Borst- en eierstokkanker Preventieve maatregelen voor draagsters van een BRCA 1- OF BRCA 2 mutatie Deze tekst is bedoeld voor vrouwen die behoren tot een familie waarin een BRCA1- of BRCA2mutatie gevonden werd. INLEIDING 2 PREVENTIEVE MAATREGELEN VOOR BORSTKANKER 3 A. MEDISCHE FOLLOW-UP Doel 1. Borstzelfonderzoek 2. Klinisch onderzoek en echografie 3. Nucleaire magnetische resonantie 4. Mammografie Bedenkingen Samenvatting 3 3 3 3 4 4 5 5 B. PREVENTIEVE CHIRURGIE Doel 1. Soorten mastectomie 2. Mogelijkheden na mastectomie 6 2.1 Mastectomie zonder reconstructie 2.2 Mastectomie met onmiddellijke reconstructie a. Reconstructie met lichaamseigen weefsel Voor- en nadelen b. Reconstructie met prothese Voor- en nadelen 2.3 Mastectomie met latere reconstructie 3. Medische opvolging Opmerking 6 6 6 8 8 9 10 10 11 11 11 C. CHEMOPREVENTIE 11 PREVENTIEVE MAATREGELEN VOOR EIERSTOKKANKER 12 A. MEDISCHE FOLLOW-UP Doel 1. Klinisch onderzoek 2. Echografie 3. Biochemisch onderzoek 12 12 12 12 13 B. PREVENTIEVE CHIRURGIE 13 13 13 14 14 14 Doel 1. Verwijdering van beide eierstokken en eileiders 2. Verwijdering van eierstokken, eileiders en de baarmoeder 3. De menopauze 4. Opvolging 2 INLEIDING Deze tekst is bedoeld voor vrouwen die behoren tot een familie waarin een BRCA1- of BRCA2mutatie gevonden werd. Vrouwen die draagster zijn van een BRCA1- of BRCA2-mutatie, hebben een veel groter risico op borst- en eierstokkanker dan vrouwen zonder deze afwijking. Afhankelijk van de aard van de afwijking bedraagt de kans om vóór 80 jaar borstkanker te krijgen 60 tot 80%. Deze vrouwen hebben ook een groter risico (20 à 40%) op eierstokkanker (de grootte van het risico is afhankelijk van de aard van de genetische afwijking). Zij hebben dus een “voorbeschiktheid” voor borst- en eierstokkanker (geen absolute zekerheid maar een sterk verhoogde kans). Wat betreft preventieve maatregelen voor borst- en/of eierstokkanker kunnen deze vrouwen telkens kiezen tussen twee opties: een regelmatige medische follow-up of een preventieve operatie. Onderstaande tekst geeft een overzicht van de mogelijkheden op dit vlak. PREVENTIE MAATREGELEN VOOR BORSTKANKER A. MEDISCHE FOLLOW-UP Doel Door een regelmatige medische follow-up een eventuele tumor in een zo vroeg mogelijk stadium ontdekken om de kans op genezing zo groot mogelijk te maken. Dit is aangewezen vanaf 30 jaar of 5 jaar vroeger dan de leeftijd waarop in de familie het vroegst borst- of eierstokkanker optrad. Het onderzoek laat men best doen in een gespecialiseerd borstcentrum. 1. Borstzelfonderzoek Het is belangrijk dat een tumor in een vroeg stadium ontdekt wordt. Daarom is het aangewezen om regelmatig de borsten te onderzoeken en bij abnormaal aanvoelen of twijfels tijdig een arts te consulteren. Wanneer: maandelijks op een vast tijdstip - Eén week na het einde van de menstruatie - Bij onregelmatige menstruele cyclus en na de menopauze steeds op ongeveer dezelfde dag van de maand Hoe: (info: Brochure van de Vlaamse Liga tegen Kanker) 2 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 3 - Onder de douche: - Natte vingers laten glijden over elk gedeelte van de borst, rechterhand voor de linkerborst en omgekeerd - Voor de spiegel: - Armen naast het lichaam laten hangen en borsten bekijken - Armen boven het hoofd brengen en borsten bekijken - Handpalmen op de heupen brengen, de handen stevig in de zij drukken, zodat de borstspieren gespannen zijn en opnieuw de borsten bekijken - In lighouding: - Om de rechterborst te onderzoeken: - Een kussen plaatsen onder die schouder en de rechterhand onder het hoofd leggen, met de vlakke vingers van de linkerhand lichte druk uitoefenen op de borst. - De vingers in de richting van de wijzers van de klok bewegen, te beginnen op 12u helemaal bovenaan de borst en zo naar 1u. In een cirkel de omtrek van de borst onderzoeken, deze beweging herhalen door telkens 2,5 cm