Traas wordt onder jeugdcultuur verstaan8:
8
Opvoeding in verandering Traas Marinus, Baarn 1997
15
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
‘De wijze waarop jongeren (in de leeftijd van ongeveer 12 tot ongeveer 23 jaar)
gemeenschappelijk vormgeven aan hun specifieke gedrag en hun ideeën, met name in de
vrije tijd.’
Er bestaat niet zoiets als de jeugdcultuur, maar het omvat verschillende subculturen.
De vraag of hardcore een jeugdcultuur is, kan zonder meer bevestigend worden beantwoord.
Hardcore is zelfs de grootste witte jeugdcultuur in Nederland op dit moment. Natuurlijk zijn er
veel jongeren die naar hardcoremuziek luisteren, maar niet tot deze subcultuur gerekend
kunnen worden of er zichzelf niet mee identificeren. Maar een hele grote groep, voornamelijk
blanke jongeren ziet zichzelf als deel uitmakend van deze jongerencultuur.
Zij kleden zich volgens bepaalde codes, hebben een gemeenschappelijke muzieksmaak en bezoeken dezelfde feesten (raves). De kledingcodes zijn in de loop der jaren wel
veranderd. De eerste generatie gabbers ging gekleed in Australians, dure trainingspakken, te
herkennen aan het kangoeroe-logo. De pakken werden door zowel jongens als meisjes
gedragen, bij voorkeur flink oversized en met zo min mogelijk eronder. Alleen geen laag
kruis, want dat was skate of hiphop. Naast Australians werd ook wel Cavello gedragen, te
herkennen aan de twee springbokken als logo. Behalve de trainingspakken waren ook
blauwe en zwarte spijkerbroeken van het merk Levi’s populair of voor meisjes five pocketstretchbroeken (geen leggings). De meisjes droegen onder hun jasje een topje of elastisch
bovenstukje met weinig decolleté en geen cups. De standaard gabberschoen was de Nike
Air Max, waarvan de veters niet gestrikt werden.
Ook qua kapsel waren er vaste codes. Voor de meisjes bij voorkeur lang haar in een
paardenstaart en de nek tot aan de oren kaalgeschoren. Wie zich niet wilde scheren droeg
de staart midden op het hoofd. De jongens waren bij voorkeur zo kaal mogelijk. Maar
kapsels als het eilandje of de champignon, het doorgegroeide eiland en het borstelhoofd
waren ook zondermeer geoorloofd.
De huidige generatie gabbers draagt geen trainingspakken. Zij dragen of
spijkerbroeken of legerbroeken met daarop sweaters of polo’s van merken als Lonsdale of
Pitbull. Meisjes dragen veelal korte geruite rokjes, de zogenaamde Heidi look. Beiden dragen
het bomberjack, dat ook bij de eerste generatie geliefd was.
Het dansen gaat ook volgens een vast stramien. Hakkûh, een individuele manier van
dansen waarbij alleen de benen en armen bewegen of pogoën een groepsdans
overgenomen van de skinheads.
Ook hardcoremuziek wordt volgens een vast stramien gemaakt. De beat bonkt en
galmt, zodat de beats in elkaar overlopen. De melodie beperkt zich tot de zogenaamde
16
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Junolijn9. Een goed voorbeeld daarvan is het zaaggeluid in Dominator
van de Human
Resource. Verder wordt gebruik gemaakt van de hi-hat10, de snare-drum en elektronisch
handgeklap. De zang beperkt zich doorgaans tot een enkele kreet of korte gesamplede
teksten, die steeds weer herhaald worden.
9
Een verwijzing naar het keyboard (De Roland Juno 106) dat van oudsher voor de hardcore-house
wordt gebruikt.
10 De hi-hat is een onderdeel van een drumstel. Hij bestaat uit een standaard, waarop twee bekkens
zijn gemonteerd (doorgaans met een diameter van 14 inch).
17
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
3. Rechts-extremisme als subcultuur binnen de hardcorecultuur
Rechts-extremistische uitingen en opvattingen komen in alle lagen van de bevolking voor,
maar manifesteren zich met name binnen een deel van de witte jongerencultuur: de
hardcorecultuur. De hardcorecultuur is de grootste witte jongerencultuurgroep binnen
Nederland op dit moment. Uitdrukkelijk moet hier gesteld worden dat het overgrote deel van
deze jongeren niet in verband gebracht kan en mag worden met rechts-extremisme.
Schattingen over de omvang van de probleemgroep lopen uiteen, maar het gaat om een
aantal duizenden. Hiervan zijn er een paar honderd die rechtstreeks gelieerd zijn aan
extreemrechtse partijen en organisaties. De overgrote meerderheid is niet georganiseerd.
Ook over de vraag of de hele probleemgroep wel als rechts-extreem gekwalificeerd
mag worden, lopen de meningen uiteen. Tegenstanders van die kwalificatie betogen terecht
dat de jongeren weliswaar een extreemrechtse houding hebben maar geen extreemrechtse
ideologie. Toch dienen deze jongeren als rechts-extreem gekwalificeerd te worden. Eerder is
al uiteengezet welke criteria van toepassing zijn op de kwalificatie. Deze jongeren voldoen
hieraan. Dat zij hun uitingen/houding niet tot in den treure doordacht hebben doet hier niets
aan af. Het is juist deze groep die zich openlijk bedient van racistische, extreemrechtse en
nazistische symboliek en retoriek.
Onder de hardcoreliefhebbers staan deze jongeren ook bekend als nazi’s. Het
merendeel van die jongeren koketteert ook met die betiteling, alhoewel zij zichzelf liever
presenteren als nationalisten. Maar het gebruik van nazistische symbolen en retoriek onder
deze jongeren is breed verspreid. Georganiseerd extreemrechts neemt ten aanzien van deze
jongeren een hele dubbele houding in. Aan de ene kant probeert het onder deze jongeren te
werven en aan de andere kant neemt het uitdrukkelijk afstand van de jongeren. Op sites van
bijvoorbeeld de Stormfrontorganisaties worden deze jongeren gezien als kanonnenvlees bij
de machtsovername en degene die de machtsovername overleven moeten vervolgens
geëxecuteerd worden. Ze zijn ideologisch niet vast genoeg en met name ook het hoge
drugsgebruik onder deze jongeren stoort het harde extreemrechtse kader. Ze worden op
stormfront.com ook steevast wazi’s genoemd. Wazi is een verwijzing naar wazig, omdat het
hen aan een echte ideologie zou ontbreken en ze de naam nazi volgens de Stormfronters
niet verdienen.
Probleem is wel dat de term Lonsdale-jongeren, die in de media en de volksmond
wordt gebruikt voor deze jongeren, zijn weerslag heeft op alle hardcoreliefhebbers. Onder
hardcorefans zijn ruige en stoere (sport)kleding in. Het Engelse boksersmerk Lonsdale wordt
dan ook veel gedragen. Extreemrechtse jongeren hebben een extra dimensie aan het
dragen ervan gegeven. In het begin werd het in navolging van de Duitse kameraden gebruikt
om de nazistische sympathie uit te dragen. Bij het dragen van een Lonsdale-shirt of -trui
18
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
onder een jas kunnen de letters NSDA zichtbaar blijven. Deze letters verwijzen naar de
NSDAP11. Sinds enkele jaren wordt Lonsdale veeleer gebruikt als een afkorting voor ‘Laat
Ons Nederlanders Samen Die Allochtonen Langzaam Executeren’, en sluit daarbij meer aan
bij de nationalistische opvattingen.12
3.1. De geschiedenis van de rechts-extremistische jongerencultuur
De roots van deze extreemrechtse jongerencultuur liggen in Groot-Brittannië. In de zestiger
jaren kwamen daar de Mods op, een eerste manifestatie van jeugdcultuur van jongeren uit
arbeidersmilieus. Zij hulden zich al in kleding van merken als Fred Perry, Lonsdale en Ben
Sherman, stoer en verwijzend naar hun afkomst. De Mods waren jongeren van de
hoogconjunctuur.
Na de Mods en de economische teruggang deden midden en eind jaren zestig de
Skinheads hun intrede, in het begin nog een mengelmoes van etniciteiten. De proletarische
afkomst werd door de Skinheads nog meer gecultiveerd. Fysieke kracht en mannelijkheid
werden belangrijke normen en geweld werd niet geschuwd. Merkkleding werd ingeruild voor
werkkleding.
Het uiterlijk had zowel een ideologische betekenis als een praktische. Kort geknipt
haar (skinhead) plaatste hen buiten de samenleving waarin lang haar de norm was, en was
in vele culturen ook synoniem aan ‘niet aangepast’. Denk aan criminelen en slachtoffers van
het naziregiem, die kaal geschoren werden om hen zo buiten de samenleving te plaatsen.
Kort haar was ook praktisch want tegenstanders konden er tijdens gevechten geen grip op
krijgen. De gedragen werkschoenen, Dr. Martens, waren door hun stalen neuzen ook handig
om trappen mee uit te delen. Opgerolde broekspijpen, bretels en spijkerjassen
completeerden het geheel. De opgerolde broekspijpen en bretels hadden ook een praktische
achtergrond. Veel jongeren droegen de afdankertjes van hun oudere broers. Het oprollen
van de pijpen en bretels waren noodzakelijk om de kleding passend te maken. Ook de
skinheads droegen de typisch Britse merken als Fred Perry en Lonsdale.
Aan het einde van de zestiger jaren bloedde de skinheadbeweging dood om
vervolgens eind jaren zeventig weer op te leven. Oi en Streetpunk droegen hieraan bij. Oi of
Streetpunk was hard, snel, simpel en radicaal. De ruwe, lompe dansen die erbij hoorden
(moonstomp, pogo) pasten perfect bij het op mannelijkheid gerichte imago van de skinheads.
Ook de teksten sloten nauw aan bij hetgeen de jongeren bezighield. In de tachtiger jaren,
tijdens een diepe economische crisis, radicaliseerde de stroming verder. Met name
11
NSDAP: National Sozialistische Deutsche Arbeiter Partei
Zowel Lonsdale als de hardcorewereld verzetten zich tegen dit misbruik en de negatieve
beeldvorming.
12
19
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
extreemrechts kreeg grip op de Skinheads en de skinheadcultuur kreeg ook voet aan de
grond op het Europese vasteland. Ondanks dat er ook linkse ‘skins’ waren, behield de
skinheadcultuur zijn rechts-extreem imago.
Alhoewel veel hardcoreliefhebbers uiterlijk lijken op skinheads is de hardcorecultuur
geen opleving van de politieke skinheadcultuur, maar een herstart van de gabbercultuur13.
