Back in the USSR Weinig grote historische gebeurtenissen gingen zo geruisloos voorbij als de val van de Sovjet-Unie in december 1991. Vonden we het na de val van het IJzeren Gordijn in 1989 niet meer dan een logisch eindpunt in de ontbinding van het Oostblok? Of was de Sovjet-Unie in de ogen van velen de facto reeds van de kaart verdwenen na de mislukte coup van de orthodoxe communisten in augustus 1991 tegen Michail Gorbatjsov? Voor wie de gebeurtenissen van toen allemaal nog eens wil nalezen, kan terecht in Back in the USSR, het boek dat hoort bij de gelijknamige minidocumentaire van de VRT (2011). Stefan Blommaert en Jan Balliauw, beiden jarenlang journalist voor de Vlaamse tv-zender in Moskou, blikken in het boek terug op onder andere de gebeurtenissen van 1991. Ook zij verwonderen zich over de geruisloosheid en bijna vanzelfsprekendheid waarmee de meeste Sovjetburgers 70 jaar communisme achter zich lieten. Bijna ontluisterend is in dit verband het door weinigen gekende Akkoord van Minsk (8 december). In deze Wit-Russische hoofdstad ondertekenden Boris Jeltsin (president van de Russische Federatie), Leonid Kravtsjoek (president van Oekraïne) en Stanislas Soesjkevitsj (president van Wit-Rusland) de opheffing van de USSR en de omvorming van de federatie tot het GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten). Gorbatsjov – op dat ogenblik nog altijd president van de Sovjet-Unie – was hiervan niet op de hoogte. Nog pijnlijker is dat de drie mannen eerst naar de toenmalige president Bush belden om de Amerikaanse goedkeuring te verkrijgen. Bush sr. reageerde volgens Soesjkevitsj wat verveeld, vooral omdat hij vernam dat zijn collega Gorbatsjov buiten het akkoord was gehouden. Pas daarna werd er naar Gorbatsjov gebeld die verbluft reageerde en niet meer kon doen dan Soesjkevitsj waarschuwen voor de internationale consequenties. De Wit-Russische president repliceerde dat er op dat vlak niets te vrezen viel… ‘ Aan de andere kant van de lijn bleef het stil waarna Soesjkevitsj vaarwel zei en Gorbatsjov nog veel sterkte toewenste. Blommaert en Balliauw hadden voor hun reportage annex boek toegang tot personen die in meerdere of mindere mate hun stempel hebben gedrukt op de geschiedenis van de SovjetUnie en diens erfgenamen. Naast de genoemde Soesjkevitsj dringen ze door tot de omgeving van Edward Shevardnadze (minister van Buitenlandse Zaken onder Gorbatsjov en later president van Georgië), Boris Nemtsov (vicepremier en favoriet van Jeltsin), Julia Timosjenko (ex-premier van Oekraïne), Ramzan Kadyrov (almachtig president in Tsjetsjenië met de gratie van Moskou) en zelfs Eurosongwinnares Ruslana die als symbool van de Oranje revolutie in Kiev (2004) vandaag noch haar glamour noch haar politieke overtuiging heeft verloren. Blommaert en Balliauw beperken zich tot Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland en Letland. Het verdwijnen van de Sovjet-Unie en de politieke gebeurtenissen nadien in de dissidente deelrepublieken vormen maar één aspect in Back in the USSR. Het boek leest niet als een geschiedenisboek van het post-communistische Rusland. Eerder is het een verzameling van korte en lange bijdragen over verleden en heden in de voormalige USSR. Hun onuitputtelijke ervaring als plaatselijk correspondent laat hen toe om een genre te ontwikkelen dat het midden houdt tussen geschiedschrijving, journalistiek, human interest en reisverslag. Twintig jaar na de val van de Sovjet-Unie reizen ze terug, doorkruisen het land, zoeken vrienden en kennissen van vroeger op, en laten minder bekende personen aan het woord. Deze vertellen over hun land van vroeger, vandaag en morgen: Ljoedmilla (hun vroegere lerares Russisch), Volodja en Tatjana (het echtpaar dat nostalgisch op de communistische periode terugblikt), Oleg (een oude vriend die vandaag rector van een kleine universiteit is), Sorokin (een directeur van Gazprom), Jevgeni (de activist van Greenpeace aan het Baikalmeer), … Allen geven ze vanuit hun eigen achtergrond een beeld van wat het betekent om vandaag te leven in Rusland en het ‘naburige buitenland’ (de naam die de Russen geven aan de vroegere grensrepublieken). 