SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL 2013 - 2014 Datum: Status: Versie: 3-5-2014 concept definitief 2.0 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 2 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Schoolgegevens: Brinnummer: Clusterdirecteur: Locatieleider: Adres hoofdvestiging: Contact school: E-mail : Website: Bevoegd gezag: Adres bevoegd gezag: Contactpersoon: Contact gezag: Openbare Daltonschool “De Bongerd” 12IH Bert Stam Marieke Hoekstra Dorpsstraat 16, 8167 NL Oene Tel. 0578-641289 [email protected] www.debongerdoene.nl Stichting Proo primair Openbaar Onderwijs Noord Veluwe Oosteinde 17, 3842 DR Harderwijk B.J.R. Redder, algemeen directeur Tel. 0341- 466370 bevoegd E-mail: [email protected] Website: www.stichtingproo.nl 3 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................. 5 1. Situatie rond passend onderwijs .................................................................................... 6 2. Missie openbare Daltonschool de Bongerd ................................................................... 7 3. Onze visie op ontwikkeling, leren en onderwijs ............................................................. 8 4. 3.1 Visie op ontwikkeling en leren ................................................................................. 8 3.2 Visie op onderwijs .................................................................................................... 9 3.3 Ons onderwijsaanbod ............................................................................................ 10 3.4 Instructie, kern van goed onderwijs ...................................................................... 10 3.5 De leerkracht, centrale factor binnen goed onderwijs. ......................................... 11 3.6 Afstemming van ons aanbod op de mogelijkheden van de kinderen ................... 12 Zorgstructuur ................................................................................................................ 14 4.1 5. 6. 7. Zorg op schoolniveau ............................................................................................. 14 4.1.1 Signaleren en bespreken van probleemkinderen. ......................................... 14 4.1.2 Groepsbespreking (groepsleerkracht en intern begeleider) .......................... 14 4.1.3 Individuele leerling-bespreking (team en intern begeleider) ........................ 14 4.1.4 Hulp in de klas. ............................................................................................... 14 4.1.5 Evaluatie ......................................................................................................... 15 4.1.6 Overlegstructuur: ........................................................................................... 15 4.1.7 Overdracht van zorgleerlingen naar een volgende groep.............................. 15 4.2 Afstemming van ons aanbod op de mogelijkheden van de kinderen ................... 15 4.3 Zorg op schoolniveau. ............................................................................................ 15 Handelingsgericht werken ............................................................................................ 18 5.1 De cyclus handelingsgericht werken voor de leerkracht: ...................................... 18 5.2 Het groepsplan ....................................................................................................... 19 5.3 De groepsbespreking ............................................................................................. 19 5.4 Individuele handelingsplannen .............................................................................. 19 Onze visie op zorg en interne begeleiding ................................................................... 20 6.1 Visie op zorg (leerkracht) ....................................................................................... 20 6.2 Visie op interne begeleiding .................................................................................. 20 6.3 Onze grenzen aan de praktische haalbaarheid ..................................................... 22 6.4 Grenzen aan de leerbaarheid van kinderen .......................................................... 23 Protocol Toelating en Verwijzing. ................................................................................. 26 4 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Inleiding In dit document wordt een beschrijving gegeven van het ondersteuningsprofiel van onze school. Deze beschrijving is het uitgangspunt voor het inrichten van ons onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte, het bepalen van de grenzen van de zorg en het voldoen aan de wettelijke bepalingen die bestaan rondom zorgplicht en ‘passend onderwijs’. 5 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 1. Situatie rond passend onderwijs Het zorgbeleid op onze school is gestoeld op het strategische beleidsplan van het samenwerkingsverband WSNS Noordoost Veluwe / Drieluik en de Onderwijszorgkoepel Noord Veluwe. In deze plannen zijn een aantal beleidsuitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten dienen als vertrekpunt voor activiteiten in de komende jaren. Aangezien ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband en ontwikkelingen op schoolniveau in het verlengde van elkaar (moeten) liggen, zijn er gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd. De visie die in de bovengenoemde strategische beleidsplannen is geformuleerd, is sterk verbonden met de ontwikkelingen rondom ‘passend onderwijs’. Het opstellen van een onderwijszorgprofiel is daarbij een belangrijk onderdeel. In ons onderwijszorgprofiel neemt het handelingsgericht werken een belangrijke plaats in. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband (SWV) hebben zich verplicht het handelingsgericht werken (HGW) in de periode 2010 – 2015 te implementeren en dit als uitgangspunt van het pedagogisch en didactisch handelen te zien. Ons onderwijszorgprofiel sluit aan bij de eisen die vanuit het samenwerkingsverband zijn gesteld aan het niveau van de basiszorg. Wij willen voor sommige kinderen ook vormen van breedtezorg bieden. 6 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 2. Missie openbare Daltonschool de Bongerd Elk kind heeft zijn bijzondere kwaliteiten. Het is onze missie om het kind te helpen zijn kwaliteiten te leren kennen en gebruiken voor zichzelf en anderen. Vanuit deze visie begeleiden en stimuleren we kinderen tussen de vier en twaalfjaar. De toegewijde pedagogische en didactische capaciteiten van onze leerkrachten speelt in deze een grote rol. Wij streven ernaar om de talenten van alle kinderen te zien en samen met de ouders te zorgen voor een passend onderwijstraject. 7 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 3. Onze visie op ontwikkeling, leren en onderwijs 3.1 Visie op ontwikkeling en leren Deze visie hangt nauw samen met de Daltonvisie op leren en kinderen. De vijf pijlers verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerken, reflectie en doelmatigheid/effectiviteit zijn de basis. Vrijheid en verantwoordelijkheid Kinderen hebben er recht op zelf te leren en mogen kiezen. Die vrijheid is verbonden aan de verantwoordelijkheid die je hebt voor de keuze. Daarbij is het nodig dat over de grenzen van de vrijheid samen duidelijke en aanvaardbare afspraken worden gemaakt. Zelfstandigheid De kinderen worden gestimuleerd en aangezet om problemen zelf op te lossen en het werk zelf te plannen. De kinderen leren ook om hun werk zelf te beoordelen. De leerkracht respecteert de leerling en de leerling krijgt ook respect voor zichzelf. Deze instelling bevordert het zelfvertrouwen van de kinderen. Samenwerking De leerling functioneert als lid van de sociale groep, waarin elk vrij individu zich er voortdurend van bewust is dat hij meewerkt en verantwoordelijk is voor het geheel en dat het daarover verantwoording schuldig is. Leerlingen leren samen in een half uur meer dan een leerkracht in een uur kan onderwijzen. Hier sluit een citaat van Helen Parkhurst uit 1922 mooi bij aan: “Hoe meer de leerkracht de leerling vol propt met kennis, hoe minder hij geneigd zal zijn die kennis op te pakken door eigen inspanning. Hoe meer de leerkracht onderwijst, des te minder leert de leerling.” Reflectie De leerkracht stimuleert de reflectieve vermogens van de leerlingen zodat zij inzicht krijgen in de eigen mogelijkheden om hun leren te stimuleren. We leren de leerlingen leren. Doelmatigheid en effectiviteit Het doel van het onderwijs is natuurlijk kennis en vaardigheden verwerven. Met behulp van de Daltonwerkwijze realiseren wij onderwijs waarbij het maximale uit de leerlingen gehaald wordt. 8 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 3.2 Visie op onderwijs Onze kernwaarden zijn: respect, vertrouwen en zelfverantwoordelijkheid. o We zien sociaal emotionele ontwikkeling als basis voor goed functioneren. Hierbij gebruiken we de methode goed gedaan en de artikelen in de Praxis genaamd: Maar hij deed het ook. Deze artikelen gaan over eigenaarschap in het sociale verkeer. o Het team is samen met de ouders verantwoordelijk voor een goed opvoedingsklimaat op school. Wij zoeken de balans tussen leerlinggestuurd onderwijs en een stimulerend aanbod in een rijke ontwikkelingscontext. Bij taal en rekenen werken we aanbodgericht vanuit onze doelen, bij wereldoriëntatie werken we wel met methodes maar we geven kinderen ruimte om te leren volgens hun eigen interesses. We leren de kinderen om de basisvaardigheden van taal en rekenen en begrijpend lezen toe te passen tijdens de zaakvakken. Wij zien leren en ontwikkelen als een sociaal proces dat plaatsvindt in een sociale context, waarbij leerlingen voornamelijk actief bezig zijn. Hiervoor zijn uitgangspunten met betrekking tot samenwerkend leren beschreven. Ontwikkeling dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ‘zone van de naaste ontwikkeling’. We geven kinderen ruimte om te leren op de manier die het beste bij hen past. Wij zien ouders als onze partners, die wij zoveel mogelijk willen betrekken bij het proces. Wij bieden competente leerkrachten. Deze leerkrachten blijven zich ontwikkelen en verbeteren ten aanzien van het creëren van een goed pedagogisch klimaat, het in de praktijk brengen van de onderwijsvisie, het didactisch goed toegerust zijn, het kunnen aanbieden van onderwijs op maat en het kunnen signaleren van indicatie voor zorg. De leerkrachten zorgen dat ze op de hoogte zijn van de nieuwste inzichten bij het verzorgen van onderwijs. 