De gabbercultuur kwam op in Nederland in begin jaren negentig, eerst in Rotterdam en later
ook in de andere steden in met name de Randstad. Gabbers onderscheidden zich van
andere houseliefhebbers doordat zij het aantal beats per minuut opschroefden. Zo ontstond
de gabberhouse als reactie op met name de mellow house. De gabbers grepen wel terug op
de Britse jeugdculturen. Zij schoren hun koppen kaal, waardoor al snel de associatie met de
skinheads werd gemaakt, hulden zich in volkse kleding: trainingspakken en gympen,
weliswaar van de duurdere merken, en ook hun dansstijl sloot nauw aan bij die van hun
Britse voorgangers. De gabbers hadden een sterk nationalistische oriëntering: gabber was
een Nederlandse uitvinding en lokale oriëntering: Rotterdamse gabbers moesten niets
hebben van Amsterdamse gabbers. Niet alleen de kale koppen, maar ook de Nederlandse
vlaggetjes op de bomberjacks worden door veel mensen geassocieerd met extreemrechts,
aangezien dat binnen die kringen ook deel uitmaakt van de dresscode. Echter voor de
meeste gabbers staat het vlaggetje voor het feit dat ze er trots op zijn dat gabber een
Nederlandse uitvinding is. Extreemrechts probeerde te werven onder de gabbers, maar ook
toen gold dat de meerderheid van de jongeren niets van (extreemrechtse) politiek moest
hebben.
Eind jaren negentig stortte de gabbercultuur in. Kale koppen werden gewoon in het
straatbeeld en zelfs kinderen hulden zich in een gabberoutfit en bezochten kindergabberparty’s. Een jongere generatie met name buiten de grote steden pakte de draad op.
De kledingcode binnen de hardcore greep terug op de skinheadlook en merken als Lonsdale
en Dr. Martens werden weer populair. De kleding veranderde maar bleef het toonbeeld van
de sociale positie: de arbeidersklasse. De uitstraling is stoer en agressief, althans voor
jongens. Meisjes gaan veelal gekleed in de zogenaamde ‘Heidi-look’, die juist meisjesachtig
is.
Hardcore als jeugdcultuur is met name opgekomen buiten de grote steden. Enerzijds
komt dit doordat het altijd enige tijd duurt voordat trends buiten de grote steden doorzetten.
Anderzijds heeft dit ook duidelijk met de profilering van de jongeren en hun zoektocht naar
een identiteit te maken. Hardcore en gabber als Nederlandse uitvinding sluiten beter aan bij
hun denkbeelden met betrekking tot de multiculturele grote steden en staan haaks op de in
die grote steden overheersende urban culture, een melting pot van culturele invloeden.
13
Zie: Het ontstaan van hardcore
20
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
3.2. De geografische spreiding
Het verschijnsel doet zich in het hele land voor en dan met name in de plattelands- en
kleinere gemeenten. Natuurlijk zijn er ook rechts-extreme jongeren in de grotere steden,
maar daar profileren zij zich niet of in mindere mate. In verschillende regio’s is geprobeerd
de verschillende jeugdgroepen in kaart te brengen. Helaas niet altijd op basis van dezelfde
uitgangspunten en niet altijd met een even grote nauwkeurigheid en deskundigheid.
Schattingen duiden op honderd tot honderdvijftig groepen bestaande uit enkele tot tientallen
leden. Problematisch bij de schattingen is de mobiliteit van de jongeren. Groepen
verplaatsen zich door een bepaalde regio waardoor het moeilijk is aan te geven om hoeveel
jongeren het precies gaat. Gesteld kan worden dat het verschijnsel zich in het hele land
voordoet, waarbij opgemerkt moet worden dat de gewelddadigheid niet overal even intens is.
Dat geldt ook voor de reacties op deze groepen door allochtone jongerengroepen, hetgeen
deels ook weer samenhangt met hun geografische spreiding over het land.
3.3. Oorzaken en motieven
De oorzaken van en motieven voor de rechts-extreme attitudes bij de jongeren zijn zeer
divers. Aan de ene kant spelen het algemene klimaat in Nederland en de adolescentie een
rol en aan de andere kant zijn het juist hele specifieke lokale en / of regionale
omstandigheden die doorslaggevend zijn.
Hiervoor is reeds aangegeven dat de hardcorecultuur enige nationalistische
tendensen in zich heeft. Een beperkt deel van de jongeren schiet hierin door. Zij verbinden
hun trots op deze ‘nationale cultuur’ aan xenofobe attitudes. Deze houding wordt versterkt
door nationale en internationale ontwikkelingen. De aanslagen in de VS, Madrid en Londen
en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh in Nederland zijn katalysatoren. De islam
en voor het gemak maar eenieder met een kleurtje wordt gezien als een bedreiging van
‘buiten’ voor de Nederlandse cultuur en politiek links en alle ‘multiculturalisten’ als een
bedreiging van binnen.
Met de komst van Fortuyn is diens credo ‘Ik zeg wat ik denk’ tot nationale norm
verheven. Van Gogh deed daar nog een schepje bovenop door moslims stelselmatig te
betitelen als ‘geitenneukers’ en ’de vijfde colonne’.14 Opiniemakers laten zich doorgaans uit
in scherpe bewoordingen en het publiek volgt. Wie Marokkanen, Antillianen en moslims
14
Van Gogh hanteerde deze betitelingen in zijn columns. Het Nederlands recht biedt columnisten een
hele grote vrijheid.
21
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
alleen kent vanuit de media kan geen genuanceerd, laat staan positief beeld van deze
groepen hebben.
Wat ook door het hele land speelt, is de rol van de ouders. Jongeren zouden veelal
negatieve attitudes van huis uit meekrijgen. In een tweetal gemeenten zijn gesprekken
gevoerd met de ouders van probleemjongeren15. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat
de helft van de ouders niet wist waar hun kinderen, doorgaans jongens, mee bezig waren.
Van de andere ouders, die het dus wel wisten, gaf de helft aan niet te weten wat ze moesten
doen en de andere helft steunde hun kinderen in hun opvattingen en gedrag.
Breed onder de bevolking leeft de angst dat allochtonen en met name moslims een
dusdanige invloed hebben op de cultuurontwikkeling dat de Nederlandse cultuur, wat dat ook
moge zijn, zal verdwijnen. Deze angst brengt ook onveiligheidsgevoelens met zich mee.
Sterk aanwezig is het gevoel dat allochtonen worden voorgetrokken door de overheid en dat
feitelijk witte Nederlanders worden gediscrimineerd. De jongeren en hun ouders uit de lagere
sociale klasse zitten vaker in een directe concurrentiepositie met allochtonen waar het gaat
om werk, huisvesting en andere voorzieningen.
Problemen zijn met name manifest aanwezig op het platteland en in de kleinere
gemeenten. Ten dele komt dit door het gegeven dat veel jongeren pas met andere etnische
groepen worden geconfronteerd op het moment dat zij in de grotere steden naar het
vervolgonderwijs gaan of uitgaan. De eerste kennismaking/confrontatie vindt juist plaats in
de periode dat zij op zoek gaan naar hun identiteit.
Per regio spelen ook hele specifieke situationele gebeurtenissen een rol. In de ene
regio is dit de vestiging van een asielzoekerscentrum, in de andere de verplichte huisvesting
van vluchtelingen, terwijl er een enorme schaarste is op de woningmarkt en weer elders kan
de oorzaak van langdurige gewelddadige confrontaties liggen in de ruzie om een meisje.
Een speciale plaats neemt het internet in. Het internet is een vrijplaats geworden voor
het ventileren van meningen. Door de hoge mate aan anonimiteit wordt geen blad voor de
mond genomen. Rechts-extremisten maken hier misbruik van. Sites die op het eerste oog
alleen gaan over hardcore worden misbruikt om invloed uit te oefenen.
3.4. Naar een profiel
Vooroordelen, xenofobie en racistische opvattingen zijn niet alleen voorbehouden aan
rechts-extremisten of jongeren met extreemrechtse sympathieën. Ze spelen breed binnen de
Nederlandse samenleving en leiden tot grote maatschappelijke problemen: discriminatie op
de arbeidsmarkt, de woningmarkt en in het onderwijs en een hard politiek en
15
Aalsmeer en Purmerend.
22
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
maatschappelijk klimaat. Natuurlijk versterken al die zaken elkaar. Binnen deze
maatschappelijke constellatie zijn er uitwassen die absoluut niet acceptabel zijn. Waar het
gaat om geweld bestaat er een brede maatschappelijke consensus van afkeuring en een
roep om overheidsoptreden.
Geweld en vergaande intolerantie zijn niet alleen voorbehouden aan extreemrechts.
Ook binnen bepaalde allochtone groepen is er sprake van een toenemende intolerantie en
worden gewelddadige confrontaties niet geschuwd. En ook hier moeten we een onderscheid
maken tussen de al dan niet georganiseerde harde kern, waarbinnen radicale moslims een
prominente rol spelen, en de meelopers die zich doorgaans bedienen van retoriek en
symboliek van die harde kern.
De grote verschillen tussen de allochtone en autochtone gewelddadige en intolerante
groepen zitten met name in de woonplaatsen, de maatschappelijke achterstelling en de
beeldvorming. De allochtonen jongeren komen doorgaans uit de grotere gemeenten en de
autochtonen uit de kleinere. Allochtone jongeren in het algemeen ondervinden bijna dagelijks
discriminatie op bijvoorbeeld de arbeids- en stagemarkt en in het uitgaansleven. Terwijl bij
autochtone jongeren juist het gevoel leeft, dat allochtonen worden voorgetrokken en zij
gediscrimineerd. De beeldvorming ten aanzien van allochtonen in de media is in het
algemeen voornamelijk negatief. Verder kennen beide groepen grote overeenkomsten.
Het gaat met name om jongens, vaak van relatief jonge leeftijd (vanaf 14 tot 20 jaar).
De meeste van hen die onderwijs volgen zitten op een VMBO-school. De werkenden - onder
allochtonen heerst een grotere werkloosheid dan onder autochtonen - verrichten doorgaans
handarbeid. De ouders maken eveneens deel uit van de lagere sociale klassen. Veelal
betreft het ook zogenaamde ‘hangjongeren’. Hangjongeren zijn jongeren die in groepjes op
straat, in parken, winkelcentra etc. bij elkaar komen en daar veel van hun vrije tijd
doorbrengen. Verveling speelt een prominente rol, evenals het gebruik van drugs en drank.16
Het hiervoor gegeven beknopte profiel is geen wetmatigheid. Soms liggen
scheidslijnen niet zo scherp. En herhaald kan alleen maar worden dat met het overgrote deel
van alle jongeren niets mis is. Zij leven hun leven en doen hun ding.