op te schuiven in de richting van de tepel. Tot slot de tepel nakijken door de tepel tussen duim en wijsvinger te knijpen. - Alles herhalen voor de linkerborst 2. Klinisch onderzoek en echografie - Halfjaarlijks in een gespecialiseerd borstcentrum door een arts met ervaring in borstkanker - Klinisch onderzoek: Uitwendige inspectie en palpatie van de borsten en klierstreken door de arts met als doel een eventuele verharding, verandering of uitwendige abnormaliteiten (roodheid, tepelvocht, verlies, terugtrekking van de huid of tepel) te kunnen opsporen - Echografie: - De borsten en de okselklierstreek worden met een speciale echografiesonde nagekeken - Hoge frequentie geluidsgolven worden door de computer omgezet in een beeld - Duur: 5 tot 30 minuten - Onschadelijk (er wordt geen röntgenstraling gebruikt) en pijnloos 3 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 4 3. Nucleaire magnetische resonantie (NMR) - Jaarlijks in een gespecialiseerd centrum - Best tussen vijfde en tiende dag van de menstruele cyclus - Hoe: - D.m.v. een magnetisch veld worden beelden gemaakt van de beide borsten, eerst zonder contrasttoediening, nadien met contrasttoediening (wordt ingebracht via een bloedvat). - Het onderzoek gebeurt in buikligging met beide borsten in een uitsparing van de tafel. - Men wordt in een toestel geschoven in een smalle ruimte. Daarbij worden kloppende geluiden geproduceerd. Een spiegel en hoofdtelefoon maken contact met de begeleider mogelijk. - Voordeel: - Goede aanvulling naast mammografie en echografie indien de beelden moeilijk te beoordelen zijn - Er wordt geen röntgenstraling gebruikt - Nadeel: - enkele contra-indicaties: claustrofobie, pacemaker - veel vals-positieve bevindingen: onnodige ongerustheid, bijkomende onderzoeken - toestel niet overal beschikbaar. 4. Mammografie Voor een lijst van erkende mammografische eenheden: zie website http://www.wvc.vlaanderen.be/kanker/ - Jaarlijks in een gespecialiseerd borstcentrum; indien jonger dan 30 jaar: eenmalig één oblique(schuine) opname per borst - Best tussen vijfde en tiende dag van de menstruele cyclus - Hoe: - Radiografie van de borsten dmv mammografietoestel - Op een gestandaardiseerde manier wordt de borst op de radiografieplaat gelegd en vervolgens samengedrukt, zodat een optimale beeldkwaliteit kan bekomen worden Dit is ongemakkelijk en soms pijnlijk, maar dit veroorzaakt geen blijvende schade aan het borstweefsel. 4 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 5 Bedenkingen Indien er tijdens de regelmatige medische follow-up borstkanker (zelfs in een vroeg stadium) wordt ontdekt, is er een risico van gemiddeld 15-25% om aan de gevolgen van deze kanker te overlijden, ook als de nodige maatregelen werden getroffen (de chirurgische ingreep om de tumor te verwijderen, de okselingreep en de eventueel nodige radio- en/of chemotherapie). Als er geen radio- en/of chemotherapie wordt voorzien, kan de reconstructie onmiddellijk gebeuren. Als er wel radio- en/of chemotherapie wordt voorzien, dan is dit niet aangewezen. Samenvatting Preventieve onderzoeken voor BRCA1-2 mutatie-drager - maandelijks: - borstzelfonderzoek - halfjaarlijks: - echografie en klinisch onderzoek - jaarlijks: - echografie en klinisch onderzoek - nucleaire magnetische resonantie (NMR) - mammografie (<30 jaar: eenmalig één oblique (schuine) opname per borst) 5 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 6 B. PREVENTIEVE CHIRURGIE Doel Het verwijderen van alle borstklierweefsel (mastectomie) met inbegrip van tepel en tepelhof. Deze ingreep is aangewezen om het risico op borstkanker te reduceren. Er kan na de ingreep een kleine hoeveelheid borstklierweefsel overblijven. Het risico om toch nog borstkanker te ontwikkelen daalt tot 1-2%. 