9 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 3.3 Ons onderwijsaanbod We werken met moderne leermethoden voor de vakgebieden taal, lezen en rekenen. Deze methoden vormen de basis van ons onderwijsaanbod; hiermee voldoen we aan de kerndoelen. We kiezen voor de onderdelen taal, lezen en rekenen voor gebonden en stapsgewijs uitgevoerde leeractiviteiten. De eind- en tussendoelen zijn hiervoor de uitgangspunten. Voor het vaststellen van deze doelen maken we gebruik van de referentieniveaus voor taal en rekenen. Het denken in (minimum)leerdoelen en leerlijnen en aanvullende stof zijn essentieel voor het bepalen van de onderwijsbehoefte/instructiebehoefte c.q. van de leerling of groepen leerlingen. Waar mogelijk wordt deze geclusterd. Het onderscheiden van deze onderwijsbehoefte geschiedt via de opbrengsten van (niet)methodegebonden toetsen, inzicht/ informatie van de leerkracht, o.a. gebaseerd op gesprekken met de leerling en de ouders. We werken met het model convergente differentiatie. Daarbij proberen we de verschillen tussen kinderen zo klein mogelijk te houden en is het onderwijs er op gericht de basisorganisatie van het leerstofjaarklassensysteem in stand te houden. Onze school heeft op dit moment gecombineerde klassen. Wij zien in de toekomst onszelf werken met drie leerjaren in een lokaal. Dit heeft consequenties voor de invoering van HGW. De instructie wordt afgestemd op de klas ( dit zijn vaak maar 8 leerlingen) en er worden wat aanpassingen gedaan voor leerlingen die nauwelijks instructie nodig hebben en leerlingen die meer uitleg en meer oefentijd nodig hebben. Onze school kijkt goed naar de onderwijsbehoeftes van de kinderen die onze school bezoeken. Momenteel zijn er veel kinderen met dyslectische kenmerken, een tekortschietende woordenschat of mondelinge taalvaardigheid. Dat betekent dat we extra inzetten op taal en lezen. 3.4 Instructie, kern van goed onderwijs Een leerkracht varieert de instructie al naar gelang de behoeften van de leerlingen. Onze school kent structureel combinatieklassen en werkt vanuit een Daltonvisie. De instructie kenmerkt zich in hoofdlijnen: Het gebruik van het IGDI (interactief gedifferentieerd directe instructie model aangepast aan het Daltonsysteem. 10 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Start Instructie Instructie Instructie Begeleide inoefening Samenwerken Verlengde instructie Weektaak/ ander tijdstip Zelfstandige verwerking Weektaak Terugkoppeling Eind van de week Tijdens het werken aan de weektaak loopt de leerkracht hulprondes en probeert de leerlingen te helpen door het geven van feedback. Feedback is een sterk instrument voor het activeren van leerlingen. John Hattie zegt: Er is maar een instrument krachtiger dan het geven van feedback en dat is het geven van meer feedback. Tijdens het geven van instructie modelt de leerkracht de denkstappen die de kinderen moeten gaan nemen om de opdracht tot een goed einde te brengen. Tijdens de begeleide inoefening bewerkstelligt de leerkracht de transfer tussen leerkrachtgestuurd naar leerlinggestuurd. Er is aandacht om de zelfsturing van de leerlingen te bevorderen. Onze school werkt met het leerstofjaarklassensysteem. Binnen de groepen is de lessendruk soms hoog. Differentiatie vindt zoveel mogelijk plaats door keuzeopdrachten, computerwerk, tutorsysteem en extra instructie, extra oefening voor sommigen. Tenslotte is er veel aandacht voor een veilig pedagogisch klimaat waar leerlingen fouten mogen maken en in eigen tempo kunnen werken aan ontplooiing. 3.5 De leerkracht, centrale factor binnen goed onderwijs. De leerkracht is de meest cruciale factor binnen ons onderwijs. Tegenwoordig wordt er veel onderzoek gedaan naar de impact van een leerkracht op het leren van de leerlingen. Het is belangrijk om te erkennen dat er verschillen bestaan tussen de leerkrachten onderling. Op basisschool de Bongerd proberen de leerkrachten om hun impact op het leren van de leerling te vergroten door samen te praten over effectieve leerkrachtstrategieën en door van elkaar te leren. De leerkrachten vertalen de missie en visie van de school naar de praktijk. De Bongerd stelt hoge eisen aan de inzet en de vakbekwaamheid van de leerkracht: Vakbekwaam, verantwoordelijk en betrokken. Sterk in organisatie en klassenmanagement. Professioneel in staat om vanuit de schoolvisie en missie een eigen invulling te geven aan het onderwijs. Het is het individuele, dat een extra dimensie geeft aan de 11 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 3.6 collectieve visie en missie. Kinderen worden niet begeleid door een school of een instituut, maar door leerkrachten. De leerkracht als voorbeeld en inspiratiebron. Gericht op kwaliteit en resultaat. Naast het proces is het resultaat evenzeer belangrijk. Welslagen in onze maatschappij kan niet alleen met kennis van processen. Het hebben en kunnen gebruiken van kennis is van belang in onze huidige maatschappij. Een leerkracht op onze school is een kennisdrager. Gericht op het werken op een (kleinere) school in een (kleinere) gemeenschap: breed ontwikkeld, inzetbaar en handelend vanuit het principe dat groepsprocessen (homogeen en heterogeen) net zo belangrijk zijn als het individu. Afstemming van ons aanbod op de mogelijkheden van de kinderen Soms worden kinderen in hun ontwikkeling belemmerd. Dat kan zich zowel op cognitief als sociaal/emotioneel gebied afspelen. In samenspraak met ouders en kunnen we dan voor leerlingen met een achterstand van ruim één jaar op één of meerdere vakgebieden, of problemen op sociaal/emotioneel gebied: het programma aan passen (hoeveelheid en keuze van het werk, het werktempo, of het niveau); kiezen voor het werken in een andere methode, met ander materiaal. In beide gevallen doen de leerlingen zoveel mogelijk met de groep mee. Geprobeerd wordt de kerndoelen te bereiken. De leerbaarheid van het kind is zodanig, dat het ons reguliere leerstofaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken, in elk geval een minimaal gemiddelde beheersing van de leerstof tot eind groep 6, opdat de leerling kan deelnemen aan het voortgezet onderwijs. Maar is intensievere begeleiding gevraagd, dan kunnen we beperkt en onder bepaalde voorwaarden gebruik maken van de inzet van een onderwijsassistent. Zij werkt met kleinere groepje kinderen voor korte periodes buiten de groep en wordt aangestuurd door