De geschatte aantallen van de rechts-extremen lopen uiteen. De onderkant van deze
schatting bedraagt 1.500 jongeren en de bovenkant 6.000. Op de totale jongerenpopulatie is
dat een minimaal aantal, maar als maatschappelijk probleem een heel groot.
3.5. Geschoren, maar niet over een kam
16
Het merendeel van de opgepakte daders van de gewelddadigheden was onder invloed van drugs
en / of drank.
23
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
In de media wordt veelvuldig gesproken over de Lonsdalejongeren17. Deze aandacht, die er
overigens moet zijn voor de problematiek, heeft een hele jeugdcultuur in een negatief
daglicht gesteld. Hardcore en Lonsdale worden ten onrechte geassocieerd met rechtsextremisme. Het valt niet te ontkennen, dat een deel van de hardcoreliefhebbers zich in
extreemrechts vaarwater heeft begeven en/of zich uitdrukkelijk bedient van extreemrechtse
symboliek en retoriek. Maar er moet voor gewaakt worden dat niet een hele grote groep
jongeren ten onrechte een negatief stigma krijgt. Daar doet zich dan ook direct een groot
probleem voor. Hoe is een extreemrechtse jongeren te onderscheiden van een ‘doorsnee’
hardcorefan? Opgemerkt moet worden dat rechts-extremisme ook voorkomt buiten de
hardcorecultuur.
Natuurlijk zijn het gedrag en de verbale uitingen van jongeren goede graadmeters,
waarbij men wel moet bedenken dat pubers neigen tot absolute waarheden en zich
doorgaans rechtlijniger uiten dan volwassenen. Iemand die vooroordelen ten toon spreidt
direct kwalificeren als racist of rechts-extremist leidt doorgaans ook tot niets. Daarnaast zijn
er extreemrechtse jongeren die zich ‘prima’ weten te uiten, maar ook jongeren die alleen
maar dingen roepen om te stangen. Het gesprek aangaan en goed op gedrag letten zijn
noodzakelijk. Een goede hulp daarbij is kennis van zaken waar het gaat om extreemrechtse
symbolen en muziek. Vandaar dat ik daar hieronder uitvoerig aandacht aan besteed.
3.6. Nazistische en extreemrechtse symbolen
Grafische symbolen kunnen op veel manieren gedragen worden: op T-shirts/truien, als
badge op een jas, als tatoeage en als ketting/ring of ander sieraad. Een overzicht van in
Nederland gebruikte extreemrechtse grafische symbolen:
Swastika
Hakenkruis
Betekenis: Zonnerad met vier spaken.
De spaken stellen de seizoenen voor. Het is een geluk, heilbrengend en weerbaar zonnerad.
Van oorsprong een religieus symbool. Het is al eeuwenlang een veel gebruikt symbool in
India. In de westerse wereld is het bekend als symbool van het nationaal-socialisme,
gebruikt door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels zeldzaam gebruikt door
extreem-rechts in Nederland. Het gebruik van dit symbool is in Nederland verboden.
17
Voor zover na te gaan is, vindt deze betiteling zijn oorsprong in een artikel in de Tubantia van 14
oktober 2003 waarin gesproken wordt over een ‘Lonsdalegroep’ (Racistische jongeren uit de horeca
geweerd. Lonsdalegroep trekt rond.).
24
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Sig-rune
SS-teken
Betekenis: ‘Sig, sol, zege, overwinning’. ‘Wees sterk, overwin uzelf’. Runenteken,
door de SS (‘Schutsstaffel’) gebruikt in de Tweede Wereldoorlog. Zeldzaam, soms
in combinatie met langere woorden zoals ‘Hass’, waarbij de dubbele S dan als sig-rune is
geschreven. Overigens is deze schrijfwijze niet altijd extreemrechts. De bekende Hardrockband Kiss uit de jaren 80 gebruikte deze dubbele S bijvoorbeeld ook. Het gebruik van dit
symbool is in Nederland verboden.
Keltisch Kruis
Kelten Kruis
Zonnerad
Betekenis: Bescherm- en heilsteken. Het hoogste godssymbool, steeds wederkerend, alles
omvattend.
Is waarschijnlijk een afgeleide van het Keltisch Hoogkruis, ook Hoogkruis genoemd. Het
Keltisch Hoogkruis, waarvan de onderste poot langer is dan de overige drie, werd vroeger op
heilig verklaarde plekken geplaatst en komt in Ierland veelvuldig voor. Het dragen van een
Keltisch Kruis is populair bij extreemrechts maar is ook onder meer populair onder
liefhebbers van Ierland en Gothics en wordt ook regelmatig in kunst verwerkt.
Odal-rune
Betekenis: ‘Odal, adel. Eigen bloed en eigen erf zijn de hoogste adel.’
Runenteken, door de SS gebruikt in de Tweede Wereldoorlog. Redelijk
populair, vooral als speldje op revers van jas of als badge.
Levensboom
Lebensbaum
Manrune
Lebensrune
Todesrune
Berkenkruis
Betekenis: ‘Man, leven, nieuw leven. Jong blijft het leven dat ter eeuwigheid voert.’
Het Berkenkruis is een afgeleide van de todesrune. De todesrune is een omgekeerde lebensrune. Wordt zelden gebruikt, af en toe op T-shirt, als tatoeage of als speldje.
25
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Wolfsangel
Betekenis: ‘Weerbaarheid. Zijd bewust van het gevaar en wil het overwinnen.’
Runenteken, door de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) gebruikt in de Tweede
Wereldoorlog. Wordt met name gebruikt als tatoeage of als speldje.
Trifos
Triskel
Drievoet
Betekenis:
Zonnerad
met
drie
spaken;
de
spaken
staan
voor
de
dagdelen.
Drievoet verwijzend naar de drie-eenheid: ‘het worden, het zijn en het vergaan’.
Gebruikt door de Zuid-Afrikaanse Weerstandsbeweging. Op dit moment zelden gebruikt.
SS-Totenkopf
Betekenis: Teken van de SS (‘Schutzstaffel’), een elite legeronderdeel tijdens het
nationaal-socialisme in Duitsland dat o.a. in de concentratiekampen werd ingezet.
Komt veelvuldig voor en dan met name als badge.
White Power fist
Betekenis: Een blanke vuist, symbool voor White Power. Wordt veel gebruikt.
Thor-Hammer
Betekenis: Geeft aan dat de drager een Odinist is.
Populair in extreemrechtse kringen, maar hoeft geen extreemrechtse betekenis te
hebben. Meestal als hanger aan een ketting.
Grafische symbolen met mogelijke extreemrechtse betekenis
Nederlandse vlag
Betekenis: Badge op bomberjacks, hoeft niks te betekenen, maar kan
aanleiding zijn om te vragen wat het symbool van de vlag voor iemand
betekent: wordt er onderscheid gemaakt tussen Nederlanders en andere
groepen?
Soms staat er op de Nederlandse vlag een Keltisch kruis of een Odal-rune. Dan is er wel
sprake van extreemrechtse sympathie.
26
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Getal- en lettersymbolen
Aangezien veel extreemrechtse leuzen bekend zijn en een erg negatieve uitstraling hebben,
worden deze leuzen omgezet in getalcodes. Deze codes of combinaties ervan zijn voor
extreemrechtse personen onderling herkenbaar. De codes worden ook veelvuldig gebruikt in
e-mailadressen, maar scheppen daar ook wel eens verwarring, omdat 88 eveneens kan
duiden op het geboortejaar en 18 en 14 op de leeftijd van betrokkene.
88
Betekenis: De H is de achtste letter van het alfabet. 88 staat dus voor HH
oftewel, voor wie dat zo wil zien, ‘Heil Hitler’.
18
Betekenis: Eerste en achtste letter, AH oftewel ‘Adolf Hitler’, hoewel de meeste
mensen het cijfer 18 waarschijnlijk eerder associëren met de leeftijd waarop
mensen hun rijbewijs kunnen halen en AH met een supermarktketen.
28
Betekenis: De tweede en achtste letter, BH, hetgeen staat voor Blood and Honour (Blut und
Ehre, een SS-credo, dat ook voorkomt als 25).
14
Betekenis: 14 staat voor ‘14 Words’: “We must secure the existence of our race and the
future for white children.” Een Amerikaanse nazileuze die populair is onder extreemrechtse
skinheads en gabbers.
Het is een citaat van de Amerikaanse nazi David Lane, die wegens moord in de gevangenis
zit. Vertaald: “Wij moeten het bestaan van ons ras en de toekomst voor blanke kinderen
veilig stellen.”
192
Betekenis: De letters A, I en B, synoniem voor ‘Adolf Is Back’.
311
Betekenis: 3 x 11, hetgeen staat voor drie keer de elfde letter van het alfabet de K een
verwijzing is naar de Ku Klux Klan.
RAC
27
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Betekenis: ‘Rock Against Communism’
Een term die ooit werd geïntroduceerd in de Engelse extreemrechtse skinheadbeweging. Het
was een antwoord op allerlei Rock Against Racism initiatieven. Tegenwoordig staat RAC
voor de muziekstroming waarin skinheadbands extreemrechtse politieke teksten zingen.
ZOG
Betekenis: ‘Zionist-Occupied Government’
Deze afkorting staat voor de overtuiging van extreemrechts dat ‘de joden de
regering en de media controleren’.
WP
Betekenis: Deze afkorting staat voor de leuze ‘White Power’.
WPWW
Betekenis: Deze afkorting staat voor de leuze ‘White Pride World Wide’.
Badges van extreemrechtse bands
Badges en T-shirts van extreemrechtse bands komen vaak voor en zijn een teken van
herkenning voor aanhangers van extreemrechtse ideeën, zoals:
Skrewdriver
Engelse
band,
zeer
populair
onder
extreemrechtse
skinheads.
Brigade M
Nederlandse band, populair vanwege hun nummer ‘Eigen Volk Eerst!’.
Overige kledingcodes
Binnen de skinhead- en gabberscene zijn kledingcodes belangrijk; bepaalde merken zijn erg
populair. Shirts en hemdjes van Lonsdale, overhemden van Fred Perry, kleren van Hooligan
Streetwear, bomberjacks, kistjes van Dr. Martin. Deze merken zeggen op zichzelf niks, maar
kunnen bij extreemrechtse codes horen en aanleiding zijn om wat beter te kijken. Bepaalde
combinaties kunnen duiden op extreemrechtse ideeën, maar dat hoeft niet!
