Ontbrekende pagina 24 uit “politieke geschiedenis” officieel af. Daarmee werd een opening gemaakt naar politiek pluralisme en werd tevens het centrum van de besluitvorming van de partij naar de staat verlegd. Gorbatsjov hield theoretisch de touwtjes in handen. Radicale hervormers, zoals Boris Jeltsin, verlieten de partij omdat ze vonden dat er geen heil van te verwachten was. De communistische conservatieven vonden daarentegen dat Gorbatsjov veel te ver ging en zij verhardden hun standpunt. In een wanhoopspoging probeerden zij in augustus 1991 via een staatsgreep Gorbatsjov uit te schakelen. Dat opzet mislukte door de zwakte van de samenzweerders en het heftig verzet van de radicalen onder de leiding van Jeltsin. Die slaagde erin het leger te overtuigen niet de zijde van de opstandelingen te kiezen. Jeltsin kwam dan ook als de overwinnaar uit het conflict te voorschijn. In juni 1990 besloot de Opperste Sovjet het programma dat de regering had ingesteld voor het invoeren van de markteconomie, in versneld tempo te realiseren. Ondanks het feit dat Gorbatsjov daarbij de steun kreeg van Jeltsin, de president van de Russische Federatie, slaagde hij er niet in het economische tij te keren en kwam het land in een steeds meer benarde situatie te recht. Dat werkte de ontevredenheid van de bevolking in de hand en maakte buitenlandse financiële en economische hulp noodzakelijk. Daardoor verzwakte het internationale aanzien van de Sovjet-Unie in hoge mate. Vooralsnog gingen de politieke en economische hervormingen in de Oostbloklanden veel verder dan in de Sovjet-Unie. Onder Gorbatsjov zag het regime enigszins af van de vervolging van dissidenten. Tegen corruptie, onbekwaamheid en alcoholisme bond hij de strijd aan. Sinds zijn aantreden werd het Sovjetregime door meer openheid gekenmerkt. Met de liberalisering van het cultuurbeleid werd een aanvang gemaakt. In juni 1990 werd de wet op de persvrijheid uitgevaardigd en in oktober gebeurde hetzelfde voor de godsdienstvrijheid. De slachtoffers van het Stalinisme werden gerehabiliteerd. Er werd een begin gemaakt met het herschrijven van de geschiedenis. De dooi die onder invloed van bovenvermelde factoren intrad, verbeterde sterk het imago van de SovjetUnie. Dat werd nog in de hand gewerkt door de vredes- en ontwapeningsinitiatieven die Moskou mede wegens economische motieven ontwikkelde. Gorbatsjov was voorstander van een open internationaal beleid. 3.7. Het einde van de Unie De liberalisering die Gorbatsjov voorstond, bracht een vloed van nationalistische bewegingen in verschillende Sovjet-republieken te weeg. De problemen die daardoor onder andere in de Kaukasus werden gesteld, waren nauwelijks op te lossen aangezien de verlangens van de diverse minderheden onverenigbaar waren met elkaar. In de Baltische staten, die via het pact uit 1939 tussen Hitler en Stalin tegen hun wil bij de Sovjet-Unie waren aangehecht, deed zich een regelrechte afscheidingstendens voor. In de loop van 1990 en 1991 riepen nagenoeg alle deelrepublieken hun soevereiniteit uit. Gorbatsjov probeerde tevergeefs zijn uitgebreide presidentiële macht aan te wenden om de Unie bij elkaar te houden. Hij trachtte terug te grijpen naar het oorspronkelijke concept van Lenin, namelijk een bond van soevereine staten. Maar het referendum dat hij daaromtrent in maart 1991 organiseerde, was geen succes. Een grote meerderheid sprak zich weliswaar uit voor de unie, maar zes republieken namen niet deel aan het referendum terwijl Rusland en Oekraïne ervan gebruik maakten om hun soevereiniteit te bevestigen. De oude garde van de partij organiseerde in augustus 1991 een staatsgreep om de ondertekening van het nieuwe unieverdrag te voorkomen. Zij vreesden dat het imperium verder zou uiteenvallen nadat het Oost-Europese schild wegens de diplomatie van Gorbatsjov was gesmolten. In een minimum van tijd werden de vijftien republieken onafhankelijke staten. De