23 augustus 1991: Een van de meest genante momenten uit de Russische geschiedenis: Boris Jeltsin (president van de Russische Federatie) die Michail Gorbatsjov (president van de Sovjet-Unie) terechtwijst. Het is jammer dat Blommaert en Balliauw amper iemand aan de praat krijgen uit het apparaat van huidig president Poetin of premier Medvedev. Dit is ook zo voor Gorbatsjov die beter dan wie ook zijn visie kan geven over de geschiedenis van zijn land. Vele Russen die toch over het regime aan het woord komen, blijven al bij al genuanceerd over de politieke ontwikkelingen in het Kremlin. Ze erkennen dat er misschien niet dezelfde politieke vrijheid of persvrijheid als in het Westen bestaat, maar velen loven de economische vooruitgang die zich in de Poetin-jaren heeft doorgezet. De door Jeltsin beloofde democratie uit de jaren 1990 associëren zij dan weer met sociaaleconomisch verval, de almacht van de oligarchen (de grote bonzen uit de energiesector) en met algemene chaos. Dat Rusland op alle internationale rankings in verband met democratie en corruptie zeer laag scoort, dat kritische journalisten in duistere omstandigheden om het leven komen of dat de oproerpolitie ruime armslag krijgt om manifestaties uit elkaar te slaan, dat alles nemen vele Russen volgens de auteurs er maar bij als een zoenoffer voor de gestegen welvaart. Jan Balliauw concludeert in verband met het misverstand tussen het Westen en Rusland over democratie: ‘Wij praten over vrijheid als iets abstracts, iets immaterieels, voor Russen gaat het in de eerste plaats over materiële vrijheid , iets waarover wij ons al lang geen zorgen meer hoeven te maken. En hun vrijheid om te bepalen wie het land leidt, geven ze graag op in ruil voor materiële vrijheid’. We zijn nu bijna één jaar verder na de uitzending en publicatie van Back in the USSR. Men kan enkel constateren dat de actualiteit de reportage heeft ingehaald. Julia Timosjenko is al lang geen premier meer en is in 2011 veroordeeld wegens een dubieuze gasdeal van het Oekraïense Naftogaz met het Russische Gazprom. Ook in Rusland komt men in beweging tegen Vladimir Poetin. Het bewijs hiervan vormde de aanzwellende oppositie in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in maart 2012. Andere kandidaten en burgerrechtenverenigingen konden echter niet verhinderen dat Poetin opnieuw voor 6 jaar tot president werd verkozen. De oppositie lijkt zich (voorlopig) neer te leggen bij de politieke situatie. Voorlopig blijft het bij geïsoleerde acties zoals deze van vrouwelijke punkgroep Pussy Riot die provoceerde tegen het regime in de Christus Verlosserkathedraal in Moskou. De gebeurtenissen van de voorbije maanden geven het beeld van een gepolariseerd land waarin het anti-Poetinkamp het voorlopig moet afleggen tegen een zwijgende meerderheid die orde, stabiliteit en een stijgend inkomen prefereert boven de onzekerheid die een verdere democratisering met zich mee kan brengen. De toekomst zal uitwijzen of de verdeelde oppositie zich van haar moedeloosheid kan herstellen. Of moeten we toch concluderen dat gelatenheid behoort tot de veel besproken ‘Russische ziel’? Patrick Praet BLOMMAERT, S. en BALLIAUW, J., Back in the USSR. Weerzien met de Russen en hun buren. Gent, Borgerhoff & Lamberigts – Canvas, 2011.