1. Soorten mastectomie In functie van het al dan niet onmiddellijk laten uitvoeren van een borstreconstructie na de mastectomie, onderscheidt men: - Totale mastectomie: Wegname van praktisch al het borstklierweefsel samen met tepel en tepelhof en een groot gedeelte van de huid, zonder de lymfeknopen. Dit geeft een vlakke borstkaswand en een litteken van de middellijn tot aan de oksel. - Huidsparende mastectomie: Wegname van praktisch al het borstklierweefsel samen met de tepel en tepelhof maar met behoud van de huid. De borsten worden daarna onmiddellijk gereconstrueerd. Een borstreconstructie betekent dat men een kunstmatige borststructuur vormt op de plaats waar de borst werd verwijderd. 2. Mogelijkheden na mastectomie: reconstructie of niet 2.1 Mastectomie zonder reconstructie In dit geval wordt er een totale mastectomie uitgevoerd, waarbij borstklierweefsel, tepel, tepelhof een een groot gedeelte van de huid worden verwijderd. Uitwendige prothesen zijn dan beschikbaar. - Tijdens het helingsproces gebruikt men een zachte voorlopige prothese met speciale BH. Deze uitwendige prothese bestaat uit een stoffen hoesje opgevuld met gecentreerde watten (indien geen speciale BH kan er een speciaal hoesje aan de binnenzijde van de BH genaaid worden). Vereisten voor de BH: - de volledige prothese omvatten - de prothese ondersteunen, niet knellen - de prothese goed op zijn plaats houden - liefst zonder beugel - dunne schouderbandjes vermijden (wegens afknellen) Het bedrag van de prothese wordt terugbetaald door de mutualiteit. 6 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) - Als de wonde helemaal genezen, is maakt men gebruik van een definitieve prothese. 7 Deze uitwendige prothese bestaat uit een siliconenmengsel omhuld met een uiterst dunne en flexibele folie die vergelijkbaar is met de huid. Soorten: - Prothese in de BH - Prothese op de huid met speciale kleefstof. Dit belet verschuiven en laat sportactiviteiten beter toe. Voordelen: - Het gewicht en de omvang van de prothese benaderen de verwijderde borst waardoor het uitwendig uitzicht behouden blijft. Daarenboven is het belangrijk voor het lichamelijk evenwicht en ter preventie van rugklachten. - Door een goede warmtegeleiding voelt de prothese aan als een deel van het eigen lichaam. - De prothese bootst zo getrouw mogelijk het borstweefsel na en dankzij de souplesse geeft ze mee met de bewegingen. - Ze is bestand tegen transpiratie en neemt geen vocht op, dus geeft geen geurhinder. - De prothese is makkelijk te reinigen en kan tegen chloor- en zeewater. - Bijkomende chirurgie wordt vermeden. Nadelen: - Het dragen van open kledij kan moeilijk zijn. - De prothese kan soms huidirritatie veroorzaken. - Ze kan soms verschuiven indien gedragen met gewone BH. - Bepaalde handelingen in het dagelijkse leven, bv. sporten of hobby’s, kunnen bemoeilijkt worden. - Bij gewichtsverandering zal de prothese niet in volume veranderen. Onderhoud: best dagelijks reinigen - in handwarm water eventueel met een zacht wasmiddel of zeep of speciaal onderhoudsproduct en nadien goed afdrogen - niet reinigen met aceton of alcohol - nooit in de nabijheid van een warmtebron leggen Het terugbetalingstarief van de mutualiteit is behoorlijk en wordt toegestaan zes weken na de ingreep, na 1 jaar en nadien om de twee jaar. 7 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 8 2.2 Mastectomie met onmiddellijke reconstructie Indien de mastectomie uitgevoerd wordt om borstkanker te voorkomen, gebeurt de reconstructie meestal aansluitend op de verwijdering van het borstklierweefsel (huidsparende mastectomie). Uitzonderlijk kan een laattijdige reconstructie plaatsvinden (zie 2.3). Uiteraard dienen de verschillende mogelijkheden en de voor- en nadelen van een mastectomie met reconstructie uitgebreid besproken te worden met de borstchirurg en de plastische chirurg. Een borstreconstructie kan verricht worden (a) met lichaamseigen weefsel of (b) met inwendige prothesen. a. Reconstructie met lichaamseigen weefsel Voor