Oefening 2.4 ■ Vooroordeel, discriminatie en racisme H. 1, 2 2h 1-16 1-2 h Doel ■ de theorievorming over racisme, vooroordeel en discriminatie te leren begrijpen; ■ bewust worden van de verschillende niveaus waarop deze begrippen zich bewegen; ■ leren eerlijk en open over deze mechanismen na te denken en te discussiëren. Instructie De deelnemers hebben de hoofdstukken 1 en 2 bestudeerd. Twee mensen geven in 2 keer 10 minuten een samenvatting van de hoofdstukken. Verdeel de groep in kleine groepjes en laat hen definities opstellen van de begrippen voor­ oordeel, discriminatie en racisme. Geef daar ongeveer 30 minuten voor. Nabespreking Laat dan iedere groep zijn definities inbrengen. In de discussie over de verschillende door de groepjes geformuleerde definities, moet de theorie verweven worden. Kijk of er een consensus bereikt kan worden. Toelichting De bovengenoemde begrippen bewegen zich op verschillende niveaus. Eigen theorievor­ ming kan hierbij worden gebruikt. In de opvatting van de schrijver is het van belang dat in de definitie van racisme tot uiting komt dat en hoe het onderdeel is van de samenleving. Dat is het essentiële verschil tussen racisme enerzijds, en vooroordeel en discriminatie anderzijds. Racisme is niet alleen een onderdeel van het menselijk gedrag om zich al dan niet terecht van de vreemde ander te differentiëren, het is een institutioneel onderdeel van de Nederlandse samenleving en zit als zodanig in alle geledingen verborgen. Illustratiemateriaal over verborgen racisme is te vinden in de tentoonstellingscatalogus van ‘Wit over zwart’ (Nederveen-Pieterse, 1999). Tijdsinvestering Ongeveer 2 uur. Oefening 2.4 bij Transculturele vaardigheden voor therapeuten