de intern begeleidster. tegemoet komen door te differentiëren in de instructie. Binnen elke groep is de instructie per ontwikkelingsgebied beperkt tot twee niveaus. De groepsleerkracht differentieert de instructie binnen de groep via verlengde instructie; kiezen voor een langer verblijf in een bepaalde groep; kiezen voor tussentijdse terugplaatsing. Steeds moet in de gaten gehouden worden dat: het kind zich prettig voelt op school; het kind in de groep past; het gedrag niet storend is voor de groep; de veiligheid van het kind zelf, de medeleerlingen en de leerkracht gewaarborgd is; het kind redelijk zelfstandig kan werken; 12 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene het kind voldoende vorderingen maakt. Wanneer na een periode van extra begeleiding blijkt dat de belemmeringen niet adequaat kunnen worden opgevangen op de Bongerd kan: gekozen worden voor een traject BaO – BaO verwijzing Samenwerkingsverband. gekozen worden voor een verwijzingstraject naar s.b.o. of s.o. i.s.m. Uiteraard gebeurt ook dit in samenspraak met ouders en alle andere betrokkenen. 13 het Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 4. Zorgstructuur 4.1 Zorg op schoolniveau De zorg op schoolniveau is vastgelegd in het zorgplan van de Bongerd. In de komende jaren willen wij ons huidige zorgplan af gaan stemmen op het handelingsgericht werken. Onderstaande structuur wordt momenteel (2014) gehanteerd. 4.1.1 Signaleren en bespreken van probleemkinderen. Aan de hand van de observaties, leerresultaten, methode- en niet-methode gebonden toetsen (CITO), worden de zorgleerlingen geïnventariseerd en met de groepsleerkracht besproken. Tijdens de groepsbespreking aan het begin van het schooljaar krijgen deze kinderen nadrukkelijk aandacht. Het is de verantwoordelijkheid van de leerkracht om goede zorg te verlenen en de verantwoordelijkheid van de IB-er om hier op toe te zien en mee te denken. 4.1.2 Groepsbespreking (groepsleerkracht en intern begeleider) Doel van de groepsbespreking is het bespreken van het functioneren van de groep als geheel en het signaleren van leerlingen, die hetzij door gedrag, dan wel door leerprestaties of ontwikkeling opvallen. Op grond hiervan wordt bepaald of er en hoe er ondersteuning van de leerling en/of leerkracht kan plaatsvinden. Aan de hand van de groepsbespreking worden de groepspannen opgesteld en kunnen leerlingen worden geselecteerd die voor een individueel handelingsplan in aanmerking komen. 4.1.3 Individuele leerling-bespreking (team en intern begeleider) Op onze school wordt veel gebruik gemaakt van collegiale consultatie. Dit gaat als vanzelf tussen de middag en in de wandelgangen. Het is mogelijk om bij een bijzondere leerling een teamvergadering in te plannen. Wij doen dat ook wel om bij moeilijk gedrag van een leerling dit gezamenlijk aan te pakken. Alle andere individuele leerlingen worden besproken bij de evaluatie van het groepsplan met alle leerkrachten. 4.1.4 Hulp in de klas. Het bespreken van leerlingen kan leiden tot afspraken over het toepassen van handelingsalternatieven voor dit kind in de groep of directe hulp buiten de groep. Soms is nader onderzoek of observatie noodzakelijk. Tijdens bovenstaande procedure wordt zorgvuldig met de belangen van de ouders omgegaan. De ouders zullen dan ook vroegtijdig geïnformeerd worden over de gang van zaken en om toestemming worden gevraagd voor door ons noodzakelijk geachte onderzoeken. Er worden afspraken gemaakt over vervolgoverleg en over de resultaten. Extra hulp kan ook gegeven worden door een tutor, een computerprogramma, huiswerk of een tutor in de klas. 14 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Bij het opstellen van een handelingsplan kan eventueel gebruik worden gemaakt van de kennis in het speciaal onderwijs. 4.1.5 Evaluatie De handelingsprocedure wordt geëvalueerd door de groepsleerkracht en de IB-er. Soms worden er anderen in betrokken bijvoorbeeld ouders of de RT-er.. De groepsleerkracht doet verslag van de handelingsperiode en de behaalde resultaten. Hierbij komt nadrukkelijk aan de orde of het gelukt is om de extra hulp uit te voeren. Het is mogelijk dat wordt besloten nader onderzoek te doen laten plaatsvinden. De ouders worden na de evaluatie in ieder geval geïnformeerd door de groepsleerkracht over de stand van zaken en indien nodig om toestemming gevraagd voor nader onderzoek. 4.1.6 Overlegstructuur: Er ligt een goede planning klaar waarin alle overleggen hun plek vinden. De directeur en de IB-er hebben regelmatig, eens per twee maand, overleg waarbij nauwlettend wordt gekeken of de bedachte structuur ook werkt in de praktijk van het onderwijs. Hierbij is veel aandacht voor het op een goede manier vastleggen van de hulp in Parnassys en voor een positieve open communicatie met ouders. 4.1.7 Overdracht van zorgleerlingen naar een volgende groep. Alle collega’s maken aan het eind van het schooljaar een groepsoverzicht met daarin per kind de belemmerende en bevorderende factoren. Onderwijsbehoeftes worden genoemd en er wordt een voorstel gedaan voor een hulpplan. 4.2 Afstemming van ons aanbod op de mogelijkheden van de kinderen Deze afstemming kent vijf zorgniveaus. Steeds wordt in de gaten gehouden dat: Het kind zich prettig voelt op school Het kind in de groep past Het gedrag niet storend is voor de groep De veiligheid van het kind, medeleerlingen en leerkracht gewaarborgd is; Het kind redelijk zelfstandig kan werken; Het kind voldoende vorderingen maakt. 