periode 1.2H13

advertisement
GROEI
Micro
organismen
LESSTOF
 Voor de volgende toets 1.2
 Hoofdstuk 13 van Biologie voor het MLO
 Ondersteunde practica.
 - Microscopie
 - Gramkleuring
 - Groeifactoren bacteriën
GRAMKLEURING
BACTERIE INDELING DOOR GRAMKLEURING
http://www.youtube.com/w
atch?v=a4LD8VznRbw
GRAMKLEURING
Definitie:
Reactie van de
celwand op
kleurstoffen .
Kleuring:
 Positief/Paars
 Negatief/Rood,Roze
Stappenplan:
1. Kristalviolet
1a Spoelen. (demi-water)
2. Lugol
3. Ethanol (ontkleuring)
3a Spoelen. (demi-water)
4. Waterige Fuchsine.
4a Spoelen. (demi-water)
4b Drogen
GRAMKLEURING
Theorie:
Gram positief; zeer dikke celwand met peptidoglycaan.
Gram negatief; dunne celwand, makkelijke doordringing van
ethanol die het kristalviolet uitspoelt.
GROEI
Vermeerdering
bacteriën
Generatie tijd
(verdubbelingstijd)
 20 minuten
Binaire deling
Animatie
 h t t ps : / / nl.w ikipedia .org /wiki/Binai
re _ de ling
KWEKEN VAN MICRO ORGANISMEN
VAST MEDIUM
VLOEIBARE MEDIUM
AGAR
BOUILLON
Opdracht 1 t/m 3
CULTUREN
 Kweken van een bacteriesoort – (bacterie)cultuur
 Vloeibaar medium - bouillon
 Vast medium –agar
 Geisoleerde groep micro organisme op een vaste bodem =
kolonie
 Reinkweek (zuivere of reincultuur )  1 populatie micro organisme/ 1 soort
 specifieke kenmerken zoals celvorm, gramkarakter, beweeglijkheid,
stofwisselingseigenschappen.
VOEDING
 Nutriënten uit de omgeving (voedingsstoffen)
 Gebruikt voor metabolisme van de cel (stofwisseling van de
cel)
 Anabolisme
 Proces dat nutriënten worden opgenomen en als bouwstof gebruikt voor
bv cel onderdelen - energie verbruikend proces
 Katabolisme
 Proces dat chemische verbindingen verbreekt en de vrijgekomen energie
gebruikt als brandstof voor bv groei en beweging
 Hoofdstuk 7 celstofwisseling (komen we later op terug)
VOEDINGSTOFFEN (NUTRIËNTEN)
 Macro nutriënten
Nutrienten die de cel in grote hoeveelheden nodig heeft.
 Koolstof, Stikstof,Fosfor, Zwavel etc
 Micronutriënten
 Nutrienten die cel in kleine hoeveelheden nodig heeft.
 Kobalt, Zink, Koper, Mangaan etc
 Alle elementen die de bacteriecel bevat moeten uiteraard ook
in het medium worden aangeboden .
MACRO NUTRIËNTEN
 ( C ) Ko o l s to f :
 Cel is opgebouwd uit koolstof verbindingen (organische)
 Organische verbindingen (koolhydraten, eiwitten ,Lipiden)
 Gebruikt als brandstof (autotrofe organismen) maar ook als bouwstof ( heterotrofe
organismen)
 ( H ) Wa te r s to f e n ( O ) Z u u r s to f :
 Komen net al koolstof voor organische verbindingen
 Worden tevens gebruikt als brandstof of bouwstof
 ( N ) S t i k s to f :
 Bouw van macromoleculen zoals eiwitten, DNA, RNA, ATP, fosfolipen
 Nodig voor bouw van petidoglycaan wand
 Afbraak/bouw van het erfelijk materiaal
 ( S ) Z w av el :
 Voornamelijk in bepaalde eiwitten (aminozuren, vitaminen)
 Zorgt er voor eiwitten steviger zijn en meer bestand zijn tegen verhitting
 (P) Fosfor:
 Afbraak /bouw van macromoleculen zoals eiwitten, DNA, RNA, ATP, fosfolipen
MICRO NUTRIËNTEN




(Fe) ijzer,
(Cu) koper,
(Ca) calcium,
(Mn) mangaan.
 Veelvuldig gebruik in enzymen.
 Opdracht 4 t/m 7
GROEI FACTOREN
 Invloeden op de groei van micro organisme (Milieufactoren)
 1 . Temperatuur
 Temp-bereik: Minimum temperatuur, maximum temperatuur en een
optimum temperatuur.