een onmiddellijke reconstructie wordt er in UZ Leuven meestal lichaamseigen weefsel gebruikt. Eerst wordt een huidsparende mastectomie uitgevoerd door een arts ervaren in borstkankeroperaties. Daarna zijn er twee mogelijkheden: - reconstructie met transplantatie van vetweefsel uit de buik - reconstructie met transplantatie van vetweefsel uit de bilstreek Deze transplantatie wordt uitgevoerd door een plastisch chirurg gespecialiseerd in microchirurgie om de kleine bloedvaten die het vetweefsel bevloeien op te sporen, los te maken en terug vast te hechten. ¾ Transplantatie van vetweefsel uit de buik - Een ellipsvormige huid- en vetlaag wordt ter hoogte van de onderbuik vrijgemaakt samen met een aan- en afvoerend bloedvat. Het geheel wordt verplaatst naar de borststreek waar de vaten microchirurgisch worden vastgehecht op bloedvaten in de oksel of achter het borstbeen. Via deze verbinding kan de bloedcirculatie doorheen de vetlaag verlopen zodat het stuk weefsel kan blijven leven. Op de plaats waar voorheen de tepelhof was wordt er een stukje buikhuid geplaatst. - Hechting van de wondranden: - ter hoogte van de buik is er een litteken over de hele breedte in de bikinilijn; ook de navel wordt gereconstrueerd. - ter hoogte van de borsten is er een ringrond litteken rond de weggenomen tepelhof, met een korte uitloper naar de oksels toe. - Er wordt geen stuk van de buikspier genomen. Hierdoor blijft de stevigheid van de buikspier behouden en is er een volledig herstel ter hoogte van de buik. Dit herstel duurt ongeveer drie maanden. - De maximumgrootte van het borstvolume hangt deels af van de hoeveelheid vetweefsel ter hoogte van de buik. - Na ongeveer 3 tot 6 maanden kan het tepelcomplex worden gevormd. De tepel wordt meestal gereconstrueerd door middel van een huidflapje dat wordt opgelicht om een knopje te maken. Voor het tepelhof wordt er op de huid een 8 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 9 tatoeage aangebracht. Deze tatoeage dient te worden herhaald omdat het huidpigment na enige tijd vervaagt. - Voordeel van het gebruik van buikweefsel: - de twee borsten kunnen gedurende dezelfde ingreep gereconstrueerd worden. - Nadeel van het gebruik van buikweefsel: - het is een zeer uitgebreide operatie met een lange verdoving en een groot operatiegebied, met de nodige revalidatie als gevolg. ¾Transplantatie van vetweefsel uit de bilstreek Hierbij wordt weefsel ter hoogte van de bilstreek genomen, ook weer met de bijhorende bloedvaten. Er wordt slechts één zijde tegelijk geopereerd; na 3 maanden komt de andere zijde aan de beurt. Deze techniek wordt toegepast wanneer de hoeveelheid buikweefsel onvoldoende is, of als de persoon niet wil dat er aan de buik geopereerd wordt. - Voordeel van het gebruik van bilweefsel: - de recuperatie na de ingreep is meestal iets sneller - Nadeel van het gebruik van bilweefsel: - de vorm van de bilstreek verandert en de omtrek vermindert - er zijn twee operaties nodig met tweemaal een verdoving Voorwaarden voor lichaamseigen reconstructie: - De vrouw dient een goede algemene conditie te hebben (omwille van de uitgebreide ingreep). - De vrouw dient te stoppen met roken minimum 3 tot 6 maanden vóór de ingreep, omwille van vasoconstrictie van de bloedvaten; ook na de ingreep wordt de rookstop sterk aangeraden. - De vrouw dient een redelijk overschot aan vetweefsel ter hoogte van de buik of de billen te hebben. Voordelen van een lichaamseigen reconstructie: - Het resultaat is esthetisch meestal zeer goed ter hoogte van de borststreek: de borsten zijn zacht en zo natuurlijk mogelijk. - Er worden geen lichaamsvreemde voorwerpen ingebracht, dus geen vreemde reacties. - Ondanks de lange operatietijd en de ongemakken na de operatie is er een volledig herstel mogelijk. 