4.3 Zorg op schoolniveau. De zorg op schoolniveau is vastgelegd in het zorgplan van de Bongerd volgend schooljaar willen wij ons huidige zorgplan af gaan stemmen op het Handelingsgericht Werken. Onze school maakt deel uit van het Onderwijszorgkoepel Noord Veluwe. Binnen dit samenwerkingsverband wordt uitgegaan van een zorgstructuur waarbinnen vijf fasen worden onderscheiden. 15 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Interne zorg binnen het samenwerkingsverband. Zorgniveau 1: Algemene preventieve zorg binnen de groep. De leerkracht is verantwoordelijk voor zijn/haar leerlingen en gaat er vanuit dat leerlingen verschillende onderwijsbehoeften hebben. Hij of zij probeert het onderwijs af te stemmen op de verschillende onderwijsbehoeften en mogelijkheden van de kinderen. De groepsleerkracht observeert, signaleert en zorgt voor een regelmatige screening van de leerlingen. Er wordt gebruik gemaakt van zowel methode gebonden- als niet-methode gebonden toetsen en observatielijsten. Na observaties van de leerlingen en signalering met behulp van toetsgegevens en verwerkingsresultaten, kan de leerkracht overgaan tot analyse en bijstelling van het onderwijs in zijn groep. Dat kan betekenen dat de leerkracht kiest voor een andere didactiek en/of leerinhoud. Zorgniveau 2: Extra Zorg binnen de groep Wanneer op basis van observaties, leerresultaten en toetsing een leerling opvalt, stemt de leerkracht het onderwijs af op de onderwijsbehoefte of begeleidingsvraag van het kind. Het bieden van hulp kan bestaan uit: extra instructie of een andere vorm van instructie aangepaste (andere) leerstof andere oplossingsstrategie In de overlegstructuur kan de leerkracht de internbegeleider raadplegen of collegiaal overleg voeren ten aanzien van dit kind. De leerkracht zorgt voor verslaggeving. Hij of zij is verantwoordelijk voor het bijhouden van deze gegevens. Zorgniveau 3: Extra Zorg en inzet interne begeleider. Indien de hulp genoemd in stap 2 niet leidt tot de gewenste resultaten, de ontwikkelingsachterstand blijft of zelfs groter wordt, meldt de leerkracht dit kind aan bij de interne begeleider. In stap 3 wordt de zorg voor dit kind een gedeelde verantwoordelijkheid van groepsleerkracht en IB-er. Bij stap 3 “moet” de IB-er ingeschakeld zijn, dit in tegenstelling met stap 2 waarbij de IB-er ingeschakeld “kan” worden. De leerkracht geeft informatie over het kind en stelt de hulpvraag vast. Aan de hand van de gegeven informatie, de gestelde hulpvraag wordt in overleg met elkaar een Handelingsplan gemaakt. De intern begeleider verzamelt indien nodig de te gebruiken materialen genoemd in het Handelingsplan. Er wordt in dit handelingsplan een keuze gemaakt ten aanzien van plaats voor uitvoering van het plan. Dit plan wordt bewaard in de zorgmap en bij de IB-er. Verslaggeving van de resultaten in de klas vindt plaats door de groepsleerkracht. Verslaglegging van de resultaten buiten de groep door de IB-er. De interne begeleider is verantwoordelijk voor het doen plaatsvinden van de evaluatiemomenten genoemd in het handelingsplan. Zij maakt hiervoor een afspraak met de desbetreffende leerkracht en noteert de afspraken die gemaakt worden. 16 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Bij het maken van een Handelingsplan brengt de leerkracht de ouders hiervan op de hoogte. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek op school. Er wordt verslaggeving van dit oudergesprek gemaakt. Het verslag uitprinten en vervolgens laten ondertekenen door de ouders. Dit ondertekende formulier wordt t.z.t. bewaard in de dossierkast. Zorgniveau 4: Individuele Leerlijn op basis van het ontwikkelingsperspectief Wordt er ondanks alle inspanningen weinig of geen resultaat geboekt, dan wordt er voor dit kind op basis van de verkregen gegevens een zo reëel mogelijk ontwikkelingsperspectief vastgesteld en een eigen leerroute uitgestippeld voor één of meer vakgebieden. Hiervoor is een protocol tweede leerweg vastgesteld. De leerkracht doet dit in overleg met de IB-er. Er worden afspraken gemaakt over de plaats van uitvoering. Er vindt een gesprek plaats met de ouders. De groepsleerkracht maakt in overleg met de internbegeleider een afspraak met de ouders. De IB-er is hierbij aanwezig Een leerling waar een individuele leerlijn voor wordt opgesteld, wordt minimaal 2x per jaar besproken in een zorgvergadering. Op initiatief van de interne begeleider worden deze kinderen ingepland. Externe zorg binnen het samenwerkingsverband. Zorgniveau 5: Verwijzing Wanneer de mogelijkheden om zorg te bieden aan een bepaald kind zijn uitgeput, kan de school een beroep doen op het Samenwerkingsverband WSNS, onderdeel van de externe zorgstructuur van het samenwerkingsverband. Het Samenwerkingsverband WSNS heeft de beschikking over een aantal preventieve ambulante begeleiders die zich bezig houden met o.a. coachen van de interne begeleiders en van groepsleerkrachten 17 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 5. Handelingsgericht werken Bij handelingsgericht werken (HGW) maakt de leerkracht naar aanleiding van de CITO toetsen een plan om het onderwijs vorm en inhoud te geven. Dit plan wordt tussentijds geëvalueerd in november en april aan de hand van observatie en methode-gebonden toetsen en eventueel een extra Cito toets (DMT of een andere) Daarbij wordt in ieder geval twee keer per jaar en wanneer nodig vier keer per jaar de cyclus HGW doorlopen, met de daarbij behorende stappen: 5.1 De cyclus handelingsgericht werken voor de leerkracht: Waarnemen 1. Verzamelen van gegevens, evalueren vorig plan: Hoe gaat het met de schoolontwikkeling van de leerlingen in mijn groep?. 2. Signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften: Welke leerlingen vallen op bijvoorbeeld door een lage of opvallend hoge toetsscore? Is er incidenteel sprake van terugval/sterke vooruitgang of speelt dit al langere tijd? (data-analyse op groepsniveau) Begrijpen 3. Onderwijsbehoeften benoemen: Wat vragen deze leerlingen van mij? Plannen 4.Wat heeft deze groep van mij nodig? Welke leerlingen hebben meer uitleg en oefening nodig. Kan ik dat combineren? 18 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 5. Opstellen van een groepsplan: Wat bied ik deze groep leerlingen aan? Realiseren 1. Uitvoeren van het groepsplan: Op welke momenten doe ik dit? Hoe zet ik de computer in en de RT-er of tutoren. 5.2 Het groepsplan Een groepsplan omvat een beschrijving van het onderwijsaanbod voor een bepaalde periode. Het is de bedoeling dat in het groepsplan concrete en praktische aanwijzingen staan beschreven voor de manier waarop de leerkracht omgaat met de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in de groep. Het groepsplan richt zich dus ook op het aanbod aan alle leerlingen in de groep. Een groepsplan is ook doelgericht, met hoge verwachtingen ten aanzien van alle leerlingen, om te komen tot betere resultaten. Aangezien onze school met kleine klassen werkt heeft het geen zin om de leerlingen te clusteren. De leerkracht geeft instructie op het niveau van de gemiddelde groep en maakt individuele aanpassingen. 5.3 De groepsbespreking Elke cyclus wordt afgesloten met een bespreking, waarbij alle leerkrachten, de intern begeleider en de locatieleider aanwezig zijn. De besprekingen zijn in de jaarplanning van school opgenomen. Ze vormen een belangrijke schakel in de zorg aan leerlingen. Voorafgaand aan de groepsbespreking bekijkt de intern begeleider in parnassys de evaluatie van het groepsplan en de overzichten waarin de hulp staat opgenomen en welke leerlingen opvallen. Verder beschrijft de leerkracht de onderwijsbehoeften van de leerlingen en geeft aan hoe de extra hulp wordt vormgegeven. De intern begeleider maakt een kort verslag van de afspraken en besluiten. De intern begeleider bespreekt met de leerkracht ook mogelijke begeleidingsvragen van de leerkracht(en) tijdens de groepsbespreking. Ook hiervoor geldt dat er afspraken worden gemaakt en vastgelegd. 5.4 Individuele handelingsplannen Incidenteel zullen er altijd individuele handelingsplannen blijven bestaan. Het gebeurt alleen als een leerling herhaaldelijk onvoldoende profiteert van het aanbod zoals opgenomen in het groepsplan en de aanpak die de leerkracht daarbij hanteert. Veel aspecten uit dit handelingsplan zijn ook verwerkt in het hulpplan, waardoor het individuele handelingsplan vooral een verbijzondering is van het groepsplan. De aanvulling is bijvoorbeeld een beschrijving van een specifieke aanpak of specifieke additionele voorzieningen die alleen voor deze leerling gelden. 19 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 6. Onze visie op zorg en interne begeleiding Zorg en onderwijs verwijzen naar hetzelfde (primaire) proces. Vanuit onze visie is het onderscheid tussen beiden eigenlijk niet relevant en ook niet gewenst. Onderwijs en zorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Onze mogelijkheden zijn echter niet onbegrensd. We laten ons in ons handelen leiden door de volgende overwegingen: De visie op zorg Visie op interne begeleiding De visie op instructiebehoefte en differentiatie De grenzen aan de praktische haalbaarheid 6.1 6.2 Visie op zorg (leerkracht) De leerkracht is coach en begeleidt kinderen in het ontwikkelingsproces. De leerkracht richt zich in eerste instantie altijd op het welbevinden van het individu en / of van de groep en stemt daar zijn of haar acties op af. De leerkracht is gericht op het in beeld krijgen van specifieke onderwijsbehoeftes van een kind en hanteert daarbij signaleringsinstrumenten die de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling in beeld brengt. De leerkracht heeft kennis van de wijze waarop het zorgbeleid wordt uitgevoerd ter voorkoming van problemen op sociaal- emotioneel gebied en voert de schoolafspraken uit die zijn vastgesteld rondom zorg. De leerkracht hanteert methodieken die op schoolniveau zijn afgesproken, enerzijds ter bevordering van de doorgaande lijn, anderzijds ter voorkoming van problemen (zowel cognitief als sociaal- emotioneel). De leerkracht is in staat de gegevens in het Leerlingvolgsysteem (LVS) te verzamelen (voert o.a. de toetskalender uit), gegevens te analyseren en te vertalen naar een adequaat onderwijsaanbod. De leerkracht is in staat het onderwijs zo te organiseren, dat tegemoet gekomen kan worden aan de individuele zorgvraag. Hij of zij stelt zich lerende op en vraagt om hulp, wanneer er zich problemen voordoen. De leerkracht is in staat planmatig de zorg uit te voeren. Visie op interne begeleiding Leerkrachten mogen rekenen op deskundige begeleiding met betrekking tot het onderwijskundig- en pedagogisch handelen. Hiervoor is onze Interne Begeleider verantwoordelijk: 20 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene De Interne Begeleider is: de interne coach en is in staat tot het verlenen van consultatieve begeleiding; stelt zich in de begeleiding adaptief op; in staat om leerkracht te ondersteunen bij het vergroten van de competentie onderwijskundig- en pedagogisch handelen in de groep; op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en volgt waar nodig gewenste scholing; gericht op het versterken van de eigen competenties; in staat tot het ontwikkelen en uitvoeren van de zorgstructuur volgens de principes van het HGW de vertegenwoordiger van de school in de relatie met externe instanties; degene die bewaakt of de grenzen van de zorg niet worden overschreden; de bewaker van het belang van de individuele leerling, het belang van de hele groep en het belang van de betrokken leerkracht; verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorgstructuur. 