B&W.nr.: 08.0402, d.d. 13 mei 2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Stichting Urgente Noden Leiden BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. Kennis te nemen van bijgaande notitie “Stichting Urgente Noden Leiden”, d.d. mei 2008; 2. Vanuit de door het ministerie van SZW beschikbaar gestelde extra middelen armoedebestrijding bij kinderen in 2008 en 2009 per jaar €25.000 als subsidie te verstrekken aan de Stichting Urgente Noden Leiden; 3. De financiële consequenties van dit besluit te regelen bij de eerstvolgende algemene begrotingswijziging Samenvatting In Leiden is een voorbereidingsgroep bezig met de oprichting van de Stichting Urgente Noden Leiden. Doel is om door middel van publiek-private samenwerking te komen tot één centraal loket, waar hulpverleningsinstanties namens hun cliënten een beroep kunnen doen op financiële noodhulp. Het gaat om individuele financiële noodhulp wanneer geen enkele andere voorziening mogelijk is. De hulp wordt gefinancierd uit particuliere fondsen; de gemeente draagt bij in de exploitatie- en uitvoeringskosten. De gemeente steunt dit initiatief met een subsidie van €25.000 per jaar. In 2009 zal een evaluatie plaatsvinden. Indien het loket voorziet in een maatschappelijke behoefte wordt de subsidie structureel, mits de financiële middelen beschikbaar zijn. Notitie Stichting Urgente Noden Leiden 1. Inleiding Voor mensen met een laag inkomen is er een gerede kans dat zij voor onverwachte noodzakelijke uitgaven komen te staan, waarin zij zelf niet kunnen voorzien en waarvoor zij ook geen beroep kunnen doen op een wettelijke voorziening. Zelfs bijzondere bijstand of schuldhulpverlening is ondanks een aantoonbare noodsituatie niet altijd mogelijk. Een aansprekend voorbeeld is huisuitzetting in verband met huurschuld (91 in Leiden in 2005) In Leiden kan men in een dergelijke situatie voor financiële hulp nog aankloppen bij de Stichting Samenwerkende Fondsen Leiden (SSFL). De SSFL springt in waar de overheid niets meer kan doen. De middelen komen van particuliere fondsen. Op dit moment leidt de SSFL echter een enigszins verborgen bestaan. Gevolg is dat niet iedereen die een beroep kan doen op de fondsen ook daadwerkelijk daarmee in contact komt. De SSFL heeft er daarom voor gekozen om zich om te vormen tot meer professionele organisatie en zoekt daarvoor commitment en financiële steun bij de gemeente 2. Privaat/Publieke samenwerking (PPS) In een toenemend aantal steden in Nederland werken particuliere fondsen succesvol samen met de gemeente. Er is één loket voor het indienen van aanvragen. Aanvragen komen alleen binnen via hulpverleningsinstanties, maatschappelijk werk etc. De huisvestings-, salaris- en bureaukosten worden gedragen door de gemeente. Het geld van de fondsen komt voor 100% ten goede komt van de aanvragers. Door de exploitatie te faciliteren erkent de overheid het maatschappelijk belang, neemt de bekendheid van de fondsen toe en is continuïteit gewaarborgd. Betrokkenheid van de gemeente is voor de fondsen vaak een voorwaarde om mee te doen. Bij de samenwerkende fondsen is veel geld beschikbaar voor goede doelen. De ervaring in andere steden heeft geleerd dat het uitgekeerde bedrag altijd een veelvoud is van het bedrag dat de gemeente investeert. Op aanvragen wordt snel beslist, zonodig binnen 24 uur. Het gaat immers om acute noodhulp. Er wordt in de regel slechts een beperkt onderzoek gedaan. De schuldvraag “hoe is het zover gekomen” wordt niet gesteld. Daar staat tegenover dat aanvragen, zoals gezegd alleen door hulpverleningsinstellingen kunnen worden ingediend en dat een bijdrage bijna altijd eenmalig is. 3. Toezegging gemeente De SSFL is op dit moment ver gevorderd met de