3 groepen met een verschillend optimum.
0-15◦C Psychrofielen
20-37◦C Mesofielen
55-65◦C Thermofielen
 Extreem thermofielen
GROEI FACTOREN
 2. Zuurgraad
 pH-bereik met een minimum, maximum en een optimum.
 De meeste groeien optimaal bij pH 7.
 Bacteriën vaak beter aangepast aan zure milieus.
 Lage pH (0,8) Acidofielen.
GROEI FACTOREN
 3. Zuurstofspanning
 Micro organismen houden van een zuurstof arme en/of zuurstofrijke
omgeving.





Verdeling in 4 groepen:
Obligaat aerobe micro organismen.
Obligaat anaerobe micro organismen.
Facultatief anaerobe micro organismen.
Micro aerofiele micro organismen.
GROEI FACTOREN
 4. Osmotische waarde
M i c ro o rg a nismen h e bbe n wa te r n o di g vo o r h un g ro e i.
 Groei en overleving kan drastisch beïnvloed worden door de hoeveelheid water
wat de cel kan opnemen of verlaten.
 Via de celwand.




3 soor ten milieus:
Hyper tonisc h milieu, bacterie zal water verliezen.
Hypotoni sch milieu, bacterie neemt water op.
Isotoni sc he milieu, milieu binnen en buiten de cel gelijk .
 Ei osmose
 https://youtu.be/SrON0nEEWmo
Filmpje : osmose uitleg
 Opdracht 8 t/m 11
ZOEK DE DEFINITIES/BESCHRIJVINGEN
VAN DE VOLGENDE BEGRIPPEN
Cel ademhaling
Aerobe
Anaeroob
Fermentatie
Zuurstofspanning
Psychrofielen
Mesofielen
Thermofielen
Acidofielen
Buffer
Isotoon milieu
Osmotische waarde
Osmose
Halofielen
TELLEN van micro organismen
 Directe telling mbv microscoop en telkamer.
 Indirecte kolonietelling (kiemgetalbepaling)
 Het kiemgetal is het aantal kolonies maal de
verdunningsfactor.
KIEMGETAL BEPALING
OPDRACHT 1 2 T/M 15
GROEI CURVE in vloeibare media
De vier groei fasen in vloeibare media:
 1 . Lagfase, weinig of geen toename.
 2. Logfase, verdubbeling per tijdseenheid.
h t t p s : / / w w w . y o u t u b e . c o m / w a t c h ? v = p V M p I x H 8 WA c & a u t h u s e r = 0
 3. Stationaire fase, constante fase.
 4. Afstervingsfase.
O P D R A C H T 1 6 E N 17 O P B L Z 2 8 4 .
( 17 B N I E T )
GROEI
 Binaire deling
 verdubbeling cel inhoud
 Verlenging van de cel
 splitsing in twee
gedeeltes
 Prokaryoten
 O.a. Bacteriën
 Eukaryoten
 Mitose
 Meiose
IDENTIFICATIE SCHEMA
Aan- of afwezigheid van:
Enzym Katalase =
Waterstofperoxide ontstaat
tijdens de aërobe ademhaling,
het is giftig. Katalase voorkomt
dus afsterving van de bacteriecel
door het peroxide af te breken
Alle melkzuurbacteriën zijn katalasenegatief
en zo te onderscheiden van andere
grampositieve coccen en staven
Aan of afwezigheid van:
Enzym Oxidase =
Met deze test wordt een
ademhalingsenzym aangetoond dat in
strikt aërobe micro-organismen in zo'n
hoge concentratie aanwezig is dat het
zeer snel aantoonbaar is. Toont dus
Anaerobe of Aerobe stofwisseling
aan
EXPONENTIËLE AANTALLEN
 Logaritmische
schaalverdeling.
10 8
10 7
10 6
10 5
10 4
10 3
10 2
10 1
1
Ieder soort micro organisme heeft zijn eigen delingstijd en
groeisnelheid.
Delingstijd= de tijd die nodig is voor de verdubbeling.
Groeisnelheid= aantal delingen per uur.
Download