21 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 6.3 Onze grenzen aan de praktische haalbaarheid Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte stellen extra eisen aan de school (het gebouw), de leerkrachten, de IB-er en ook de medeleerlingen. Het uitgangspunt is dat elke leerkracht in principe ruimte heeft voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dat betekent echter niet dat elke leerling met een specifieke onderwijsbehoefte kan worden geplaatst op onze school. Elke aanmelding wordt expliciet beoordeeld (zie protocol toelating en verwijzing) Bij ieder verzoek tot plaatsing zal opnieuw een afweging gemaakt worden. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van specifieke onderwijsbehoefte en de extra ondersteuning die noodzakelijk is, past binnen de mogelijkheden van onze school. Het gaat daarbij om de balans tussen de hulpvraag van het kind en de (on)mogelijkheden van onze school. Ook dient daarbij meegenomen te worden of hulp extern ingeschakeld kan worden. Bij elke aanmelding wordt gekeken naar een reeks aspecten. Wat vraagt het kind met betrekking tot: Pedagogische aanpak Didactische aanpak Kennis en vaardigheden van de leerkracht en het team Materiële aspecten (gebouw) De positie van de medeleerlingen Zorgcapaciteit binnen de groep De rol van de ouders De externe ondersteuning Er kunnen zich situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor de kinderen worden bereikt: Verstoring van rust en veiligheid. Indien sprake is van een onderwijsbehoefte waarbij zich ernstige gedragsproblemen voordoen die leiden tot ernstige verstoringen van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt als wordt beoordeeld dat het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan de betreffende leerling te bieden. Onbalans tussen verzorging/behandeling – onderwijs. Een leerling met een handicap kan een specifieke verzorging/behandeling nodig hebben. Mocht daardoor zowel de zorg en behandeling als het onderwijs aan de medeleerlingen onvoldoende tot zijn recht komen, waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden, dan is de grens bereikt. Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen. Indien het onderwijs aan de leerling met een specifieke onderwijsbehoefte een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht 22 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene voor de overige (zorg)leerlingen in de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de (zorg)leerlingen in de groep; Gebrek aan zorgcapaciteit. In het verlengde van de onder punt drie beschreven situatie is de school niet in staat een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte op te nemen vanwege de zwaarte en het aantal zorgleerlingen dat al in een bepaalde groep voorkomt. Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende zorgruimte aanwezig is. Het ligt in de aard en de traditie van de school om voor kinderen uit Oene een plek te maken, hoe moeilijk ook. Zorgleerlingen kunnen in vier niveaus worden ingedeeld: Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Enkelvoudige onderwijsbehoefte* Weging = 1 waaronder hoogbegaafdheid Meervoudige onderwijsbehoefte* Weging = 2 Gedragsprobleem: Weging = 2 als dat gedrag dat voor een kind en of omgeving steeds terugkerende spanningen oproept, die zich niet vanzelf oplossen Handhaving leerlingen met sbo indicatie of Weging = 3 grenzend aan *specificeren Na alle zorgleerlingen in de groep op deze manier te hebben gescoord kan men het: a. totaal aantal zorgleerlingen optellen b. het totaal aantal wegingen optellen Hiermee kan men de zorgzwaarte berekenen en een inschatting maken of de zorgzwaarte verantwoord is. 6.4 Grenzen aan de leerbaarheid van kinderen Kinderen met de volgende kenmerken kunnen door ons opgevangen worden: Kinderen met een IQ rondom het gemiddelde: tussen 75 à 80 enerzijds en 135 à 140 anderzijds met een min of meer probleemloze ontwikkeling Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief eind groep 6. Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief begin groep 7 en/of LWOO Kinderen met een vertraagde lees- taalontwikkeling 23 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Kinderen met enkelvoudige of meervoudige dyslexie Kinderen met een vertraagde rekenontwikkeling Kinderen met dyscalculie Kinderen met (beperkte) problemen in hun sociaal-emotioneel functioneren* Kinderen met faalangst Kinderen met zwak ontwikkelde sociale vaardigheden *Hieronder vallen ook de kinderen met ADHD, lichte autistische stoornissen. Voor kinderen met de volgende kenmerken staan wij in principe ook voor open, tenzij uit aanvullend onderzoek blijkt dat deze kinderen onze zorgbreedte en/of zorgzwaarte te boven gaan: Kinderen met een IQ ondergrens van ongeveer 70. Kinderen met een ernstig vertraagde taalontwikkeling en een ontwikkelingsperspectief van eind groep 6 Kinderen met een ernstig vertraagde rekenontwikkeling en een ontwikkelingsperspectief van eind groep 6 Kinderen met (ernstige) problemen in hun sociaal-emotioneel functioneren Kinderen met (ernstige) gedragsproblemen en/of werkhoudingproblemen Kinderen met behoefte aan specialistische didactische hulp op taal/rekengebied Kinderen met behoefte aan specialistische pedagogisch hulp, bijvoorbeeld voor kinderen met kenmerken of diagnoses als NLD, ODD, PDD-nos, hechtingsstoornissen, syndroom van Down, etc. Het kan zijn dat er teveel kinderen aangemeld worden die extra begeleiding en/of ondersteuning nodig hebben. Samen met ons bestuur zullen we dan onderzoeken de Bongerd met hulp van buiten en/of extra formatie toch in staat is om aan de hulpvraag tegemoet te komen. Er zijn wel belemmeringen: In een drie- of viercombinatiegroep heeft een leerkracht weinig ruimte voor extra begeleidende taken. Met de veelheid van taken in het kader van profilering , klantgerichtheid en de veelheid aan buitenschoolse activiteiten is de werkdruk bij een leerkracht op een kleine basisschool als de onze en factor van belang. De leerling kan zich "alleen" voelen, hij kan de enige zijn met deze problemen. Er is geen aanwezige deskundigheid in de vorm van bijvoorbeeld psychologische hulp, maatschappelijk werk, logopedie of fysiotherapie. Wij kunnen wel doorverwijzen. Niet al het benodigde specifieke materiaal is altijd aanwezig. 