9 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) - Eventuele complicaties (bloeding, trombose, infectie) komen bijna uitsluitend voor tijdens het ziekenhuisverblijf (5-7 dagen); daarna zijn complicaties eerder uitzonderlijk. - Er zijn geen heringrepen nodig op lange termijn, tenzij esthetische correcties. 10 Nadelen van een lichaamseigen reconstructie: - Tijdens de ingreep kan het gebeuren dat de bloedvoorziening niet loopt zoals het hoort en dit kan leiden tot het afsterven van het weefsel na de reconstructie. De nieuwe borst moet dan worden verwijderd. Dit is uiteraard psychisch belastend voor de vrouw. De mogelijkheid bestaat om een prothese in te brengen en om achteraf eventueel opnieuw een reconstructie uit te voeren, bijvoorbeeld vanuit de de bil als eerst met buikweefsel werd geopereerd. - Na de ingreep voelt men pijn op de plaats waar het weefsel is weggenomen en op de plaats van de nieuwe borsten. - De herstelperiode: - Na ongeveer 6 weken is werkhervatting meestal mogelijk (afhankelijk van het soort werk) - Na 3 maanden is men terug in staat om alle activiteiten te hervatten (ook sporten) - Het risico op totale mislukking bedraagt 2%. Het risico op een gedeeltelijk afsterven van het vetweefsel bedraagt 6-8%. Opmerkingen 1) De financiële kost van deze vormen van reconstructie kan hoog oplopen en wordt niet volledig vergoed door het ziekenfonds. In heel wat gevallen komt een hospitalisatieverzekering tussen in de kosten. Best vooraf goed informeren bij de chirurgen. 2) Er zijn nog andere technieken van borstreconstructie met lichaamseigen weefsel, bv. reconstructie met een rugspier. Deze ingreep wordt echter in UZ Leuven zelden of niet uitgevoerd omwille van de nadelen. Eén van de nadelen is de funktiebeperking ter hoogte van de schouders na de ingreep. b. Reconstructie met inwendige prothese De reconstructie van borsten met inwendige prothesen na een preventieve mastectomie is een ingewikkeld probleem. Het plaatsen van de prothese direct onder de huid houdt een aantal risico’s in: mogelijke perforatie van de huid, kapselvorming, oneffenheden, slecht esthetisch resultaat,… De prothese onder de borstspier plaatsen is echter ook niet de ideale oplossing want het onderste gedeelte van de prothese is dan niet bedekt en dit kan leiden tot dezelfde, hierboven vermelde problemen. - Voordelen van een reconstructie met prothesen: - Het gaat om een korte, relatief eenvoudige ingreep. - De revalidatieperiode is meestal wat korter. 10 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 11 - Er zijn weinig verwikkelingen (infecties, bloedingen) rond de periode van de ingreep - Nadelen van een reconstructie met prothesen: - Het geeft een minder goed esthetisch resultaat. - Er is een beperking in de omvang van de gereconstrueerde borst (max. B-cup) - Na verloop van tijd kunnen allerlei verwikkelingen optreden: plooivorming, verplaatsen van de prothese, scheuren, lekken en slijtage van het implantaat,… Bijkomende ingrepen zijn dan meestal noodzakelijk. 2.3 Mastectomie met latere reconstructie Deze reconstructie volgt op een vroegere totale mastectomie waarbij borstklierweefsel, tepel, tepelhof en borsthuid werden verwijderd. a. Reconstructie met lichaamseigen weefsel Deze reconstructie is eveneens een transplantatie van vetweefsel samen met een groot gedeelte van de huid uit de buik -of bilstreek. Dit geeft andere littekenvorming ter hoogte van de borst dan na een onmiddellijke reconstructie: het litteken loopt ellipsoïd rond de borst (bovenaan de borst met de welving mee en onderaan in de vouw van de borst). b. Reconstructie met prothesen Deze ingreep gebeurt enkel indien er na een totale mastectomie na verloop van tijd een gemis blijft en indien men niet kiest voor een lichaamseigen reconstructie. Om grotere prothesen te kunnen plaatsen is het vaak nodig eerst de borsthuid uit te rekken via een expander. Dit is een tijdelijke prothese die op regelmatige tijdstippen wordt bijgevuld. Na ongeveer drie maanden zullen de huid en de spieren voldoende gerokken zijn om de tijdelijke prothese te verwijderen en de definitieve te plaatsen. Voor kleine implantaten is dat niet nodig. 