Lonsdale
Lonsdale heeft een lange geschiedenis in de bokswereld. De Engelse exbokser Bernard Hart heeft het merk groot gemaakt. Maar dit merk is om een
28
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
andere reden ook bij extreemrechts populair. Want als je een jack aan hebt met daaronder
een Lonsdale-shirt en dan het jack half dicht doet, vallen de buitenste letters van de
merknaam weg en is alleen ‘NSDA’, de eerste letters van de ‘NSDAP’ in beeld. De NSDAP
was de politieke partij van Adolf Hitler ten tijde van het nationaal-socialisme.
Recent zijn er T-shirts gezien met bijna hetzelfde logo, maar waar de tweede ‘L’
vervangen is door een ‘P’. In Duitsland is het merk Consdaple, waarin ook de letters nsdap
terug te vinden zijn. Eveneens komen uit Duitsland merken als Patriot, Masterrace, Walhalla,
Hate Core en Endzeit, allemaal merken door extreemrechts op de markt gebracht.
Lonsdale wil niets te maken hebben met extreemrechts en heeft daar duidelijk
afstand van genomen. Lonsdale steunt antiracisme-initiatieven en startte de campagne
Lonsdale loves all colours.
Fred Perry
Fred Perry is een traditioneel tennismerk maar is de laatste jaren in de skinheadscene populair geworden en wordt ook door neonazi’s gedragen. De lauwerkrans van
het merk is voor hen een symbool van overwinning. Vooral truien, T-shirts en capuchontruien
zijn populair. Er is ook een bewerkte versie van Fred Perry – niet door de firma zelf - die
niets aan de verbeelding overlaat. In deze uitvoering is aan de lauwerkrans het getal 88
toegevoegd.
De firma Fred Perry wil niets te maken hebben met neonazi’s en geeft regelmatig
geld aan antiracismecampagnes.
Kleurcodes
Ook kleuren worden gebruikt als extreemrechtse codes.
Witte veters
Betekenis: Witte veters in zwarte kistjes staan voor ‘White Power’. Dit betekent meestal dat
de drager achter dat idee staat, maar vergissingen zijn natuurlijk mogelijk.
Gele veters
Betekenis: Een hekel aan alle niet blanken.
Rode veters
Betekenis: Hierover bestaat de meeste verwarring. Enerzijds is het een symbool van de
linkse skins en anderzijds wordt het door rechtse skins gebruikt als teken van hun deelname
aan een gevecht met tegenstanders.
29
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
3.7 Racistische en extreemrechtse muziek
Extreemrechts kent van oudsher een eigen muziekcultuur, die zich met de opkomst van de
nazistische en fascistische jeugdorganisaties deels expliciet ging richten op de jeugd.
Alhoewel bij tijd en wijle nog wordt teruggegrepen op teksten en muziek uit de tijd van het
Duitse nazisme en Italiaanse fascisme, is een zo grote historische teruggang niet nodig in
het kader van deze publicatie. Veel interessanter zijn de naoorlogse ontwikkelingen.
Een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van de extreemrechtse muziekcultuur is
de oprichting van de Engelse band Screwdriver in 1977 door het extreemrechtse icoon Ian
Stuart Donaldson als reactie op de linkse punkmuziek. Het succes van deze skinheadband
deed vele kleine bands in de tachtiger jaren volgen. Rechts-extremisme in de muziek
beperkte zich ook niet alleen tot de skinheadcultuur, maar ook in andere muziekstijlen klonk
steeds vaker een extreemrechtse of racistische boodschap. In Scandinavië klinkt de
boodschap door in de Blackmetal. In de Verenigde Staten wordt de boodschap van de Ku
Klux Klan onder andere doorgegeven via een Countrysound en in Duitsland zijn Dark Wave
en Gothic de doorgeefluiken. Over de hele wereld zijn er honderden bands die in hun muziek
een racistische en/of extreemrechtse boodschap verpakken18.
Ook Nederland kende een aantal bands die in navolging van Screwdriver zich
expliciet richtten op het verkondigen van de rechts-extremistische boodschap. De bekendste
band is wellicht Brigade M. De ‘M’ staat voor Mussert19. Bekende nummers van Brigade M
zijn: ‘Schande voor ons ras’, ‘Eigen volk eerst’ en ‘Trouw aan rood, wit en blauw’. Twee
minder bekende representanten van de Nederlandse extreemrechtse skinheadmuziek zijn
Landstorm en Standrecht.
Extreemrechtse muziek is geen muziekstijl op zichzelf, maar grijpt terug op
verschillende muziekstijlen. Zo vinden we ook binnen de hardcoremuziek de extreemrechtse
boodschap terug. D.J. Panzerfaust maakte nummers als ‘Eigen Volk Eerst’, een typisch
hardcorenummer met een beperkte tekst (“Negers zijn lui”, “Eigen Volk Eerst”). En samen
met Zyklon B maakte hij het antisemitische nummer ‘Crucified’.
De moderne technologie biedt ook ongekende mogelijkheden. Het Rotterdam Terror
Corps, een van de bekendste hardcoreproducenten, komt regelmatig een eigen nummer
tegen, maar dan doorspekt met racistische teksten. Muziek wordt van het internet geplukt en
bijvoorbeeld gemixt met originele opnamen van Adolf Hitler (“Wollt ihr Krieg”).
Hardcore is geen racistische of extreemrechtse muziekcultuur, maar wordt net als
vele andere muziekculturen door extreemrechts gebruikt om een racistische en
18
Zie bijvoorbeeld: http://www.adl.org/learn/Ext_US/music_country.asp waar een keur aan bands van
over de hele wereld staat.
19 Anton Mussert is een voormalig leider van de NSB (Nationaal Socialistische Beweging).
30
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
extreemrechtse boodschap te verspreiden. Alhoewel die boodschap in veel landen is
voorzien van een flinke hardcorebeat is dezelfde boodschap elders in een andere sound
verpakt. Het is dus niet de muziek die de toon bepaalt, maar de toon bepaalt welke muziek
er onder wordt gezet.
31
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
4. Het Nederlandse beleid tegen discriminatie, racisme en rechts-extremisme:
Drie pijlers
Sinds de jaren tachtig is het tegengaan van discriminatie en racisme een belangrijk thema
binnen het Nederlandse beleid. Een beleid dat rust op drie pijlers: wetgeving, een gedegen
infrastructuur en een betrokken overheid en maatschappelijk middenveld. Hieronder worden
deze drie peilers nader belicht en beschreven.
4.1. Wetgeving
De antidiscriminatiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht zijn ontstaan in 1971, nadat
Nederland in 1966 het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van
Rassendiscriminatie (IVUR) had ondertekend en in 1971 had geratificeerd. De artikelen zijn
aangescherpt in 1991 en 1992 en in 2004 zijn de strafmaten verhoogd. Daarbij gelden voor
commune delicten met discriminatoire motieven hogere strafmaten. Het strafrecht wordt
gezien als het laatste middel. Het wordt met name ingezet ten behoeve van een duidelijke
normstelling of bij grove overtredingen en bij misdrijven. Doorgaans wordt de voorkeur
gegeven aan het inzetten van andere instrumenten. Uitdrukkelijk is geregeld hoe de politie
en het Openbaar Ministerie dienen om te gaan met discriminatieklachten.
Naast de bepalingen in het strafrecht is gelijke behandelingswetgeving opgenomen in
het civiel recht. Alhoewel deze wetgeving zich primair richt op de arbeid en het aanbieden
van goederen en diensten, waaronder het onderwijs, is die van groot belang omdat het
betekent dat instellingen eenieder moeten beschermen tegen discriminatie die onder hun
verantwoordelijkheid valt. Scholen en bijvoorbeeld jongerencentra hebben dus de
verplichting discriminatie tegen te gaan. Voor de scholen zijn die verplichtingen ook
opgenomen
in
de
Onderwijswet.
Zij
zijn
verplicht
vertrouwenspersonen
en
klachtencommissies te hebben. Sinds kort zijn zij eveneens verplicht klachten met betrekking
tot discriminatie te rapporteren aan de Onderwijsinspectie. Tot voor kort gold dat alleen ten
aanzien van seksuele intimidatie.
4.2. De infrastructuur
Nederland kent een uitgebreide infrastructuur gericht op het tegengaan van discriminatie.
Het gaat daarbij niet alleen om organisaties die expliciet opgericht zijn voor dit doel, maar
ook om organisaties die van mening zijn dat discriminatiebestrijding inherent dient te zijn aan
hun taakopvatting en doelstelling.
32
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Op nationaal niveau zijn tal van organisaties actief. Nederland kent diverse nationale
expertisecentra gericht op verschillende discriminatiegronden, zoals: ras, homoseksuele
gerichtheid, leeftijd, geslacht en handicap. Deze expertisecentra werken nauw samen onder
andere via www.discriminatie.nl, een gezamenlijke website.
Naast deze expertisecentra zijn er tal van andere organisaties die zich inzetten voor
het tegengaan van discriminatie. De Anne Frank Stichting is ook over de landsgrenzen
wellicht de bekendste, maar daarnaast zijn er nog tientallen. FORUM (het multicultureel
instituut), Islam & Burgerschap, Stichting Vredeseducatie, die onderwijsmaterialen
ontwikkelt, hetgeen ook de nationale pedagogische centra doen, de Nationale Jeugdraad en
de Raad van Kerken zijn voorbeelden van actieve NGO’s (Non Govermental Organisations).
Maar er zijn ook specialistische overheidsorganisaties zoals het Landelijk Expertise Centrum
Discriminatie van het Openbaar Ministerie en het Landelijk Bureau Discriminatiezaken van
de politie. Ook verschillende ministeries, zoals Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale
Zaken en Werkgelegenheid en Justitie, dragen hun steentje bij met onder andere
gespecialiseerde websites of website-informatie.
Op regionaal en provinciaal niveau zijn met name de migrantensteunpunten actief. Zij
hebben tot doel het bevorderen van de multiculturele samenleving en zien het tegengaan
van discriminatie als belangrijk speerpunt.
Vooral op lokaal niveau treden grote verschillen op in het voorzieningenniveau.
Nederland kent momenteel ongeveer vijfendertig antidiscriminatiebureaus (ADB’s). Deze
ADB’s houden zich voornamelijk bezig met het behandelen van individuele klachten en het
geven van voorlichting. De bureaus zijn zeer verschillend geoutilleerd en dekken slechts de
helft van het Nederlandse grondgebied. Momenteel wordt er gewerkt aan het bewerkstelligen
van een landelijk dekkend netwerk van goed toegeruste ADB’s.