24 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Er moet sprake zijn van een goede samenwerking tussen ouders en school en het opvolgen binnen hun mogelijkheden van elkaars adviezen. Het advies van de school is bindend. Het schoolteam heeft per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties, die bijdragen aan de zorg. De school kent zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke zorg. De kinderen moeten in beginsel op dit gebied zelfredzaam zijn. Ons schoolgebouw is wel rolstoelproof. De school krijgt voor een leerling met een handicap geringe extra formatie en ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs. Of dit afdoende zal zijn, hangt af van de beschikbare zorgcapaciteit binnen de betreffende groep. Het onderwijs aan leerlingen met een handicap vraagt om een aantal specifieke voorwaarden, die niet altijd vanzelfsprekend door ons geboden kunnen worden. Bijvoorbeeld: De noodzaak om sommige zaken intensiever te kunnen doen. Het vaker in meer kleinschalige setting, of zelfs één-op-één met de leerling te werken. Het nog meer aandacht (dan normaal al) te hebben voor het belang van structuur en veiligheid. Bij structuur kan gedacht worden aan structuur in tijd (vast dagritme), structuur in de ruimte (vaste plekken), structuur in activiteiten (kleine stapjes, goed inoefenen) en structuur in de persoonlijke betrekking ( duidelijke regels, eisen en verwachtingen). Aanmeldingen van deze kinderen worden uitgebreid door directie en i.b.-er besproken en ook het team wordt advies gevraagd, alvorens de directie een besluit neemt over toelating. Bij deze afwegingen speelt ook mee of een kind in aanmerking komt voor breedtezorg (= ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband). Een belangrijk beslissingscriterium voor de breedtezorg is de vraag of de basisschool in staat is het kind gedurende een aantal dagdelen adequaat op te vangen en de mogelijkheid heeft de benodigde expertise te ontwikkelen. 25 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene 7. Protocol Toelating en Verwijzing. Toelating en verwijzing gaat in principe op dezelfde grondslag. Het verschil is dat bij toelating dient te worden ingeschat in welk zorgniveau een kind zit. Bij verwijzing staat dit voor de school vast. De school volgt het beleid zoals vastgelegd binnen het beleid zorgplicht en passend onderwijs van ons samenwerkingsverband WSNS, ons schoolbestuur en tenslotte in ons eigen, bovenstaande schoolbeleid. Passend onderwijs begint bij onze school. Aanmeldingsprocedure Als ouders van een leerling met een specifieke onderwijs en/of begeleidingsvraag hun kind bij ons op school aanmelden, dan hanteren we het volgende stappenplan: Stap 1 Ouders melden hun kind aan op onze school. Stap 2 Gesprek met de ouders waarin gegevens worden uitgewisseld en wordt toegelicht hoe de school met het aanmeldingsverzoek om zal gaan. Ouders moeten schriftelijk toestemming geven voor het opvragen van gegevens over hun kind elders. Bij dit gesprek is vanuit school minimaal aanwezig: de IB-er en de directeur. Stap 3 Het team wordt geïnformeerd over het verzoek. Er wordt informatie verzameld (door de internbegeleider) over de leerling, over zijn mogelijkheden en zijn beperkingen. Er wordt een analyse gemaakt van de (on)mogelijkheden van onze school. (zie hiertoe bijlage over gewenste hulp- en schoolmogelijkheden.) Stap 4 Met het team de verzamelde informatie bespreken. Stap 5 Het team brengt advies uit: plaatsen (er zijn wellicht nog vragen, verder onderzoek is nodig,) of afwegen van voorwaardelijke plaatsing, of niet plaatsen omdat onze school geen adequaat onderwijsaanbod kan realiseren Plaatsingsbeslissing Stap 6 Directie neemt een formeel besluit. Stap 7 Daarna worden de ouders door de directie geïnformeerd over het besluit. Bij plaatsing: gesprek met ouders, vastleggen van de tussen de school en ouders gemaakte afspraken over de aanpak van de leerling, verdere afspraken maken over de gang van zaken. Informeren van ouders en kinderen. Bij verder onderzoek: gesprek met ouders, aanvullende informatie halen en opnieuw besluiten. Bij afwijzing: gesprek met ouders, motivering op schrift zetten, met ouders en andere scholen naar alternatieven zoeken. Informeren van Bestuur en PCL. 26 Ondersteuningsprofiel Daltonschool de Bongerd te Oene Uitvoering besluit Bij plaatsing: Stap 8 In overleg met de ouders en ondersteunende instellingen opstellen van een handelingsplan. Stap 9 (Handelings-) plan laten ondertekenen door ouders. Stap 10 Verdere afspraken maken over gang van zaken (bijvoorbeeld PAB) Bij niet plaatsing: Stap 8 Schriftelijk motiveren van besluit. Stap 9 Gesprek met ouders. Stap 10 Afspraken maken over vervolg = zorgdragen voor plaatsing elders met ondersteuning van PCL. Handelen volgens passend onderwijs en zorgplicht, nu en binnen de regelgeving na 2011. 27