voorbereiding van een doorstart onder de naam Stichting Urgente Noden Leiden. De insteek was om te gaan werken volgens het hiervoor geschetste model, waarbij de uitvoeringskosten dus voor de gemeente zijn. In april 2007 heeft de toenmalige wethouder Sociale Zaken en Cultuur mondeling zijn steun toegezegd. In de programmabegroting 2008 wordt het onderwerp genoemd, maar een financiële dekking ontbreekt. Het bestuur van de stichting heeft nu behoefte aan zekerheid. Op 31 januari 2008 heeft een afvaardiging van het bestuur in een gesprek met de wethouder Cultuur, Werk en Inkomen nogmaals een toelichting gegeven. Conclusies na deze toelichting: de grote meerwaarde van de voorgestelde werkwijze is de aanjaagfunctie. Er gaat veel meer geld naar burgers in een noodsituatie dan de gemeente investeert. De bestuursvoorzitter zegt letterlijk: “Wij komen geld brengen”. Hij garandeert in de vorm van directe financiële hulp minimaal een verdrievoudiging van het door de gemeente geïnvesteerde bedrag. belangrijke fondsen doen niet mee, als de gemeente afhaakt. Het bestuur heeft inmiddels van vier fondsen een toezegging voor 2008 gekregen van €20.000, direct beschikbaar voor noodhulp. De fondsen hebben alle de voorwaarde gesteld dat de beoogde PPSconstructie tot stand komt. In totaal is dus minimaal €80.000 beschikbaar. Ter vergelijking: in 2007 is door de SSFL op 55 van de 75 aanvragen positief beslist en in totaal €21.989,= uitgekeerd. Het bovenstaande biedt voldoende basis om de stichting de kans bieden om zijn bestaansrecht te bewijzen. 4.1.Financiering uit werkdeel WWB niet mogelijk Onderzocht is of de financiering van een arbeidsplaats bij het fonds uit het werkdeel WWB mogelijk is. Het mes snijdt dan aan twee kanten. De aan te stellen persoon zou op basis van de huidige regelgeving uitkeringsgerechtigd of (als Nugger) jonger dan 27 jaar moeten zijn. De kans dat in het huidige bestand van niet werkende werkzoekenden iemand gevonden wordt die geschikt is voor de functie is bijzonder klein. Naast de gebruikelijke eigenschappen van een bureaumedewerker zijn minimaal de volgende kwaliteiten (of competenties) noodzakelijk: brede kennis van sociale wetgeving en sociale kaart uitstekend inlevings- en beoordelingsvermogen besluitvaardigheid Wie over deze kwaliteiten beschikt, heeft goede kansen op de arbeidsmarkt en komt niet in aanmerking voor loonkostensubsidie (“Opstap- of sleutelbaan”). Bovendien moet re-integratiegeld in beginsel gericht zijn op uitstroom naar regulier werk, terwijl de stichting behoefte heeft aan continuïteit. 4.2.Financiering uit budget voor het minimabeleid Alternatief is financiering uit het budget voor het minimabeleid. Omdat het uitgangspunt is dat het voor de burger veel meer opbrengt dan het de gemeente kost, is dit een verantwoorde keuze. Er is nog enige ruimte in de extra-middelen voor armoedebestrijding die het Rijk beschikbaar heeft gesteld. Leiden ontvangt hiervan in 2008 en 2009 €361.000 per jaar. 5. Voorstel subsidieverstrekking Alles afwegende is het voorstel om voor de jaren 2008 en 2009 jaarlijks €25.000 in de vorm van een algemene subsidie te verstrekken. De gemeente verbindt zich dus niet om een arbeidsplaats te faciliteren. De gemeente geeft de Stichting Urgente Noden Leiden de opdracht mee om aan de hand van jaarverslag en jaarrekening aan te tonen dat het beoogde aanjaageffect in voldoende mate wordt bereikt. Concrete doelstelling is verdrievoudiging van het geïnvesteerde bedrag in de vorm van noodhulp aan de Leidse burger. Onder het voorbehoud dat de gemeente t.z.t. daarvoor de middelen beschikbaar heeft, is voortzetting van de subsidie na 2009 mogelijk indien de genoemde €75.000 aan noodhulp per jaar, wordt gerealiseerd. .