Deze grote diversiteit op lokaal niveau is het gevolg van de beleidsvrijheid van de
gemeenten. Deze vrijheid weerspiegelt zich ook sterk in hoe andere maatschappelijke en
overheidsorganisaties op lokaal niveau omgaan met de materie. Er zijn gemeenten waarin
nauwelijks activiteiten worden ontplooid, terwijl in andere een groot scala aan activiteiten
plaatsvindt. Natuurlijk spelen demografische verschillen hierbij een rol, maar discriminatie,
racisme en xenofobie komen door heel Nederland voor en met name onder jongeren buiten
de grote gemeenten.
Een aparte plek neemt het internet in. Voor de problemen die zich op het net
voordoen is een meldpunt, dat op nationaal niveau werkt, ingericht: het Meldpunt
Discriminatie Internet. Op korte termijn zullen ook de faciliteiten bij het Landelijk Korps Politie
Diensten worden uitgebreid. De dienst zal zich voornamelijk richten op radicalisering, maar
ook intolerantie en racisme maken daar deel van uit.
33
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
4.3. Een betrokken overheid en maatschappelijk middenveld
Een gedegen aanpak van discriminatie, racisme, extremisme en xenofobie vereist niet alleen
een betrokken overheid maar ook een betrokken maatschappelijk middenveld. In Nederland
is daar zonder meer sprake van. Dit laatste is wellicht een vreemde stellingname voor wie
bedenkt dat onder andere politici en bestuurders bijgedragen hebben aan negatieve
beeldvorming en verharding in de samenleving, dat een op de vier werkgevers discrimineert
bij de aanname van het personeel of dat er scholen zijn die proberen allochtone leerlingen te
weren. De medaille heeft twee kanten.
Binnen de samenleving wordt discriminatie in de volle breedte afgewezen. Echter wat
onder discriminatie wordt verstaan wordt door eenieder op eigen wijze ingevuld. De grenzen
liggen voor de een anders dan voor de ander. Slechts een beperkt deel van de bevolking
heeft uitgesproken racistische opvattingen. Discriminatie is veelal niet het gevolg van een
directe afwijzing op grond van bijvoorbeeld etniciteit maar een indirecte afwijzing op grond
van vermeende kenmerken. Een werkgever weigert iemand doorgaans niet op grond van zijn
kleur, maar op grond van problemen die verwacht worden. Scholen zijn bang voor
verkleuring met als gevolg daarvan van leegloop.
Toch kan gesproken worden van een brede maatschappelijke betrokkenheid. De
rijksoverheid heeft zich gecommitteerd aan de uitkomsten van de Durban-conferentie van de
Verenigde Naties en dientengevolge een Nationaal Actieplan tegen Racisme en
Discriminatie opgesteld. Van overheidswege is het Breed Initiatief Maatschappelijke Binding
geïnitieerd. Dit initiatief is er op gericht de verschillende bevolkingsgroepen weer bij elkaar te
brengen, nadat door recente gebeurtenissen de onderlinge tegenstellingen verscherpt zijn.
De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, mw. Rita Verdonk – in dit kader ook niet
geheel onbesproken – heeft het initiatief genomen om te komen tot een landelijk dekkend
netwerk van ADB’s.
Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben tal van initiatieven ontplooid om
discriminatie aan te pakken en de werkgelegenheid onder allochtonen te bevorderen.
Horecaondernemers werken samen met de politie en ADB’s om discriminerend deurbeleid
aan te pakken. Tal van maatschappelijke instellingen en organisaties richten zich op het
tegengaan van discriminatie en racisme en op het bevorderen van goede verhoudingen
tussen bevolkingsgroepen.
34
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
5. De reactie op de extreemrechtse hausse
Rechts-extremisme onder jongeren wordt pas enkele jaren gezien als een maatschappelijk
probleem. Daarvóór werden uitingen ervan met name gekwalificeerd als incidenten.
Maatschappijbreed is er nu aandacht voor de problematiek. Hieronder wordt kort toegelicht
hoe de verschillende maatschappelijke actoren omgaan met de materie.
5.1. De overheid
Rechts-extremisme, discriminatie, racisme en xenofobie zijn thema’s die uitdrukkelijk in hun
samenhang worden meegenomen in het beleid van de rijksoverheid. Niet alleen wordt
uitdrukkelijk gesteld dat rechts-extremisme moet worden tegengegaan, maar eveneens
wordt aandacht gegeven aan het aanpakken van discriminatie als een van de middelen om
radicalisering onder moslims tegen te gaan. Politici en bestuurders nemen ook uitdrukkelijk
publiekelijk stelling tegen rechts-extremisme. Op last van de minister van Justitie heeft de
Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) onderzoek verricht.20 Dit onderzoek is aan
alle gemeenten gestuurd met een oproep van de minister van Binnenlandse Zaken om de
problematiek serieus te nemen en aan te pakken. De rijksoverheid heeft daarbij ook hulp
toegezegd. Zij belegt tal van bijeenkomsten rond de problematiek en financiert
interventieteams. Dat zijn groepen deskundigen die de gemeenten kunnen bijstaan in de
aanpak van de problematiek.21
De lijn van de rijksoverheid is helder. Bij lokale overheden is dat echter veel
gecompliceerder. Waar de ene gemeente effectief en gemeentebreed optreedt tegen het
fenomeen, steekt de andere de kop in het zand en doet gewelddadigheden af als
kwajongensstreken. Van een eenduidige beoordeling en aanpak is dan ook geen sprake.
Gelukkig zijn er goede voorbeelden, zoals de gemeenten: Aalsmeer, Helden en
Purmerend. In die gemeenten werken verschillende maatschappelijk partners -
de
gemeente, politie, het Openbaar Ministerie, het jongerenwerk, de hulpverlening en scholen samen in netwerken. Zij brengen de problematiek in kaart, anticiperen op ontwikkelingen en
interveniëren direct wanneer dit noodzakelijk is. In Aalsmeer en Purmerend is niet alleen het
gesprek met de jongeren zelf aangegaan, maar is ook gesproken met de ouders van de
probleemjongeren. In Aalsmeer resulteerde dit onder andere in het aanbod van een van de
ouders om een schuur op zijn erf ter beschikking te stellen voor activiteiten voor de jongeren.
“Lonsdale-jongeren” in Nederland Feiten en fictie van een vermeende rechts-extremistische
subcultuur AIVD, Den Haag 2005.
21 De interventieteams zijn in december 2004 door de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
geïnstalleerd.
20
35
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Deze gemeenten stellen ook gemeentebrede regels op ten aanzien van hetgeen wel en niet
getolereerd wordt binnen instellingen.
5.2. Politie en justitie
In een aantal regio’s heeft de politie het voortouw genomen om problemen aan te kaarten.
Dit hangt nauw samen met het gegeven dat veel van de jongeren behoren tot de
zogenaamde hangjongeren die vaak voor overlast zorgen. De algemene trend is dat de
politie direct optreedt bij overtredingen en misdrijven met een racistisch karakter, daar waar
zij in het verleden nog wel eens verzaakte dit te doen. Echter, er zijn ook regio’s waar de
politie nog verder gaat en probeert ook pro-actief op te treden. Actief worden ontwikkelingen
gevolgd, wordt overlegd met partners in het veld, wordt de deskundigheid vergroot en wordt
mede daardoor ingegrepen voordat jongeren over de schreef gaan.
Justitie heeft een belangrijke rol bij de opsporing en vervolging van daders van
(racistische) misdrijven. Het is al meerdere jaren beleid om dit actief te doen. Recente
gebeurtenissen hebben dit alleen maar versterkt. Daders die gepakt zijn werden voorgeleid
en in alle zaken waren het zowel de officieren van justitie als de rechters die in hun
respectievelijke eisen en oordelen de maatschappelijke afschuw uitspraken over de daden.
Een zorgenkind in deze blijft wel het internet. Op dit terrein wordt vooralsnog te
weinig actief opgetreden, alhoewel het er naar uitziet dat ook daar binnenkort actiever gaat
worden vervolgd, omdat er bij de politie middelen hiervoor worden vrijgemaakt.
5.3. Jongerenwerk
Het jongerenwerk wordt regelmatig geconfronteerd met rechts-extreme jongeren. Hiermee
wordt niet op een eenduidige wijze omgegaan. Veelal kennen jongerencentra en instellingen
huisregels die onder andere discriminatie en racisme verbieden, maar niet altijd worden deze
regels consequent gehandhaafd of zijn de grenzen eenduidig. Sommige jongerenwerkers
kiezen er bewust voor met deze jongeren aan de slag te gaan. Anderen tolereren bepaalde
uitingen absoluut niet en weren dientengevolge deze jongeren. Weer anderen negeren het
probleem totaal.
Problemen doen zich ook voor in de samenwerking met de politie. Veel
jongerenwerkers zijn bereid tot die samenwerking met het oog op het indammen van overlast
en het voorkomen van problemen, maar velen hebben problemen met het doorspelen van
informatie aan de politie. Zij beschouwen hun relatie met de jongeren als een
vertrouwensrelatie en vinden daarom dat ze bijvoorbeeld hun kennis over criminele
vergrijpen, gepleegd door de jongeren, niet kunnen doorgeven.
36
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Veel jongerenwerkers en instellingen zijn zich wel gaan verdiepen in de materie.
Onder andere het LBR, Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie, heeft tal val
workshops en trainingen georganiseerd voor jongerenwerkers. Enerzijds om hun kennis over
het fenomeen bij te spijkeren en anderzijds om hen concrete handreikingen te doen voor een
effectieve aanpak. Voor jongerenwerkers, docenten en anderen is ook een speciaal dossier
over dit thema op de LBR-website geplaatst. En veel jongerenwerkers nemen producten,
zoals tentoonstellingen en films, af en gaan actief aan de slag met thema’s als discriminatie
en intolerantie.
Helaas beklijven de activiteiten niet of nauwelijks. Ze zijn doorgaans te incidenteel,
niet goed onderbouwd, bereiken de doelgroep nauwelijks en het ontbreekt aan beleid.
5.4. Onderwijs
Scholen hebben in het algemeen de neiging om problemen binnenskamers te houden, zij
schuwen negatieve publiciteit. Toch is er veel bekend over hoe zij met de materie omgaan.