3. Medische opvolging van de borsten na preventieve chirurgie Er wordt aanbevolen jaarlijks een klinisch onderzoek te laten uitvoeren. Beeldvorming zoals echografie of mammografie is niet meer nodig. Opmerking Vanaf 60-65 jaar wordt er geen preventieve mastectomie meer uitgevoerd, omdat het herstel langzamer en moeilijker verloopt en omdat de winst in te verwachten levensduur eerder beperkt is op die leeftijd. C. CHEMOPREVENTIE Het staat vast dat sommige medicatie die gebruikt wordt in de behandeling van borstkanker, preventief werkt ter hoogte van de andere borst. Als mogelijkheid hier zijn er bv. Selective Estrogen 11 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 12 Receptor Modulators (SERM). Deze lijken op vrouwelijke hormonen, doch hebben een blokkerend effect ter hoogte van de borsten. Een ideaal middel dat enerzijds een oestrogeen effect heeft op het bot, de vagina, de blaas en het zenuwstelsel en anderzijds een anti-oestrogeen effect op het borst- en baarmoederweefsel bestaat jammer genoeg nog niet. Het risico op borstkanker aan de andere borst blijkt met de helft te verminderen als SERM gebruikt wordt door borstkankerpatiënten. Als dergelijke medicatie gegeven wordt aan vrouwen met een hoog risico op borstkanker, gebeurt dat best in het kader van wetenschappelijk onderzoek. PREVENTIE MAATREGELEN VOOR EIERSTOKKANKER Hier wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de twee gekende BRCA-mutaties, BRCA1 en BRCA2. Zowel voor de medische follow-up als voor de preventieve chirurgie wordt een andere beginleeftijd voorop gesteld, afhankelijk van de mutatie. A. MEDISCHE FOLLOW-UP Doel Deze onderzoeken geven de mogelijkheid tot vroege detectie en worden aangeraden voor personen met een BRCA1-mutatie vanaf 30 jaar en voor personen met een BRACA2-mutatie vanaf 40 jaar beginnen 1. Klinisch onderzoek - Half jaarlijks door een ervaren gynaecoloog - Uitwendige palpatie van de onderbuik en vaginaal onderzoek van baarmoeder en eierstokken 2. Echografie - Half jaarlijks door een ervaren gynaecoloog - Terwijl de vrouw in gynaecologische houding ligt wordt via de vagina door middel van een sonde een beeld gemaakt van de eileiders en de eierstokken - Hoge frequentie geluidsgolven worden door een computer omgezet tot een beeld - Duur: ongeveer 10 minuten - Dit onderzoek is wel wat vervelend, maar niet echt pijnlijk 3. Biochemisch onderzoek - half jaarlijks een bloedname - Via een bloedname wordt CA125 nagekeken. CA125 is een eiwit dat geproduceerd wordt aan de oppervlakte van sommige cellen en dit niet alleen ter hoogte van de eierstokken en de eileiders 12 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 13 doch ook ter hoogte van de baarmoeder, de baarmoederhals, het buikvlies en het longvlies. Het CA125 kan dus ook gestegen zijn om andere redenen dan omwille van een ovariumtumor. Zo kunnen sommige goedaardige afwijkingen van de eierstokken, een reactie in de buik, een zwangerschap en zelfs een menstruatie op het moment van de bloedafname gepaard gaan met een ‘valse’ stijging van het CA125 . B. PREVENTIEVE CHIRURGIE Doel Het verwijderen van de eierstokken, de eileiders en eventueel de baarmoeder om zo eierstokkanker te voorkomen. De wegname van beide eierstokken en eileiders vóór 40 jaar heeft, door het wegvallen van de oestrogeenproductie, daarenboven tot gevolg dat het risico op borstkanker daalt Preventieve chirurgie wordt sterk aangeraden bij draagsters van een BRCA-mutatie: - Indien een BRCA1-mutatie: vóór de leeftijd van 40 jaar (of vroeger afhankelijk van de vroegste beginleeftijd van eierstokkanker in de familie). - Indien een BRCA2-mutatie: vóór de leeftijd van 50 jaar (of vroeger afhankelijk van de vroegste beginleeftijd van eierstokkanker in