Daar waar zaken echt compleet uit de hand liepen, hebben een aantal scholen
kledingverboden ingesteld, hetgeen onder andere betekende dat het merk Lonsdale op die
scholen in de ban werd gedaan. Veel scholen zijn zeer goed in staat problemen te
voorkomen en aan te pakken. Zij maken de problematiek onderdeel van hun
veiligheidsbeleid. Vanuit het ministerie is de uitdrukkelijke richtlijn dat bij veiligheid ook het
tegengaan van discriminatie en ongewenste omgangsvormen hoort.
Zowel de algemene als de specifieke vakeindtermen in het gehele voortgezet
onderwijs besteden aandacht aan het opgroeien in een multiculturele samenleving, kennis
over vooroordelen, discriminatie en racisme en hoe met elkaar om te gaan.
Scholen zijn ook grootafnemers van producten op dit vlak. De afgelopen jaren is het
aantal Scholen Zonder Racisme en Wereldscholen fors gegroeid.22 Docenten laten zich
trainen in het reageren op racistische uitlatingen en veel scholen participeren actief in lokale
netwerken.
5.5. Antidiscriminatieorganisaties
Het hele netwerk van antidiscriminatieorganisaties heeft tal van activiteiten ontplooid rond
jongeren en extreem-rechts. AFA, de Antifascistische Aktie, heeft in samenwerking met
Lonsdale een krant Lonsdalenews en een website gemaakt. De website en de krant die
gratis verspreid wordt, geven informatie over het merk Lonsdale en gabbermuziek en
waarschuwen tegen rechts-extremisme en intolerantie.
37
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Tal van lokale ADB’s (antidiscriminatiebureaus) hebben initiatieven ontplooid. Zij
initieerden onderzoek in hun regio, verzorgden voorlichtingsbijeenkomsten op scholen en in
jongerencentra, werkten mee aan deskundigheidsbevordering van professionals en
participeren in lokale netwerken.
Ook landelijke organisaties waren en zijn betrokken bij tal van initiatieven. FORUM
coördineert de reeds eerder aangehaalde interventieteams. Het LBR heeft educatieve
internetpagina’s rond het onderwerp op zijn website geplaatst, heeft in een viertal regio’s
onderzoek gedaan naar de aard, omvang en reactie op het fenomeen en organiseerde of
nam deel aan themabijeenkomsten.
5.6. Hardcorescene
De hardcorescene heeft zich de negatieve publiciteit aangetrokken. Al langer waren er
binnen de scene initiatieven gericht tegen discriminatie en racisme, zoals in het verleden
Gabbers tegen racisme. Bij hardcore-avonden wordt doorgaans een strikt deurbeleid
gevoerd. Discriminatoire uitingen in de vorm van leuzen, symbolen en buttons worden niet
toegestaan. Bezoekers die publiekelijk de Hitlergroet brengen worden verwijderd. In juni
2005 heeft de hardcorescene een groot feest United Hardcore Against Racism & Hate
georganiseerd. Alle grote namen uit de hardcorewereld hebben hier belangeloos aan
meegewerkt en er zijn een aantal speciale nummers uitgebracht. De opbrengst van het feest
is gedoneerd aan het LBR. Ook plaatselijk worden door groepen hardcorefans initiatieven
ondernomen, zoals jongeren die posters hebben laten maken, waarop zij in Lonsdaleuitrusting staan met een spandoek tegen racisme.
5.7. Lonsdale
Importeurs van Lonsdale zagen hun omzet met 50 procent dalen. Het negatieve imago dat in
Nederland aan het merk kleeft heeft hen veel schade toegebracht. Het bedrijf doet er alles
aan om dit negatieve imago tegen te gaan. Het verleent medewerking aan tal van initiatieven
en heeft ook zelf acties ondernomen. De campagne ‘Lonsdale Loves all Colours’ was de
eerste. Gekleurde T-shirts en buttons voorzien van die leus werden aangeboden. Echt
geholpen heeft de campagne niet. De tweede campagne ‘Tough’ is erop gericht het merk
weer te associëren met de bokssport. In het kader van deze campagne is heel Uden, waar
na de moord op Van Gogh een islamitische basisschool in vlammen opging, volgehangen
met posters uit deze campagne. Het probleem voor het merk is dat in de media en
22
School Zonder Racisme en Wereldschool zijn projecten voor respectievelijk het voortgezet en
basisonderwijs, waarmee scholen publiekelijk stelling nemen tegen discriminatie en racisme.
38
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
volksmond gesproken wordt over ‘Lonsdalejongeren’, waarmee het merk blijvend in een
negatief daglicht is komen te staan.
5.8. Media
De media hebben er niet alleen toe bijgedragen dat het merk Lonsdale negatief
geassocieerd wordt met rechts-extremisme, maar verdienen in een aantal gevallen ook de
credits waar het gaat om het probleem van rechts-extremisme onder jongeren op de politieke
agenda te krijgen. Dit geldt met name voor de bestuurlijke aandacht op lokaal niveau. Helaas
was die berichtgeving niet altijd proportioneel en soms zelfs sensatiegericht.
Anderzijds heeft de media-aandacht er ook toe geleid dat veel jongeren hun
Lonsdalekleding voortaan in de kast laten en dat juist anderen overgegaan zijn tot de
aanschaf ervan.
5.9. Allochtone jongeren
In een aantal regio’s is het tot gewelddadige confrontaties gekomen tussen groepen
allochtonen en gabbers. In enkele gevallen was het vermeende rechts-extremisme van de
gabbers aanleiding voor het gevecht. Allochtonen ervaren het rechts-extremisme als zeer
bedreigend. Soms gaat het ook niet om ‘politieke tegenstellingen’ maar zijn confrontaties het
gevolg van concurrentie om het park, de straat, het jongerencentrum, de school of meisjes.
En vaak is ook niet duidelijk wie als eerste de confrontatie is aangegaan.
5.10. Een effectieve aanpak
Uit het voorafgaande en de door o.a. FORUM, de politie en ADB’s opgedane ervaringen
komt naar voren dat een effectieve aanpak vereist dat het lokale bestuur het voortouw neemt
in de aanpak en netwerken opricht waarin alle partners effectief participeren, dat onderling
goed wordt afgestemd en problemen eenduidig in kaart worden gebracht. Tevens is het
noodzakelijk om niet alleen te focussen op een probleemgroep maar op de gehele lokale
samenleving, dus ook op de ouders en andere (allochtone) jongeren. De rijksoverheid dringt
er op aan dat gemeenten beleid in deze ontwikkelen en komen tot een effectieve aanpak.
Helaas zijn er maar weinig gemeenten die gevolg geven aan deze oproep. Doorgaans
nemen gemeenten pas maatregelen als er zich gewelddadigheden hebben voorgedaan die
landelijk nieuws zijn geworden. Onder druk van de media, publieke opinie en politiek komen
lokale bestuurders in beweging. Echter, zodra het weer rustig is, gaan ze opnieuw over tot
39
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
de orde van de dag. Positieve uitzonderingen zijn de gemeenten Aalsmeer, Purmerend en
Helden, die permanent monitoren en de opgerichte netwerken in tact laten.
Een van de grootste problemen is dat de inschatting die lokale bestuurders en
anderen maken heel verschillend zijn. De een doet gewelddadigheden en spanningen af als
kwajongensstreken en puberaal gedrag, de ander spreekt van incidenten en een enkeling
erkent de structurele problematiek. Daarbij komt dat bestuurders en anderen zich momenteel
uitsluitend fixeren op de radicale islam.
Ook de aangedragen oplossingen zijn doorgaans te beperkt. Meestal wordt door
bestuurders een tweesporenbeleid voorgestaan. Politie en Openbaar Ministerie moeten
zorgen voor repressie en het onderwijs en jongerenwerk voor preventie. De samenleving als
geheel blijft buiten schot, terwijl beleid zich in de volle breedte zou moeten uitstrekken. Het
internet is een vrijplaats geworden voor haat en racisme. Ongeveer een op de vijf
werknemers wordt op de werkvloer geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen. Op
zaterdagmiddag roepen ouders de vreselijkste dingen langs het voetbalveld waarop hun kind
actief is. En ook in het politieke en publieke debat worden allochtonen en in het bijzonder
moslims
doorlopend
gestigmatiseerd.
Beleid
dient
zich
niet
uitsluitend
op
de
‘probleemjongeren’ te richten, maar wil het effectief zijn, op de samenleving als geheel.
Een effectieve aanpak is alleen mogelijk als dat op alle niveaus gebeurt: binnen
instellingen en organisaties, binnen gemeenten en op landelijk niveau. Helaas ontbreekt het
aan gedegen onderzoek en daarop gebaseerde methodieken. De sector die het
voortvarends is op dit moment, is het onderwijs.
In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de aanpak van discriminatie etc.
binnen het onderwijs.
40
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
6. Bestrijden van racisme en discriminatie op school
Veel scholen zijn met thema’s als racisme en discriminatie aan de slag gegaan. Vanuit hun
maatschappelijke betrokkenheid of als reactie op gebeurtenissen in en om de school. Het
onderwijs is dan ook een belangrijke samenwerkingspartner voor het antidiscriminatieveld en
andere partijen zoals overheden. Recente ontwikkelingen, zoals de moord op Theo van
Gogh en de maatschappelijke gevolgen daarvan, hebben het thema racisme opnieuw
actueel gemaakt.
In het Nationaal Actieplan tegen Racisme uit december 2003 wordt benadrukt dat het
onderwijs een belangrijke rol heeft bij het bestrijden van racisme. Scholen kunnen bijdragen
aan bewustwording door middel van kennisoverdracht en verhoogde waakzaamheid.
Scholen moeten daarbij ondersteund worden. Het LBR en enkele andere
organisaties, zoals de Anne Frank Stichting en de Stichting Vredeseducatie, ontwikkelen
lesmateriaal. Zo is onlangs de website ‘Dutchkids’ (www.dutchkids.nl – zie bijlage) geopend.
Deze organisaties zetten hun expertise ook in bij het adviseren van docenten en het
organiseren van projecten.
6.1. Kennisoverdracht
Voor alle (leeftijds)groepen is materiaal over racisme en discriminatie beschikbaar. Het is niet
zo dat deze onderwerpen alleen spelen binnen bepaalde regio’s of schooltypen. Ze spelen
overal, wat niet wegneemt dat de wijze waarop sterk kan verschillen. Dit vereist een op het
‘probleem’ en een op leerlingen afgestemde keuze van materialen. Wie een discussie wil
starten over een bepaald onderwerp, zal leerlingen eerst moeten leren discussiëren. Wellicht
is een thema als racisme niet geschikt als eerste vingeroefening.
In veel antiracismemateriaal wordt stilgestaan bij verschillen en overeenkomsten
tussen individuele mensen en in mindere mate tussen (etnische) groepen. Hierbij wordt
meestal de eigen persoon centraal gesteld; elk mens is uniek. Tegelijkertijd leiden de
verschillen en overeenkomsten ertoe dat we ons bij een bepaalde groep voelen horen of
door anderen tot een bepaalde groep gerekend worden. Maar deze groepen kunnen ook per
situatie veranderen. Identiteit is meer dan etnische afstamming.
Tot het vaste curriculum behoort al onderwijs rond thema’s als discriminatie,
stereotypen en vooroordelen. Het bestaande materiaal sluit daar goed bij aan. In het
materiaal is ook veel aandacht voor waarneming. In hoeverre wordt datgene wat je denkt te
zien beïnvloed door je eigen verwachtingen?
Er wordt vaak ingegaan op herkenbare thema’s als pesten en uitsluiten. Bij de wat
oudere kinderen kunnen verbanden worden gelegd tussen de groepsprocessen die zij om
41
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
zich heen kunnen zien en vergelijkbare processen op grotere schaal, zowel in het verleden
als in het heden. In het voortgezet onderwijs kan hier nog verder op ingegaan worden en
actuele onderwerpen op dit gebied kunnen in de klas besproken worden. Het is belangrijk
om leerlingen hierbij te stimuleren hun eigen mening te vormen. Een dvd als ‘Grensgevallen,
waar sta jij?’ (zie bijlage) leent zich hier prima voor.
6.2. Valkuilen
In de loop der jaren is er door verschillende onderzoekers gewezen op een aantal valkuilen
in het antiracismeonderwijs. Zo werd voorheen in bepaalde programma’s een tegenstelling
gesuggereerd tussen blank en potentieel racistisch versus zwart en antiracistisch. Deze
tegenstelling doet weinig recht aan de diversiteit en de complexiteit van het probleem. In het
huidige Nederlandse materiaal is deze tegenstelling overigens niet aanwezig.
In het onderwijs wordt veel aandacht besteed aan kennis over verschillende culturen.
Hierbij wordt meestal de nadruk gelegd op de ‘andere’ cultuur en wordt de Nederlandse
cultuur buiten beschouwing gelaten. Deze wordt als vanzelfsprekend ervaren of als zeer
divers en moeilijk te omschrijven. Dat geldt natuurlijk evenzeer voor veel andere culturen,
maar dat wordt vaak over het hoofd gezien. Vanuit het ministerie krijgen scholen de opdracht
om met het thema ‘burgerschap’ aan de slag te gaan; inherent daaraan is dat dan ook meer
aandacht besteed zal worden aan de Nederlandse cultuur.
Het beeld dat van verschillende culturen geschetst wordt, is veelal te statisch en er is
relatief weinig aandacht voor de diversiteit binnen een cultuur. Juist door de diversiteit binnen
een cultuur te benadrukken worden de ogenschijnlijke grenzen tussen de verschillende
culturen meer diffuus. Ook is er dan meer oog voor overeenkomsten tussen verschillende
culturen en voor de identiteit van de persoon die een eigen verhouding heeft met zijn of haar
culturele omgeving.
Veel belangrijker dan kennis over culturen is inzicht in de structuren en mechanismen
in onze samenleving die leiden tot vooroordelen, discriminatie en racisme en deze in stand
houden. Verschillen tussen groepen binnen de samenleving zijn niet alleen te herleiden tot
verschillen in culturele achtergrond, maar ook in sociaal-economische posities, die mede het
gevolg kunnen zijn van discriminatie en racisme. Sociale tegenstellingen kunnen hardnekkig
zijn en dit kan mensen belemmeren bij hun individuele ontplooiing en de kansen die zij
krijgen.
Leerlingen krijgen inzicht in deze belemmeringen wanneer ze zich bewust worden
van de eigen positie in de maatschappij en de voor- en nadelen die hiermee gepaard gaan.
Mechanismen als discriminatie en racisme dienen in deze context bekeken te worden.
42
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Kennis overbrengen is een wezenlijk aspect van het onderwijs. Het gaat daarbij niet
alleen om kennis óver racisme en discriminatie maar ook om de mogelijke aanwezigheid van
stereotypen en vooroordelen in het lesmateriaal dat doorgaans gebruikt wordt. Stichting
Parel23 heeft in de uitgave ‘Kieskleurig’, een handleiding voor intercultureel lesmateriaal, een
checklist opgenomen waarmee docenten het lesmateriaal daarop kunnen screenen.
6.3. Waakzaamheid
Ook waakzaamheid is belangrijk om racisme op school te bestrijden. Waakzaamheid
betekent ten eerste: reageren! Het is essentieel dat docenten reageren op racistische en
discriminerende opmerkingen in de klas. Uiteraard heeft iedereen zijn eigen manier om dit te
doen. Reageren is belangrijk omdat een leerkracht op deze manier niet alleen grenzen
aangeeft maar ook een norm stelt, die als voorbeeld kan dienen voor de leerlingen.
Het voorkomen van racisme en discriminatie moet een vanzelfsprekend onderdeel
zijn van het reguliere veiligheidsbeleid op school. Hierbij is het belangrijk dat er duidelijke
afspraken en regels zijn en dat leerlingen zich hierin ook kunnen herkennen. Het is daarom
goed om leerlingen zelf te betrekken bij het opstellen van deze regels. Een uitgangspunt
hierbij kan zijn: hoe wil jij zelf dat anderen jou behandelen? Vaak werkt dit als een goede
opstap om regels op te stellen voor de omgang met elkaar. Uit onderzoeken blijkt dat regels
die leerlingen zelf mee hebben opgesteld makkelijker en langer gehandhaafd kunnen
worden.
6.4. Van intercultureel onderwijs naar actief burgerschap
Scholen zijn wettelijk verplicht om leerlingen voor te bereiden op de multiculturele
samenleving. Om scholen te ondersteunen bij het vormgeven hiervan is in 1994 de
projectgroep Intercultureel Onderwijs (ICO) gestart. Het tegengaan van vooroordelen,
discriminatie en racisme is één van de doelstellingen van het ICO.
Het ICO heeft in de afgelopen decennia een ontwikkeling doorgemaakt waarbij de
aandacht verschoof van aparte projecten naar een vanzelfsprekende grondtoon en vertaling
in alle onderwijsactiviteiten. Althans, in theorie. In de praktijk blijken veel scholen het nog
lastig te vinden om de dagelijkse onderwijspraktijk te interculturaliseren.
In de toekomst zal het bestrijden van racisme op scholen vooral vorm krijgen binnen
het kader van nieuwe begrippen als actief burgerschap en sociale cohesie. In de herziene
kerndoelen voor het basisonderwijs wordt gewezen op het belang van het besteden van
23
Een stichting die tot voor kort onderwijsmaterialen screende. Het gehele archief is ondergebracht bij
het LBR.
43
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
aandacht aan respect en tolerantie als verschijningsvormen van belangrijke waarden en
normen in de Nederlandse samenleving. Ook volgens de nieuwe koers voor het voortgezet
onderwijs moet de integratie bevorderd worden door aandacht te besteden aan burgerschap
en respect voor elkaar.
De nieuwe invalshoek, actief burgerschap, biedt de mogelijkheid om ook in het
antiracisme-onderwijs meer nadruk te leggen op de vorming van de eigen identiteit en het
verkrijgen van inzicht in de samenleving en de eigen positie hierbinnen. Daarnaast blijft
interculturaliseren van het onderwijs essentieel om leerlingen goed voor te kunnen bereiden
op de multiculturele samenleving. Ook kunnen de ervaringen die opgedaan zijn bij het
invoeren van het ICO zeer goed gebruikt worden bij het vormgeven van integratie en
burgerschap in het onderwijs.
44
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
7. Slotbeschouwing
Rechts-extremisme onder jongeren is een groeiend probleem in Nederland. Vooralsnog niet
op het politieke vlak maar met name op het maatschappelijke vlak, omdat rechts-extreme
jongeren steeds vaker betrokken zijn bij racistische gewelddadigheden en interetnische
confrontaties en bijdragen aan het vergroten van de maatschappelijke tegenstellingen tussen
(etnische) groepen.
Omdat een groot deel van deze jongeren zich beweegt binnen de hardcorecultuur
wordt deze grote, overwegend blanke jeugdcultuur in zijn geheel ten onrechte geassocieerd
met rechts-extremisme.
De aanpak van de extreemrechtse probleemgroep laat nog veel te wensen over. Het
ontbreekt aan coördinatie en visie en vaak werken partijen langs elkaar heen, als zij de
problematiek al onderkennen. Dit vindt grotendeels zijn oorsprong in de Nederlandse
geschiedenis op dit gebied en de daaraan gekoppelde houding.
Nederland heeft zichzelf decennia lang beschouwd als gidsland waar het ging om de
bestrijding van discriminatie. Dit positieve zelfbeeld werd gevoed door de collectieve mantra
Nederland is tolerant, het gegeven dat extreemrechtse formaties nauwelijks een rol van
betekenis spelen, goede wetgeving en een antidiscriminatie-infrastructuur waarop veel
buurlanden jaloers waren. Rechts-extremisme is collectief verafschuwd en rechts-extremen
zijn altijd tot outcasts verklaard, die men moest weren uit de samenleving, waarmee men niet
sprak en die repressief benaderd moesten worden.
Deze Nederlandse grondhouding heeft ertoe geleid dat er nauwelijks onderzoeken
zijn verricht naar rechts-extremisme en xenofobie. De Nederlandse onderzoeken beperken
zich in hoge mate tot meten. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van racistische
voorvallen en sinds kort proberen de veiligheidsdienst (AIVD) en NGO’s de aantallen rechtsextreme jongeren in kaart te brengen. Gefundeerd wetenschappelijk onderzoek naar
motieven en ontwikkelingen ontbreekt. Een uitzondering vormen een aantal projecten binnen
het onderwijs gericht op veiligheid binnen de school, waar wel gedegen evaluaties hebben
plaatsgevonden.
Educatieve programma’s richten zich bijna uitsluitend op de multiculturele
samenleving en de daarbij gewenste attitudes. Programma’s voor de aanpak van racistisch
gedrag zijn er niet. Deradicalisering was tot voor kort nauwelijks een issue en voor zover er
momenteel aan gewerkt wordt, richt men zich uitsluitend op de radicale islam. In
tegenstelling tot andere Europese landen bestaan er in Nederland geen voorzieningen voor
degenen die het rechts-extremisme achter zich willen laten.