de familie) Er kan dus in principe gewacht worden tot er geen kinderwens meer is. 1. Verwijdering van beide eierstokken en eileiders Deze operatie noemen we een bilaterale salpingo-ovariectomie (BSO). Ze gebeurt meestal laparoscopisch onder algemene verdoving. Via een kleine insnede (ongeveer 1 cm) in de buik ter hoogte van de onderrand van de navel brengt de arts een dunne holle naald in de buikholte. Door die naald wordt de buik gevuld met onschadelijk gas. Zo ontstaat meer ruimte in de buik, wat noodzakelijk is om de verschillende organen beter te zien. Daarna wordt via dezelfde insnede de laparoscoop (kijkbuis) in de buik gebracht en op een videocamera aangesloten. De baarmoeder, de eierstokken en eileiders zijn zo zichtbaar op een monitor. Ook op een paar andere plaatsen, zoals net boven het schaambeen en/of de zijkanten van de onderbuik, worden sneetjes gemaakt, waardoor men operatie-instrumenten kan inbrengen. Via deze insneden kan men de eierstokken en eileiders verwijderen. Voordelen Via de hierboven geschetste techniek wordt een ingrijpende operatie (met een grote insnede in de buik) vermeden. De kleine insneden veroorzaken minder hinder, het ziekenhuisverblijf is minder lang (meestal minder dan 3 dagen) en het herstel verloopt veel sneller. De buikholte blijft afgesloten zodat er minder prikkeling is van het buikvlies. De darmen komen na de operatie veel sneller terug op gang. 13 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006) 14 2. Verwijdering van de eierstokken, eileiders en de baarmoeder In overleg met de gynaecoloog kan er voor gekozen worden om samen met de eileiders en de eierstokken ook de baarmoeder te verwijderen. Het verwijderen van de baarmoeder gebeurt via een laparoscopisch geassisteerde vaginale hysterectomie (LAVH) onder algemene verdoving. Op dezelfde laparoscopische wijze als bij een BSO (zie punt 1) worden de eileiders en eierstokken losgemaakt en verwijderd. Vervolgens wordt ook de baarmoeder losgemaakt van de omliggende structuren en verwijderd via de schede. Net onder de navel, in de onderbuik en in de top van de schede blijven dan kleine littekens over. Deze operatietechniek is meer ingrijpend dan een BSO maar geeft eveneens een vlot herstel. Voorwaarden voor een LAVH: de baarmoeder mag niet té groot zijn en er moet voldoende zakking aanwezig zijn. 3. De menopauze - Omdat de vrouwelijke hormonen door de wegname van de eierstokken en eileiders wegvallen, komt men abrupt in de menopauze terecht. Mogelijke menopauzale klachten zijn warmteopwellingen, droge huid en schede, grotere vatbaarheid voor een blaasontsteking, botontkalking, slapeloosheid, wisselend humeur, prikkelbaarheid, moeheid, minder zin in seks, gejaagdheid, en hoofdpijn. De symptomen van de menopauze kunnen verschillen van vrouw tot vrouw. Ook emotioneel krijgt men heel wat te verwerken. Sommige vrouwen hebben het gevoel dat zij in hun vrouw-zijn geraakt zijn omdat ze niet meer vruchtbaar zijn. - Het is mogelijk om hormonale vervangingstherapie te krijgen tot de leeftijd van 50 jaar, dit hoofdzakelijk om het risico op osteoporose (botontkalking) te verminderen maar ook omwille van de andere symptomen. - Een eventuele therapie dient individueel besproken te worden met de gynaecoloog. De aard van de hormonale vervangingstherapie (soort, dosering, toedieningswijze) kan heel verschillend zijn van vrouw tot vrouw en is onder andere afhankelijk van de aan- of afwezigheid van de borsten en de baarmoeder. 4. Opvolging Na de preventieve wegname van baarmoeder, eierstokken en eileiders worden onderstaande medische onderzoeken aanbevolen: - jaarlijks een klinisch onderzoek bij de gynaecoloog - jaarlijks een bloedname voor CA-125 bepaling want deze kan nog omwille van andere redenen verhoogd zijn 14 Centrum Menselijke Erfelijkheid en Multidisciplinair team voor erfelijke borst- en eierstokkanker, UZ Leuven (juli 2006)