45
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
De rijksoverheid besteedt in haar publicaties over radicalisering naast de radicale
islam aandacht aan rechtsradicalisme, maar de aandacht voor het laatste vindt nauwelijks
een vertaalslag in concrete activiteiten. Het grootste probleem is wellicht het gegeven dat
situaties door betrokkenen verschillend worden beoordeeld, waardoor potentiële partners
elkaar niet kunnen vinden.
Veel scholen en docenten worstelen met de materie. Opvallend is dat veel docenten
niet of nauwelijks zicht hebben op het fenomeen. Dit staat een effectieve aanpak in de weg.
Soms sluit men uit onkunde de ogen, wordt er gegrepen naar noodmaatregelen als
kledingverboden of er moet binnen maatschappijleer maar een les aan besteed worden in de
onterechte veronderstelling dat dit zoden aan de dijk zou zetten.
Natuurlijk zijn er tal van initiatieven genomen door verschillende organisaties in een
aantal regio’s, maar of deze het gewenste effect zullen ressorteren is maar zeer de vraag.
Goede evaluaties en wetenschappelijk onderzoek zijn hard nodig en wat dat betreft kan
Nederland nog veel leren van andere landen als Zweden, Noorwegen en Duitsland24.
24
Zie: Monitor racisme & extremisme 2006, Anne Frank Stichting en Universiteit Leiden, 2007
46
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Bijlage
Materialen voor het onderwijs
‘Nou en?!’ en ‘So What?!’
Het LBR heeft brochures en een website ontwikkeld waarin thema’s als vooroordelen,
discriminatie en racisme op een toegankelijke manier worden besproken. De brochures ‘Nou
en?!’ voor het basisonderwijs en ‘So What?!’ voor het voortgezet onderwijs
So What?!
‘So What?!’ is het grote broertje van ‘Nou en?!’ De brochure is een in full-colour gedrukt
boekje op A5-formaat (16 pagina’s), bestemd voor leerlingen in de basisvorming van het
voortgezet onderwijs. ‘So what?!’ behandelt de thema’s beeldvorming, vooroordelen,
discriminatie en racisme. Bovendien komen begrippen als ‘allochtoon’, ‘migranten’,
‘immigratie’, ‘integratie’ en ‘diversiteit’ uitgebreid aan bod. De teksten worden verlevendigd
met foto’s en cartoons.
Website Dutchkids
‘Dutchkids’ (www.dutchkids.nl) is een website van het LBR over identiteit en het opgroeien
in de multiculturele Nederlandse samenleving. Op de interactieve website komen
onderwerpen aan de orde als discriminatie, vooroordelen en opkomen voor jezelf en een
ander. Dit alles aan de hand van de ervaringen van zeven leerlingen van een school in het
fictieve stadje Nederdam.
‘Dutchkids’ is geschikt voor leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs en de
basisvorming van het voortgezet onderwijs. Aparte pagina’s voor leerkrachten geven
suggesties om de genoemde thema’s in de klas verder uit te werken. De website is
gelanceerd in 2004.
Je merkt ‘t, ’t werkt
Een gezamenlijke uitgave van het Nationaal Platform voor overleg en samenwerking tegen
Racisme en Discriminatie (NPRD) en het LBR. In de publicatie wordt een overzicht gegeven
van bestaande projecten en programma’s op het gebied van conflictbemiddeling en het
voorkomen van ongewenst gedrag in het onderwijs en er wordt ingegaan op de factoren die
een rol spelen bij het succes van deze projecten.
47
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Grensgevallen - waar sta jij?
Lespakket uitgegeven door de Anne Frank Stichting met dvd,CD-rom, leerlingenbladen,
bronnenmateriaal en een docentenhandleiding over het conflict tussen de twee
grondrechten: de vrijheid van meningsuiting en het recht om beschermd te worden tegen
discriminatie. Aan de hand van korte filmpjes wordt aan leerlingen hun mening gevraagd.
Doelgroep:
Klassen 3 en hoger van het voortgezet onderwijs, van VMBO tot gymnasium. Aansluiting kan
gezocht worden bij de lessen Nederlands, maatschappijleer, geschiedenis en culturele en
kunstzinnige vorming.
Inhoud:
De Anne Frank Stichting heeft een lespakket ontwikkeld dat docenten in staat stelt
hun klas te laten debatteren over vrijheid van meningsuiting. Centraal staat de – mogelijke –
botsing tussen de vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming tegen
discriminatie. Het lespakket Grensgevallen – waar sta jij? daagt leerlingen uit een eigen
mening te formuleren en zich te verdiepen in de mening van een ander.
Grensgevallen – waar sta jij? bevat zeven actuele voorbeelden van botsende
grondrechten zoals de zaak rond imam El Moumni25, racisme op de voetbaltribune en
Eminem26. De docent maakt vooraf een selectie van drie onderwerpen. Elk voorbeeld is
voorzien van prikkelende stellingen. Leerlingen krijgen een stelling toebedeeld en bereiden
zich in groepjes voor op het debat door argumenten vóór of tegen de stelling te verzamelen.
Daarbij kunnen ze gebruik maken van bijgeleverd bronnenmateriaal. Voor het debat begint,
toont de leraar een korte film waarin het voorbeeld wordt toegelicht. Om het effect van de
discussie te kunnen meten begint en eindigt elk debat met een stemming.
Het pakket is ook buiten het onderwijs in groepen goed te gebruiken om met
deelnemers te praten over grondrechten en het discriminatieverbod.
Inmiddels is er een geactualiseerde opvolger van Grensgevallen - waar sta jij?:
Free2choose.
Training ‘Reageren op discriminerend en racistisch gedrag’
Het is niet makkelijk en het vereist lef om te reageren op discriminerende opmerkingen,
bijvoorbeeld op school. Het LBR biedt trainingen aan waarin deelnemers kunnen leren
adequaat op te treden bij racistische opmerkingen. Er wordt stilgestaan bij en geoefend met
praktijkvoorbeelden en er wordt nagegaan welke mogelijkheden er zijn, wat effectief is en
wat past bij de situatie en bij de deelnemer zelf.
25
De imam was aangeklaagd wegens het beledigen van homoseksuelen, maar daar mede op grond
van de vrijheid van godsdienst voor vrijgesproken.
26 Eminem is een rapper wiens teksten vaak discriminerend en seksistisch zijn.
48
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
De trainingen worden met name gegeven aan professionals die werken met jongeren:
docenten en jongerenwerkers. Met behulp van professionele trainingsacteurs worden
herkenbare situaties geoefend met de deelnemers. De acteur en begeleidende trainer geven
de deelnemers adviezen, gericht op een effectieve communicatie met jongeren. Zij leren de
deelnemers balans aan te brengen tussen doel en methode. De trainer geeft suggesties voor
te stellen grenzen, belicht achtergronden en geeft wettelijke kaders aan.
De training is erop gericht teams weer grip op de situatie te laten krijgen, voorvallen in
de juiste verhoudingen te zien en meer met elkaar van gedachten te wisselen en
beleidsontwikkeling te stimuleren.
De ervaring leert dat veel deelnemers, toch agogisch geschoold en beschikkend over
communicatieve vaardigheden, bij discriminatie en racisme vaak de mist in gaan en hun
communicatieve vaardigheden en kennis niet aanspreken. Door de training leren de
deelnemers deze weer te gebruiken.
‘Ja , maar zij … Reageren op discriminerende en racistische opmerkingen op school’
Een door het LBR gemaakte handzame brochure ter ondersteuning van de hiervoor
aangehaalde trainingen, met daarin tips voor het reageren op concrete gespreksituaties en
tips voor algemeen beleid binnen de school.
Dvd ‘Een grap gaat op reis’
De dvd ‘Een grap gaat op reis en andere verhalen’ is een hulpmiddel om vrijuit met elkaar
over discriminatie, misverstanden en vooroordelen te praten en naar rechtvaardige
oplossingen te zoeken. De vijf filmpjes op de dvd roepen allerlei vragen op. Wanneer voelt
iemand zich gediscrimineerd? Wat doe je als een collega een racistische mop vertelt? Wat
kun je doen tegen racistische opmerkingen op het werk of op school? Hoe gaan we eigenlijk
met elkaar om? De dvd is gemaakt in opdracht van het LBR en op de website staan
handleidingen voor het onderwijs, de arbeidsmarkt en een algemene voor onder andere het
jongerenwerk.
De korte films op de dvd zijn gebaseerd op waargebeurde en vaak voorkomende
situaties.
49
Geschoren, maar niet over een kam
Rechtsextremisme binnen de hardcorecultuur
Bronnenoverzicht
-
Politiek racisme: Oorzaken, denkbeelden en bestrijding Elbers F. e.a. Stg.
Burgerschapskunde, Leiden 1994
-
“Lonsdale-jongeren” in Nederland Feiten en fictie van een vermeende rechtsextremistische subcultuur AIVD, Den Haag 2005
-
Monitor racisme en extreem-rechts. Zesde rapportage. Van Donselaar J. en
Rodrigues P., Anne Frank Stichting / Universiteit Leiden, 2004
-
Monitor Rassendiscriminatie 2005, Boog I. e.a., LBR e.a., Hoofddorp 2006
-
One Two Three Four … Popmuziek, jeugdcultuur en stijl Ter Bogt T., Utrecht 1997
-
Opvoeding in verandering Traas M., Baarn 1997
-
Werkboek jeugdcultuur Theorie en praktijk Malschaert H. en Traas M., Baarn 2002
-
“Het zijn onze feesten” Jeugdculturen en geweld tegen allochtonen in Nederland
Schoppen H., Willem Pompe Instituut voor Strafwetenschappen, Universiteit Utrecht
1997
-
Generatie Lonsdale, extreem-rechtse jongeren in Nederland Homan M., Antwerpen
2006
-
Monitor Racisme & Extremisme Het Lonsdalevraagstuk Van Donselaar J. en
Rodrigues P., Anne Frank Stichting / Universiteit Leiden, 2005
-
Lokale aanpak van rechts-extremisme onder jongeren. Een onderzoek naar het
beleid binnen 4 gemeenten om extreemrechtse sympathieën onder jongeren tegen te
gaan. Huygens V., LBR, Rotterdam 2004
50
-
Jong, kwaad en gewapend Volkskrant, 20 mei 2006.
-
http://www.lbr.nl/?node=1334&PHPSESSID=f4b680b46e4210d29de6e7bf6868053e
-
http://www.stormfront.com
-
http://www.holland-hardcore.com
-
Bureau Jeugdzaken, Politie Haaglanden
Download